fiVJ
GEMEENTERAAD KAATSHEUVEL.
Bespreking over de financieele gemeente
administratie. Geen sprake van fraude.
m
No. 19. Zaterdag 3 Maart '34. 57e Jrg.
TWEEDE BLAD.
GEMEENTERAAD.
EETHEN c.a.
De raad der gemeente Eethen
vergaderde Dinsdagmorgen te half
elf onder voorzitterschap van burge
meester Brune.
Aanwezig alle leden.
Na opening met gebed worden
de notulen gelezen en onveranderd
goedgekiurd.
Aan de orde
1. Ingekomen stukken.
Van M. de Haan c.s. is bericht
ontvangen van aanneming der be
noeming tot lid van het Burgerlijk
Armbestuur.
Door een 50—tal inwoners van
Heesneen en Doeveren is een be
zwaarschrift ingediend tegen de
maatregelen van Ged. Staten inzake
de opheffing van Openbare Scholen.
Adressanten vinden het bezwaarlijk
hun kinderen geregeld naar de
school te Heusden te moeten sturen.
Zij betwijfelen of het geldelijk voor
deel der opheffing van ovei wegende
beteekenis is, vooral daar het hoofd
der school op wachtgeld zal komen.
Vermoedelijk zal de maatregel leiden
tot veel schoolverzuim.
Het beroep is ongegrond verklaard,
waarvan thans mededeeling ontvan
gen is.
2. Ontslag van het hoofd der
Openb. School te Heesbeen.
De heer v. Buuren vindt dat de
regeering een deloyale houding aan
neemt en dat met* de opheffing het
plattelandsbelang niet is gediend.
De Voorzitter zegt dat dit niet aan
de orde is.
De heer v. Buuren vindt dat de
regeering dit zelf maar op moet
knappen en wil alle punten betref
fende de ophelfing van de agenda
afvoeren.
De Voorzitter betoogt dat de raad
zich heeft neer te leggen bij hetgeen
in hoogere instantie is beslist. De
raad heeft het hoofd benoemd en
zal hem ook moeten ontslaan,
anders loopt men nog het risico dat
men zijn salaris moet blijven betalen.
Het ontslag wordt eervol verleend.
3. Ontslag der onderwijzeres in
handwerken aan de Openb. School
te Heesbeen.
Alsvoor.
4. Overeenkomst met Heusden tot
plaatsing van kinderen uit deze
gemeente op de Openb. Lagere
School aldaar.
De Voorzitter doet voorlezing van
de overeenkomst, waarin de bepaling
is opgenomen dat Eethen per kind
en per jaar f 15 zal moeten vergoe-
den. Met 1 April treedt de regeling
in werking.
De heer v. Buuren vraagt of men
nu verplicht is zijn kinderen naar
Heusden te sturen.
De Voorzitter zegt dat men daarin
vrij is. Men mag zijn kinderen
evengoed naar een andere plaats
sturen.
De heer Donken vreest dat van
de bezuiniging niet veel terecht zal
komen.
Het voorstel wordt aangenomen.
5. Vaststelling der kosten van het
Openbaar Onderwijs.
Gemiddeld is uitgegeven f 10.39
per leerling.
6. Verzoek tot vermindering van
huur.
Het hoofd der school te Heesbeen
vraagt een huurvermindering van
f150. B. en W. stellen voor de huur
op i'225 te brengen, waarmede de
huurder is accoord gegaan, mits hij
zien niet voor een bepaalden tijd
behoeft te binden. B. en W. willen
deze vermindering van f75 geven
uitsluitend met het oog op de op
wachtgeldstebing van het hoofd.
De heer Donken vraagt wat er met
de school zelf gebeuren zal.
De Voorzitter zegt dat daaromtrent
nog geen besluit genomen is.
Het voorstel wordt aangenomen.
Zieken h uisverzekering
De Voorzitter wenscht nog een en
ander te zeggen omtrent de verplichte
verzekering tegen ziekteuuiskoslen.
