gemeenten heeft mogelijk gemankt
dat Middelbaar Onderwijs in het
belang der industrie en ook in het
belang van de ontwikkeling der
Langstraatsche jeugd kon verstrekt
worden. De gemeente Waalwijk
heeft hierdoor zeer zeker het stand
punt gehandhaafd te zijn en ook
te willen blijven het centrum der
L'angstraat.
M. H. Wanneer bij de oprichting
der Handelsschool ons niet de
finantieele steun van de gemeente
Waalwijk was verleend, zou auto
matisch ook de finanlieele steun
van de Regeering en de Provincie
zijn ontvallen.
Ik mag niet nalaten hier thans
ook met dankbaarheid te memo-
reeren den finantieelen steun door
enkele industrieelen van Waalwijk
geschonken door garant te zijn voor
een eventueel verlies der 4 eerste
exploitaliejaren, welke garantie het
et-rste jaar op 100 pC.t., het tweede
op 66 pCt. is uitgekomen van het
jaarlijk^che toegezegde garantie-
bediag.
Ontegenzeggelijk heeft echter de
gemeente Waalwijk^ niet alleen de
hoofdleiding van de stichting dei-
Handelsschool gehad, maar ook de
instandhouding der school is tot
heden verzekerd door de loyale
subsidie welke jaarlijks aan de school
wordt verstrekt. Hiervoor M.H. zijn
wij U dankbaar en erkentelijk.
Wij hebben daarom gemeend U
een klein stoffelijk bewijs aan et moe
ten bieden om deze erkentelijkheid te
bevestigen, een klein geschenk dat
eenigszins in verband staat met het
onderwijs, n.l. een zonnewijzer,
geplaatst op het gazon voor het
majestueuse Raadhuis.
Wij hebben hieraan toegevoegd
den heilwensch als inscriptie «Horas
non numero nisi serenas»ik tel
alleen de zonnige uren.
moge onder Gods besten zegen
onder het huidige bestuur en onder
de besturen welke na U komen vele
zonige dagen schijnen over de ge
meente Waalwijk. Laat ons vertrou
wen dat wij door onderlinge een
dracht de lange crisisjaren eenmaal
zullen te boven komen en dat onder
voorlichting en medewerking van
Waalwijk's Gemeenteraad, alle bur
gers, alle werkgevers en werknemers,
zullen trachten hel heil, het welzijn
en den voorspoed van Waalwijk te
bevorderen.
De Burgemeester sprak, nadat de
aanwezigen den zonnewijzer hadden
beschouwd, een dankwoord.
»Het gemeentebestuur stelt alle
uitingen van belangstelling in en
waardeering voor hetgeen voor de
gemeente gedaan wordt op hoogen
prijs, aldus spr. Onder die vormen
van belangstelling is zeker het me st
karaktervolle het aanbieden van een
blijvende herinnering, zooals Uw
bestuur gedaan heeft, door het geven
van dezen zonnewijzer.
Duurzamer dan welk uurwerk
soort dan ook en daarbij van groote
en onnavolgbare betrouwbaarheid,
symboliseert deze zonnewijzer het
karakter van het gebouw, waarvoor
hij geplaatst is, te weten hechtheid
en soberheid.
Zonnig is de plaats waar Uw ge
schenk is opgesteld om zijn bestem
ming te kunnen vervullen en naar
wij hopen zullen vele zonne-uren
door dezen zonnewijzer worden
aangeduid.
Of dat echter ook zonnige uren
zullen zijn zal afhangen van de ge
moedsgesteldheid van dengene die er
voor staat, en zich naar aanleiding
van de groote regelmaat van het
zonne-werk, verdiept in Gods wonder
dadige schepping. Leidt deze be
spiegeling tot Godsvertrouwen dan
hoop ik dat voor hem de zonne-uren
ook zonnige uren zullen zijn en ik
hoop tevens dat dit Godsvertrouwen
hem in ruime mate geschonken
wordt.
