je Echo tan bel Min m TWEEDE BLAD. De walen of wielen. GEMEENTERAAD. Sfo. 66. Zaterdag 18 Aug. '34. 57e Jrg. Dr. Jac. P. Thijsse. Schatten van schoonheid en wetenschap. In de «Groene Amsterdammer» treffen wij een belangwekkend arti kel van den bekenden natuurliet hebber en -kenner Dr. Jac. P. thijsse, waaraan wij een en ander ontleenen, zeker ook voor onze lezers van belang. »Ze staan ook bekend als »breken« en brakenen vormen een zeer belangrijk en uitermate boeiend element in het Nederlandsche land schap. Ze liggen daar als monumen ten van onzen eeuwenlangen strijd tegen het water. En wie eens wandelt of fietst of per auto gaat langs de nimmer ge noeg te prijzen en nog lang niet voldoende gewaardeerde dijken langs onze groote rivieren, ziet telkens zijn tocht opgevroolijkt door klei nere of grootere blinkende of bloem rijke plassen, zoowel binnendijks als buitendijks, En het moet wel een heel dorre ziel zijn, die hier niet onder de betoovering komt van deze getuigenissen van ijsgang, doorbraak en overstrooming, van rainp en on geval, van onverstand en plichts verzuim, maar ook van taaie vol harding, scherpzinnige studie en doeltreffend ingrijpen. Soms liggen deze walen ver van zee en rivier en dan zijn ze nog interessanter, want dan brengen ze onze verbeelding terug naar eeuwen en eeuwen her, toen daar wèl zee was, maar die nu teruggedrongen is over een afstand van vele kilometers. Een van de oudste en mooiste Tcxelsche walen was Diepweel maar door een samenloop van droeve omstandigheden is daar een vuilnis belt van gemaakt. Ieder kent het verloop van een doorbraak. Er komt een gat in den dijk. Dat kan weer op verschillende manieren en door verschillende oorzaken gebeuren, maar daar kan ik nu op het oogenblik niet verder op in gaan. Het water stort naar binnen, met een geweld, dat afhangt van de hoogte van het water, de wijdte van het gat, de richting van den wind. Dat binnenstroomen kan soms dagen lang duren, soms ineens, wisselend met het getij, soms ont staat er reeds in korten tijd een evenwicht. Maar in ieder geval wordt vlak bij de doorbraak de bo dem los gewoeld en zoo ontstaan dan kolken, die zeer diep en zeer uitgestrekt kunnen zijn en na dich ting dan blijven bestaan als plassen en meertjes, soms vele hektaren groot en met een diepte van tot wel vijftien meter. Lang niet altijd - was het mogelijk, om de doorbraak eenvoudig te dichten en den dijk op den ouden voet te herstellen. Dan werd de dijk omgelegd, hetzij binnenwaarts van de kolk, hetzij buitenwaarts en zoo komt het, dat onze dijken op menige plaats een zoo kronkelend verloop hebben. Tegenwoordig hebben wij minder doorbraken te verduren en het her stel geschiedt meestal zoo, dat er na eenigen tijd van doorbraak of kolk niets meer te bespeuren is, of je moet al heel scherpzinnig zijn en deskundige voorlichting bij de hand hebben. We moeten dus onze oude walen in eere houden, want er is niet veel kans op nieuwe. Veel van die walen zijn ongestoord of zoo goed als ongestoord blijven liggen, eeuwen lang. Dan kunnen er verschillende dingen gebeuren. Enkele blijven blank water. Maar andere raken begroeid, zoowel in het water zelve als langs de oevers en dan ontwikkelen zich daar soms heel rijke levensgemeenschappen. De wind en de vogels brengen al lerlei zaden aan en in onderlingen wedijver, weldra ook in bepaalde volgorde vestigen zich de planten groepen een kraag van riet en bie zen en wat daarbij behoort langs den oever en in de plas zelve de eigenlijke waterplanten, alles in weligen groei: waterlelies, gele plom