Sommige menschen lubben zich nog
niet verzekerd omdat zij denken als
de nood aan den man komt toch
wel door het Burg. Armbestuur te
worden geholpen. De me» schen
moeten echter wel weten dat spr.
in de toekomst zijn medewerking
tot ondersteuning niet zal geven en
de raad telkens zelf de kwesties ie
laten beoordeelcn. En het gaat
natuurlijk niet, telkens voor elk
geval afzonderlijk, een raadsverga
dering te beleggen. De menschen
moeten dus zelf de gevolgen van
hun nalatigheid maar dragen.
Bij de Rondvraag zegt de heer
v. Buuren, dat de weg te Meeuwen
verbeterd dient te worden.
De heer Donken vraagt of er een
regeling getroffen is voor menschen
die zich niet tegen ziekenhuiskosten
kunnen verzekeren.
De Voorzitter zegt dat deze men
schen zich tot het gemeentebestuur
kunnen wenden. Zij zullen dan
zeker geholpen worden. Maar men
moet met dergelijke bezwaren niet
achteraf komen aandragen.
De vergadering wordt hierna
gesloten.
j? 0
Zonder schriftedjke toestemming is eeni.'fe overname uit deze rubriek verbod n.
DE SLIMME BURGERS VAN
SCHILUA.
Op zekeren dag deed de veld- X vV
wachter van Schilda een gewichtige
ontdekking. Op den stadsmuur nl.,
die half in elkaar lag (er had zich
nog nooit een vijand in Schilda ver
toond), groeide gras. Dat gras zou
best op een of andere manier te ge
bruiken zijn. Maar hoe Door het
er af te laten grazen natuurlijk 1 En
welke koe zou deze eer te beurt
vallen
Daar zou een spoedvergadering
van den gemeenteraad over gehou
den worden. De heeren verschenen
in ambtsgewaad; de burgemeester
had zelfs zijn grooten gouden ket
ting omgehangen en de gemeente
secretaris rammelde gewichtig aan
het deksel van den inktpot.
Zooals iedereen gedacht had, werd
de koe van den burgemeester uilge
kozen om te genieten van het sap
pige gras op den stadsmuur. Bleef
nog over om vast te stellen op
welke wijze het dier naar b-jven ge
bracht zou moeten worden; want
de stadsmuur was erg hoog. De
smid wist raad: »We nemen heel
eenvoudig een touw,» zei hij, »en
trekken het dier omhoog.»
De koe van den burgemeester
werd dus vastgebonden aan een lang
touw en naai den muur geleid. Het
touw werd over den muur heen
geslingerd en men begon te trekken.
Drie stevige mannetjes trokken en
trokken..maar de koe was niet
van haar plaats te krijgen. Eindelijk
gingen haar voorpooten van den
grond en de rest volgde ten koste
van de grootste inspanning. Toen
De raad der gemeente Loon-op-
Zand vergaderde Woensdagavond
ten raadhuize te Kaatsheuvel onder
Voorzitterschap van Wethouder L.
J. v. d. Horst, loco-Burgemeester.
Secretarisde heer M. A. v. d. Wee.
Aanwezig alle leden.
Aan de orde;
Bespreking financieele
administratie.
De Voorzitter zegt het noodzake
lijk geacht te hebben ten openbare
raaUsvergadering te beleggen ter be
spreking der liiiancieeie auministra-
tie. Er ioopen alle mogelijke ge
ruchten over grootere en kleinere
tekorten in de gemeentekas, en ver
schillende ambtenaren ter secretarie
worden daardoor als oneerlijk aan
gevallen.