Namens het gemeentebestuur breng
ik het bestuur der R.K. H. H. S. en
H. B. S. hartelijk dank voor het door
ons ten zeerste gewaardeerde, bewijs
vanbelangstelling.Wij aanvaarden dit
geschenk U de zekerheid gevend dat
de noodige zorg aan het onderhoud
zal worden besteed, zoodat het voor
geslachten bewaard zal blijven.
De aanwezigen gingen daarna in
de trouwzaal, waar een verversching
geserveerd werd.
ZONNEWIJZERS.
Onze dagverdeeling is geheel ge
baseerd op den (schijnbaren) omloop
van de zon om de aarde. Geen won
der dan ook, dat men reeds zeer
vroeg getracht heeft de zon zelf het
uur van den dag te laten aangeven.
Hoe men dit deed, leeren ons de
opgravingen uit Klein-Azië, Mesopo
tamia en Egypte en de enorme tijd
wijzers, welke men nog in Britsch-
Indië ziet. Deze laatste bestaan uit
groote muren, welke in de richting
Noord Zuid loopen en hun schaduw
afwerpen op den grond. Om 12 uur
's middags bevindt zich de schaduw
juist in rechte lijn achter den muur
en is zoo kort mogelijk. De lengte
van de schaduw is ook eiken mid
dag niet gelijk: op 21 Juni, bij den
hoogsten stand der zon de kortste
schaduw, op 21 December de lang
ste, zoodat deze tijdwijzers ook den
datum kunnen aangeve n. In som
mige oude kerken van Italië en den
Balkan heeft men in den zuidmuur
een zeer nauwe spleet aangebracht,
zoodat zich precies 12 uur (zonne
tijd) een lichtstreep op den tegen-
overgestelden muur vertoont en men
altijd althans één uur van den dag
met nauwkeurigheid kent. Zonne
wijzers in den gewonen zin des
woords instrumenten, welke die
nen om den zonnetijd aan te geven,
berusten alle op het beginsel,dat de
schaduw welke de zon van een even
wijdig aan de hemelas geplaatste
staaf op een bepaald vlak werpt, op
gelijke uren van den dag, steeds op
dezelfde plaats valt.
Men onderscheidt drie soorten
verticale, horizontale en aequatoriale
zon newijzers.
De eerste ziet men wel op muren
van oude kasteelen of kerken (zie
oude kerk Geertruidenberg en stad
huis van Zaltbommel). Ze bestaan
uit een staaf, welke aan de eene zijde
van den muur bevestigd is en ver
der schuin naar builen en beneden
hangt en wel in de rich ing van de
lijn, welke die plaats met de poolster
verbindt. De schaduw van den wij
zer beweegt zich langs een aange
brachte uurverdeeling aan den bui
tenrand van de witte muurplaat en
geeft direct den tijd aan. De afstand
tusschen de uren is in het midden
h|et kleinst en het grootst tusschen
6 en 7 uur voormiddag en 5 en G
uur namiddag (vroegere en latere
uren worden gewoonlijk niet aange
geven). Deze zonnewijzers kenden
de Oosterlingen reeds, maar gewoon
lijk met halfronde, holle wijzerplaat.
De horizontale zijn eigenlijk mini
aturen van de Brilsch-Indische tijd
wijzers, maar tegenwoordig zóó ge-
perfectionneerd, dat ze den tijd tot
op 1 a 2 seconden nauwkeurig aan
geven. Een Berlijnsche firma maakt
transportabele horizontale zonnewij
zers van 20 cM. lengte en 10 cM.
breedte, welke voor alle plaatsen op
aarde nauwkeurig den zonnetijd
aangeven, als men slechts de geo
grafische breedte kent, welke betrek
kelijk eenvoudig te bepalen is. Deze
worden vooral op wetenschappelijke
expedities veel gebruikt.
