w tteckct<u*d$che> IxmdfjOsia /V.f* No. 85. Zaterdag 21 Oct. 1933. 56e Jrg. TWEEDE BLAD. Ons U/eekoraatie. Dat is voorloopig nu eens voor het laatst, dat we in deze rubriek over het fascisme schrijven, want sommige menschen zijn gaan denken, 1 dat we tégen die politieke nieuwlich- terij zijn en dat is heelemaal niet waar. We zijn er alleen maar niet I vóór. En het waaróm daarvan heb ben we gemeend te moeten uiteen zetten, omdat fascisme, anti-marxisme corporatieve staat enz. nu eenmaal dé aclu.-ele vraagstukken van dezen tijd vormen. Maar voorloopig schei den we er dus mee uit. Alleen willen we hier nog even vertellen, dat we altijd zoo moeilijk over onze griezel heen kunnen komen en we ons daarom in fascistisch gezelschap slecht thuis voelen. Eens waren we verdwaald geraakt in een spiritistisch millieu. Daar werden we genoodigd om mee aan te zitten in een grooten kring. We moesten allemaal eikaars hand stevig vasthouden en dan zwaar denken aan een mijnheer, die dood was. Die mijnheer zou dan voor ons genoegen nog even terugkomen in den vorm van een blauw-lichtend, zwevend schijnsel. De lampen werden gedoofd, we knepen in eikaars handen, we dóchten diep en we hoorden elkaar zuchtenVóór het blauw-lichtende, zwevende schijnsel echter kans had om ons verder te komen verontrus ten, waren we er tusschen uit ge knepen, na zorgvuldig de handen van rechter- en linkerbuurman in elkaar te hebben gelegd. We houden nu eenmaal niet van griezelen. En daarom zijn we ook blij, dat we b.v. den jongsten landdag van de Nationaal Socialistische Beweging niet hebben bijgewoond, want daar moet het eveneens spookachtig zijn toegegaan. Ze hebben er een levenden en nog op de aarde ver- toevenden geest uit den grond gestampt, niet door onderlinge hand reiking, maar door middel van een geéstbezwerenden massazang. Hier volgt wat »Volk en Vaderland«, het orgaan der N. S. B. over deze spook- voorstelling schrijft »En eensklaps, na een krachtig »tezamen gezongen lied, rees »Mussert voor ons op de Napo leontische gestalte met den im »posanten kop, waarin de mond »als een zware groef de wilskracht »accentueert«. 't Is toch om je dood te schrikken, als je zoo'n voorstelling bijwoont? Voor ze ons naar een fascistische vergadering krijgen, moeten ze eerst eens met die buitenlandsche engig- hed enophouden. Om te besluiten wilden we nog even gewagen van d* bezwaren, die onze buurman tegen het één volks leider-systeem heeft. Mij, zegt-ie, hebben ze vroeger op school al geleerd van den vrijheids held Willem Teil, naar wh n ons volk in mijn schoolsche dagen een aardje zou hebben gehad. Dat schijnt veranderd, helaas. Ken je de geschiedenis nog van Willem Teil vroeg buurman. We humhumden. Dan zal ik 't je nog eens vertellen. In het dorrepie, waar Willem Teil woonde, hadden de vreemde troepen, die het land overweldigd hadden, een paal opgericht en op dien paal hadden ze den steek gezet van den generaal van het leger, dus van den nieuwen heerscher. En voor dien steek moest Willem Teil knielen, i maar dat deed-ie niet, want hij knielde alleen voor God, zei-die. Zie je, dat was een vént, die Willem Teil. En zoo'n vent wil ik óók zijn, al kan ik niet zoo goed schieten als hij. Die Willem Teil wist ten minste nog aan wien die steek toe behoorde en welken kop er onder kon worden gedacht, maar onze Nederlandsche fascisten en nationaal- socialisten maicheeren langs een paal met een dictatorshoed erop, doch ze weten niet eens, welken kop er onder dien hoed komen zal. Tóch roepen ze »heil«! Ze willen alle macht in handen van één volks leider, maar welen zelf nog niet, of dat Mus-ert zal wezen, of Baars, of Gerretsen, of