Oorspronkelijk heb ik, zoo gaat
spr. voort, heel weinig aandacht aan
deze praatjes geschonken, omdat het
niet doenlijk is sleed* op dergelijke
gei uchten in te garni. N u deze echter
zulke proporties hebben aangenomen
dat er zells builen de gemeente al
over gesproken wordt, dat er zells
een reporter op uitkwam die in de
meening was uat de secretaris ont
slag had genomen en dat er een
tekort van f löuUO.was, is het
noodig de zaak eens in het publiek
te bespreken. Daarop heelt niet
alleen de raad, maar ook de geheele
bevolking recht. Zijn er inder
daad ambtenaren die gefiaudeerd
hebben, dan zal de raad moeten
beslissen wat met hen gedaan moet
worden. Als de ambtenaren echter
vrijuit gaan zijn wij zedelijk verplicht
voor hen op te komen, opdat hun
naam niet langer door hel slijk ge
sleurd wordt.
blral moet worden toegepast waar
ze verdiend is. Is er geen straf
verdiend, dan moeten de ambtenaren
alle mogelijke steun hebben.
De geheime vergadering van vorige
week is niet over de ambtenaren
gegaan en zij heelt besloten d-teen
uitgebreid accountants—onderzoek
zou plaats hebben. B. en W. hebben
daar geen gras overlaten groeien en
hebben zich onmiddellijk in ver
binding gesteld met het Bureau voor
Verificatie en Financieele Adviezen
der Ver. van Ned. Gemeenten, welks
hoofd, accountant Jansen, direct met
de controle der administratie be
gonnen is.
Men had bij het rondstrooien
dezer praatjes wel eens mogen be
denken, dat deze ook buiten de ge
meenten zouden worden opgevangen.
ALLERLEI.
De domme boer.
Een boertje reist in Engeland. Als
hij langs een heele groote villa komt,
vraagt hij iemand die er slaat te
kijken, van wien de villa hoort.
»i don 't understand», krijgt hij
ten antwoord. Dat beteekent: >Ak
versta U niet!»
Het boerije, die natuurlijk geen
Engelsch verstaat, denkt bij zichzelf
»Dat moet een rijke meneer zijn,
die meneer »ldont Understand!»
Hij gaat naar de haven, waar
juist een groot schip binnenkomt.
»Van wie hoort dat schip?» vraagt
hij aan een paar werklui, die er
bezig zijn met laden en lossen.
»1 don 't understand
Daar is men immers altijd gaarne
bereid om Kaatsheuvel af te breken,
en daaitoe heeft men deze geruchten
weer uitgebuit.
De heer Jansen is zijn onderzoek
begonnen, doch is er nog niet mee
klaar gekomen. Echter heeT hij mij
al wel kunnen zeggen dat hij er
absoluut van overtuigd is dat van
fraude geen sprake kan zijn. Hij
zal zijn rapport schiiftelijk aan den
raad uitbrengen. Het onderzoek is
zoo uitgebreid mogelijk.
Velen zeggen nu »er zal toch wel
iets van waar zijn», maar het is niet
mogelijk zulke praatjes te beant
woorden. Als wij al het mogelijke
gedaan hebben, om een zoo goed
mogelijke controle te doen plaats
hebben, dan kunnen wij moeilijk
nog meer doen. Maai ik blijf zeggen
als er werkelijk fraude had plaats
gehad, zou dan al niet lang de
Justitie hebben ingegrepen? üok op
andere plaatsen is dat gebeurd.
Wanneer de justilie meent de zaak
te moeten onderzoeken, laat ze hier
dan vrij komen. Dat is ook de
wensch der ambtenaren, die er zeil
op hebben aangedrongen het onder
zoek zoo minilieus mogelijk te doen
zijn.
Natuurlijk wil dit niet zeggen dat
er nooit eens een slordigheid heeft
plaats gehad en dat er nooit eens
een bedrag in een verkeerde kas is
gestort, maar al met al blijft acc.
Jansen zeggen »ik ben er vast tn
eerlijk van overtuigd dat van fraude
geen sprake is.»
Diegene die de praatjes heeft
rondgebazuind is ter verantwoording
geroepen, maar hij wist niets te
zeggen. Wanneer het onderzoek is
afgeloopen en de ambtenaren gaan
vrij uit, dan zullen we hem dood
verven als een groot lasteraar. Hem
met name te noemen is niet noodig,
men weet toch reeds wie bedoeld
wordt.