pen, watergentiaan, duitblad, veen- wortel, veel soorten van fontein kruid, krabbeschaar. Het groen en grijs van riet en lischdodden wordt weldra opgevroolijkt door wilgen roosje en wederik, bitterzoet, eenige soorten van schermbloemen, groote boterbloem, heggewinde, zwane bloem, walenweegbree, pijlkruid, soms ook al moeraswolfsniclk. Maar die komt meestal pas later, wanneer door den weelderigen plantengroei de plas gaat »verlanden» en dan komen ook moerasvarens, kam va rens, koningsvarens, veenmossen en haarmossen, addertong en maanva- ren, zonnedauw en orchideeën, de heele wonderwereld van rietland en trilveen. De dierenwereld houdt daarmee gelijken tredzwarte stern tjes, meeskoeten, waterhoentjes, eent den, wateral, rietgors, al de rietzan gers, om nog niet eens te gewagen van visschen en insecten. Elzen, berken en water willigen treden op en er ontstaat een echt moeraswoud. En laten wij vooral werken, en wa ken, opdatook het nageslacht leering en genieting kan vinden aan deze monumenten van de waterstaatsge schiedenis van ons kunstig en kunst matig vaderland, dat toch nog ruimte kan geven aan natuurlijke ontwik- keling. Tot zoover Dr. Jac. Thijsse. Wij hadden dezer dagen persoonlijk het voorrecht het stadje Goes passee- rend, midden in deze aardige plaats aan den grooten verkeersweg een wiel te zien, sprekend gelijkend op voorheen onzen Blanken Wiel, die ook thans helaas tot vuilnisbelt is gedegradeerd. Men zag daar groen en biezen langs de kanten, men had er wat boomen en struiken hier en daar rondom aange bracht, waterplanten en waterlelies o.a. erin geplant, bevolkt met eenige zwa nen en veel eenden, banken er omheen geplaatst, werkelijk een natuurmonu- mentje om van te genieten en dat blij kens de vele bezoekers en wandelaars rondom, groote belangstelling en waar deering ter plaatse ondervond. En dan te weten, dat ook wij in onze aan natuurschoon niet rijke gemeente het zelfde hadden kunnen hebben! Terwijl nu deze vuilnisbelt niet al leen zeer onestetisch is, maar den om wonenden grooten last en hinder be zorgt, wat blijkt uit een terzake aan den gemeenteraad en verdere autoritei ten gericht adres van een 20-tal omwo nenden, die zich beklagen over den ge weldigen muggen- en vliegenplaag en den stank en die verzoeken maatrege len te nemen om aan dezen onhoud- baren toestand een einde te maken. Q van risten- lastin. soijen Zonder «ehrifteujke toestemming is eeni/e BEVERS. De bever behoort tot de grootste knaagdieren, hij heeft een lomp lichaam, dat van voren smaller is dan van achteren, de kop is met een korten dikken hals aan den romp bevestigd, de pooten zijn kort en krachtig, de voorste kleiner dan de achterste, terwijl de voeten van vijf teenen zijn voorzien. Tusschen de teenen der achterste ledematen be vinden zich zwemvliezen. Het op merkelijkst echter is de staart, deze is niet, zooals bij de andere knaag dieren harig, doch als met schub ben bedekt, daarenboven is hij van boven naar onderen platgedrukt en sleept door zijn. zwaarte, het dier over den grond na. De kleur der huid is meestal donker bruin, dat min of meer in het grijs overgaat. DRUNEN. Het G.E.B. maakt winst. Tekort bij hej Burg. Arm bestuur. Torenstraat en Kleinestraat worden vernieuwd. De Vakschool. De gemeenteraad van Drunen vergaderde Maandagavond ten raad- huize onder voorzitterschap van burgemeester Mr. R. v. d. Heijden. Afwezig waren met kennisgeving de heeren de Wijs en W. v. d. Wiel. De notulen der vorige vergadering worden ongewijzigd vastgesteld. Aan de orde 1. Ingekomen stukken. a. Besluit van Ged. Staten tot goedkeuring van het raadsbesluit tot onderhandsche verhuring van de onderwijzerswoning met tuin te Wolfshoek. b. Besluit van Ged. Staten tot goedkeuring van de onderhandsche verpachting der jacht op de Pessaert en Maayen. c. Besluit van Ged. Staten hou dende goedkeuring wijziging gem.