Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. FEUILLETON MGCSJDlWABAnD êlp\vAALAVIJTC DOOR, ERVARING. N» IMMER 34. II WOENSDAG 2ö APRIL 1934. 57e JAARGANG. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG Brieven, Ingezonden stukken, gelden, en*. franco te zenden aan den Uitgever. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco p. post door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE i WAALWIJKSCHK STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN Telefoon No. 18. Telegr.-adreaECHO Prijs der AdvertentiSn 20 cent per regel; minimum ƒ1.50. Bij contract flink rabat. 1 n Reclames 40 cent per regfthno^-H Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 0 uur in ons bezit zijn. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. EERSTE BLAD. GEMEENTERAAD WASPIK. De raad der gemeente Waspik ver gaderde Vrijdagavond ten raadhuize onder voorzitterschap van burgemees ter P. Dekkers. Aanwezig alle leden. De notulen worden na voorlezing onveranderd vastgesteld. Aan de orde: Ingekomen stukken. Van den minister, mededeeling dat op nieuwe voorwaarden een voorschot is verleend aan de Waterleidingmaat schappij N.W.-Brabant. Het bedrag dat via de gemeente Waspik wordt geleend, bedraagt 174.724.40. Processenverbaal van kasopname bij den penningmeester van het Burg. Armbestuur en bij den administrateur \an de Woningbouwvereeniging. Alle kassen zijn in orde bevonden. Gebleken is dat bij de Woningbouwvereeniging thans een bedrag van 82.aan huis huur achterstallig is. Wordt voor kennisgeving aangeno men. Toegezonden is een motie van de werkcommissie uit de moderne arbei dersbeweging, waarin verzocht wordt verschillende maatregelen ten bate dei werkloosheid te nemen. De heer Brockx hoopt dat dergelijke stukken terzijde worden gelegd, zoo lang de S.D.A.P. in haar orgaan den burgemeester zoo durft beleedigen als geschied is. De raad weet wat de bur gemeester voor de werkloozen doet en daarom kan spr. niet goedkeuren dat op deze wijze wordt opgetreden. Het adres wordt voor kennisgeving aangenomen. Het ingekomen verslag van den Wa- ïenkeuringsdienst te Breda wordt ter inzage gelegd. 2. Vaststelling politieverordening. De Voorzitter merkt op dat deze verordening al door de raadscommis sie is onderzocht en aangevuld. Spr. verwacht daarom dat er weinig aan merkingen meer gemaakt zullen wor den. Slechts wil spr. nog voorstellen alinea 9 van 146 te schrappen. Daarin is n.l. bepaald dat in danslokaliteiten geen alcoholische dranken geschonken mogen worden. Spr. vindt deze bepa ling voor Waspik niet gewenscht. Met algemecne stemmen wordt de verordening, met deze wijziging, vast gesteld. 3. Wijziging ambtenarenreglement. De Voorzitter licht deze wijzigingen die van hoogerhand worden voorge schreven, toe. Hoofdzaak is dat de ambtenaren en werklieden geen lid mogen zijn van revolutionnaire veree- nigingen of zich niet revolutionnair mogen gedragen. Voorts worden op genomen bepalingen omtrent ontslag aan vrouwelijke ambtenaren, die hu wen of in concubinaat gaan leven en omtrent het tijdelijk genot van beloo ning voor lien die in militairen dienst gaan. Deze wijzigingen worden aange bracht. 4. Veldwachtersverordening. De Bond van politiepersoneel heeft gevraagd de rijwieltoelage van den veldwachter te brengen van 15. op 30. De Voorzitter vindt het billijk aan dit verzoek te voldoen, daar er tegen woordig nog slechts een veldwachter is, die dus meer van zijn fiets gebruik moet maken als vroeger toen er twee waren. De meeste gemeenten geven trouwens een toelage dfe hooger is dan 30.Ook marechaussée's en rijks veldwachters krijgen dit bedrag. De lieer Brockx vraagt hoeveel pro- cessenverbaal de veldwachter den laatsten tijd gemaakt heeft. De Voorzitter weet het niet precies, maar zal hel in zijn archief uitzoeken en in de volgende vergadering ant woorden o Besloten wordt aan het verzoek te voldoen. Tegen stemmen de heeren Brokx, v. Dongen en v. d. Rijken. 