De zonnewijzer, welke nu op het
gazon voor ons monumentaal raad
huis is opgesteld, is een zoogenaamde
aequatoriale zonnewijzer, met gelijke
afstanden tusschen de uren. Ze be
staat uit een vergulde spijl in hel
midden, in den vorm van een pijl,
waarvan de punt wijst naar de pool
ster, welke de noordpool van het
hemelgewelf vormt. De spijl ligt dus
in de richting van de hemeias, d.w.z.
de denkbeeldige lijn welke de as
vormt van het als bol gedachte he
melgewelf. We kunnen het ook an-
deis zeggen Wanneer we de lijn van
de noordpool der aarde loopend naai
de zuidpool (de z.g. aardas) naar
boven en beneden verlengen, krijgen
we de hemelas. De spijl werpt haar
smalle schaduw op een witten bree-
den rand met zwarte uur- en half
uur-cijfers. Deze witte rand is een
deel van een breeden vergulden cir
kel, waarvan het vlak loodrecht staat
op de as. Deze cirkel stelt den ae-
quator voor. De smallere cirkel,
welke het bovenste deel van despijl
met het onderste verbindt, is een
meridiaan-cirkel, d.w.z. dat de zon
om 12 uur precies recht tegenover
dien cirkel staat. Ook deze meridi
aancirkel geeft een zwarte streep
schaduw op den uurrand af; een
paar malen breeder dan die van de
spijl van het midden. Men ziet dus
twee schaduwstreepen, vóór 12 uur
staat de breede streep aan den west
kant van de smalle streep, om 12
uur 's middags bedekken ze elkaar
precies, daarna ziet men het smalle
streepje achterblijven bij het breede
streepje. Het smalle streepje ge^ft
echter den waren zonnetijd aan,
nauwkeuriger dan alle uurwerken
Onze uurwerken geven n.l.-een
mechanisch geregelden tijd aan, maai
de zon is niet zoo precies geregeld
in haar gang. We kunnen dit zelf
wel nagaan, als we de blaadjes van
den kalender bekijken vandaag, 7
Sept., komt de zon 5.21 op (we moe
ten natuurlijk niet volgens den zo
mertijd rekenen en gaat onder 6.34,
d.w.z. 6 uur o9 minuten vóór, 6 uur
34 minuten na 12 uur, dat is dus
zoowat gelijk. Slechts op 4 data in
het jaar: op pl.m. 15 April, 14 Juni,
31 Augustus en 24 December wijzen
onze uurwerken precies den zonne
tijd aan. Nemen we echter 1 No
vember, dan komt de zc*n 's mor
gens G.57 op en gaat 4.30 onder,
zoodat de voormiddag 33 minuten
langer duurt dan de namiddag 1 Dat
komt, omdat op dien datum onze
uurwerken 16 minuten achter zijn
bij de zon. Het is dan eigenlijk om
11.44 al nrddag! De zonnewijzer
geeft niet rtiiddelbaren, maar waren
zonnetijd aan en wijst dus op 1 No
vember 12 uur aan, als onze klok
ken op kwart voor 12 staan. Op
Kerstmis zijn echter onze klokken
weer volkomen gelijk met de zon
de zon komt dan (zie den scheur
kalender) om 8.11 op en gaat 3.49
onder, zoodat voor- en namiddag
precies even lang zijn.
Op den zonnewijzer zien we nog
een koperen cirkel aangebracht,
welke den aequator onder een hoek
van 23'/2 graad snijdt. Deze wijst
den weg aan, welke de zon in den
loop van het jaar aan den hemel
beschrijft. Die weg heet de dieren
riem, aldus genoemd naar de ster
renbeelden, welke de zon in de 12
maanden achtereenvolgens passeert.
Die sterrenbeelden zien wij aange
bracht in een van de gekleurde ra
men van het raadhuis, naar den 1
kant van het gazon, aldus den tijd
symboliseerend. Dit raam en de zon
newijzer passen dus mooi bij elkaar.
Een ronde koperen stang in de
richting Oost-West dient alleen voor
steun. Natuurlijk heeft de zonnewij
zer voor het raadhuis alleen betee-
kenis als ornamentde minuten zijn
er niet op af te lezen, alleen de uren
en halve uren. Bovendien kan de
zonnewijzer alleen dienst doen als
de zon schijnt; bij bewolkte lucht i
en 's nachts heeft men er niets aan. 1
Daarom zijn op het voetstuk de
woorden geplaatst: horas non nu-!
mero nisi serenasik tel alleen de I
zonnige uren.
