Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
1
FEUILLETON
NUMMER 43.
ZATERDAG 26 MEI 1934.
57e JAARGANG
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, en*.
franco te zenden aan den Uitgever.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco p. post door 't geheele rijk 1.40.
UITGAVE
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO.
Prijs der Advertentiën
26 cent per regel; minimum 1.50
Bij contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regsl.
Advertentiën moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zijn.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
EERSTE BLAD.
WAAR ZIJN ZE.
Als we op het moment ons gingen
neerzetten tot het schrijven van een
artikel over en tegen het fascisme,
dan 'konden we er ons tevoren van ver
zekerd houden, dat dit geschrift bij 'n
zeer groot percentage onzer lezers on
gelezen zou blijven.
Hoe geheel anders was dat een goed
jaar, zelfs een goed half jaar, geleden.
Toen kon er geen krant of tijdschrift
verschijnen of er prijkte een artikel
over de nieuwe geestesstrooming in.
Toen kon er geen politieke vergade
ring worden gehouden of er werd ge
sproken en gedebatteerd over het fas
cisme en zijn Staatsleer. Toen was
fascisme het voornaamste onderwerp
waarover aan de stamtafels en in de
treincoupé's woorden werden gewis
seld door ervaren en nieuwbakken
politici. Toen kon men dagelijks in
zijn brievenbus oranje-kleurige circu
laires vinden met zeer nationale, soms
wel wat al te nationale, leuzen. Toen
gingen de rood-zwarte propagandisten
nog te keer alsof half Nederland reeds
aan hen behoorde, en alsof dank zij
hen, het leed van de economische
crisis spoedig geleden zou zijn.
Kortom, het leek of er toen nog
slechts een enkel onderwerp was, dat
waard was besproken te worden. Of
er geen veel belangrijkere vraagstuk
ken waren, die onze aandacht vroe
gen. Het was of de koele Hollander,
die op politiek gebied immers de re
putatie heeft om eerst eens de kat uit
den boom te kijken, plotseling door
een politieken hartstocht was bezeten
en verder uit den hand sprong als
vau „De Echo van het Zuiden".
Naar het Engelsch van
LOUIS TRACY.
Nadruk verboden.
21.
Thans kon Sir Reginald de auto op
volle kracht laten loopen. Toch had
hij niet zoo heel veel voorsprong, want
Voles en Grey foot waren al gauw in
zijn eigen wagen, die evenals de hun
ne, weinig beschadigd was door de
hotsing, omdat, zooals gezegd, Sir Re
ginald op het fatale oogenblik juist
vaart geminderd had.
De race begon dus weer van voren
af aan, alleen waren de rollen van ver
volgden en vervolgers nu omgekeerd.
Miss Rachel stond direct weer half op
en staarde achteruit; ze wilde thans
even graag ingehaald worden, als ze
eerst verlangd had te ontkomen. Als ze
voldoende spierkracht had bezeten of
over een. wapen had beschikt, zou ze
zeker een aanval op die twee hoofden
vóór haar hebben ondernomen; ze kon
Winifred en Sir Reginald samen hoo-
ren spreken maar niet verstaan wat ze
zeiden, en dat maakte haar nog gifti
ger. Ze wierp venijnige blikken op het
jonge meisje en bromde allerlei verre
van vriendelijke opmerkingen.
Wees maar niet bang, sprak Sir
Reginald op gedempten toon Wini
fred moed in. We zullen nu wel ont-
voor een degelijk Hollander welvoege-
lijk is.
Hoe kan die koortsstemming zich
toch in korte maanden wijzigen? We
zijn nu een goed half jaar ouder en
het is slechts bij uitzondering dat we
het wagen het onderwerp fascisme
nog eens aan te snijden. We weten dat
we er niet meer mee behoeven aan te
komen, omdat het meerendeel der
menschcn het beu is steeds maar weer
naar dezelfde peroraties te luisteren.
