Dëlio tan bel ZüMcb TWEEDE BLAD. GEMEENTERAAD. No. 53. Zaterdag 30 Juni 1934. 57e Jrg. EETHEN c.a. Openbare vergadering van den raad der gemeente Eethen c.a., gehouden op Dinsdagmorgen ten gemeentehuize, on der voorzitterschap van burgemeester Brune. Aanwezig alle leden. De notulen der vorige vergadering worden na voorlezing ongewijzigd vastgesteld. Aan de orde: 1. Ingekomen stukken. Rekening over 1933 der opgeheven Gezondheids-commissie te Heusden. Wordt voor kennisgeving aangeno men. Rekening Vleeschkeuringsbedrijf te Heusden over 1933, waaruit blijkt dat een winst is gemaakt van 733.26, waarvan 142.06 aan deze gemeente ten goede komt. Alsvoor. Van L. Colijn te Doeveren, verzoek om aan de R.K. H.H.S. te Waalwijk een bijdrage van 100 uit de gemeeen- tekas te geven. B. en W. stellen voor aan dit ver zoek te voldoen, niet uit vrijgevigheid, maar omdat de gemeente anders wel licht belangrijk meer zou betalen. De heer Colijn zou dan n.l. zijn kind naar een rijksschool zenden, wat de gemeen te 300.— zou kosten. Dhr. Donken vraagt of de gemeente tot deze uitgave verplicht is. De Voorzitter zegt van niet, maar hij acht het beter deze uitgave te doen om grootere uitgaven te voorkomen. Dhr. Donken meent dat dhr. Colijn zelf deze kosten betaalt. Dhr. v. Buuren wil de bepaling ma ken dat dhr. Colijn zijn zoontje de eerstvolgende jaren niet naar een an dere school stuurt. Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen.Alleen dhr. Donken is te gen. Rekening van 75.van het Zie kenhuis te Utrecht. Het betreft een ge val van ondersteuning dat geen uitstel kon lijden en waarin het Burg. Armbe stuur niet kon voorzien. De verplichte verzekering was, toen dit geval zich voordeed nog niet ingevoerd. Besloten wordt deze rekening te vol doen. 2. Wijziging begrooting 1933. De lijst van overschrijvingen tot een bedrag van 1650.wordt goedge keurd. 3. Vaststelling gemeentewapen. De voorzitter zegt dat de gemeente een wapen moet hebben, doch het se dert de vereeniging in 1924 niet meer had. Tot heden is het oude wapen van Eethen gevoerd. Thans heeft spr. de heer Fama te Zeist bereid gevonden gratis een wapen te maken. Als tegen prestatie vraagt de ontwerper slechts een oorkonde. B. en W. stellen voor op dit aanbod in te gaan. Het ontworpen wapen is in vieren gedeeld. In het eerste kwartier komt 'n schuine balk van keel en zilver, in het tweede kwartier op een azuren veld een schuine balk van goud, in het derde kwartier op een glazuren veld een zes- spakig wiel van zilver en in het vierde kwartier op een gouden veld een azu ren latijnsch kruis. In deze kwartieren zijn dus vertegenwoordigd de verschil lende deelen der gemeente, n.l. die dee- len die het langst hun zelfstandigheid bewaard hebben: Eethen, Drongelen en Meeuwen. Het embleem van Eethen is in het eerste kwartier ingedeeld, omdat deze gemeente haar naam aan de nieu we gemeente geschonken heeft. Het oude embleem ,,St. Maarten in goud", is echter lostgelaten, daar het niet een karakteristiek Eetensche figuur is. Het zesspakig rad is het wapen der oude Heeren van Drongelen. Dhr. Donker vraagt wat er achter kan zitten dat deze ontwerper geen vergoeding behoeft te hebben. De Voorzitter zegt dat de ontwerper naam wil maken in de heraldiek en daarom graag het wapen zou ontwer pen. Dhr. v. Buuren vraagt of de vast stelling van het gemeentewapen soms samenhangt met