Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
LoniseiiK Mtnttlii.
FEUILLE TON
Winkelnieuws.
IS
i
Mol
Voor.
Gaat
MOL bii|ft goedkooper.
NUMMER 73.
ZATERDAG 9 SEPTEMBER 1933.
56e JAARGANG.
JBSS*
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco p. post door 't geheele rjk 1.40.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38.
Telegr.-adres: ECHO.
Prjs der Advertentiën:
20 cent per regel; minimum 1.50.
Bij contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regel.
Advertentiën moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zyn.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
EERSTE BLAD.
Vl|l en dertig laren regeering.
Vijf en dertig jaren Koningin.
zóó spreekt men wel over het
huidige vorstelijke jubileum, maar
dat is onjuist. Toen in 1890 koning
Willem III ontslapen was, werd het
jonge prinsesje, waarop Nederland
zoo trots was, daarmee Koninginne
der Nederlanden, maar deregeerings-
taak werd voorloopig in handen
gesteld van haar koninklijke moeder,
die als regentes optrad.
Wat we thans vieren, is het
regeeringsjubileum der Koningin.
De regeeringstaak viel aan de Ko
ningin op haar I8en verjaardag ten
deel. Ze werd haar bij proclamatie
door het toenmalige kabinet op de
schouders gelegd, »op God ver
trouwende zooals het in het
staatsstuk heette en met de bede,
dat Hij Haar zou mogen sterken
üp 5 September 1898 volgde toen
de blijde intocht binnen de hoofd
stad van het rijk en op 6 September
de plechtige inhuldigingen beeëui-
ging als Koningin.
»Ik zweer aan het Nederlandsche
»volk, dat ik de grondwet steeds
»zal onderhouden en handhaven.
»Ik zweer, dat ik de onafhanke
lijkheid des Rijks met al mijn
«vermogen zal verdedigen en be-
»waren, dat ik de algemeene en
«bijzondere vrijheid en de rechten
«van al mijn onderdanen zal
«beschermen, tot instandhouding
«en bevordering van de algemeene
«welvaart alle middelen zal aan-
«wenden, welke de wetten te
«mijner beschikking stellen, zooals
van „De Echo van het Zuiden".
De Manufacturenzaak van Mol
Is van al zijn branche.artikelen vol
Mol levert steeds het bewijs
Alles aan concurreerenden prijs
Het adres is tegenover de
R. K. Kerk
Alle artikelen zijn er solied,
dus sterk.
Uit het Engelsch van
Joseph Hocking
(Nadruk verboden).
Absoluut zeker, was het antwoord.
We zullen hem nooit terugzien.
En daarop bracht Arthur zijn vader op
de hoogte van het onderzoek dat hij, zon
der er den ouden heer iets van te zeggen,
in Australië had laten instellen naar de
antecedenten van den bewoner van Dul-
verton Hall en waaromtrent hij kort te
voren voorloopige telegrafische mededee-
lingen had ontvangen. Hij had zijn ont
hulling willen bewaren tot hij bijzonder
heden zou hebben vernomen om dan met
een theatraal effect zijn mededinger te
kunnen ontmaskeren, maar er bestond
nu geen aanleiding meer tot stilzwijgend
heid.
Enkele minuten later waren de advo
caat en zijn zoon op weg naar Dulverton
Manor.
HOOFDSTUK XXIX.
Hue de schuld betaald werd.
De volgende dagen verkeerde de heele
streek in een toestand van de hevigste
opwinding; er werd letterlijk over niets
anders gesproken als over de verdwijning
van den bewoner van Dulverton Manor.
Het bedrog was zoo onbeschaamd en
stoutmoedig geweest, dat velen niet eens
konden gelooven dat er bedrog in het
spel was. De oude Peters bleef strak en
stijf volhouden, dat het meneer Bob ge
weest was en niemand anders, die maan
denlang zyn meester was geweest en
Mevrouw Dixon was het roerend met
hem eens. Een verklaring voor zijn
vreemd gedrag konden zy weliswaar niet
«een goed koning verschuldigd is
«te doen.
«Zoo waarlijk helpe mij God
«Almachtig
In diep besef van de consciëntieuse
wijze, waarop Koningin Wilhelmina
haar plechtige eed aan het volk
heeft gehouden, herdenkt datzelfde
volk nu in dankbaarheid en met
ontroering het vijf-en-dertig jarig
regeeringsjubileum, waarvan de
openbare viering culmineert in het
groote huldigingsdetilé, dat op Zater
dag 9 dezer, binnen de poorten van
het Amsterdamsche stadion zal
worden gehouden en waaraan tien
duizenden uit alle streken van het
land spontaan hun medewerking
hebben toegezegd.