5. Goedkeuring rekening en be grooting van het Burg. Armbestuur. De rekening sluit in ontvangsten op 20401 en in uitgaven op ƒ24902.09. De begrooting sluit op 24168.67. De heer van Dongen merkt op, dat op de begrooting een post van 5000 als gemeente-subsidie is opgenomen, welke post echter in de gemeente-be grooting niet aanwezig is. Daarom acht spreker deze begrooting van geen beteekenis. De Voorzitter vertrouwt, dat het Armbestuur al het mogelijke zal doen om de uilgaven zooveel mogelijk te drukken. De gemeente verkeert im- van „De Echo van het Zuiden". Irïn uiers in zeer moeilijke financieele om standigheden, zoo zelfs, dat de be- grooting voor 1934 nog niet is goed- gekeurd. Spreker weet niet, wat nog te wachten staat. Hel is best mogelijk dat de Minister zich niet met de be grooting kan vereenigen. Men kan nu de belasting niet gaan verhoogen om het nadeelig saldo van liet Burg. Arm bestuur aan te zuiveren. Uit de begrooting 1934 blijkt, dat de kosten voor werkloozensteun niet zullen kunnen worden bestreden, in dien deze zoo hoog blijven als thans het geval is. Voor steun is immers slechts 30.000.uitgetrokken. Spr. veronderstelt, dat de Minister zal voorschrijven de belastingen te ver hoogen. De heer v. d. Rijken verwacht, dat Ged. Staten deze Armbestuur-begroo ting niet zullen goedkeuren. De Voorzitter zegt, dat rekening en begrooting van het Burg. Armbestuur niet aan de goedkeuring van Ged. Sta ten onderhevig zijn. De heer v. d. Rijken zou de goedkeu ring liever aanhouden. De Voorzitter zegt, dat gewacht kan worden, tot de gemeente-begrooting is goedgekeurd. De heer v. d. Rijken gelooft, dat het Burg. Armbestuur in een zelfde vaar water zal komen als de Woningbouw vereeniging. De heer Brockx zegt, dat deze ver gelijking niet opgaat, daar de boirw- vereeniging altijd verlies heeft opge leverd, terwijl het Burg. Armbestuur de gemeente dikwijls uit den nood ge- nolpen heeft. De Voorzitter moet deze zienswijze onderschrijven. Rekening en begrooting worden vastgesteld. Tegen dot heer v. Dongen. Naar het Engelsch van LOUIS TRACY. Nadruk verboden. Dat apprecieer ik ten zeerste, To wer, ouwe jongen, betuigde Meiklejohn cenigszins vaag. Hij gevoelde zich op dat oogenblik aanmerkelijk miserabeler dan de man, die bijna het slachtoffer van een laaghartige misdaad was geworden. De kwestie is, hernam Lord Tower, oat ik zoo gauw mogelijk je wilde spre ken. Want misschien weet je niet, dat die schavuiten het eigenlijk op jou voor zien hadden? Meiklejohn probeerde te glimlachen. Ja, ja, antwoordde hij dp denzelf den afwezigen toon als zooeven. De poli tie is daar op de een of andere manier ook achter gekomen. Om je de waarheid te zeggen, geloof ik, dat de autoriteiten mij ervan verdachten, iets met het geval uitstaande te hebben. Lord Ronald Tower lachte ook, maar heel wat ongedwongener dan zijn gast heer. Neen maar, die is goed. Ha, ha, ha! Vooruit kerel, ga mee naar het Huis dan zullen we ze het daar wel eens gauw anders laten zien. Hij klopte zijn vriend hartelijk op den schouder. Tjonge, wat hebben die kranten een drukte over me gemaakt! Ik ben warempel ineens een beroemdheid geworden! Ik kom je over een paar minuten wel achterna. En kijk eens, Tower, ik wil er tegenover jou geen doekjes om winden het ging inderdaad tegen mij. Het stond in verband met een oude fami lietwist, maar de kwestie zal nu wel in der minne geschikt worden, denk ik. Ik hoop, dat je mij zult toestaan je schade en verlies in elk opzicht trachten te ver goeden. Als je de politie aan het verstand kunt brengen Dat de heele geschiedenis een grap was? Ik vrees, dat dit niet zoo gemakke lijk zal gaan. Maar ik zal in elk geval mijn best doen, Meiklejohn, terwille van jou om ze te bewegen van verder onderzoek af te zien. Maar laat ik je eens goed aan kijken, kerel; wat zie je eruit! Je moet je in dien tijd wel allerberoerdst gevoeld hebbenEnfin, tot straks. Zullen we samen ergens gaan eten? Dat zal je opmonteren na al die narigheid. Nu moet ik er heusch vandoor om voor schim te spelen in de wandelgangen! Hij haastte zich weg. Meiklejohn hoorde zijn bediende, die ook al van opwinding de kluts kwijt was, de buitendeur openen. Toen hij zich om keerde, stond Ralph achter hem. Ziezoo, grijnsde de verloopen broer, is dat boffen of niet? Nu nog het meisje. Ik zal een week wachten voor ik weer bij je kom. Dan zullen de gemoederen toch wel tot bedaren zijn gekomen. En ook hij vertrok. De afgevaardigde van North Loamshire plofte als een looden blok in een fau teuil. Hoofdstuk X. Het gezicht in den droom. Toen Winifred den avond van haar ontslag in het warenhuis en na haar ont moeting met Sir Reginald