Colijn, of Kortenhorst, of Zimmermann of wie dan ook. De menschen, die er zoo vóór zijn, dat alle gezag aan één komt, moesten toch beseffen, dat het lang niet on verschillig is, wie die ééne zal zijn. Is het een verkeerde, dan kan het volk geen invloed meer laten gelden om hem te vervangen. Ik vind het dwaas en on-Hollandsch om met opgeheven hand langs een paal met een hoed erop te marcheeren, in diep eerbetoon. Vóór ik weet, wie er onder dien hoed komt, roep ik geen »heil«! Zóó denkt onze buurmanerover. GEMEENTERAAD. EETHEN c.a. De raad der gemeente Eethen c.a. vergaderde Donderdagmorgen ten raadhuize onder voorzitterschap van Burgemeester Brune. Aanwezig alle leden. De notulen der beide vorige ver gaderingen worden na voorlezing vastgesteld. De heer v. Buuren stemde tegen vaststelling, daar niet in de notulen staat dat hij gevraagd heeft wie het request inzake het opheffen der Zonder schriftelijke toestemming is eenige overname uit deze rubriek verboden. EEN VOORGANGER VAN ROBINSON CRUSOE. De avonturen van Pedro Serrano. Robinson Crusoë Alexander Selkirk was zijn eigenlijke naam was lang niet de eerste»Robinson». Zijn avonturen zijn zoo populair geworden, doordat de bekende Engelsche schrijver Daniel Defoe, ze zoo meesterlijk geschilderd heeft in zijn bekende boek Had Defoe hon derdvijftig jaar vroeger geleefd, dan zou naar alle waarschijnlijkheid niet Alexander Selkirk, maar Pedro Ser rano als onsterfelijke »Robinson» in de wereldliteratuur zijn blijven voort bestaan. Pedro Serrano was een Spanjaard, die op een tocht naar het nieuw ontdekte Amerika, op de hoogte van Havanna, schipbreuk leed. Het Spaansche schip verging met man en muis, en alleen Serrano ge lukte het, zwemmend, het eiland te bereiken, dat nog heden zijn naam draagt. Uitgeput viel hij in slaap, maar diep ontmoedigd was hij, toen hij den volgenden ochtend het eiland verkend had. Want op het geheele eiland, dat een middellijn had van ongeveer 7 Kilometer, vond hij noch zoet water, noch eetbare planten of hout, Zeedieren, kreeften en mosse len waren de eenige vangst, en daar hij geen middelen bezat om vuur te maken, moest Serrana zijn honger stillen met rauwe mosselen. Ten slotte ontdekte hij eenige schild padden, die aan land kropen. Hij ving er een paar en doodde ze met zijn mes, het eenige wapen, dat hij nog bezat. Toen dronk hij het bloed om zijn dorst te lesschen. Daarna sneed hij het vleesch in stukken en hing het in de zon te drogen. Gelukkig lag het eiland in een regenrijke zone, zoodat Serrano later niet meer van dorst had te lijden. De schalen van de schildpadden benutie hij door er het water in te bewaren. Zijn grootste wensch was vuur te kunnen maken. Niet alleen om het vleesch te kunnen bereiden, maar ook om door den rook de aandaeht der passeerende schepen te trekken. Zijn mes kon hem misschien als vuurstaal helpen maar hoewel hij het geheele eiland doorzocht, kon hij geen geschikte steen vinden. Eindelijk kwam hij op het idee den bodem van de zee te onderzoeken. Dagenlang zocht en zocht hij. Zijn oogen werden ontstoken, omdat hij ze onder water open moest houden, Bijna werd hij een buit van roof- visschen maar eindelijk werd zijn geduld en ijver beloond. Hij ontdekte steenen, die inderdaad vonken sloe gen, als men ze tegen elkander wreef. Serrano scheurde een stuk van zijn kiel rafelde er een draad uit, sloeg de gevonden steenen tegen elkaar en werkelijk de draad brandde. Droog hout van veronge lukte schepen, zeegras, enz. moesten als voedsel der vlammen dienen. Zorgvuldig behoedde Serrano het vuur als zijn kostbaarste schat, Openbare School te Heesbeen moest opstellen. Spr. vindt dat de