Wij zijn, naar onzen volksaard
altijd eenigszins traag met het uit
dragen van wat ons binnenste
beroert, maar bij bijzondere gelegen
heden hebben we toch altijd be
hoefte om te toonen, dat we geen
ondankbaren zijn en dat we durven
te laten blijken van de liefde, welke
we in ons hart omdragen.
Echte liefde voor Oranje en in
het bijzonder voor onze regeerende
vorstin, ligt in het hart des volks
diep omsloten. Liefde, trouw en
aanhankelijkheid.
Dat alles is niet zoo »van-zelf«
gegroeid, maar Koningin Wilhelmina
heeft het zich waardig gemaakt dooi
de streng-rechtvaardige opvatting
van haar taak en door haar zeer
bijzondere zorgen voor de welvaart
van het volk. Een staatshoofd en
zeker onze koningin, beteekent ook
in onze dagen altijd nog heel wat
meer dan een sieraad alleen. Het
zou tegen de constitutioneele op
vattingen onzer vorstin zijn, als we
zouden willen aannemen, dat ze
ooit persoonlijke zienswijzen tegen
den wil van het volk en dezer ver
tegenwoordigers in, heeft doorge
dreven. Slechts door haar edele
persoonlijke karaktertrekken heeft
ze soms een machtigen indirecten
geven, maar niettemin was hun overtui
ging niet aan het wankelen te brengen.
Dominee Borlase daarentegen ver
klaarde dat hij van het begin af wantrou
wen had gekoesterd en hij twijfelde geen
oogenblik, of ze waren allen beetgeno
men. Maar wie was hij? Waar kwam hij
vandaan en hoe konden twee menschen
zoo onwaarschijnlijk veel op elkaar lij
ken? De een zei dit, de ander dat; maar
niemand scheen de waarheid te vermoe
den. Een ding was in ieder geval een
feit: de jongeman was verdwenen zon
der een spoor achter te laten; even plot
seling als hij was opgedoken, was hij.
weer vertrokken. Maar niemand sprak
onvriendelijk of hard over hem. Integen
deel, menigeen keurde het in Advocaat
Dulverton en zyn zoon af, dat deze den
ander van bedrog beschuldigden, en zoo
gretig van alles bezit genomen hadden.
En het algemeene oordeel werd in dit
opzicht nog ongunstiger, toen het bekend
werd, dat er geen penny ontbrak. Wat
den vreemde ook verweten kon worden,
zeker niet verkwisting of het aanwen
den ten eigen bate van de geldmiddelen
van het landgoed. Daar kwam nog bij
dat Dolgeth en Binns beiden verklaarden
dat door het toegewijde en zaakkundige
beheer van den verdwenen bewoner en
de uitvoering van verschillende door
hem voorgestelde verbeteringen, de
waarde der bezittingen aanzienlijk was
toegenomen. Hij had zich een in elk op
zicht uitnemend landheer met helder
commercieel inzicht getoond. Ook de
boeken, die hij had bijgehouden, waren
volmaakt in orde, terwijl het saldo op de
bank duidelijk bewees dat, welk motief
hij ook mocht hebben gehad, het verlan
gen om zich te bevoordeelen uitgesloten
was. Tot op een stuiver na klopte alles en
niets van de groote bedragen, die door
zijn handen waren gegaan, had hij voor
zichzelf gebruikt.
Dit alles maakte het mysterie, dat En-
dellion's persoonlijkheid omgaf nog duis
terder; hij had zich gemakkelijk duizen
den ponden kunnen toe-eigenen en nog
geen penny had hy genomen. Zelfs de
kleeren, die hij had gekocht, waren uit
zijn eigen zak betaald.
Dat is het eenige, wat ik van de
zaak niet begrijp, en om de waarheid te
'1643
zeggen, is dal het eenige wat my min of
meer angstig maakt.
Het was Advocaat Dulverton, die dit
zei, toen hij, na het diner met zijn zoon
in de bibliotheek van Donnithorne Hall
zat.
Waarom maakt je dat angstig?,
vroeg de heer des huizes.
Omdat ik my afvraag of het ten
slotte Bob niet toch was. Het ligt heele-
maal in zijn lijn om mij een of andere
poets te willen bakken. Misschien is mijn
vrees kinderachtig, maar ik vraag je,
Donnithorne, welke verklaring kan er
anders voor zijn handelwijze zijn? Acht
jij het bestaanbaar dat iemand schurk
genoeg is, om maandenlang onder een
valschen naam te leven en zich als heer
en meester van een bezitting als Dulver
ton te gedragen en dan met de Noorder
zon te vertrekken zonder een penny mee
te nemen. Daar moet toch wat achter ste
ken!
