van Soon-Irani over ie mipg van
Mót poróet
im en
SÉenmÉis Ie Waalwijk.
TWEEDE BLAD.
Een onlogische redeneering over een logisch
gevolg der Contingenteering.
Ons eerste Bata-artikel werd geschreven
naar aanleiding van het Bata welwillend
gezinde stukje van een medewerker aan het
„Dagblad van N.-Brabant" te Breda, die het
voor de toekomstige nieuwe Nederlandsehe
Bata-werknemers een belangrijke aanwinst
en werkverruiming achtte, voor de Neder
landsehe werkgevers in het schoen- en le-
derhedrijt' zoo erg niet vond, dat Bata ook
ten onzent zijn intrede doet. Wij hebben
achtereenvolgens naar aanleiding van wat
bekend is geworden over de mogelijke ves
tiging van Bata te Best en hoe de autoritei
ten in stad en lande die vestiging schijnen
te bevorderen, daarover onze meening ge
zegd en hoopten, dat die argumenten krach
tig genoeg zouden zijn, 0111 de argelooze be
schouwers, maar ook den zeer oppervlakki-
gen beoordeelaar van het geval Bata in het
Dagblad v. N.-Br. te overtuigen, dat het in
derdaad wel erg is, wat er thans te Best
slaat te gebeuren, dat het inderdaad niet
best zou zijn voor onze toch al zwaar be
proefde nationale industrie, wanneer het on
verhoopte toch zal plaats vinden en dat het
beter zou zijn, indien dergelijke auteurs on
ze vaderlandsche schoen- en lederfabrikan
ten en schoenwinkeliers maar eens inter
viewden over den toestand in hun vak, eens
met de schoenherstellers gingen praten over
hun verdiensten en de slapte, 0111 middelen
te beramen, het materieele bestaan van deze
Crispijnbroeders wat te verbeteren. Met Bata
in het land kunnen die wel heelemaal op een
houtje gaan bijten! Want is die eenmaal te
Best, dan volgt ook de rest. Er is nu nog
een kans, om haar buiten de poorten te
houden.
Het verweer van meer dan één zijde in
„De Schoen" heeftJffcfcler niet mogen baten
althans het standpunt van het Dagblad van
N.-Br. niet gewijzigd, want in het nummer
van 6 September „schrijft men ons", zegt
de-Redactie van dit blad, het volgende, het-
wjik blijkbaar gericht is tegen ons eerste
Bata-artikel in „De Schoen". Wij zullen
ons dus nog eens de moeite moeten veroor
loven tegen ons voornemen in, om enkele
onzer argumenten te stellen tegenover de
goedmoedige invitatie, onlogische redenee
ring en oppervlakkige beoordeeling vayi
den onbekenden medewerker, hoewel zijn
beloog veel overeenkomst vertoont met de
naieve beschouwing van den heer C. Roes-
tenberg in „De Echo van het Zuiden", 19
Aug. j.l. waarvan „De Schoen" van 31 Aug.
j.l. reeds melding heeft gemaakt en daar
tegen bereids stelling heeft genomen.
Gezien het vele, dat reeds over deze on
verkwikkelijke zaak is geschreven, zullen
we in ons commentaar echter de grootst
mogelijke beknoptheid betrachten en alleen
de hoofdpunten de revue doen passeeren.
Anonymus nu blijkt nog niets geleerd en
doorzien te hebben, want zonder eenige
argwaan doet hij zijn lezers het volgende
slikken:
„Bata in Best. Dit courantenbericht
heeft heel wat opschudding teweeg ge
bracht in de schoenenwereld. Van arbei
derszijde wordt het, zoo al niet met ge
juich begroet, dan toch met zekere inge
nomenheid tegemoet gezien; in fabrikan
tenkringen wordt het niet meer of min
der als een ramp aangezien en in het vak
tijdschrift „De Schoen" werd in bedekten
vorm reeds de meening op papier ge
steld, dat de Regeering de taak heeft 'n
dergelijke vestiging onmogelijk te ma
ken.
Vrees, zoo zegt het spreekwoord, is 'n
slechte raadgeefster en wij hebben den
indruk dat deze mannelijke zwakheid
hierbij een te groote rol speelt.