Het heeft er allen schijn van dat de
wijze vaderlanders toch gelijk hebben
gehad, toen zij beweerden dat Neder
land met zijn door en door democrati-
schen volksaard nooit een goeden voe
dingsbodem zou zijn voor woekerplan
ten als fascisme en nationaal-socialis-
me. Inderdaad gelooven wij, dat die
democratische geest, die sinds Wil
lem de Zwijger in ons volk gelegd is,
te sterk is om zich door een vloedgolf
van een oogenblik te laten overdon
deren. De democratie zit te diep in
ons volk verankerd, heeft te diep wor
tel geschoten, dan dat zij er met één
slag zou zijn uit te rukken. Dat komt
omdat zij hier gebaseerd is op haar
sterkste fundament, den geest van
vrijheid in het volk.
Vele democratische regeeringen zijn
in de laatste jaren gevallen, maar
daaruit mogen we niet al te haastig
concludeeren dat de democratie heeft
afgedaan. Want waren de gevallen
democratieën wel democratisch in den
waren zin van het woord. Wij wagen
dit te betwijfelen. Een volk als het
Duitscbe b.v., heeft nooit dien sterken
democratischen inslag gehad als het
Nederlandsche.
Maar Nederland heeft tijdig zijn
oog gericht op zijn Oosterbuur. En
wat daar zooal geschiedt, lokt niet
aan om het voorbeeld te volgen. Ne
derland houdt het daarom maar lie
ver bij het beproefde systeem zijner
snappen. Als we maar eerst hij een
dorpje komen!
Wat 'n verschrikkelijke nacht,
fluisterde Winifred terug. Er gaat iets
afschuwelijks gebeuren, ik voel het.
Houdt je maar dapper en geef
niet aan je angst toe. We zijn nu voor
en zullen zorgen voor te blijven.
Het is een wonder, dat u al niet
drie of vier keer getroffen bent. Maar
op het oogenblik zouden ze u gemak
kelijk van achteraf kunnen doodschie
ten en ze zijn ertoe in staat ook;
het zijn geen menschen het zijn
duivels.
Ze zijn bang om te schieten, want
ze zouden de dame achter ons wel eens
kunnen raken. Maar we hebben al
zoo'n eind gereden dat we niet ver
meer van een stad of dorp af kunnen
zijn. Ik heb overigens geen flauw idee
waar we
Kijk eens ze loopen op ons
in! viel Winifred hem op gejaagden
toon in de rede.
Ik durf niet omkijken bij deze
vaart. Het is anders best mogelijk.
Het lijkt wel of er niet meer zooveel
fut in deze kar zit als eerst. Maar zie
je daar rechts niet een lichte plek
legen den hemel die op de lichten
van een stad wijst?
Ja, ik geloof van wel
Hun gesprek werd onderbroken
door een geschreeuwde conversatie
tusschen Miss Craik en de mannen in
de volgende auto. De wagens waren
nu zoo dicht bij elkaar dat dit moge
lijk werd. Een zwakke helling omlaag
bracht ze aan den voet van den heuvel
en nauwelijks begonnen ze aan den
anderen kant weer te klimmen of Sir
Reginald zei
Winifred ik vrees dal ze ons
ten slotte misschien toch zullen pak-
parlementen.
En geeft de parlementsvorm nu
ook niet altijd zijn voldoening, wij
denken b.v. aan de Winkelsluitings
wet-misère toch staan onze vrij
heden in woord' en daad ver uit ho
ven het fascistisch gedoe elders.
Hebben ook „onze" fascisten inge^
zien dat dit op den duur toch nog
maar het beste is?
We hooren hen tenminste niet meer
zoo'n luidruchtig kabaal maken. Mus-
sert laat nu hij toch den tijd heeft
weinig meer van zich hooren.
Daarom meenden we wel eens de
vraag te kunnen stellen: „Waar zijn
ze?"
„Het Huisgezin" over
Henri Witlox.
»Het Huisgezin» wijdt een driestar
aan het werk van Henri Witlox. Het
blad schrijft als volgt
In den heer Henri Witlox is een
ken de benzine is bijna op.
O, wat nu!, hijgde Winifred in
doodsangst en bedekte haar gezicht
met de handen. Het is vreeselijk
ze zullen u vermoorden.
Zou je je dat zoo aantrekken,
meisje? vroeg de jonge edelman met
iets teeders in zijn stem.
U doet het immers allemaal ter-
wille van mij? Ik zou mijn eigen leven
willen geven
Hij liet haar niet uitspreken.
