Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. VIN ODD Kill IIDD! .MOÖPDBRABAMD Nieuwjaarswensch. ■■■■pilllflHIIR nummer 1. MAANDAG 1 JANUARI 1934. 57s JAARGANG. Dit blad verschijnt UITGAVE: Prijs der Advertentiën WOENSDAG en ZATERDAG 20 cent per regel; minimum 1.50. Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever. WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN Bij contract 1 tink rabat. Reclames 40 cent per regel. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco p. post door 't geheele rijk 1.40. Telefoon No. 98. Telegr.-adresECHO. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. Oudejaarsavond. We kunnen wel trachten om het elkander op Oudejaarsavond wat ge/.ellig te maken, op tal van wijzen, maar in wezen is Oudejaaravond loch niet vroolijk uit zich/.elven. We zijn allemaal een tikje gedrukt. We heb ben weer een vol jaar beleefd, niet waar, en... we zijn het einde daar mee dichter genaderd. We overwegen hoe vorigen oude jaarsavond er nog velen onder de levenden waren die nu reeds tot een ander leven zijn overgegaan. We herinneren ons familieleden, vrienden, buren of kennissen, welke ons in het afgeloopen jaar in den dood voorgingen. We hebben misschien de gege vens verzameld, welke benoodigd zijn voor onze zaken balans. Het gebeurt niet vaak, dal zoo'n balans bepaald gunstig uitvalt, want gewoon lijk worden zakelijke vooruitzichten, drijvende op den stroom onzer fan tasie, al spoedig achterhaald door De weienschap, dat we een lang i jaar in het verschiet hebben, maakt ons dikwijls zoo oppervlakkig. We zijn van de beste voornemens be- i zield, maar we preciseeren die niet. We wenschen elkaar van alles, maar die wenschen bevatten slechts alge meenheden. Een donker jaar is heengegaan en we zullen hopen, dat we een beter jaar tegemoet treden. Er is inder daad geen reden om de toekomst pessimistisch te beschouwen. We kunnen hel nieuwe jaar blij begin nen. Menschelijker wijze gesproken kan het nieuwe jaar haast niet slechter worden dan 1933 was. maar bovendien zijn er aanwijzingen, dat de economische toestand iels ver beterd en de crisis over haar diepte- Maar och, wat zal het baten, punt heen is. i Of ik met ernst het jaar begin. Mogelijk zullen in het komende jaar velen een gedeelte van de ver loren maatschappelijke posities kun nen heroveren, anderen na jaren van wachten de eerste fundamenten van i hun maatschappelijk bestaan kun- nen gaan leggen. Maar nóg zal de DOOR THOMASVAER EN PIETERNEL VOOR WAALWIJK EN OMGEVING. Pieternel O Thomasvaer, doe me plezier Kom even hier! U weet, het oude jaar is weer voorbij, Is in het niet verdwenen; Doch het nieuwe komt weer in de rij. Is hcopvol weer verschenen. Dus, wees nu eens een goede man, Neem nu je ganzenveer ter hand; En schrijf nu eens naar ouden trant, Uw zegewenschen voor de krant. Thomasvaer O Pieternel, dat wil ik wel. U weet, 'k wil gaarne met U praten, de nuchtere uilkomsten van de" »ocd van velen groot blijven en werki lijkheidsbaan. En speciaal in de/en crisistijd zal er maar weinig reden ontdekt kunnen worden om een zakenbalans met genoegen te bezien. We denken op Oudejaarsavond misschien ook met eenige mistroos tigheid aan de vele goede voorne mens, welke in den loop van het jaar wederom... onuitgevoerd lieten. We denken wellicht aan ons gees telijk innerlijk, dat niet rijpte. En omdat alles slaken we ten slotte een zucht van verlichting, als straks het