Met de huidige contingenteering heeft
onze regeering op voorzichtige wijze den
invoer van buitenlandsch schoenwerk,
ten voordeele onzer nationale industrie,
willen beperken. Een kwaliteits-invoer-
beperking is hierbij niet gedacht en zou
ook vrijwel onmogelijk zijn geweest. Het
is dus geen argument, om de vestiging
van Bata te bestrijden, met te wijzen op
het inferieure(product, dat deze on
derneming fabriceert. Hierover zou ver
uit te wijden zijn, doch we willen slechts
terloops opmerken, dat hierover min
stens verschil van meening kan bestaan
en dat van de andere zijde met evenveel
recht of onrecht dezelfde opmerking zou
gemaakt kunnen worden opzichtens Ne
derlandsehe fabrikaten".
Neen, geachte Heer, niet in bedekten
vorm, doch met open vizier en met alle
kracht zal de Redactie van „De Schoen"
haar pleit voor de nationale schoen- en le
der-industrie en haar verweer tegen de ves
tiging van Bata voortzetten en volhouden,
omdat zij overtuigd is, dat voor deze vader
landsche nijverheid inderdaad een ramp
dreigt met de Bata-invasie. Wij hebben als
afschrikwekkend voorbeeld Tsj.-Sl. waar
Bata niet alleen de industrie, doch ook den
schoenhandel en de schoenmakerij heeft
kapot gemaakt.
De Regeering dient deze economische
verzets-actie, die in het belang der natio
nale economie is, in ernstige overweging te
nemen, te steunen en met een goeden uit
slag te bekronen.
Het element vrees als z.g. slechte raad
geefster, krijgt door den uitleg van dezen
auteur wel een negatieve waarde, doch hij
vergeel blijkbaar, dat het angstig gevoel
voor iets dreigends, dat vrees heet en is,
ieder welgezind vaderlander in dezen tijd
van economische depressie zal aansporen,
alles te doen, wat goed, recht en billijk is,
om nog meerdere onheilen af te weren.
Waartoe zal de vrees voor den aanvaller
den auteur zelf voeren als hij dit persoon
lijk ondervindt? Men hoeft daarom toch
geen spoken te zien, waar ze niet zijn, maar
blind te blijven voor een dreigend gevaar
als in dit geval de Bata voor de nationale
schoen- en lederindustrie, is minstens even
erg en zeer zeker naief in liooge mate.
Inplaats van de ware bedoeling der hui
dige contingenteeringsmaatregelen zuiver
te stellen, begaat de auteur verder de
groote dwaasheid, 0111 te vertellen, dat die
geenszins bedoeld zijn om den invoer der
geimporteerde artikelen van goede kwali
teit te beperken, doch de nationale indu
strie te willen helpen tegen den import van
buiten. Alsof het een hel ander zou uit
sluiten. Het is hier niet van tweeën een,
doch het een met het andere.
De vaderlandsche schoenindustrie kan
in het type Bata-schoeisel meer dan vol
doende in de behoeften der natie voorzien,
dus is daarin geen import noch buiten
landsch fabrikaat, in het land zelf vervaar
digd, noodig. Zij levert verder beste kwali
teiten en ook de minder goede, zulks in
verhouding tot vraag en prijs. In ons helaas
lam geslagen en bijkans reddeloos verloren
geraakt vrijhandelssysteem is dit weliswaar
een bedroevende reactie, doch gezien de
economische positie van Nederland, de uit
gezogen en geknepen citroen, als maatregel
van verweer te billijken en te begrijpen.
Hel kan jammer genoeg niet anders meer,
hoe zwaar het den freetrader van origine
op de maag ligt.
En daarbij komt de kwaliteit van het o.a.
door den deskundigen Heer Hendrik Hoek
voldoende getaxeerde en getypeerde Bata-
product, waarover in vakkringen wel heel
weinig verschil van meening zal kunnen
bestaan, die goedkoop duur maakt, den
Nederlandschen naam van goede waar voor
een billijken prijs in gevaar brengt en hel
publiek daardoor schade berokkent, welke
het niet behoeft te lijden als de Nederlander
het Nederlandsehe fabrikaat koopt.
Waarvoor toch in 's hemelsnaam al ciie
propaganda voor he,t Nederlandsch pro
duct ten hate van onze zoo diep gezonken
welvaart, waaraan de huren buiten de gren
zen de grootste schuld hebben, als men die
huren 1111 ook in eigen land gaat inviteeren.
Inplaats van het logisch gevolg der contin
genteering is dit juist het verijdelen der
contingenteeringsmaatregelen. Zelfbehoud
dwingt ertoe! Doch we zullen den schrijvei
nog even verder laten doorslaan, waar hij
ons vorig betoog voor de tweede maal aan
valt en blijkbaar niet begrijpt of begrijpen
wil.