St. 't Is al goed, hoor. Maar alles
is nog niet verloren; we hebben nog
een kans. Ik ga zoo stoppen en zet
hun den wagen dwars in den weg. Als
het geluk ons dienstig is en we kun
nen op het laatste nippertje wegko
men, dan hebben we het waarschijn
lijk gewonnen. Als ik zeg „vooruit" en
je aan den arm trek, dan spring je
uit den auto en holt weg, zoo hard je
kunt.
Sir Reginald nam een van Wini
fred's kleine handjes in de zijne,
draaide zich half om en riep miss
Csaik toe:
Juffrouw, ik raad U aan om uw
oogen goed op mij gericht te houden
en als u mij ziet opstaan, onmiddel
lijk uit de wagen te springen en weg
te loopen. Ik ga stoppen.
Luttele seconden daarop was het
gebeurd. Hij minderde vaart en ter
wijl de wagen nog niet heelemaal stil
stond, draaide Sir Reginald hem een
halven slag om en versperde zijn ach
tervolgers zoodoende den weg; hij nam
Winifred hij de hand, hielp haar er
uit springen en rende toen met haar
voort.
Ook Miss Craik sprong uit den auto
en holde weg en meteen volgde een
hevige hotsing, die den achtersten wa
gen waarvan de bestuurder niet op
Brabander van den ouden stempel
ons gewest ontvallen.
Voortvarend industrieel, man van
initiatief en aanpakken, en daarnaast
politicus.
Het tegenwoordige geslacht heeft
hem als zoodanig niet meer in zijn
volle kracht gekend.
Om zijn geestdrift, zijn overredings
talent, zijn ijveren voor hetgeen hij
goed achtte ten volle te waardeeren,
moet men veertig jaar en langer
teruggaan.
Tot den tijd der thans enkel meer
bij naam gekende Ms men ze nog
kent Noordbrabantsche motie.
In het voorjaar van 1888 was, als
vrucht van het samengaan van katho
lieken en anti-rcvolutionnairen bij
de stembus, hel eerste christelijke
kabinet in ons land, het ministerie-
Mackay, opgetreden.
De onderwijswet van Mackay
schonk aan de rechterzijde voldoe
ning en was de inleiding tot de
volkomen rechtsgelijkheid op het
terrein van het lager onderwijs.
De sociale maatregelen van minis
ter Buys de Beerenbroek liepen, zij
het in bescheiden mate, vooruit op
hetgeen de encycliek Kerum Nova
rum aan de wereld als eisch van
recht zou voorhouden.
Maar de legerwet van minister
Bergansius bracht verdeeldheid in
het katholieke kamp.
Met name in het Zuiden groeide
hel verzet tegen dit voorstel, en men
vroeg zich af, of men daarvoor voor
een christelijke meerderheid aan de
stembus had gestreden.
De presidenten der Noordbrabant
sche kiesvereenigingen, met uitzon
dering van één, stelden te zamen
de Noordbrabantsche motie op,
waarin positie werd gekozen tegen
het kabinet en tegen de afgevaar
digden die de politiek van dit kabinet
de manoeuvre verdacht was geweest
en met vol gas was doorgereden, zoo
dat remmen niet meer baatte vrij
wel geheel vernielde en den voorsten
eveneens huiten gevecht stelde. Op
dit critieke oogenblik zou de eervolle
loopbaan van Voles en Greyloot onge
twijfeld geëindigd zijn, als ze, door
gewinterde avonturiers uit de jungle,
ook maar een tikje minder lenig, vlug
en behendig waren geweest. Nu wer
den beiden de lucht in geslingerd en
kwamen weliswaar met een ongena-
tiigen smak, maar zonder levensge
vaarlijke kwetsuren neer, tot hun ge
luk overigens op den zachten berm en
niet op den harden weg.
Sir Reginald en Winifred die 'n ko
renveld, dat bijna rijp was voor oogst,
waren ingegaan, kropen daar hand in
hand verder, hun ooren gespitst voor
het geringste geluid.
Een tijdlang hoorden ze niets, toen
kwam ten slotte de stem van Miss
Craik: Ze zijn ontsnapt!
Daarop de zwaarde stemmen der
beide mannen, sprekend in afgebro
ken zinnen, afgewisseld door ruige
verwenschingen en ze begrepen eruit,
ciat Greyfoot zijn arm gebroken en Vo
les een enkel verstuikt had.