Carshaw, thuis kwam in Henry Street 7, voelde ze zich wel het rampzaligste meisje in Londen. Plotseling was ze in een groot mysterie verwikkeld geraakt. Er dreigde haar iets, wat, wist ze niet. Toen de deur achter haar dicht sloeg, zonk haar het laatste restje moed in de schoenen; ze was nu alleen thuis.... en alleen op de wereld. Dat haar tante, de vreeselijk alledaag- sche Miss Rachel Craik, van wie men zoo iets wel het allerlaatste zou denken, op de een of andere manier iets uitstaan de kon hebben met den moord op Lord Ronald Tower, leek haar eenvoudig on zinnig. Winifred liet opnieuw de gebeur tenissen van den dag aan haar geest voor- bij gaan. Het moet een droom zijn, zucht te ze voor zich heen. En tochhet huis was verlaten. Haar tante was er niet die was gearresteerd. Het was dus geen droom, het had er alleen veel van. In de meeste kamers van het huis was niets voorhanden dan stof. Rachel Craik j verkoos in de krioelende volte van de volksbuurt even eenzaam te leven als 'n j schipbreukeling op een rots midden in den oceaan. Winifred was er langzamer hand aan gewoon geraakt, nooit ander gezelschap te hebben dan haar tante, j Maar nu ze heelemaal alleen was over- 1 gebleven, liet de vraag haar geen rust waarom was er nooit iemand anders in huis gekomen dan zij tweeën? Raar tante was verre van rijk en zou best een paar van de ongebruikte kamers hebben kunnen verhuren. En toch was Miss Craik steeds erg kwaad geweest als ze zoo iets voorstelde. Waarom? Alles kwam haar raadselachtig voor, allerlei twijfelingen doken op, als geesten, die haar in het donker met somber-vragende oogen aanstaarden. Toen haar tranenvloed een beetje aan het ebben was, had Winifred nog juist genoeg energie om de tafel te dekken en een eenvoudig maal klaar te maken. Maar toen het zoover was, kon ze geen hap door de keel krijgen. Ze ging op haar ka mer voor het raam zitten; haar hoedje had ze nog op. De lantaarns brandden nu. Beneden in de straat gingen honderden menschen voorbij als druppels van den oneindigen waterval van het leven. Winifred's oogen bleven telkens rusten op de plek, waar Carshaw met haar ge praat en Fowle, haar kwelduivel, neerge slagen had. Haar gedachten dwaalden af naar haar redder. Hij was knap en zag er keurig en sportief uit in zijn goed zittende grijs plus-four pak; zijn stap was veerkrachtig en zijn manier van spreken, die van iemand, die gewoon is om te bevelen; hij had een krachtig, hoe kig voorhoofd, dat kon dreigen; diep blauwe oogen; hij had iets doen den ken aan een sterke vesting, die een een zaam hulpeloos meisje bescherming kon verleenen. Zijn vrouw, als hij er een had tenminste, moest zich wel heel veilig bfj hem voelen! Beschoeiing havens Vrouwkens- vaart en Kerkvaart. De Voorzitter zegt, dat bij de Vrouw- kcnsvaartsche haven de beschoeiing moet worden aangebracht tegen het perceel van v. d. Born. Langen tijd was spr. van meening, dat het onder houd der beschoeiing eigenlijk voor rekening van v. d. Born zelf moest ko men, maar na onderzoek is hem ge bleken, dat de gemeente wel degelijk voor de beschoeiing heeft te zorgen. De kosten der nieuwe beschoeiing zul len 1200.bedragen. Hel is volgens spreker echter gewenscht, dat de raad een bedrag voteert van 1500.op dat ook de beschoeiing der Kerkvaart- sche haven vernieuwd zal kunnen worden. Men kan wel weer de vraag stellen: Waar moet het geld vandaan komen?, maar van den anderen kant zegt spr., kan het toch niet de bedoe ling zijn de boel geheel te laten ver vallen. Met het uitbaggeren is veel geld aan de havens besteed, maar als aan de beschoeiingen niets gedaan wordt, zal dat alles na korten tijd nut teloos blijken. B. en W. adviseeren daarom het werk te doen uitvoeren en daartoe een leening van 1500. aan te gaan. a De heer v. d. Rijken is voor de uit voering van het werk, maar wil de voorwaarden weten, waarop dit zal worden aanbesteed. De Voorzitter zegt, dat de Raad eerst in principe kan besluiten het werk uit te voeren. B. en W. zullen dan trachten een geldschieter te vin den, en in de volgende vergadering kan dan tot het aangaan van de lee ning besloten worden. Spr. oppert de mogelijkheid de werkloozen bij de uitvoering van dit werk tewerk te stellen. De heer Brockx heeft al 11 jaren geijverd voor een nieuwe beschoeiing. Daarom juicht