ge nomen raadsbesluiten dienen te worden uitgevoe d. Voorzitter. Kalmpjes aan van Buuren. Het raadsbesluit is wel degelijk uitgevoerd. Als ik geen motieven weet vrnag ik aan den raad welke bezwaren hij wil aan voeren tegen de opheffing. Dergelijke opmerkingen komen hier niet te pas. v. Buuren. Maar ik heb ze toch gemaakt. Voorzitter. Maar we zullen er weinig nota van nemen. Aan de orde: 1. Ingekomen stukken. De Voorzitter zegt dat de gemeente van het rijk een stuk grond in huur heeft bij de brug te Drongelen, dat dient als uitweg voor de gemeente- perceelen. De huurtermijn is thans verstreken en zal dus verlengd moe ten worden. De prijs is van f lü tot f 5 verlaagd. De heer Donken vraagt of 't geen aanbeveling verdient het terrein te koopen. De Voorzitter zal daarover spreken. De huur wordt opnieuw aangegaan. Van Ged. Staten is meded' eling ontvangen dat de Openbare School te Heesbeen is opgeheven met ingang van 1 Mei a.s. Ged. Staten meenen dat deze maatregel zonder bezwaar genomen kan worden, daar er geen andere scholen door behoeven te worden uitgebreid. De Voorzitter deelt hierbij mede dat reeds besloten is een overeen komst aan te gaan tot toelating van kinderen uit de gemeente Dussen op de school te Meeuwen. Subsidie - erzoek van het Centraal Proeftuinbedrijf te Gorcum. Hierop wordt op voorstel van B. en \V. afwijzend beschikt. Subsidieverzoek van de Prov. Vereen. Het Groene Kruis. Besloten wordt hiervoor dezelfde subsidie uit te trekken als vorig jaar, n.l. f 10. Subsidieverzoek van de Christ. Landbouwschool te Andel. Gevraagd wordt een bijdrage van f5 per leerling, hetgeen op f50 zou komen. Op voorstel van B. en W. wordt besloten f25 te geven. Goedgunstig wordt beschikt op de verzoeken van H. Kleinloog en Wed. Branderhorst te Genderen om een tegemoetkoming voor schoolgaande kinderen volgens de Onderwijswet. 2. Vaststelling regl menten op den rechtstoestand van den Secretaris, Ontvanger en Ambtenaar van den Burgerlijken Stand. De Voorzitter merkt op dat deze verordeningen geëischt worden, doch van weinig beteekenis zijn voor een kleine gemeente als deze. De reglementen worden conform ontwerp vastgesteld. 3. Vaststelling kohier straatbelas ting De heer G. v. d. Beek vraagt het kohier geval voor geval nauwkeurig te bekijken, daar het voorkomt dat menschen in een uitzonderingspositie verkeeren. De Voorzitter zal daaraan aandacht schenken. Weth. E. v. d. Beek merkt op dat de uitzonderingen tweeërlei zijn er zijn niet alleen menschen die teveel betalen, maar ook die te laag zijn aangeslagen. Het kohier wordt vastgesteld op een totaal van f 1691.89. 4. Aanbieding begrooting 1934. De begrooting sluit op f90941.62 in den gewonen dienst, met een post onvoorzien van f2268'27, en op f 183.95 in den kapitaaldienst. In de Commissie van Onderzoek hebben zitting de heeren G. v. d. Beek, Lankhaar en Donken. 5. Wijz ging begrooting 1934. De raad gaat daarmede accoord. 6. Voorstel tot verkoop van in schrijvingen op het Grootboek tot buitengewone aflossing van geldlee- schrijven gehad, doch hij is van meening dat deze kwestie niet in de vergadering thuis hoort. De brief is n.l. niet aan den raad gericht, doch aan elk der leden persoonlijk. De laatste weken werken de men schen trouwens maar tot 12 uur, dus het adres is gekomen als mos terd na den maaltijd. Spr. vindt 't geen manier van doen dat men zich met een dergelijk adres rechtstreeks tot de raadsleden richt. In het dage- lijksch b' stuur is de zaak nog niet besproken. Op 4 Juli en op 16 Aug. heeft spr. aan den inspecteur der Werkverschaffing geschreven, doch hij heeft nog geen antwoord ont vangen. Half Aug. heelt hij op het