oude jaar met twaalf zware slagen van de klok wordt uitgeluid en er trilt in ons binnenste iets mee, met de knallen uit de donderbussen en de plotfen uit ge- weerloopen, waarmee het gevloden jaar wordt nagejaagd. Nieuwjaarsdag. Veel vroolijker is de Nieuwjaars dag. Geen zorgen. Het jaar is nog zoo jong, pas begonnen! Een verleden kent dat gekomen jaar nog niet; alleen maar een verschiet. En wie zou er nu gaan denken aan droefs, hetwelk nog gebeuren moet 1 Het is, of we met net verstrijken van het oude jaar een last van ons hebben afgeschud; een toekomst ligt weer vóór ons. Blij en uitgelaten en dikwijls oppervlakkig schu Iden we familie, vrienden en kennissen de hand, onze heilwenschen uitsprekende. De wen schen zijn niet van de lucht op Nieuwjaarsdag. Och ja, laten we blij zijn. Als het leven ons toelacht, kan ons dat slechts sterken. Kan I Maar met lachen alléén komen we er niet. De vroolijkheid en blijheid van den Nieuwjaarsdag moeten we weten te paren met een beetje van den ernst, welke ons op Oudejaarsavond heeft bezield. Met het verstrijken van het Oude jaar maken we allemaal zoo'n beetje balans op; we overzien en leggen vast de resultaten van ons geestelijk godsdienstig leven en van materieelen strijd. Dat is goed en verstandig, maar hoevelen denken er aan om met Nieuwjaar ook een behoorlijke begrooting samen te stellen Een balans kan pas goed uitvallen, als we stelselmatig hebben gewerkt naar een weloverwogen program. En omdat zoovelen dat verzuimen, dódrom zijn onze overpeinzingen op Oudcjaareavond gewoonlijk van zoo teleurstellenden aard. daarom zal de str ijd moeilijk wezen. Met e«n blij gezicht en een luchtig hart alléén, zullen we er niet komen. De eerste p'aalsen, welke weer vrij komen, zullen veroverd moeten worden en de overwinning zal zijn aan de verstandigen en dapperen. Er zal in het nieuwe jaar een toe komst worden geschapen voor de genen alleen, die bij den aanvang van den strijd, goed weten wat ze willen en ook durven, wat ze wilden. Zr* moeten in den strijd gaan: niet alléén, maar wél vóórop. Door het geen zij bouwen, zullen de anderen mede profitecren. Maar zien wij vooral op dezen eersten dag des jaars op naar Hem van Wien allen hulp komen moet, zoeken wij bij droeve ervaringen, zoowel als op den blijden Nieuw jaarsdag steun in 't gebed, dat den godsdienstigen tot hulp en steun kan en zal zijn komst. Hel heeft geen zin. De heele wereld die is vol, Vol van geschreeuw, doch weinig wol. Met woorden komen we er niet; Gesproken wordt er o zoo veel. De pers krijgt ruimschoots ook haar deel; Doch de wereld wacht op daden, En niet op schrijverij en rijmelarij. Mijn beste Nel, geloof me vrij. Er wordt te veel gesproken. En al die praat komt in de krant. De heele wereld staat in brand, Is vol krankzinnigheden. Piet er nel Toon jij dan, oude, wijze man, Wat oi' de wereld redden kan. Je krijgt van mij met veel plezier Een medaille van fijn bordpapier. Thomasvaer Een medaille, och, verlang ik niet, Doch wat uitkomst wis zou baren Is, als men hen die vol hoovaardij Spreken over oorlog, corruptie en opstokeri), Krankzinnig zou verklaren. De eerste, die over oorlog spreekt of schrijft Men levenslang de nor in drijft. En niet zoomaar voor de grap, De plaatselijke krant vormt een der sterkste banden, welke een kleine gemeenschap lesamen houdt, sterken en zwakken. We rekenen in den strijd van 1934 weer op de trouw van allen allen kunnen