Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
MGDÖDBRABATÏÏ)
l
FEUILLETON
Genade voor Recht?
NUMMER 39.
ZATERDAG 12 MEI 1934.
57e JAARGANG
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, en*.
franco te zenden aan den Uitgever.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco p. post door 't geheele rijk 1.40.
UITGAVE i
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 89.
Telegr.-adres: ECHO.
Prijs der AdvertentiSn
26 cent per regel; minimum 1.50.
Bij contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regel.
Advertentiën moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zijn.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
EERSTE BLAD.
Het drama van de Zeven Provinciën-
Hier en daar gaat een stem op
om ten opzichte van de veroordeel
den inzake het drama van de Zeven
Provinciën nu maar eens genade te
laten gelden voor recht. Men kan
dit vraagstuk ongetwijfeld wel eens
met ernst onder de oogen gaan zien,
maar dan ook objectief. Dus anders
dan we het dezer dagen in een zeker
dagblad gedaan zagen, toen de
redactie als argument voor gratie
o.m. aanvoerde het z.g. gebleken
»totaal verschillende standpunt,
waarop de militaire justitie zich
jegens officieren en minderen stelde.»
De bedoelde redactie ziet een scherpe
tegenstelling tusschen »dc lichte
straffen, waarmee alle officieren van
het muitende schip er af gekomen
zijn» en de «geweldige zware straffen
van de muiters.»
Wij kunnen niet inzien, dat de
offfcieren licht zijn gestraft. Veroor
deelingen tot een jaar of langer,
alsmede ontslag uit den dienst, zijn
toch inderdaad heel zware vonnissen
voor menschen, die zelve tenslotte
toch niets misdeden, maar verzuim
den het goede te doen. Met dat te
constateeren, geven we tevens het
groote onderscheid aan van de
feiten, voor welke resp. de muiters
en de officieren zich hadden te ver
antwoorden. De beschuldigingen,
tegen elk dezer groepen uitgebracht,
zijn van geheel uiteenloopenden
aard en mogen daarom nimmer
met elkaar worden vergeleken. Een
brandweerman, die de bestrijding
van het vuur op ontactische of
ondeskundige wijze aanpakt, staat
geheel anders schuldig dan degene,
die den brand stichtte.
We kunnen thans, zoo langen
tijd nadat het drama zich voltrok,
rustiger en objectiever oordeelen.
Ons rechtsgevoelen is door de feite
lijke afdoening niet geheel bevredigd
en wel, omdat we overtuigd zijn dat
slechts een deel der schuldigen is
gevonnist. Er is ook zooveel politieke
schuld en die is niet te berechten.
Op het oogenblik zijn de lijntjes
in den militairen dienst weer vrij
strak aangehaald en thans zouden
de meeste officieren wel weten wat
hun in geval van muiterij te doen
staat. De huidige volksgeest gaat uit
naar een krachtig bestuur en naar
het handhaven van orde en tucht.
Enkele jaren geleden was dat nog
heel anders. Een officier was toen
ipso facto een «moordenaar» en vele
regeerders deden belangrijke conces
sies aan de publieke opinie door
soldaten en matrozen als papkinde
ren te laten behandelen en den
officierenvoor te houden dat ze
humaan moesten optreden, de rech
ten der minderen toch vooral moes
ten ontzien en elk geweld dienden
te mijden. Dat kan alles op zichzelf
misschien wel goed en juist zijn,
maar door het teveel aan nadruk
wordt toch de militaire geest van
tucht verslapt en menige officier
beteugelde zijn ijver, bang als hij
was om zijn vingers aan koud water
te zullen branden.
Laten we, ons herinnerende den
volksgeest en den geest der autori
teiten van jaren her, nu eens denken
aan de positie der officieren op de
Z. P., die plots gesteld waren tegen
over een troep gewapende muiters.
Ze hadden zich dapper kunnen
betoonen en kunnen schieten. Zeker.
Daarmee zou het doodvonnis zijn
voltrokken geweest over eenige mui.
ters en.... over de officieren zelve.