de opheffing der ge meente. De Voorzitter zegt dat dit geenszins het geval is. De kwestie is slechts dat de gemeente thans een mooi aanbod heeft gehad om goedkoop een wapen te krijgen. Dhr. Donken merkt op dat er straks, na de vereeniging van Eethen, Wijk en Veen toch weer een nieuw gemeente wapen gemaakt zal moeten worden. Spr. blijft betwijfelen of hier niets meer achter zit. „Weinig menschen werken voor niets", zegt spr. De Voorzitter zegt dat men deze zaak geheel op zichzelf moet bezien en niet in verband met de vereeniging van gemeenten. Spr. hoopt zelf ook dat er van deze laatste niets zal komen, omdat de menschen er allemaal tegen zijn. Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen. Werkverschaffing. De Voorzitter zegt dat de werkver schaffing vele zorgen baart voor het gemeentebestuur. In vergelijking met het vorige jaar is nog eerder een terug gang als een verbetering te bespeuren. Daarom hebben B. en W. op alle ma nieren gezocht naar middelen om de kosten der werkverschaffing zooveel mogelijk te verlagen. Daarbij heeft spr. echter geenszins op het oog het verlagen der loonen, want die zijn van dien aard, dat het ge meentebestuur zich toch al afvraagt hoe het mogelijk is dat de menschen ervan kunnen leven. Daarom hebben B. en W. een anderen weg gekozen, maar het is nog zeer de vraag of de minister daarmede accoord zal gaan. Het is ech ter te probeeren. De regeling die B. en W. zich dach ten komt er op neer dat de gemeente steun zal verleenen aan de boerenbe drijven als deze nieuwe werkkrachten aanstellen. Op het departement heeft spr. al dikwijls een dergelijke regeling bepleit, maar steeds is geantwoord dat daaraan niet begonnen kon worden. Naderhand is echter gebleken dat de minister in deze richting een onderzoek wil instellen en daartoe in een vijftal gemeenten een proef heeft doen nemen. Door B. en W. is de volgende con cept-verordening opgesteld: Art. 1. Aan landbouwers-werkgevers wordt, als zij bij het in werking treden Zonder aehrifteUike toestemming is eeni 'e overname uit deze rubriek verboden HEIN EN KAREL. (Slot). Het zal dien nacht ongeveer drie uur geweest zijn, toen er plotseling op de deur hun van kamertje geklopt werd. Het was vader. »Sta vlug op, jullie moeten naar den dokter. Moeder is ziek.» Dat is voldoende om hen meteen rechtop te doen zitten. Moeder ziek, dat was nog nooit gebeurd j»Erg stamelde Hein, en Karei keek vader met groote angstige oogen aan. Die knikte alleen maar. Het whs erg, toen dokter kwam, zei hij, dat moeder absolute rust moest hebben. Er kwam een ver pleegster. Geen geluid werd in huis gehoord. Den eersten keer, dat Hein en Karei wilden gaan vechten, had de verpleegster hen verontwaardigd van elkaar getrokken en gezegd «Schaam jullie je niet, terwijl je moeder zoo ziek is Den tweeden keer, was de ver pleegster niet in de buurt, maar net toen ze beginnen wilden, dachten ze er tegelijkertijd aan en zeiden »MoederZe vochten niet. »Hein», zei vader een paar dagen later. »Ik heb den directeur van de kostschool geschreven, dat, zoolang moeder ziek is, je nog hier blijft.» De heele volgende week vochten ze niet. Toen kwam het oogenblik, dat moeder een paar minuten op mocht. Heel bleek zat ze in den leunstoe voor het raam, toen de jongens thuis kwamen. Ze glimlachte. «Vader heeft me verteld dat jullie zoo rustig zijn geweest al den tijc dat ik