Wij willen dit artikel besluiten
met het uitspreken van den wensch, j
dat voor Waalwijk nog vele zonnige i
uren mogen aanbreken 1
Drs. G. J. de Vries.
AU F DER WANDERSCHAFT.
VIII.
Waalwijk, 6 Sept. 1933.
30 Aug. half zeven verlieten we
Paris. We hadden uitgerekend dal
na aftrek van onze logies-kosten we
nog juist een dag konden vertoeven
in Frankrijk om dan den volgenden
dag België in te vliegen. Maar wat
was het geval de vriendelijke altijd
Monsieur spelende madam verlangde
nog service voor de meidhierop
hadden we helaas niet gerekend en
recht hadden ze er op. Enfin ik zei
dat ze het den volgenden morgen zou
krijgen, 's Morgens *vroeg klopte ik
aan en vroeg om de fietsen, maar
nu kwam er een vloed van scheld
woorden die we kalmpjes aan over
on/.e ruggen lieten afloopen. Daarna
begon ik om onze fietsen te vragen,
waarop ze nog woedender werd en
we overal vooruit uitgemaakt werden.
Haar man een klein goed kereltje,
stond er bij te rillen op z'n beenen.
Daarop vroeg de woedende vrouw
om den sleutel van de kamer, waarop
ik zeide dat die nog op de deur stak,
en als een razende vloog ze naar
boven, om te zien of het waar was.
Intusschen gaf haar man de fietsen
en wij naar buiten. Teneinde raad
gaven we haar dan de verlangde ser
vice en begon ik eens, zoo goed als
het in het Fransch ging, te schelden
en eventjes de waarheid te zeggen,
dat we o.a. haar hotel niet zouden
recommandeeren. Hierop was ze niet
meer te houden en gooide ze ons
het glazenpotje naar ons hoofd,
waarom wij haastig den veiligen weg
naar buiten kozen.
We zochten nu de Rue de Flandre,
die ons via Cambrai, het vroegere
Kamerijk, naar België zou leiden.
De wegen in Noord—Fiankrijk
bestaan hoofdzakelijk uit Napoleon's
keien, dus slecht om te fietsen hier
ziet men voor het eerst weer de
piste cyclable of' rijwielpad dat vol
ligtmetscherpe steenen en men weet
niet waar het beste te fietsen. Voor
Peronne zien we nog een Britsch
oorlogs—kerkhof met Engelsche en
Indische soldaten, veel is er van den
oorlog overigens niet meer te zien.
Hier en daar zien we nog een kleine
ruïne, enkele betonnen schuilplaat
sen, maar dat is dan ook alles.
Door het vreeselijke schokken ten
gevolge der slechte wegen krijgen we
wat zadelpijn en loopen nu maar
tegen de heuvels op.
7 uur 's avonds komen we in het
mooie stadje Cambrai, waar we ver
blijven en nog juist een mooie kamer
kunnen bekostigen, die we na 173
K.M. fietsen wel verdiend hebben.
31 Aug. De herfst liet zich reeds
voelen, 't was zeer mistig en dus
oppassen om elkaar niet kwijt te
raken. In Valenciennes kwamen we
op den verkeerden weg en waar
schuwde mijn makker dat ik even
de kaart moest raadplegen. Ik vroeg
toen aan enkele voorbijhangers den
weg. M'n compagnon was uit het
gez cht verdwenen en ik wist niet
waar hij was. Alleen vervolgde ik
toen m'n weg en vroeg aan enkele
menschen in het voorbij gaan of m'n
reisgenoot, die hetzelfde gekleed was,
reeds voorbij was, waarop ik een
bevestigend antwoord kreeg. Vol
moed peddelde ik tot de Fransche
grens en vroeg hier nogmaals, maar
nu luidde het antwoord ontkennend.
Het passeeren ging zeer vlot en ik
werd niet eens gevisiteerd. Ik maakte
een praatje en vertelde dat we naar
Rome waren geweest, dat was vooral
bij de naïeve Belgen te veel om te
begrijpen. «Zaa de gao nor Röm
geweest?» vroegen ze, en ik werd
dan ook als een wonderdier aange
gaapt. Daar ik toch op m'n verloren
collega moest wachten liet ik me aan
de grens knippen, en begon daarna
aan m'n ontbijt om daarna weer
naar Brussel te hobbelen. Voor de
eerste keer sliep ik in een jeugd
herberg wat me uitstekend beviel.