„Evenmin is steekhoudend 0111 de ves
tiging van deze fabriek te willen keeren
omdat daardoor de productie weer met
zooveel paar meer vergroot wordt en het
verbruik niet stijgt. De productie wordt
ten slotte slechts door één factor be-
heerscht, 11.1. de afzetmogelijkheid daar
van in binnen- en buitenland.
Ongetwijfeld neemt de productie toe,
als eenmaal de Bata-fabrieken in Best
zullen werken. Doch dat hierdoor, laten
we het noemen „nationale schade" ge
leden zal worden, is niet met zekerheid
vooruit te zeggen. Men kan evengoed het
tegendeel verdedigen. Immers, men mag
veilig aannemen, dat na de in werking
treding dezer fabrieken de tot 1111 toe in
gevoerde hoeveelheid schoenen in Best
zullen gefabriceerd worden. En als we de
productie tot zoo ver bekijken, heeft de
vestiging bijna uitsluitend voordeel voor
het nationaal belang ten gevolge. Het
geeft werk aan vele handen voordat de
fabrieken tot productie-aflevering gereed
zijn en eenmaal aan het draaien, zal het
in belangrijke mate de werkloosheid in
deze branche doen afnemen.
Doch nu de meerdere productie, dus
hoven 't tot nu toe geimporteerde kwan
tum.
In het algemeen kan men zeggen, dat
een product zijn weg tot den verbruiker
vinden zal, als het in den smaak valt en,
een factor heden ten dage van doorslaan
de beteekenis, een prijs heeft, die binnen
het bereik valt van het overgroote deel
van de toekomstige verbruikers, waar
voor men het gedacht heeft. Aan deze
wet ontkomt geen enkel artikel. Als we
dus op gezag van den artikelschrijver in
„De Schoen" eens aannemen, dat het
Bata-product van inferieure kwaliteit is,
heeft men dit product ook niet te vree
zen en zou men eerder geneigd zijn
schouderophalend het bewuste bericht te
lezen".
Het is wel zeer simplistisch gezien, om
te beweren, dat de productie slechts door
één factor wordt beheerscht, de afzetmo
gelijkheid in binnen- en buitenland, daar
toch het eenvoudigste leerboek der econo
mie den schrijver kan inlichten over het al-
lerbeweeglijkste productie-apparaat. Hier
zijn de communiceerende vaten bezig nei
verstoorde evenwicht te herstellen, maar in
abnormale gevallen van onder-consumptie
meer dan overproductie, gebrek aan koop
kracht, maar meer nog gebrek aan vol
doende snelheid der verplaatsing van de
geproduceerde goederen, is meer dan een
dier communiceerende vaten verstopt en
loopt een ander over. Steeds heeft de eco
nomische wereld naar het ideaal gestreefd
0111 het verbroken evenwicht te herstellen,
doch heden ten dage blijft zij er wel het
verste van af! Laten we toch zorgen, dat
wat Bata te spuien heeft, niet in Nederland
terecht komt.
Doch gegeven nu eens het geval, gelijk
de schrijver in het Dagblad van Noord-Bra-
band het stelt: de productie wordt wel ver
groot door de Bata-vestiging, maar de af
zetmogelijkheid kan toch ook vergroot wor
den! Wie kan echter speculeeren op be
hoeften die er niet zijn, door verlies van
koopkracht zelfs nog steeds meer afnemen?
Het zal dan toch gaan ten koste van den een
of den ander, want het meer dan te veel
kunnen dekken der veronderstelde behoef
ten, in tegenstelling met de werkelijke,
waarop onze huidige nationale schoen- en
lederindustrie zich langzamerhand heeft
leeren instellen, brengt opnieuw overpro
ductie te weeg. Hier kan van geen bevorde
ring van het nationaal belang sprake zijn,
want wat men te Best aan de Bata geeft,
ontneemt men elders aan de bestaande in
dustrie. Bovendien doet vermeerdering van
aanbod hij gelijk gebleven vraag steeds de
waarde van het product dalen en daar de
vraag of behoefte hier de meest constante
factor is, blijft het verlies aan de zijde der
nationale industrie, wanneer althans Bata
toegelaten wordt.
Al behoeft men het inferieure Bata-pro
duct niet te vreezen, als zijnde dit in vak
kringen afdoende bekend, onderzocht en
naar waarde geschat, toch mag nimmer
nagelaten worden, het Nederlandsehe pu
bliek daarvoor te waarschuwen, want er is
nu eenmaal het aan de klassieken uit de
grijze Oudheid ontleende woordde wereld
wil bedrogen worden!
Jan Publiek loopt er steeds maar weer
in door den „geschikten prijs voor smalle
beurzen", waarvan niet alleen de markt
koopman en de houder van vliegende win
kels hel monopolie hebben!