in bed heb gelegen. Dat doet me zoo'n plezier jongens. Vanaf dat Vader het me vertelde ben ik vee gauwer beter geworden». Hein en Karei hadden een kleur gekregen en keken elkaar aan. »En», ging Moeders zachte stem verder, »ik zou het zoo naar vinden, als mijn oudste zoon het huis uit moest om de kinderachtige reden dat hij altijd vecht en kibbelt met zijn broer. Zeg eens eerlijk, jongens, is 't nu zoo moeilijk voor jullie geweest deze dezer regeling meer vaste of losse ar beidskrachten in dienst stellen als op 1 Juni 1934, steun verleend, op voor waarde dat deze arbeiders een leeftijd hebben van minstens 20 jaar en op het oogenblik geplaatst zijn in de gemeen telijke werkverschaffing. Voor de win terperiode geldt als vergelijkingsgetal het gemiddelde aantal arbeiders in de periode van 1 Nov. '33—31 Maart '34. 2. Steun wordt slechts dan ver leend, wanneer vaste of losse arbeids machten zijn of worden aangesteld voor den tijd van ten minste 2 weken. 3. De steun, in art. 1 bedoeld, wordt slechts dan gegeven, als aan de in dit artikel genoemde arbeiders niet minder dan 11.per week wordt getaald. 4. De steun wordt aan den werk gever uitgereikt op den laatsten werk dag van elke periode van twee weken. 5. De steun bedraagt voor eiken nieuw aangestelden arbeider 90 ct. per dag. De kosten van rentezegels e.d. wor den door den werkgever en door de gemeente elk voor de helft gedragen. 7. Vereenigingen of waterschappen comen voor deze regeling niet in aan merking dan na goedkeuring van den minister van sociale zaken. 8. Hij die den steun genoten heeft verbindt zich het bedrag terug te geven indien blijkt dat zijn opgave onjuist is geweest. 9. Deze regeling treedt in werking zoodra van den minister goedkeuring verkregen is en het rijk zich verbonden heeft om eenzelfde subsidie toe te ken nen als voor de werkverschaffing. Dhr. G. v. d. Beek merkt op dat hij zelf indertijd ook al zoo'n regeling heeft voorgestaan. Toen werd echter gezegd dat dit niet mogelijk zou zijn om de vele moeilijkheden, die zich erbij voordoen. Daarom is spr. blij dat B. en W. er thans in geslaagd zijn een concept-re geling te maken. Naar aanleiding der bepaling dat personen beneden 20 jaai buiten deze regeling vallen, vraagt spr., of dit ook geldt voor diegenen die nu reeds in de werkverschaffing zijn al zijn ze nog geen 20. De Voorzitter zegt dat een leeftijds grens gesteld moet worden, doch dat het niet de bedoeling is die grens zeer streng op te vatten. In sommige geval len kan daar van worden afgeweken. De heer G. v. d. Beek hoopt dat deze bepaling soepel zal worden toegepast. Spr. kan zich indenken dat het in vele gevallen beter is een werkkracht van 17 dan van 60 jaar te nemen. Spr. vraagt of die menschen, die tijdelijk niet in de werkverschaffing zijn, ook mogen worden aangesteld. De Voorzitter zegt dat B. en W. ook daarmede soepel zullen zijn. De bedoe ling is slechts dat de werkgevers zelf niet de vrijheid zullen hebben te nemen wie zij willen, anders zou deze regeling de gemeente nog wel eens heel duur uit kunnen komen. Dhr. G. v. d. Beek wil den steun pro gressief maken en dus voor den twee den aangestelden arbeider een grootere bijdrage geven en zoo vervolgens. Z.i. zou de regeling dan nog een grooteren prikkel inhouden. De Voorzitter zegt dat ook B. en W. dit aanvankelijk van plan waren. Zij zijn daar echter vanaf gezien om