Vannacht zullen ze in elk geval
niet veel meer kunnen beginnen, fluis
terde Sir Reginald tegen Winifred,
maar het is toch het beste hier zou
gauw mogelijk vandaan te gaan, om
verdere moeilijkheden te voorkomen.
We zullen maar op dat lichtschijnsel
daar in de verte aanhouden. Zeg, Wi
nifred, denk je niet, dat we heel beste
vrienden zullen worden?
Laten we maar gaan, antwoord
de ze en drukte zacht zijn hand. Ze
liepen ongeveer anderhalf uur voor ze
een plattelandsherberg vonden, waar
zouden blijven verdedigen.
In dit verzet tegen de legerwet en
het kabinet was de heer Witlox een
der eersten en der vurigsten.
De hartstochten, door de Noord
brabantsche motie ontketend, zijn
reeds lang geluwd met den heer
Witlox is de laatste die daarin de
hand heeft gehad ten grave gedaald.
We staan ver genoeg van de
gebeurtenis af om ze objectief te
kunnen bezien en beoordeelen.
Men mag ook niet vergeten, dat
Noord-Brabant toen pas aan zijn
politieke scholing begon en enkel
katholieken afvaardigend tegenover
het bondgenootschap anders slond
dan de noordelijke gewesten, die met
en naast de anti-revolutionnairen
aan de stembus hadden gestreden.
Al zou deze provincie niet licht
een tweede Noorilbraban sche motie
van dezelfde strekking voortbrengen,
de eerste vond haar verklaring
we spreken niet van rechtvaardiging
in de feiten.
De Noorü-Brabanders van toen
meenden een goed werk te doen
met, om de legerwet, het vertrouwen
aan het kabinet op te zeggen.
En erkend mag worden, dat
dezelfde Noord-Brabanders de latere
chrLtelijke ministeries trouw hebben
gesteund, ook al hadden zij niet
steeds reden tot roemen over de
politiek die ze volgden, met name
de handelspolitiek.
In- de bewogen dagen die nu 40
jaar achter ons liggen was de heer
Henri Witlox een op den voorgrond
tredende, strijdlustige en strijdbare
figuur.
Het zou hem, had hij eerzucht
bezeten, weinig moeite hebben ge
kost toen een Kamerzetel te ver
werven aan aansporingen heeft het
niet ontbroken.
Hij was niet eerzuchtig: aan poli-
van zc den eigenaar opklopten. Voor
Winifred werd siel een bed in gereed-
dronk juffrouw Goodman's thee.
den kastelein opzitten tot het aanbre
ken van den dag.
's Morgens vertrokken ze, na de
plaatselijke politie van het gebeurde
op de hoogte te hebben gebracht, van
een nabijgelegen spoorweghalte naar
Londen. Van de mannen, waarmee ze
dien nacht een gevecht op leven en
dood hadden geleverd, geen spoor.
HOOFDSTUK gV.
Fowle weer op het tooneel.
Winifred had thans al drie weken
haar intrek genomen in een pension,
in een der breede zijstraten van Cam
den Town, waar den heelen dag vrij
wel niemand voorbijkomt, behalve 'n
paar venters met fruit en dergelijken
wier geschreeuw de stilte van de om
geving des te meer schijnt te doen uit
komen. De hospita was een zekere
juffrouw Goodman, die zich het aar
dige en vriendelijke meisje vol wel
gemeende hartelijkheid tegemoet
kwam en een praatje met haar maak
te. lederen morgen kwam er een
mooien bos bloemen van Sir Reginald
en iederen middag, regelmatig als een
klok, verscheen Sir Reginald zelf, en
dronk juffrouw Goddman's thee.
Dit waren geen onplezierige weken
voor Winifred en als ze niet zoo bang
was geweest ontdekt te worden en
maar wat bezigheid had gehad, zou
ze zich volkomen gelukkig hebben ge
voeld. Maar ze leefde ondertusschen
van „geleend" geld en voelde zich in
een scheeve positie geplaatst.
En nog nieuws? Dat was altijd
Sir Reginald's eerste vraag, als hij 's
middags zijn hoed en stok ophing.
(Wordt vervolgd).
De Echo van het Zuiden,
Waalwijksdic en Langstraatsche Courant^
i