De schrijver van het Dagblad-artikel
vindt het blijkbaar ook welletjes, als op
die wijze de Nederlandsehe schoenfabrikan
ten wederom en thans door een Bata-recla-
me-campagne worden gedwongen om prijs
verlaging aan te kondigen, waar die niet
meer mogelijk is dan ten koste van de ar-
beidsloonen en de kwaliteit van het pro
duct, of met het gevolg, dat de eigen nijver
heid er ten slotte het loodje bij legt. Want
in tijden van geringe verdienste grijpt het
publiek al licht naar datgene wat goedkoop
is, op het oog wel mooi lijkt, al heeft het
•dan innerlijk geen waarde of deugd.
De clou van des schrijvers verhaal, waar
hij het heeft over de gevolgen der contin
genteering, die Bata zouden noodzaken het
nu zoo maar eens in ons gastvrije landje te
probeeren, bewaren wij voor liet slot. Er is
reeds voldoende over dit onderwerp ge
schreven, om dit onlogische betoog weder
om uit te rafelen. Wij proeven uit dezen
schotel den verdachten smaak van een niet
al te appetijtelijke pièce de resistance, die
hals over kop naar het einde van het diner
doen verlangen om buiten te zijn, van de
frissche lucht te genieten en weer bij te
komen
Gevolg der Contingenteering.
„Contingenteering is een in deze dagen
van crisis veel gebruikt noodmiddel te
gen invoer van een bepaald artikel. Een
wapen dus, doch dat onder sommige om
standigheden wel eens doelloos blijkt te
zijn. Zou men n.l. te krachtig dit afweer
middel gaan gebruiken, dan heeft de
practijk reeds bewezen, dat men zijn heil
zoekt door productie daar te lande, waai
de invoer geheel of gedeeltelijk onmoge
lijk wordt gemaakt. Een zelfde gevolg,
heeft het nabije verleden geleerd, zit aan
inflatie van het ruilmiddel vast, waar
voor wij b.v. naar Engeland kunnen ver
wijzen.
Is de vestiging van Bata in Best mede
het gevolg van onze desbetreffende Re-
geeringsmaatregelen? Mogelijk wel, doch
met zekerheid kunnen we hieromtrent
niets zeggen. Wel komt het ons niet
waarschijnlijk voor, dat de fabrieken in
Best uitsluitend zullen beperkt blijven
tot de productie van het thans of vroe
gere jaren geimporteerde aantal schoe
nen. De grootte van den terreinaankoop
wijst reeds eenigermate in deze richting.
Wil Bata dan misschien de Nederland
sehe schoenindustrie grootendeels ver
dringen? Niemand beter dan onze eigen
fabrikanten weten beter, hoezeer de
smaak van het Nederlandsehe publiek
verwend is. En als Bata de eigen pro
ductie zou willen verdringen dan zal men
ook daar met deze groote moeilijkheid
hebben rekening te houden. Het goed-
koope productie-systeem dezer fabriek
leent zich daar niet voor, temeer waar de
afzetmogelijkheid, ook bij verovering van
een goed deel der binnenlandsehe markt,
begrensd is.
Doch afgescheiden van dit alles dient
men toch bij het vragen om deze vesti
ging onmogelijk te maken de consequen
ties van dat verzoek te overwegen. Waar
zou het heen moeten, als iedere industrie
daarom reeds in ons land den voet dwars
gezet werd, omdat dat product ook hier
gemaakt wordt?
Bata is voor een deel onzer schoenfa
brikanten steeds een spookbeeld geweest,
waar men slechts met afschuw over kon
spreken. Doch zooals het met spoken
meestal gaat, als ze nader bekeken wor
den, zal het ook dit vergaan. De Neder
landsehe Schoenindustrie hoeft hierin
geen spookbeeld te zien, want wat Bata
kan, kan hier ook en wordt hier ook reeds
langen tijd gedaan, wellicht zelfs hier en
daar overtroffen. Onder de Nederland
sehe sociale wetgeving werkende, met
Nederlandsehe arbeiders, is Bata niets
meer en niets minder als een der molens
die ook wind vangt. Een scherpe concur
rentie als nu reeds enkele jaren den prijs
van dit artikel heeft „aangevreten" is o.i.
niet mogelijk. En deze zal door de vesti
ging van Bata niet kleiner, maar ook
niet grooter worden".