niet den schijn te wekken dat zij de groot bedrijven bijzonder willen bevoorrech ten, al is spr. er persoonlijk van over tuigd dat vele grootbedrijven groote verliezen hebben geleden. De heer Donken zou liever zien dat ook voor de zomermaanden een ge middelde als vergelijkingsgetal werd genomen en niet het aantal arbeiders op een willekeurig tijdstip. De Voorzitter merkt op, dat het is uitgesloten een regeling te maken die ieder naar den zin is. 1 Juni is gekozen omdat op dezen datum het minste per soneel in dienst is. Voor de landbou wers is deze datum dus zeer gunstig. B. en W. meenden een datum te moe ten kiezen die dichtbij ligt, zoodat de opgaven gemakkelijk te controleeren zijn. De heer v. Buuren vraagt of de rege ling ook geldt voor landbouwers die tot heden geen arbeiders in dienst had den. De Voorzitter antwoordt bevesti gend. De heer G. v. d. Beek raadt B. en W. aan te trachten de regeling zoo spoedig mogelijk goedgekeurd te krijgen. De Voorzitter zegt dat hij persoon lijk naar Den Haag zal gaan om op spoed aan te dringen. De concept-re geling wordt goedgekeurd. Rondvraag. De heer Donken merkt op dat som mige arbeiders klagen dat zij niet bij de werkverschaffing worden aange steld. De Voorzitter zegt dat de menschen pas worden aangenomen na goedkeu ring door den inspecteur. De heer v. Buuren vraagt wanneer de menschen op de waterleiding kun nen aansluiten. De Voorzitter weet dit nog niet en merkt op dat de belanghebbenden zich daarover tot de waterleiding-maat schappij moeten richten. De heer v. Buuren vraagt nog het uurwerk te Meeuwen te laten nazien. De electrificatie van Doe veren en Heesbeen. De Voorzitter komt terug op de op merking, die dhr. Donken in de vorige vergadering gemaakt heeft, als zou de gemeente niet genoeg geageerd hebben tegen opheffing der school te Doeve ren. De menschen uit Doeveren weten dat volgens spr. beter, want zij heb ben hem bedankt voor de vele pogin gen die gedaan zijn om de school te behouden. Het is spr. een raadsel hoe dhr. Donken aan zijn fantastisch ver haal is gekomen. Spr. heeft er op aangedrongen dat dhr. Donken namen zou noemen van gemeenten, die in dezelfde conditie ver keerden als Eethen en die toch hun school hebben behouden. Spr. is daar van niets bekend en de heer Donken heeft zich niet meer laten hooren. Had hij met ernst gesproken, dan had hij er toch zeker iets van moeten weten. Maar men moet niet in de raadsverga dering hoog van den toren blazen en tenslotte niets meer van zich laten hoo ren. Dat komt niet te pas en dat is niet in het belang der gemeente. Er is spr. ook in de schoenen gewre ven dat hij niets heeft gedaan voor de electrificatie van Doeveren en Hees been. Het spijt spr. dat dhr. Donken zich heeft laten gebruiken als spreek trompet van iemand, die hem iets op den mouw wilde spellen. De bewering dat spr. nooit bij de P.N.E.M. ge weest zou zijn om over deze zaak te spreken is absoluut onwaar, hetgeen spr. aantoont door voorlezing van een brief van de P.N.E.M. waaruit het te gendeel blijkt. In dien brief wordt ge zegd dat voor de 30 aansluitingen een zeer groot offer van de gemeente en van de P.N.E.M. gevraagd wordt. Voor het maken van een gedetailleerd plan met opgaaf van kosten eischt de P.N.E.M. een bedrag van 25.