Zoo lang als ik loco-burgemeester
ben heb ik geen »burgemeesterlje»
willen spelen, maar wel heb ik de
ambtenaren erop gewezen als er
fouten waren.
De kwestie—Bock.
-
Daar nu ook weer de kwestie
Bock wordt uiteengerafeld wil spr.
deze schilderen zooals ze in werke
lijkheid is.
In 1932 kreeg spr. op een dag
bezoek van een der bewoners van
de huizen der Bouwvereeniging, die
een schrijven had ontvangen van
den Bond van Huiseigenaren waarin
over achterstallige huur gesproken
werd, ofschoon de man in 't geheel
niet achter was. Het bleef niet bij
een, maar er kwamen er meerdere.
Spr. stuurde deze menschen naar
den penningmeester en het bleek
weldra dat er fraude gepleegd was.
De bestuursleden der bouwvereeni
ging hebben toen zelf de kaarten
opgehaald, en deze zijn onder politie
toezicht gesteld. Na een onderzoek
van twee dagen en een nacht bleek
dat er ernstige fraude had plaats
gehad bij het ophalen der buien.
De voornaamste bedoeling was
om het geld weer terug te brengen.
Direct belang om tegen Bock een
aanklacht in te dienen had de ver-
eeniging niet. Beter was het eerst de
geldelijke zaak te regelen. Om B.
niet geheel te ruineeren wilde het
bestuur hem niet aanstoi.ds laten
arresleeren. Hij kon in Tilburg een
calé beginnen en spr. hoorde niets
meer van hem, tot den zomer van
1933. Toen kwam hij bij spr. terug
en vroeg om f50 175, omdat hij
»aan den grond» zat. Het bleek dat
hij tekorten had in de keimispotten
en dat hij huur achter was. Met den
oudburgemeester en den secretaris
heeft spr. toen de zaak besproken,
omdat spr. er persoonlijk nieis meer
mee te maken had. Om B. niet
geheel te laten zinken heeft het
gemeentebestuur toen diens zwager
weten te bewegen f 2UU te fourneeren,
onder beding dat ook dit bedrag
geleidelijk van Bock's pensioen zou
worden afgetrokken. Spr. persoonlijk
heelt toen de schulden van B. in
Tilburg afbetaald. Dit alles om B.
te helpen. Later heeft spr. gezien
hoe dom hij daarmede gedaan heeft.
Na eenigen tijd zat B. weer vast,
en toen verscheen zijn zaakwaar
nemer. B. en W. hebben toen gezegd
te zullen trachten de helfi of des
noods driekwart van het pensioen
te krijgen, 'iegelijk is echter gezegd
dat de verduisterde gelden moesten
terugkomen. Daar B. een inkomen
had van f38 en een gezin van slechts
4 personen kon dat best. De opzet
gelukte en aan B. kon de hellt van
zijn pensioen worden uitgekeerd. De
zaakwaarnemer is naar den Olficier
van Justitie verwezen omdat daar
alle bescheiden berustten. Tot nu toe
heeft hij zich niet lot den Olficier
gewend, ofschoon B. en W. daarop
hebben aangedrongen. B. en W.
behoeven geen schuilvinkje te spelen
en hebben ook Ged. Staten van alles
op de hoogte gesteld.
Spr. meent dat B. indertijd wer
kelijk het plan had het tekort uit
eigen beweging aan te zuiveren. Hij
was al begonnen met telkens kleine
bedragen uit eigen zak bij te passen.
Er waren ook verschillende huu» ders
die zelf onregelmatigheden hadden
gepleegd.
[kleermaker
[«Trekken maar
•jongens! Hij
steekt zijn tong
al uit naar het
gras. Hij wil er al
van eten. «Trek
ken jongens 1»
De drie boeren
heschen en he-
schen totdat de
kop van de koe
boven den muur
verscheen. Maar
eten wou de koe
niet. Wel hing
haar tong ver
schrikkelijk ver
uit haar bek
maar grazen
deed ze niet.