— begrooting 1934. d. Mededeeling van Ged. Staten dat de verordening tot heffing van schoolgeld voor het lager nijver heidsonderwijs Koninklijk is goed gekeurd. e. Dankbetuiging van H. M. de Koningin voor de betuiging van deelneming met het overlijden van Z.K.H. Prins Hendrik. f. Aanbieding verslag van het G.E.B. over 1933. g. Procesverbaal van kasopname bij den gem.ontvanger d.d. 9 Aug. 1934. Al deze stukken worden voor kennisgeving aangenomenhet ver slag wordt ter inzage gelegd. De gemeente-rekening. 2. Voorloopige vaststelling gem rekening en rekening G.E.B. 1933. De rekening is onderzocht en in orde bevonden door de commissie, bestaande uit de heeren A. v. d. Wiel, Brok en Verhoeven. De heer A. v. d. Wiel zegt dat de commissie geen aanmerkingen naar aanleiding der rekening heeft te maken. De heer G. Verhoeven merkt op dat dhr. A. v. d. Wiel «natuurlijk» vroegtijdig van de commissie vergadering is weggeloopen. De heer Brok en spr. zelf hebben echter de heele zaak nagezien en daarbij is spr.'s aandacht gevallen op den hoogen post voor bijdrage aan de school te Oudheusden. Dat is een bedrag van f888 en daarover wenscht spr. nadere inlichtingen te ontvangen. De Voorzitter zegt dat dit bedrag in de onderhoudskosten der school moet worden bijgedragen, omdat kinderen uit deze gemeente in Els- hout naar school gaan. De gemeente moet dit toelaten en is wettelijk verplicht haar aandeel in de kosten der school te betalen. Er is dus niets aan te doen. Verhoeven. Dat zullen we dan eens laten onderzoeken. Ik zou wel eens willen weten waarom dat bedrag zoo hoog loopt. Voorzitter. Als u de vroegere rekeningen had nagezien zou u gezien hebben dat het bedrag toen even hoog was. Verhoeven. Houdt u er rekening mee, dat ik de zaak zal onderzoeken. Licht u ons dan in waaruit dat bedrag bestaat. Voorzitter. Dat doe ik toch reeds. Dat dit bedrag zoo hoog is ligt aan het feit dat de school indertijd hoog geschat is en dat er nog altijd G pet. rente aan het rijk vergoed moet worden. Verhoeven. U hebt den plicht om daarvoor te zorgen. Wij zullen het laten onderzoeken. De Voorzitter zegt dat B. en W. zullen zorgen dat de wet gehand haafd blijft. Spr. heeft er geenerlei bezwaar tegen dat dhr. Verhoeven een onderzoek wil instellen. De heer Verhoeven vindt het verschrikkelijk en zegt nogmaals een onderzoek te zullen instellen. De heer v. Drunen vraagt wat de scholen te Drunen kosten en wat te Elshout. De Voorzitter zegt dat de onder wijskosten in Drunen f7.50 per leerling bedragen en in Elshout f6.50. De stichtingskosten staan echter afzonderlijk en die maken de school in Elshout juist zoo duur. De rekening wordt voorloopig vastgesteld met een batig saldo in den gewonen dienst van f 1626.08 en een nadeelig saldo in den kapi- taaldienst van f887.84. Rekening G.E.B. De rekening van het G.E.B. ver meldt een winstpost van f5514. De feitelijke winst van het bedrijf bedroeg f6600, maar daarvan is f1000 gebruikt voor extra afschrij vingen. In totaal beloopen de af schrijvingsrekeningen dit jaar f4000, of f1940 meer dan vorig jaar. Ook deze rekening wordt vast gesteld. Burg. Armbestuur 3. Goedkeuring rekening 1933 van het Algem. Burg. Armbestuur. Deze rekening sluit in ontvangsten op f7159.46 en in uitgaven op f8481.25, dus met een nadeelig slot van f 1321.79. De raad keurt de rekening goed. Vernieuwing Torenstraat en Kleinestraat. 