—. Na mens B. en W. stelt spr. voor dit be drag te voteeren om een plan voor elec trificatie te laten maken, opdat de be woners van Doeveren en Heesbeen zelf zien welke kosten er aan verbon den zijn. Dhr. v. Buuren vindt dit voorstel zeer goed, maar hij vraagt zich af hoe de P.N.E.M. komt aan het aantal van 30 aansluitingen. De Voorzitter denkt dat dit slechts een raming is. Dhr. G. v. d. Beek meent dat op de eerste plaats gezien moet worden naar de gevolgen, die een groote uitgave voor de gemeente zou hebben. Aange nomen dat de menschen liever wat meer betalen voor electrisch- dan voor petroleumlicht, dan is het nog de vraag of de gemeente verantwoord is als zij de uitgave doet. Komt de electrificatie niet tot stand, dan is de gemeente de 25.kwijt, die voor het plan gevo teerd zijn. Als de raad tot dergelijke uitgaven overgaat, dan verwacht spr. dat de gemeente Eethen binnen korten tijd noodlijdend zal worden. Dien weg moet de gemeente niet op. We moeten niet op de eerste plaats vragen of de menschen electrisch licht willen, maar of de gemeente-financiën den aanleg toelaten, zegt spr. Spr. verwacht dat een electrisch net in Doeveren en Hees been niet rendabel zou zijn. De Voorzitter gelooft ook dat de 25 voor niets gegeven worden, anders zou de P.N.E.M. wel meer op deze uitbrei ding gesteld zijn. Toch acht spr. deze uitgave gemotiveerd, opdat het ge meentebestuur een juist beeld krijgt van de kosten. De heer G. v. d. Beek: 5000.zijn toch de minimum-kosten. Zou de ge meente dit bedrag kunnen voteeren? Laten we toch zorgen dat we niet noodlijdend worden. Als het met de werkverschaffing niet beter wordt gaat het toch al dien weg op, dat is geen goede politiek. De heer Donken zegt dat de ge meente de Bilt erin geslaagd is haar school te behouden. Spr. ziet niet in, waarom Heesbeen en Doeveren geen electrisch licht zouden kunnen krijgen en Oudheusden en Luttelherpt wel. De Voorzitter zegt dat deze beide dorpen veel dichter bij Heusden liggen als Heesbeen en Doeveren. Ik heb U de waarheid gezegd, aldus spr. U komt hier maar steeds met smoesjes: men zegt dit en men zegt dat. Die praatjes moet U niet in den raad komen rond bazuinen. We zitten hier niet als de spreektrompet van menschen die over al praatjes rondstrooien. Ik heb het in de raadsvergadering toch nog niet zoo bont gemaakt dat de leden meer ver trouwen moeten schenken aan men schen die zoo maar wat zeggen, als aan de positieve verklaringen van den voorzitter van den raad. Voor de school heb ik heel veel ge daan, maar waar de minister een rege ling vaststelt, die geldt voor het geheele land, daar zullen Doeveren en Hees been geen uitzondering maken. Ik ge loof trouwens dat U veel harder roept dan de belanghebbenden uit deze beide dorpen zelf. week eens een beetje verdraagzamer te zijn en niet te vechten met elkaar?» En toen geen van twee antwoord gaf pakte Moeder hen elk bij de kin en hief zoo hun gezichten naar haar toe. «Antwoordt eens jongens I» »Nee, moeder», zei Hein heel rood en »Nee, Mam», fluisterde Karei. »Zouden jullie dan niet kunnen probeeren om in het vervolg nooit meer te vechten, om mij een plezier te doen. Dan zal ik met Vader be spreken dat Hein niet naar buiten hoeft. Het zou toch zoo veel en veel prettiger zijn, als jullie als goede vrienden met elkaar om gingen en niet als vijanden. Zou het gaan, jongens Toen keerde Hein en Karei de hoofden naar elkaar toe, keken alkaar even aan en.... «Het zal gaan, Mam 1» Twee handen grepen