Misschien, antwoordde de jonker
langzaam, was hij in den grond geen
schurk. Misschien wie zal 't zeggen
hield hij er toch een geweten op na en
belette dat geweten hem in een schande
lijke leugen te volharden.
Dus jij gelooft niet, dat het Bob was?
De jonker schudde ontkennend het
hoofd.
In elk geval is hij weg, mengde Ar
thur zich in het gesprek, en ik ben vast
overtuigd, dat uit de inlichtingen die ik
uit Australië verwacht, afdoende zal blij
ken dat het Bob niet was. Ik geloof ook,
dat we nooit meer iets van hem zullen
hooren. Laten we dankbaar zijn dat de
zaken zijn wel zooals ze zijn. U
weet dat ik hem niet mocht lijden; maar
ik moet toegeven dat hij een pientere ke
rel was. Hij heeft iedereen bedrogen, en
al was hij nog zoo'n groote leugenaar en
oplichter, hij slaagde erin alle menschen
voor zich te winnen; iedereen scheen
van hem te houden.
Ik geloof niet, dat hij een oplichter
was.
Er was een booze klank in Mr. Don-
nithorne's stem, toen hij dit zei.
Hij heeft anders toch maar maan
denlang in ons huis gewoond, luidde Ar
thur's repliek; hij heeft onze paarden
bereden; van de diensten van onze be-
invloed op het verloop der staats
zaken laten gelden. Haar grootste
verdienste b.v. zal het voor heel de
geschiedenis blijven, dat ze in een
tijd van heftige internationale ver
troebeling der geesten en bij ver
warrende complicaties, het hoofd
heeft koel gehouden en door den
kalmeerenden invloed van haar
persoonlijkheid t de stormen deed
luwen, welke door prikkelingen van
buitenaf waren gewekt in het ge
moed van degenen, die naast onze
nationale veiligheid ook voor onze
nationale eer hadden te waken.
Daarmee heeft onze Koningin het
N ederlandsche volk inderdaad buiten
den verschrikkelijken wereldoorlog
gehouden. Niemand minder dan
wijlen Prof. Treub, die overigens
ook steeds de volle waardeering
voor eigen prestaties bezat, heeft
dat erkend, toen hij zijn werk
.»Oorlogstijd« opdroeg «Aan onze
begaafde Landsvorstinne«.
Het volk heeft de groote ver
diensten der Koningin uit de oorlogs
jaren bij intuïtie aangevoeld en ze
gewaardeerd. En de liefde tot Oranje
werd daardoor versterkt tot een
echt-Hollandsche trouw aan de
Koningin, waarvan bleek, toen na
den oorlog troonen wankelden en
vorsten van machtige rijken over
vluchtpaden moesten gaan. Een
dienden gebruik gemaakt, op onze kos
ten gegeten en gedronken en op onzen
naam zaken gedaan. Als dat niet het werk
van een oplichter is, weet ik het niet!
Aha, daar komt Mirry. Wat zeg jy ervan,
Mirry? Je vader is het niet met mij eens
dat die vent, die ons zoo gemeen be
drogen heeft, een oplichter is. Ik ben
benieuwd jouw opinie te hooren.
Miriam, die juist de kamer was binnen
gekomen, keek zwijgend van den een
naar den ander. Het zenuwachtige bewe
gen van haar handen verried dat het
haar moeite kostte zich te beheerschen.
Ik geloof dat het doelloos is om te rede
twisten over menschen, wier motieven
zoo mijlenver van de onze afstaan, ver
klaarde ze ten slotte.
Heb je nog pogingen gedaan om hem
te achterhalen?, vreg de jonker, blijk
baar om een andere wending aan het ge
sprek te geven en Miriam keek in span
ning naar den advocaat.
Neen. Ik vond dat het geen zin had.
Wat! Heb je heelemaal geen naspo
ringen meer gedaan? Ik dacht dat Arthur
gedreigd had hem te zullen ontmaskeren
en een aanklacht tegen hem in te dienen.
Ik heb dat plan weer opgegeven,
deelde Arthur mede. Ziet u och, ik
wilde niet, dat we nog meer over den
tong zouden gaan dan toch al het geval
was, bovendien twijfelde vader eraan of
we succes zouden hebben met een klacht
gesteld dat we hem hadden gevonden.
De situatie was vry zonderling, nietwaar?