1. Sept. Slecht weer, de ramen
stonden open en 't trok er vreeselijk.
Tegen 10 uur 's morgens helderde
De Rome-reiziger Sjef-Trimbach
met z'n II.J.Z.-rijwiel.
het weer op en kon ik Brussel in
fietsen om 't voornaamste te bezich
tigen. Jammer genoeg waren de voor
naamste Musea gesloten en besloot
ik dus maar naar Antwerpen te gaan.
Hierbij maakte ik nog een kleine
omweg om de mooie Vlaamsche
stedekens, zooals Mechelen en Lier
te bezichtigen.
5 uur was ik te Antwerpen en be
zocht nog de Onze Lieve Vrouwe-
kerk, de Schelde met het Steen, en
reed daarna naar Capelle en Heide
een klein dorpje in de Belgische
Kempen, midden in de voor mij
weer prachtige Brabantsche heide.
Hier sliep ik moederziel alleen in de
zindelijk door bosch en heide om
geven jeugdherberg.
2 Sept. Om half zeven 's morgens
weder op de fiets om pl.m. 8 uur
Holland weer te betreden. Nu ging
het met een rustig gangetje over
Ouden bosch naar Tilburg, waar ik
bij een vriend onthaald werd op een
reuzen biefstuk. Om drie uur was
ik thuis, waar de ontvangst natuur
lijk reuze-hartelijk was en 't meer
op een feesthal dan op een woon
huis geleek.
Nu zullen we nog eventjes
de natuur gaan bewonderen. Hoe
de Brabantsche Peel is weten de
meeste Kevelaer-gangers maar al te
goed, Duitschland geeft enkele heu
vels tot we aan de Rijn komen met
z'n prachtige wijnbergen en oude
ruïnes van romantische burchten uit
de middeleeuwen. De Rijn is voorbij
Mainz zeer breed soms 5ü0 M. Dan
het Zwarte Woud dat z'n naam niet
meer verdient, alles wordt gekapt en
men kan beter van bosch spreken.
Deze schoone natuur beteekent voor
ons hard werken, maar we genieten
dan ook met volle teugen. De wegen
loopen door de dalen en gaan soms
omhoog, met een stijging van 7
8 pCt. dikwijls.
Het gaat daar langs afgronden en
de reis is somtijds vooral bij het
afgaan levensgevaarlijk, een defect
aan de remmen en men is ten
doode opgeschreven. Overal ontmoet
men dan ook kruisen van veronge
lukte slachtoffers. Op de pashoogten
boven de 2000 M. ligt zeer dikwijls
de sneeuw langs den weg.
Vorig jaar werden we zelfs door
een sneeuwbui overvallen en konden
we slechts met moeite vooruit
komen, geheel stijf van de koude
Het alloopen is zeer gevaarlijk.
Men moet soms een uur aanhou
dend remmen, daarbij geregeld
smeren, deze olie vliegt soms langs
de ooren af. Hoe de banden liet
uithouden begrijpen we niet, de
steenen vliegen naar rechts en links
maar de banden houden zich taai.
Een keer bij het afrijden kreeg ik
in Italië een lekken band en kon
bijna niet tot stilstand komen. Eerst
had ik gedacht niets meer over te
hebben dan wat losse rubber, maar
het viel toch nog mee.
Over de St. Gotthard 2114 M.
komt men in een prachtig dal. Hier
is reeds, inplaats van deuren in de
huizen, de ingang door franjes
behangen, soms van stof, soms van
ijzer en been. Waterkruiken draagt
men er op 't hoofd, soms een inhoud
van 2 groote emmers.
In de prachtige Noord-Italiaansche
meren heeft liet water soms de
kleur van hemelsblauw ofwel zee-
1 groen.
Lugano is een prachtige touristen-
stad, met 's avonds een schitterende
verlichting, wat in de bergen 's avonds
een mooi effect te weeg brengt.