elkaar. »Afgesproken, Ivarel I» ^Afgesproken, Hein Met Oom Kees op stap. »En kinderen, bereiden jullie je nu maar voor op een fiksche wan deling, want we gaan de duinen in», zei Oom Kees tegen Kees en Anneke. »Pas maar op, dat U het niet van ons verliest, Oompje», plaagde An neke, «want we zijn goede loopers, Kees en ik 1» Oom lachte eens. Het was een heerlijke voorjaarsdag en Oom Kees had de beide kinderen een dagje mee naar buiten genomen. Ze waren 's morgens al vroeg uit huis gegaan en zouden pas met t avond eten weer terug zijn. Boterhammen en drinken hadden ze meegenomen. Kees droeg den rugzak, Anneke een botaniseertrommel en Oom had een veldflesch, gevuld met limonade aan zijn riem hangen. De zon scheen en aan alle boomen en heesters zaten de jonge licht groene blaadjes. »Wat is het voorjaar toch mooi, hè jongens! zei Oom. Als antwoord snoof Anneke de warme lucht in, alles rook zoo lekker, zoo jong en zoo frisch Kees zei nietshij keek maar om zich heen. »Zag U dat beest, dat daar ging vroeg hij opeens en wees op een insect, dat voor hen uit vloog. *»Ja, antwoordde Oom, »dat was een oorworm.» »Bah», riep Anneke, »zoo'n vies beest. Komt dat in je ooren Oom lachte: »Wel nee, dat is bijgeloof. Het is een insect, dat veel schade toebrengt aan vruchten en bloemen. Maar zouden jullie gedacht hebben, dat de oorworm als voor beeld kan dienen voor moederliefde in de dierenwereld. Het wijfje ver zorgt haar jongen met groote toe wijding en zorg.» »Toch vind ik 't griezelige dieren», zei Anneke. Toen plotseling: »Wat was dat voor een raar geschreeuw »Dat was de nieuwsgierigste onder de vogelsoorten, de meerkol of Vlaamsche gaai. Het geschreeuw, dat je zooeven hoorde is een waar schuwing, dat wij er aan komen. Door zijn lange staart en ronde vleugels kan hij allerlei kunststukken uithalen maar zijn vlucht is lang zaam. Meestal blijft hij in 't bosch, want hij is bang om over een groote open vlakte te vliegen, want dan loopt hij kans door een havik te worden aangevallen. Liefst vliegt hij van boom tot boom en laat dan telkens zijn waarschuwend geroep weerklinken. Op die manier verraadt hij den vos, die op hazen en konijnen jaagt. Men noemt de Vlaamsche gaai wel eens de veldwachter van het bosch, omdat hij alle onraad dadelijk verklapt door zijn waar schuwend roepen.» Ze liepen verder. Hoog in de lucht trillerde een leeuwerik. Als een stipje was hij te zien in de blauwe strakke lucht. «Hoe hoog zou hij wel staan?», vroeg Kees. Oom keek op»Ik denk zoo ongeveer op 700 Meter hoogte 1» »Niet eens zoo erg hoog», vond Anneke. »De meeste vogels vliegen tusschen 200 en 500 Me'er. In ver houding met hen, vliegt de leeuwerik dus wel hoog. Roofvogels vliegen het hoogst; een adelaar komt wel tot 3000 Meter, maar dat is dan ook het record. Andere roofvogels, zooals sperwers, haviken enz. blijven meest tusschen 1000 en 2000 Meter.» »Wat weet U toch veel», zei An neke bewonderend. «Eén dag met U naar buiten en we leeren veel meer, dan we ooit op school zouden leeren We moeten het nog maar vaak doen 1» En dat vonden Oom en Kees ook 1 Oplossing. Amsterdam Berlikum Chaam Didam Edam Farnsum Gorinchem Haarlem Ilpendam Jelsum Kastrikum Lochem Monnikendam Nieuwendam Ootmarsum Pingjum Qxx Rotterdam Schiedam Tjum- marum Ulrum Volendam Werkendam Xxx IJ xx Zaandam.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1934 | | pagina 5