En dat vonden
de burgers van
Schilda toch wel
heel erg ondank
baar! En als
'n bewoner van
Schilda te ken
nen wil geven,
dat iemand ver
schrikkelijk on-
dankbaaris.zegt
hij nu nog»Je
bent even on
dankbaar als de
koe van den
burgemeester».
»Hemel», zegt het boertje tegen i
zichzelf. »Alweer van die meneer
ldont Understand!»
Even later op zijn vraag van wien
een prachtige groote auto hoort
krijgt hij hetzelfde antwoord. Onze
boer is stom van verwondering over
de onmetelijke rijkdommen van
^meneer ldont Understand».
Dan ziet hij een begrafenisstoet.
«Wie is dat, die daar begraven
wordt informeert de nieuwsgierige
boer aan een voorbijganger.
»I don 't understand,» zegt deze
en door.
«Arme ldont Understand,» mon-
pelt onze man. »Nu ben je zoo rijk
en toch ga je dood
Heelemaal onder den indruk komt
hij in zijn hotel. Daar is iemand,
die Hollaudsch spreekt. Als ons
boertje hem zijn wederwaardigheden
heeft verteld, begint hij hard te
lachen en als hij, op het verwon
derde kijken van den boer, heeft
uitgelegd waarom, lacht deze mee;
maar.... als een boer, die kiespijn
heeft 1
Oplettend.
»Jacob. je let niet opzei de
leeraar. »Vertel me eens, wat een
epidemie is.»
«Iets, dat zich uitbreidt, mijnheer!»
zei Jacob, nadat hij ingespannen had
nagedacht.
«Goed zoo dus je sliep toch niet.
En geef nu eens den naam van een
epidemie
»Eh... eh... eh... stroop, mijnheer
Hij had gelijk.
Een veldwachter zag een koe en
een kalf over den weg loop»n.
»Van wie hooren deze dieien?»
vroeg hij een boerenjongen, die er
net aankwam.
»lk weet het niet, van wie die koe
hoort; wel van wie het kalfis!»zei
de jongen.
Van wie hoort het kalf dan r»
»Van de koe natuurlijk», roept de
jongen en maakte dat hij weg kwam.
Overdreven.
Een dame, die lid van een ver-
eeniging voor dierenbescherming is,
roept haar dienstmeisjeMina, jaag
die groote bromvlieg eens het raam
uit; want dat gezoem hindert me
ontzetiend».
Maar Mina aarzelt om het raam
open te zetten.
«Waarom doe je niet, wat ik je
vraag, Mina
»Het regent, Mevrouw!»
»Laat de vlieg dan maar in de
kamer hiernaast!»
DE BEURT IS AAN KLEINE
TE EKEN A ARS.
Teekenen is iets, wat de meesten
van jullie wel graag doen De moei
lijkheid is vaak, dat we niet goed
kunnen teekenen, wat we wel zouden
willen of dat we niet weten, wat te
teekenen.
Daarom hebben we nu besloten
om iedere week een eenvoudig tee
kenvoorbeeld voor jullie in de krant
te zetten. Dat kun je dan teekenen.
Ons eerste voorbeeld is een Nijl
paard. Dat logge zware beest dat
het lief t in het water vertoeft, heb
ben jullie natuurlijk allemaal wel
eens in d^n dierentuin gezien. Je
ziet, de teekening bestaal slechts uit
een enkele lijn en toch kun je dui
delijk zien, welk dier er voorgesteld
wordt. Gemakkelijker kan het al
niet!
En nu is de beurt aan jullie om
het net zoo mooi (ol misschien nog
mooier) na te teekenen. Probeer het
maar eens! En niet dadelijk opge
ven, als het de eerste keer niet met
een lukt; denk eraan: oefening
baart kunst.
TANTE TINE.
1.
Oplossingen.
W
Po
lid
mama
Wodan
l:„iep