Aan het Lago di Como, heeft men
een heerlijk uitzicht, zoo zelfs dat
men de groote Mont Blanc ziet,
deze steekt ver boven de andere
oppen uit. Vanuit de Zuid Alpen
komen we in de vruchtbare onge
zonde Po-vlakte, (en zeer waterrijk
land met heesters begroeid. De
druiven laat men hier tegen de
hoornen opgroeien, die dan door
draden met elkaar verbonden zijn.
Aan dezen draad moet zich dan de
druivenplant ranken en deze groeit
dus hier zeer hoog op, in tegen
stelling met Frankrijk waar ze heel
laag gehouden wordt.
Behalve druiven wordt er ook
nog veel maïs verbouwd in de heel
droge streken treft men veel boom
gaarden met olijfboomen aan. Dan
het onherbergzaam dun bevolkte
bergland der Apenijnen.
Het is een troosteloos, dor en
boomloos gebied, soms zijn enkele
heuvels begroeid met tamme
kastanjeboomen en enkele verdwaal
de cypressen.
De rivieren en beekjes zijn geheel
uitgedroogd en liggen vol grint, die
door karren opgehaald wordt voor
wegenbouw. Meestal is het er wind
stil, alleen 's avonds op een 1000
M. hoogte voelt de wind koud aan.
Het heuvelland bestaat voornamelijk
uit kalksteen. De steenen voor de
huizen zijn altijd natuursteen van
zeer uiteenloopeiule vormen.
Vanuit deze zeer afmattende
ketens komen we aan de Lago di
Bolsena, weder een prachtig meer,
wat natuurlijk een reuze afwisseling
in dit dorre landschap geeft. Door
de dorte komen er vele branden
voor en ligt de weg bezaaid met
sprinkhanen. Allengs worden de
heuvels lager tot aan Rome, gelegen
aan de onbevaarbare Tiber, 's Mid
dags is Rome bijna uitgestorven en
is het bijna onmogelijk zich bloot-
hoofds op straat te wagen, meestal
gingen we wat liggen dutten, om
dan 's avonds tegen 7 uur weder
de stad te bezichtigen. De terug-
weg langs de kust viel veel tegen,
er was ve^ .stijging, zelfs tot 501)
M. boven zee. Dit gaf een heerlijk
uitzicht, met onder je de dorpjes
en op zee de ranke zeiljachtjes met
hun witte zeilen en de groote
oceaanstoomers met hun rookende
schoorsteenen.
j Soms werd de weg verkort, door
dat men een tunnel door de kaap
had geboord. De Riviera is in
tegenstelling met het overige Italië
zeer zindelijk. In de Fransche
Rivièra konden we gemakkelijker
lietsen, in de Italiaansche moesten
I we voor 't grootste gedeelte loopen.
Bij Frijus buigen we naar het
Noorden en komen in een golvend
terrein. In het Zuiden is alles be
groeid met de heerlijke blauwe
druiven, terwijl men naar 't Noorden
meer weiland aantreft. Boven Parijs
is het meestal korenbouw. Het fietsen
valt hier nogal mee en al is het
golvend, meestal drijft men van den
eenen heuvel op den andere en kan
men den laatste met een beetje
peddelen wel halen. Iets aantrekke
lijks heeft dit landschap voor ons
niet en we maken zoodoende dagen
van 198 en 173 K.M., terwijl het
minste 140 K.M. is.
De wegen zijn in Frankrijk vrij
goed, behalve in het Noorden, waar
het reeds op België,begint te ge
lijken. In het laatste land zijn de
wegen haast niet om te berijden en
moet men zoo af en
toe de moeren vast
draaien. Boven Brus
sel weer de heerlijke
Brabantsche heide,
die ik nu weer voor
het eerst ontmoet.
Hier zien we weer de
schoonheid van ons
eigen land.
Mij rest tenslotte nog
hartelijk dank te bren-
geu, aan allen die me
een prettige thuis-
komsthebben bezorgd
JOS. J. TRIMBACH.
De St. Gothard aan de Noordzijde en de witte
zig-zag-lijn is de weg.