bij het plan ten zeer ste toe. De heer v. Dongen wil al direct be sluiten tot het aangaan van een lee ning, daar dan zoo spoedig mogelijk met het werk begonnen kan worden. Het waren dergelijke gedachten en brokstukken van gedachten, waaraan haar geest spon. De t ij cl kroop om en het werd 10 uur. Ze voelde zich doodmoe na zoo'n zwaren emotievollen dag. De schok van haar ont slag, haar onderhoud met den politie commissaris, de arrestatie van haar tan te, de mysterieuze moordzaak, alles druk te op haar als een last, dien ze alleen in den slaap niet zou voelen. Haar oogen vielen dicht; ze dwong zich uit den stoel op te staan, zette haar hoed af en kleedde zich half uit. Toen ging ze op haar bed liggen en sliep direct in. De uren gingen voorhij. De geluiden van de straat werden steeds minder en doofden uit, om, daarna plotseling weer op te leven; de sluitingstijd van de café's, waaruit de bezoekers zich in alle richtingen verspreidden. Toen nieuwe en intenser stilte. Winifred merkte van dit alles niets ze sliep vast. Maar was het in een droom, de stem die ze hoorde? Er scheen iemand iets te fluisteren: „ze moet het land uit. Ze is het evenbeeld van haar moeder". Het was een gedempte, grimmige stem. De kamer, het heele huis was donker geweest, toen zij zich op het bed had laten neervallen. Maar had zij nu niet 'n \aag besef gehad van een lichtschijnsel ergens? Had ze ook dit gedroomd of had ze het werkelijk gezien? Verschrikt ging ze overeind zitten en staarde om zich heen. In de kamer heerschte duisternis, maar nog steeds klonk-haar in de ooren. „ze is het even beeld van haar moeder". Ze had die woorden gehoord, ergens, maar waar en hoe? Ze luisterde, haar zenuwen tot het uiterste gespannen van angst. Van de straat klonk nu geen enkel geluid meer en het huis was stil. Maar na tien minuten evenzooveel uren leken het was het alsof door het duister een gemurmel drong. Het leek uit de verte te komen, alsof er een rui- schende beek ontsprongen was aan de straat hij de obelisk en het was nog meer droomverloren dan hetgeen nasuisde in Winifred's ooren. Op de een of andere manier een verklaring had ze er niet voor deed het geluid als van stroomend water in den nacht, haar denken aan een gezicht, dat ze, voor zoover ze zich kon herinne ren, nooit bewust gezien had het ge zicht van een man; bruin, hard en vier kant, een gezicht, dat haar had aange staard en toen weer verdwenen was. En een vraag vormde zich in haar her sens: dat gezicht, meedoogenloos, ge bruind, dat ze nooit had gezien en toch ook weer wel, was dat niet hetzelfde als dat gefluisterd had: „ze is het evenbeeld van haar moeder?" Winifred zat een heele poos op den rand van haar bed. en luisterde naar het verwijderd geluid. Toen vroeg ze zich af: „Zou het niet hier in huis zijn?" Want, toen haar ooren er wat aan ge wend waren, scheen het haar iets min der van verre te komen, iets minder on- reeël. Ze meende nu duidelijk menschen te hooren spreken op gedempten toon. Even later werd het gefluister onderbro ken door een scherp woord, dat ze dui delijk kon verstaan. „Caramba". Ze schrok op, want de stem, die het sprak, leek heel dicht hij. Ze was er nu zeker van, dat er iemand was. Toen ze ging slapen, was er niemand dan zij in huis geweest. En wakker geschrokken in het holst van den nacht om te ontdek- ken, dat ze niet meer alleen was, voelde /e haar hart kloppen in wilde ontstelte nis. Maar Winifred was geen lafaard. Na eenigen tijd vond ze moed om de kamer uit te glippen naar de gang. Enkele oogenblikken luisterde ze scherp en stel de vast, dat het gefluister uit de achter kamer kwam, slechts een paar passen, vanwaar ze nu stond. Het was blijkbaar een heel ernstige be spreking, op onderdrukten toon gevoerd, Inbrekers konden het niet zijn; die zou den toch wel niet in een vreemd huis binnengaan voor een langdurig onder houd. En geestenoch, onzin! Bo vendien, onder de deur door scheen licht.... geesten draaiden de lamp niet aan. Winifred sloop naar de deur en de adem stokte haar haast in haar keel van angst, toen ze klopte en zachtjes vroeg: Tante, bent u daar? Wordt vervolgd. De Echo van het Zuiden, Waalwyksehe en Langstraatsehe CooranL MAAI5C HAPPY VAN VERZEKERING OP MET LEVEN 12. 6.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1934 | | pagina 1