rekenen op ons. Eensgezind kunnen we bereiken, wat we al onzen lezers en lezeres sen toewenschenin geestelijk en Gevoerd met rijstebrij en pap nu en in de toe- Of nog fijner lekkernijen. Neen, opsluiting met water en brood, En tot aan het uur van hunnen dood Moest men zwaren arbeid verrichten. Als de heeren op dit wereldrond Die vrede hebben in hun mond Doch oorlog steeds bepeinzen, Eens zulk een straf was toegedacht, Dan hadden wij 't al ver gebracht, En uit was al dat veinzen. Pieternel Wat gebeurde dan met al het geld, materieel opzicht een beter jaar 11 Pat men v°or °orl°8 en geweld Van harte 1 1643 Zoo kostelijk ziet verknoeien. Thomasvaer Dat kreeg gewis een hooger doel, Dat men niet zou verfoeien. Voor arbeid, handel was er geld. En niet, zooals thans wordt vermeld Alom ernstige loonsverlaging. Wanneer er vaste basis is, En overal weer vrede is. Dan is voor iedereen weer brood, Geëindigd is ellende en nood. Pieternel De werkloosheid is thans groot, En ik beklaag de vrouwen En moeders van een groot gezin. Want komt er geen verdienste in, Zijn zij wel te beklagen. Thomasvaer: Bij onderwijs en middenstand, Bij werknemer en fabrikant, Bij bouwers en bij boeren. 't Is overal nu armoe troef. Het menschdom zit wel in de schroef, En is ter neer geslagen. Pieternel En als men dan de bedragen hoort, Besteed voor oorlog, menschenmoord, Voor allerlei militair gedoe. Dan denkt menwaar moet dit naar toe? Zijn dat nu mannen als van staal. Is oorlog nu het ideaal? Thomasvaer Ik blijf er bij, wat ik heb gezegd, De man die oorlog wil, is slecht. Hij zij' geel of zwart, blank of bruin, Ze moeten in den krententuin. Hen mankeert 't aan gezond verstand. Pieternel Gelukkig niet in Nederland. Onze dierbare Landsvrouwe, Koningin Is vol van vrede, moedermin, Voor al haar onderdanen. En zij besteedt wis al haar macht En geld, Haar Majesteit, en tracht Te drogen vele tranen. Thomasvaer Gewis heeft zij een moederhart. En leeft mede met de zorg en smart, Die heerscht in vele harten. Zij wil den vrede, wenschl geen strijd Hoog dus Haar moederlijk beleid; Zij zal ook niemand tarten. Pieternel 0 Thomasvaer, dat vind ik echt, Je schimpt vaak op de vrouwen. Doch, nu je prijst de Koningin, Nu wil ik met je trouwen. Ik wil de Koningin zijn van uw hart, En deelen uwe zorg en smart. Thomasvaer: Mijn beste Nel, 'k Ben een verstokte vrijgezel. Ik ben te druk in zaken, En ben op vrijheid steeds gesteld. En 't mangelt me aan gebrek aan geld. Dat mag ik niet verzwijgen. En als manlief 't vrouwtje niet geven kan. Dan wordt het huwelijk een pan.... Doch laten we ernstig blijven, En met ons beiden zoo 't behoort. Nu onze wenschen ongestoord, Al voor „De Echo" schrijven. Pieternel De Echo en Waalwijk dat is één; Het blad van heel de Langstraat. Met Vlijmen en met Raamsdonksveer. Geen huisgezin ontbreekt er bijna meer, 1 Of 't telt voor luttele centen, Bij onze abonnementen. Het is het blad voor heel de streek, Slechts voor een dubbeltje per week. Thomasvaer De Brieven uil de Drunensclie Haai; De rijmelarij uit Waspik is zeer fraai. Ook Angorensis niet vergeten. Zij brengen leven in de brouwerij, En elk is op zijn wijze, Om 't goede doel te prijzen. I Alle ingezonden stukken schrijvers, Bied ik hier mijn vriendengroet. I Als men 't voor '1 algemeen belang, Niet om te kritiseeren doet. I Pieternel O Thomasvaer, dat zeg je wel, Doch kritiek moet er ook wezen. Want wisseling van