We kunnen in rechte eigenlijk niets
eischen behalve betaling voor het ge
bruikte voedsel en zoo.
Ja, het is beter geen slapende hon
den wakker te maken, viel de advocaat
zijn zoon bij, en toch ik voel me alles
behalve op mijn gemak, het dient ner
gens voor dat te ontkennen.
De weken regen zich aaneen tot maan
den, maar van den laatsten bewoner van
Dulverton Manor werd niets meer verno
men. Ralph Endellion had echter in de
omgeving van het landgoed een onuit-
wischbaren indruk achtergelaten. Velen
geloofden nog steeds dat het Bob Dulver
ton geweest was, die de Manor bewoond
had en degenen, die dat niet geloofden,
bewaarden toch ook aangename herinne-
groote politieke leider bleek wel oog
te hebben voor wat de geesten
internationaal beroerde, maar hij
had verkeerd geblikt in het hart
der Nederlanders. En hij werd ten
slotte gebracht tot de ruiterlijke
erkenning, dat hij zich vergist had
in de mentaliteit der Nederlanders.
Dat was in de Novemberdagen
van 1918.
We herinneren aan het woord
van den Prediker«Beata terra cujus
rex nobilis est I« Gelukkig het land,
welks koning een edele is. Deze
woorden zijn ten volle van toe
passing op ons eigen vaderland en
op de regeerende vorstin.
Als een edele in den hoogsten zin
des woords heeft Koningin Wilhel
mina haar volk gedurende 35 jaren
geregeerd. Moge dat zegenrijke be
stuur met Gods genade nog vele
jaren voortduren tot ons aller wel
zijn. We bidden het op heden
Domine, salvam fac reginam
nostramHeer, bewaar onze Ko
ningin 1
BINNENLAND.
De kosten van de maritieme defensie.
De minister van koloniën, dr. H.
Golijn, heeft in de vergadering van
de Tweede Kamer meegedeeld, dat
binnen enkele dagen een commissie
zal worden ingesteld, die o.m. tot
taak heeft, na te gaan, in hoeverre
er aanleiding bestaat tot een gewij
zigde verdeeling van de kosten der
maritieme defensie tusschen Neder
land en Indië.
De contingenteeringen.
Met ingang van 15 September a.s.
zal de thans geldende uitzondering
op de contingenteeringsbepalingen,
dat bij invoer van postpakketten,
ringen aan hem. Hij was jegens iedereen
vriendelijk en voorkomend geweest en
had zich by personeel en pachters be
mind weten te maken.
Ongeveer een paar jaar na zijn plotse
linge verdwijning vroeg Arthur Dulver
ton Miriam Donnithorne opnieuw zijn
vrouw te worden; maar wederom zon
der succes.
Je zoudt me tenminste kunnen ver
tellen waarom niet, Mirry, zei Arthur na
haar weigering.
Omdat ik niet voldoende van je
houd, was het korte bescheid.
Mirry, hernam Arthur. Ik kan er
niets aan doen, maar ik geloof vast en
zeker dat je van diendien oplich
ter hield. Ik weet dat jij de eenige was,
die inzag hoe een schurk hij was, maar
ik ben overtuigd dat jy van hem hield,
en dat, als hij niet tusschen ons stond,
je met my zoudt trouwen.
Al het bloed trok weg uit Miriam's ge
zicht.
Hoe durf je!, riep ze met fonkelen
de oogen en voor Arthur tijd had van
zijn verbazing te bekomen, had ze hem
alleen gelaten.
En toch moest hij zichzelf toegeven,
dat hij den spijker op den kop had ge
slagen. Zij, die waarheid en oprechtheid
hoven alles stelde, had voorgoed haar
hart gegeven aan een man, wiens leven
een groote, schandelijke leugen was ge
weest. Sinds hij weg was, had ze legen
haar liefde gevochten. Wat hij van zich
zelf gezegd had toen hij haar zijn beken
tenis had gedaan, scheen in haar geheu
gen gebrand en ze wist maar al te goed
dat het waarheid was. Hij was de beli
chaming van oneerlijkheid en bedrog ge
weest en toch zou ze hem niet uit haar
hart bannen. Zonder dat haar vader er
iets van wist, had ze nasporingen naar
hem gedaan, maar had niets kunnen ont
dekken. Ze was naar Londen gereisd en
had een van de beste particuliere detec
tives in den arm genomen, maar ook
daardoor was ze niets wijzer geworden.
(Wordt vervolgd).
De Echo van hei Zuiden.
Wulvijkstht en kogstraatsche Courant*
MÉ.
41.