4. Vaststelling raadsbesluit tot het aangaan van een geldleening groot f 12.000 voor vernieuwing van de Torenstraat en Kleine Straat en machtiging tot onderhands uit voeren. De Voorzitter merkt op dat men nu bezig is met het leggen der waterleidingbuizen, zoodat spoedig een aanvang kan worden gemaakt met de vernieuwing van Torenstraat en Kleine Straat. Het ligt in de be doeling de Kleine Straat geheel te vernieuwen, met goten aan beide zijden, zoodat een goede waterafvoer verzekerd is. De straat zal boven dien 10 cM. omhoog gebracht wor den. Volgens het plan zal de Toren straat vanaf den provincialen weg tot aan den zijweg naar 't Sempke geheel vernieuwd worden, met rio- leering en straatgoten. De weg naar 't Sempke zal over een lengte van 50 M. en op een breedte van 4 M. opnieuw bestraat worden, zoodat de vuile modderpoel daar ter plaatse verdwijnen zal. Het laatste deel der Torenstraat, vanaf Bogaerts tot aan den Heidijk meenen B. en W., gezien de financieele maatregelen der regee ring ten opzichte van de belasting- hetïing, nog niet te moeten ver nieuwen. Het ligt in de bedoeling dit gedeelte met oude klinkers te herstraten en te verbroeden en tevens om er voor een goede waterafvoer te zorgen. De kosten van deze werken zijn op ongeveer f 12.000 geraamd, waar voor een leening kan worden aan gegaan tegen 4 pet. aflosbaar in 20 jaren. De Voorzitter merkt nog op dat het niet de bedoeling is het werk aan te besteden noch om het in eigen beheer uit te voeren. B. en \V. willen het werk onderhands geven aan de fa. Vissers, die tot groote tevredenheid de vernieuwing der Stationsstraat verzorgd heeft. De prijs zal dan worden berekend door een deskundig provinciaal ambtenaar,zoodat de gemeente zeker niet te veel zal betalen. De heer G. Verhoeven gelooft niet dat B. en W. het recht hebben om deze machtiging te vragen. Spr. kan er zijn stem niet aan geven om zulk een kapitaal goedsmoeds in handen van B. en W. te geven. Spr. zit in den raad om de belangen van Dru nen te behartigen, en hij is er dan ook voor dat een Drunensche firma het werk uitvoert, maar hij wenscht B. en W. niet de vrije beschikking te geven over een kapitaal van f 12.000. Spr. wil dat een andere weg gevolgd wordt. De heer A. v. d. Wiel zegt dat het werk bij de fa. Vissers in goede handen is, wat bij het werk in de Stationsstraat wel gebleken is. De Voorzitter zegt dat deze twee straten nog maar evenveel kosten als de Stationsstraat alleen gekost heeft. De heer v. Delft merkt op dat de Kleine Straat, indien zij hooger gelegd wordt, een zeer goede water afvoer moet hebben, daar anders de bewoners last van het water zullen overname uit deze rubriek verboden. De bevers hebben reeds van de vroegste tijden de aandacht getrok ken door hun eigenaardig zeer ont. wikkeld bouwtalent. Op die plaatsen, waar de menschelijke voet nog nooit of zelden doorgedrongen is, leven de bevers in groote familiën, soms van honderd stuks bij elkaar. Zij zoeken voor bouwterrein den lagen oever van een meer, of van eenig ander water waarvan de om geving een voldoenden voorraad levensmiddelen en bouwmateriaal voor hunne behoeften opleveren kan. Zoodra zij een geschikte plaats ge vonden hebben, beginnen ze met gemeenschappelijke krachten een waterkeering aan te leggen, om het water, waarin hun woningen zullen worden opgetrokken op een stand vastige hoogte te houden, zoodat zij verzekerd zijn, dat de ingangen der holen steeds onder water blijven Het bouwen van zulk een dam is