Conclusie van het geheel: Wie de werke
lijk nationale Nederlandsehe schoen- en le
dernijverheid lief heeft, geve ze maar aan
Bata! Vooruit maar, jongens, nog maar
meer misère! Aan wie dan de schuld? Niet
aan hen, die zoo lang mogelijk getracht
heblyen het Bata-gevaar met zijn ergerlijk
verkoopssystcein (men leze het contract
eens hetwelk de filiaalhouders van Bata
moeten teekenen) voor Nederland te be
zweren
H.
(„De Schoen").
Toelichting:
De winteravondcursussen aan de Rijks
vakschool beginnen den eersten Maandag
in October a.s.
Evenals andere jaren maken we van deze
gelegenheid gebruik, 0111 het wezen en doel
van deze cursussen in groote trekken even
nader toe te lichten en belanghebbenden op
te wekken, een druk gebruik van deze cur
sussen te maken. Tot onze spijt moeten we
constateeren, dat er, ondanks de bekend
heid, welke hieraan gegeven wordt, nog al
tijd velen gevonden worden, die niet, of al
thans slecht op de hoogte zijn, van wat er
in de avondcursussen geleerd en bereikt
kan worden.
Het doel nu van deze cursussen is, de
jeugdige arbeidskrachten, die nu in de in
dustrie werkzaam zijn, in de gelegenheid te
stellen, afdeelingsgewijze de grondbeginselen
van het vak te leeren en hun routine te ver-
grooten.
In de meeste gevallen is hiervoor noodig,
dat eenzelfde cursus ;minstens drie jaar
achtereen gevolgd wordt, daar anders niet
voldoende resultaat kan worden bereikt.
Met nadruk moeten we er op wijzen, dat
bij den huidigen stand van het productie
proces slechts prima onderlegde krachten
in aanmerking komen, die niet alleen een
bepaald werk goed kunnen uitvoeren, doch
een reeks van werkzaamheden, zoodat het
de bedrijfsleiding mogelijk is, zoo noodig
van deze universeele krachten gebruik te
maken.
We doen vooral een beroep op de jonge
ren, die in deze cursussen een prachtige
voor-opleiding kunnen verkrijgen, waardoor
ze straks in de praktijk veel vluggeren met
meer succes een goede plaats in het pro
ductie-proces zullen kunnen innemen, ten
hunnen eigen voordeele, maar ook in het
belang van de industrie.
Ten einde een ieder in de gelegenheid te
stellen, een of ander onderdeel van het vak
te leeren, hebben we het onderwijs over een
groot aantal afzonderlijke cursussen ver
deeld, waardoor deze tevens heter aanslui
ten aan de eisehen, die de praktijk aan de
verschillende werkzaamheden stelt.
De duur der cursussen is bepaald op 6
maanden, dus van begin October tot einde
Maart, terwijl het onderwijs 's avonds 0111
7 uur begint, en om 9V2 uur eindigt.
Rij voldoende deelname worden de vol
gende cursussen gegeven:
A. MACH. SCHOENMAKERIJ:
1. Bovenwerk modelleeren.
2. Gradeeren van bovenwerkmodellen.
3. Snijderij.
4. Stikkerij (Jongens).
5. Stikkerij (Meisjes).
6. Zoolledercalculatie.
7. Handzwikken (onder de 17 jaar).
8. Machinale Zwikkerij en Mackay-afd.
(boven de 17 jaar).
9. Onderwerk- en uitpoetserij-afd. (bo
ven de 17 jaar).
B. LOOIERIJ.
Al naar gelang erj belangstelling is.
Ter toelichting van bovenstaande cursus
sen het volgende:
1. Cursus Bovenwerk-modellee-
ren.
I11 dezen cursus wordt begonnen met de
beginselen van modelleeren, zooals het
copiëeren van leesten naar verschillende
methoden, het ontwerpen van grondmodel-
len etc. i
Daar dit een zeer omvangrijke stof is, is
het noodzakelijk, dat deze cursus meerdere
jaren achtereen gevolgd wordt, wil men
alle grondmodellen kunnen ontwerpen en
détailleeren.
We zullen er ;dan ook zooveel mogelijk
voor zorgen, dat de betreffende leerling het
tweede jaar kan beginnen, waar hij het
vorige jaar geëindigd is. Op deze wijze wor
den voor het modelleeren, bij voldoende
deelname, eigenlijk twee cursussen gegeven,
11.I. voor beginnelingen en voor meergevor
derden.
2. Cursus gradeeren van boven
werkmodellen.
Hierin wordt behandeld het vergrooten
en verkleinen van grondmodellen door mid
del van den reductie-passer, alsmede het
gradeeren op de Hartford- en de D.V.S.G.-
gradeermachines.
Als voorwaarde voor het volgen van de-
De Echo van het Zuiden.