We zijn er van overtuigd, dat er
ook dan weer verontwaardiging zou
zijn geweest, als de officieren het
verzet in bloed hadden gesmoord,
want hun optreden zou ontactisch
zijn geheeten, onmenschelijk enz.
Men zou hebben betoogd, dat zulke
bloedige onderdrukking niet noodig
was geweest, want dat met het
bekende zoete lijntje de muiters op
den duur ook te vangen waren
[geweest.
Toen het muitersschip dagen lang
varende was, heeft de publieke opinie
zich opgewonden en kwam een na
tionalistische tendenz naar boven,
maar tóch.... waarom is tenslotte
nog zoo angstvallig de naam ver
zwegen geworden van den officier
die een bom op de Z. P. heeft laten
vallen
De officieren der Z. P. hebben
'zeker verkeerd gehandeld hun
handelwijze was tenslotte een uit-
(vloeisel van den slappen geest in
'overheidskringen, waar men o zoo
,bang was voor verantwoordelijk
heden.
j Een milde straf daarop mag zeer
zeker worden aangedrongen.
Dat geldt óók de muiters, die, hoe
schuldig ze mogen zijn, mede slacht
offers moeten worden geheeten van
'een verkeerd overheidsbeleid. Men
had de schepelingen te zeer behandeld
als een soort arbeidscontractanten.
De tucht werd ondermijnd, doordat
men ze vakvereenigingetje liet spelen,
eischen liet stellen en dezelve aan
hoorde, met delegaties confereerde,
zich als overheid met moties liet
beslingeren. We zeggen niet, dat de
overheid wenschen van het vloot-
personeel moet negeeren en ontoe
gankelijk moet zijn voor grieven en
bedenkingen, maar de verhoudingen
in militairen dienst moeten anders
worden gesteld dan in een industri-
eele onderneming. Menschen die men
een soort vakactie laat voeren, kan
men op den duur niet terughouden
om ook eens over een staking te
prakkezeeren 1
Wat eenigen tijd geleden mogelijk
bleek met de Z. P., zal thans, dank
zij het veranderde overheidsbeleid,
door niemand meer voor mogelijk
worden gehouden. Daarmee is tevens
vastgesteld, dat de overheid ook
zeker schuld heeft gehad aan de
beschamende gebeurtenis.
En dat mag ook niet vergeten
worden bij de berechting.
DUBBEL ZUIGVERMOGEN NEDERLANDSCH FABRIKAAT
LAAGSTE PRIJS - BUITENGEWONE CONDITIËN
VRAAGT DEMONSTRATIE FILIAAL VELO WASCHMACHINE My.
van „De Echo van het Zuiden".
Naar het Engelsch van
LOUIS TRACY.
Nadruk verboden.
17)
Winifred's gezichtje werd pijnlijk
rood en toen bleek. Sir Reginald ver
loor niet dikwijls zijn tegenwoordig
heid van geest, maar nu stond hij toch
een moment beduusd.
Miss Rachel Craik echter redde hem
uit deze hachelijke situatie, door te
zeggen: „Mijnheer heeft iets laten val
len op je schoot Winifred", waar
op Winifred haastig het stukje papier
aan den jongen baronet teruggaf.
Sir Reginald wist niet, wat hij nu
moest aanvangen. Als hij Winifred
per post schreef, zou de brief spoedig
genoeg bezorgd worden, maar aan deze
wijze van een afspraakje maken was
te veel risico verbonden.
Hij begon te eten, zijn hersens pijni
gend om een oplossing te vinden. De
tijd begon angstig kort te worden.
Zijn oog viel op den Duitschen half
was kellner en hij kreeg plotseling een
inspiratie. Hij sprak vloeiend Duitsch
en aannemend, dat Miss Craik waar
schijnlijk geen woord van die taal ver
stond, zei hij op een doodnuchteren,
normalen toon, die onmogefijk arg
waan kon wekken, tegen den jongen:
Je hebt zeker wel graag Engelsch
geld, hè?
Ja, mein Herr, was het begrijpe
lijke antwoord.
Dan krijg je een pond van me.
Dat is erg vriendelijk van U, mein
Herr. Danke schön.