Departement een bespreking gehad hoewel toen een spoedig antwoord beloofd was is dit uitgebleven. Daar om was het nutteb-os deze zaak in B. en W. te bespreken. Spr. advi seert den heer Donken het briefje maar bij zich te houden en goed te bewaren. Donken. Dat zal ik. De heer G. v. d. Beek vraagt ver plaatsing van den lantaarn bij G. v. Een product van de Pharm. Fabriek A. Mijnhardt - Zeist Doos 20 ct. Tube 35 ct. Zéér groote tube 60 ct. ningen. De Voorzitter zet uiteen dat het, in verband met den hoogen effecten- koers, van belang voor de gemeente is om de inschrijvingen te verkoopen, teneinde met de vrijkomende mid delen eenige loopende leeningen af te lossen. De raad gaat met het voorstel accoord. 7. Aanvrage voorschot Land- arbeiderswet. De heer S. G. Millenaar te Dron gelen vraagt een voorschot van f 1520 voor het verbouwen van een woning. De aanvrage wordt ingewilligd. Rondvraag. De Voorzitter stelt voor 40 5 50 M3 grond van den dijk te Drongelen te verkoopen aan den heer Nieuw koop voor 15 ct. per M3. De heer Nieuwkoop is de gemeente indertijd terwille geweest en heeft dientenge volge thans een perceel gekregen dat opgehoogd moet worden. De raad heeft hiertegen geen be zwaar. De heer Donken merkt op dat er nog een adres moet zijn ingekomen van tewerkgestclden, waarin een vrije Zaterdagmiddag wordt gevraagd. De Voorzitter heeft een dergelijk bouwde er een muurtje van schild padschalen omheen en liet het nooit uitdooven. Maar Serrano's leed zou nog geen einde nemen. Binnen enkele maan den waren zijn kleeren geheel ver sleten en daar de zon van 's mor gens vroeg tot's avonds laat onbarm hartig brandde, en nergens op het eiland ook maar de geringde scha duw te vinden was, was zijn lichaam spoedig geheel met brandblaren overdekt, die hem ondraagbare pijn veroorzaaktent Om verkoeling te vinden "was er geen ander middel dan 't water van de zee, en"zoo bracht Serrano halve dagen in het water door. Langzamerhand begon zijn lichaam echter te wennen aan het klimaat van het eiland. Zijn huid verdroeg de zonnewarmte en een dichte haargroei begon zijn lichaam te bedekken. Baard en hoofdhaar reikte tot aan zijn middel. Herhaaldelijk zag Serrano schepen aan den horizon passeerenmaar hoe hij ook zijn best deed om met den rook van zijn vuur hun aan dacht te trekken, niemand kwam den ongelukkigen schipbreukeling te hulp. Men vreesde en niet met onrecht de gevaarlijke zandban ken, die het eiland omringden. Op een dag bemerkte Seranno, tot zijn onuitsprekelijke verbazing, een mensch op het eiland. Het bleek, dat in den nacht een schip gestrand was en één der zeelui had zich met behulp van een plank kunnen redden. Aangetrokken door Serrano's vuur was hij toen op het eiland terecht gekomen en nu ston den de mannen tegenover elkaar en beide vreesden ze een boozen duivel voor zich te hebben. Serrano ge loofde een booze geest te zien, die de hemel had gezonden om hem in verzoeking te brengen, en de andere dacht op zijn beurt in de handen van een menscheneter gevallen te zijn. Vertwijfe d begon hij het »Onze Vader» te bidden. Toen, terwijl de de vreugdetranen over zijn gezicht rolden, zonk ook Serrano op de knieën om den hemel te danken voor dit gelukkig toeval. Ontroerd omarmden de mannen elkaar. De volgende dagen vergingen met gezamenlijken arbeid. Regelmatige dag- en nachtwacht werden inge voerd, en terwijl de een op jacht ging, deed de ander den weinigen arbeid, die er te verrichten was. Vier jaren leefden de beide Ro binsons nu al op het eiland. Vier jaren lang deelden ze hitte en dorst, regen, honger en eenzaamheid. En vier jaren lang bestond hun voedsel uit niets anders dan schildpadden