zeer ingewikkeld werk en eischt veel overleg, want daar het materiaal grootendeels uit hout bestaat, moet er voor gezorgd worden, dat dit stevig in den grond bevestigd wordt, opdat het naderhand niet met den stroom wegdrijft. Om zich van bouwmateriaal te voorzien, vel len de bevers heele boomen, met hun scherp gebit knagen zij zoo lang in den stam, totdat de boom ter aarde valt en daar zij deze bewer king altijd aan de waterzijde ver richten, mist het bijna nooit of de boom komt met takken en al in het water terecht. Met vereende krach ten vallen de bouwmeesters nu op den boom aan en hun scherp gebit heeft hem spoedig van zijn takken beroofd en den stam in stukken verdeeld. Al deze stukken hout worden nu naar de plaats gebracht, waar de dijk opgetrokken zal wor den. De bevers duwen met den bek en de voorpooten het hout voor zich uit en bereiken zoo al zwem mend zeer spoedig hun doel. Stuk ken hout, zoo dik als een arm, worden recht overeind in den bodem vast gezet, dicht naast elkaar en daartusschen worden dunnere buig zame takken geschoven en vastge maakt, terwijl alle open ruimten met steenen, zand en klei worden volgestopt. Eindelijk heeft de dam zulk een hoogte bereikt, dat het water voldoende wordt tegengehou den en zoo hoog is opgedreven, als de bodem van hun woning zal ko men te staan. Zulk een dijk loopt glooiend naar boven en is zoo sterk, dat men er zonder gevaar over kan wandelen. Het spreekt vanzelf, dat deze dijken niet altijd op de- zeifde wijze worden gebouwd, dat er rekening moet worden gehouden met plaatselijke toestanden en dat voor het geval de strooming in het water zeer sterk is, er bijzondere voorzorgsmaatregelen moeten ge nomen worden. Daarna wordt er een aanvang gemaakt met het bou wen der woningen. De bevers zoe ken daarvoor een plaats aan den oever, liefst aan de zuidzijde der eilanden, of ook wel midden in het water en stapelen daar een menigte bouwstoffen op, die te zamen een vast geheel vormen. Zoo verrijzen er binnen korten tijd verscheidene hutten van twee tot drie meter hoog, die met hun koepelvormige daken op eenigen afstand gezien aan een dorp van inboorlingen doen denken. De bodem en vloer van deze hut ten is altijd boven water gelegen en daarin bevindt zich een opening, die schuin naar beneden gaat en zoo naar buiten voert. De uitgang is dus altijd onder water. De bevers kunnen niet in hun woning komen en deze niet verlaten. Dit is voor hen zelf geen bezwaar, want het water is hun element, doch door deze voorzorg zijn zij beschut voor de aanvallen van die dieren, welke een afschuw van water hebben. De buitenwanden van de woning worden met modder en klei be smeerd. Daarbij bewijst hun zware schubbige staart goede diensten. Het inwendige der woning beslaat ge woonlijk uit een enkele ruimte, som tijds wordt deze door overlangsche schotten in vertrekken verdeeld. Wanneer de bevers hun hutten in orde hebben gebracht, betrekken ze die niet dadelijk, want hun be stemming is om tot toevluchtsoord te worden gebruikt gedurende den winter. De eerste zorg der bevers bestaat nu hierin, dat ze een vol. doenden voorraad hout in de nabij heid der woningen brengen om hun in den winter tot voedsel te strekken. Zoodra de koude invalt, begevende bevers zich in hun hutten en blijven daarin tot de dooi in het voorjaar intreedt. E. W. Oplossingen. 1 Gibraltar; laat, rit, gil, bal. 2 o als priem olifant braam Ans t 3 Johannesburg; brug, baggeren, oog, ja, bas, hen. 4 Moe, moer dijk Moerdijk. yjFV -gyr- •;j I

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1934 | | pagina 5