Maar je moet hem verdienen. Wil
je doen wat ik je zeg, al vind je het
vreemd, zonder naar de reden te vra
gen?
Als ik kan graag, mein Herr.
Het is heelemaal niet moeilijk. Je
moet naar die stoel gaan, waar ik zoo
straks gezeten heb, je opeens op den
grond laten vallen en schoppen en
trappen en je in allerlei bochten wrin
gen, alsof je een aanval van vallende
ziekte hebt. En als je dat twee minuten
volhoudt, krijg je niet één Engelsch
pond, maar twee. Wil je het doen?
Met alle plezier, mein Herr, ant
woordde de jongen met een stalen ge
zicht.
Wacht dan nog ongeveer drie
minuten en doe het dan onverwacht.
De drie minuten gingen in stilte
voorbij. Geen geluid in het vertrek be
halve dat van het geklik van Sir Regi
nald's vork en mes, en dat van Miss
Craik's breinaalden.
Toen slenterde het kellnertje naar
het andere einde van de eetzaal en de
i volgende seconde belande hij met een
1 bons op den grond en lag in een toe-
val.
He, waf hebben we nu, klonk Sir
Reginald's verbaasden uitroep en zoo
wel Miss Craik als Winifred slaakten
een kreet van ontsteltenis.
Hij heeft een toeval, schreeuwde
Miss Craik, toen ze van den eersten
schrik bekomen was.
Gooi wat water over hem! riep
Winifred Sir Reginald met een hene
pen stem toe. Maar Sir Reginald ver
roerde geen vin.
De jongen schopte en trapte aan een
stuk door; hij had zich zoo laten val
len, dat hij met zijn gezicht naar be
neden lag.
O, tante, hijgde Winifred en ze
stond half op om te gaan helpen, maar
toch nog aarzelend van angst, kijk hem
toch eens.
Nu sprong Miss Craik op, nam de
karaf van de tafel met een afkeuren
den blik naar Sir Reginald en ging naai
den kellner.
Winifred ging haar achterna en Sir
Reginald liep achter Winifred aan.
Rachel Craik draaide den jongen om,
tot hij op zijn rug kwam te liggen,
doopte haar vingers in het water en
besprenkelde zijn voorhoofd. Winifred
stond achter haar en hoog zich naai
den patiënt. Reginald was nu naast
haar.
Hier, pak aan.
Winifred hoorde het fluisteren en
voelde een stuk papier in de palm van
haar hand weer het briefje. Dezen
keer sloten haar vingers er om heen
en ze liet het voorzichtig in haar zak
glijden.
HOOFDSTUK XIIT.
De twee ;auto's.
Het is eigenlijk heel ongepast van
me om u hier te ontmoeten, vond Wi
nifred. Ik ben benieuwd wat voor zaak
van groot belang u met me te bespreken
kunt hebben?
Het was in het laantje achter het
kerkhof, dienzelfden avond om 7 uur.
Winifred had onder het een ,of an
der voorwendsel aan het wakend oog
van miss Rachel Craik weten te ont
snappen ze veronderstelde het ten-
BUITENLAND.
Roemenië bevreesd voor hongersnood.
Terwijl de bofcehbranden in ver
schillende deelen van Roemenië
onafgebroken voortwoeden en tal
rijke hofsteden verwoesten, begint
als gevolg van de aanhoudende
droogte, steeds meer het gevaar te
dreigen van hongersnood. De regee
ring heeft een oproep gericht tolde
bevolking, om de grootst mogelijke
zuinigheid te betrachten bij het
graangebruik. De uitvoer van graan
en boonen is voorloopig verboden
en de voorraad mais is in beslag
genomener worden reserves aan
gelegd voor de districten, waar het
gevaar voor voedselschaarschte het
grootst is.
Amerika s houding i.z.
oorlog sschuliten.
In een persconferentie heeft presi
dent Rooseveld een belangrijke ver
klaring over de ooriogsschulden
afgelegd, waaruit blijkt dat de Ver-
eenigde Staten nog steeds bereid
zijn gehoor te verleenen aan de
voorstellen van de Europeesche
debiteuren betreffende onderhande
lingen over de schulden. De Vereen.