en zeedieren. Eindelijk tien jaren waren ver gaan, sedert Serrano op het eiland gekomen was erbarmde zich een schip over de beide schipbreukelin gen, die nog slechts uit gewoonte hun vuur opstookten, als er een schip aan den horizon passeerde. Een boot werd uitgezet, om te kijken, hoe die rook ontstaan was, die van het eenzame eiland opsteeg en overgelukkig knielden de beide mannen op het strand neer. om den Schepper te danken. Dat was hun redding, want de bijgeloovige zeelui hielden de behaarde mannen voor een paar leelijke monsters en slechts hun luid uitgesproken gebed en hun smeekbeden konden de mannen doen besluiten de ongelukkigen aan boord te nemen. Schrik en medelijden greep de zee lui aan, toen ze de lijdensgeschie denis van beide mannen vernamen. En daar het hun moeilijk viel zich weer te wennen aan het leven tus schen andere menschen, viel hun een liefderijke verzorging te beurt. Maar Serranos kameraad had te veel ge leden door al de ontberingen hij kon zich niet meer aanpassen aan de nieuwe levensomstandigheden en hij stierf aan boord van het schip, dat hem naar zijn Spaansch vaderland zou terugvoeren. Serrano zelf kwam behouden in Europa aan, en zijn geschiedenis verwekte zooveel opzien, dat zelf Keizer Karei de Vijfde den wensch uitte den geredde te zien. Rijkelijk voorzien van geld en levensmidde len begaf hij zich op weg en overal werd hij omringd door kijklustige en medelijdende menschen. Keizer Karei schonk hem een levenslang pensioen maar het werd Serrano niet vergund zijn leven vreedzaam te eindigen. Op den over tocht naar Panama, waar hij een vaderland hoopte te vinden, stierf Serrano, E. W. Wijlen te Genderen. Weth. v. d. Beek klaagt er over dat de jeugd er een sport van maakt de lantaarns te vernielen. De Voorzitter neemt van een en ander nota. Daarna wordt de vergadering ge- VLIJMEN. De begrooting vastgesteld. De Raad der gemeente Vlijmen verga derde Donderdagavond ten Raadhuize onder Voorzitterschap van Burgemeester G. R. v. d. Ven. Aanwezig alle leden. De notulen worden ongewijzigd vast gesteld. Aan de orde 1. Ingekomen stukken. Proces-verbaal van kasopname bij den gem.-ontvanger, bij den Secr.-pennm. van het Burg. Armbestuur, bij de administra tie van het G.E.B. Alle kassen zijn in orde bevonden. Van Ged. Staten: goedkeuring der Bouwverordening. Deze stukken worden voor kennisge ving aangenomen. Van den Directeur van den Gezond heidsdienst is een schrijven ingekomen betreffende verkoop van perceelen grond van de bouwvereeniging. Er is geen be zwaar tegen deze terreinen te verkoopen, mits de gemeente het verlies lijdt. De Voorzitter merkt op dat het verlies zou moeten worden gedekt uit de gewo- Rn ad se Is. x medeklinker x niet wild x braambezie xxxxxxxx hoofdstad van N.-Holland ..x.. fijn wrijven x. klein meer, plas x medeklink' r Op de kruisjeslijnen komt het zelfde woord te staan. 2. Mijn geheel 1 1 2345642789 10 11 7 8 4 12 9 13 is een ver/amelnaam voor de Oost—Indische eilanden. 5 11116 windrichting 10 11 slede 2 3 1 9 23 om op te zitten 6 4 2 7 8 tafel 2 3 10 12 schrede, pas 12 13 1 1 4 vouw 6 4 9 11 beest 2 7 8 4 13 zit om vruchten. 3. x niet kort xx zwemvogel xx stekelvarken xx vreemd Op de kruisjeslijnen komt het zelfde woord te staan. 4. Van de lettergrepen ba, bleem, ci, cu, e, em, laas, las, ot. pa, spe, telt, ti, tri, zuin, woorden van de volgende beteekenis maken. zinnebeeld veerkracht zware trompethoorn vaderlandschg« zind burger Sinterklaaskloek 5. De lettergrepen: een, je, mop, mop, on, toen, was, ze, geven den eersten regel van een bekend kiuderversje.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1933 | | pagina 5