gedachten, Versterkt wis onze krachten. Ja-knikkers in Gemeenteraad, Of in 't bestuur van Land of Staat, Die vallen niet te roemen. Zijn meening zeggen, flink, oprecht, Dat vind ik mannelijk, fier en echt. Dat wil ik niet verbloemen. Thomasvaer Maar nimmer bruut of bitter zijn, Niet spuwen met haat of met venijn, Of door onbezonnen praten. Hoog houden de eerbied voor 't gezag, Van Kerk en Staat, Gemeente en I Gemeenteraad. Dat men toch steeds bedenken zal: De beste stuurlui staan aan wal. Afbreken dat kan iedereen, Ophouwen zij het doel, daar moet het heen. 1 Pie ter nel i U spreekt van hooghouden Kerk en Staat; Mijn goede, beste kameraad; Godsdienstloosheid, onverschilligheid, Dat zijn de kwalen van deez' tijd. De werkloosheid van de jeugd Verpest de ware levensvreugd. En menig moeder- en ook vaderhart. Lijdt lichaamspijn en zielesmart. Verwildering van zeden en moraliteit, Verbittering en losbandigheid. Thomasvaer: Stop! Niet te pessimistisch zijn. Na regen komt weer zonneschijn. In Waalwijk doet men wel zijn best, Om de zaak op gang te houden, En zoekt men werk aan allen kant, Zoowel voor jongen als voor ouden. Aan de jongeren wordt veel zorg i gewijd, Doch alles kan men niet verlangen, 't Spreekwoord is nog altijd waar: Met onwillige honden is 't slecht hazen vangen. Doch die in Waalwijk leeren wil, Voor hen is gelegenheid te vinden. Dus, doe je best, nog is het tijd, Mijn goede, beste, jonge vrinden. I Pieternel De jongeren volgen in hun leven, Het voorbeeld door hun vaderen gegeven, Dit voorbeeld is toch goed te noemen, Waahvijks energie kan men steeds roemen. Door werklust, energie en kracht. Heeft Waalwijk 't reeds ver gebracht. Wat bereikt is door de kracht der ouden, Moet door de jongeren behouden, Vermeerderd worden dus blij van zin, O jongeren, de toekomst in. Thomasvaer: In Waalwijk is men vol vertrouwen, Zit men niet bij de pakken neer. Daar ziet men immer huizen bouwen. Eerst Julianastraat, straks Baardwijk weer. In Besoijen is men ook tevreden, De Besoijenschestraat is een juweel. Het stadsbestuur is niet eenkennig, Wijl iedere wijk steeds krijgt haar deel. Pieternel: De bloei van Waalwijk is hun streven, Doch alles gaat niet in één keer. Doch waar het kan ziet men vooruitgang. Dat strekt het stadsbestuur tot eer. Thomasvaer: In 't nieuwe jaar wordt hier gehouden Tentoonstelling van den middenstand Dat zal in de Meimaand drukte ceven. Waalwijk is bekend in „Nederland". En als wij 't eeuwfeest nog beleven, Van Waalwijk's Nestor Timmermans, Dan wordt Waalwijk opnieuw beschreven. En prijkt het weer in nieuwen glans. Pieternel: Moge de burgerij van Waalwijk, Steeds medewerken tot haar groei. En in Waalwijk steeds haar waar betrekken. Dan komt wis elke zaak tot bloei. Thomasvaer: Moge fabrikant en werkman, Middenstander, ambtenaar, Steeds in broederlijken vrede, Vreedzaam wonen bij elkaar. Moge elkeen naar zijn vermogen, IJveren voor zijn levenstaak. Immer streven te verhoogen, Zijn bedrijf, beroep of zaak. Pieternel Mogen allen steeds hun best doen, En doet „Best" hen ook geen kwaad; 'k Hoop, dat het in de heele Langstraat 'i Allen naar genoegen gaat. Voor plaats en streek is ADVERTEEREN in dit blad NOODZAKELIJK, maar ook VOLDOENDE! Dagelijks stijgt onze lezers- j kring, zoowel hier, als buiten. aalwpscbe en Langstraatsche Courant, MAAMCHAK>y VAM VERZEWRJMG OP MET LEVW

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1934 | | pagina 1