Staten zullen nagaan of een land
zich in nood bevindt, indien het om
verlaging der schuld vraagt.
Sabotagedaden in Oostenrijk.
Tegenstanders der Oostenrijksche
regeering hebben Donderdag op tal
minste en liep met Sir Reginald in
het laantje op en neer. Het begon al
vroeg donker te worden; het was een
sombere avond de hemel was be
dekt met dikke wolkenbanken en er
viel een druilerige regen.
Je bekijkt het uit een verkeerd
oogpunt, Winifred, antwoordde Sir
Reginald. Dit is geen verliefd afspraak-
je, maar een deksels ernstige bespre-
king, die beslissend kan zijn voor de
rest van je leven. Je veronderstelt toch
niet, dat ik je zoo'n beetje voor de
aardigheid van Paxton gevolgd ben?
Maar hoe wist u in vredesnaam,
dat ik hier was?
Van de politie.
Al weer de politie? Wat vreemd!
Ja, vreemd. Maar toch ook weet
niet zóó vreemd. Ze stellen belang in
jou en je doen en laten, voor je eigen
bestwil. En ik natuurlijk nog meer.
U bent buitengewoon vriendelijk,
om zoo bezorgd over me te zijn. Maar
vertelt u me nu alstublieft gauw, wat
u te zeggen hebt. Ik kan maar hoog
stens tien minuten wegblijven. Ik hen
hang, dat tante toch al achterdocht
koestert. Ik weet zeker, dat ze dat
briefje op mijn schoot vanmiddag niet
vertrouwt.
En /die kellner met zijn toeval!
Heeft ze dat óók doorzien?
Wat? Was dat een krijgslist?
Goeie hemel, wat bent u vindingrijk!
Ik ben haast bang van u...
Die vindingrijkheid is alleen ge
volg van mijn groot verlangen om jou
te helpen, Winifred.
Vreeselijk lief van u om dat te
zeggen. Maar vertelt u nu.
Winifred, je bent in gevaar, en
er is maar een manier om daaraan te
ontkomen namelijk door mij abso
luut te vertrouwen. Begrijp alsjeblieft,
dat die droom, waarin je iemand hoor
de zeggen: „Ze moet het land uit", of
iets van dien aard, geen droom was.
Je bent op het oogenblik hier om ont
voerd te worden. Laat het toch tot je
doordringen, dat niemand je kan dwin
gen om tegen je wil het land te verla
ten; een van de ^knapste politie-auto-
riteiten van het land verklaart, reden
te hebben om te gelooven, dat jij niet
bent, die je denkt te zijn en dat de
vrouw, die jij tante noemt, niet meer
recht op dien naam heeft dan hij of ik.
Wat is dat voor reden, die hij
heeft om dat te denken? vroeg Wini
fred.
Dat weet ik niet en het kan me
niet schelen ook; hij heeft het me ver
teld. Maar geloof hem en geloof mij.
De menschen, die jouw lot in handen
hebben en dej haas over je spelen, zijn
geen behoorlijke, normale menschen
op de een of andere manier hebben ze
kwaad gedaan of zijn er ten nauwste
bij betrokken. Dat is zoo zeker als twee
maal twee vier is. De politie weet dat,
afschoon ze nog niet precies achter
de feiten heeft kunnen komen. Geloof
je, wat ik je vertel?
Het klinkt allemaal wel erg zon
derling.
Maar het is waar dat is de
hoofdzaak. Heb je bij geval ooit een
man ontmoet, die Voles heet?
Voles? Neen.
Toch is die man ergens in je on
middellijke nabijheid. Hij kwam met
denzelfden trein als jij uit Londen
hij zwerft altijd in de buurt. Voles is
de intiemste kameraad of bondgenoot,
hoe je 't noemen wilt, van je tante.
Denk eens in, vindt je het ook niet
vreemd, dat je dien man dan nooit
ontmoet heb?
(Wordt vervolgd).
o van het Zuiden,
Waalwpsche en Langstraatscbe ('tirait,
"«AATSCHAPpy VAN VERZEKERING OP HET LEVEN
MO STOFZUIGER