innnrri
mensch en techniek.
BUITENLAND.
TWEEDE BLAD.
LAND- EN TUINBOUW.
ONZE WINTERGBANEN.
jvjo 74. Zaterdag 15 Sept. '34. 57e Jrg.
Onze tijd ziet zich geplaatst tegen
over tal van vraagstukken op het ge
bied der economie, der politiek en der
cUltUur. Een der belangrijkste is mis
schien het brandend cultuurvraagstuk,
jat ik misschien het best kan aandui
den niet twee woorden: Mensch en
Techniek.
Het is vooral voor ons katholieken
noodzakelijk, ons diep bewust te wor
den van het latente, maar dan toch met
den dag acuter wordende probleem, dat
de ons boven het hoofd gegroeide tech
nische ontwikkeling ons stelt met be
trekking tot het behoud der mensche-
lijke persoonlijkheid.
Als ik zeg, dat dit vraagstuk speciaal
ons, katholieken, moet aantrekken, dan
dient men dit niet op te vatten als zou
het alleen ons kunnen interesseeren, en
als zouden andere levensbeschouwin
gen
het over het hoofd kunnen zien. Dit
,s geenszins het geval: alom hebben
fijne geesten van verschillende richtin
gen zich scherp de vraag gesteld: Wat
zal er worden van den vrijen persoon
lijken mensch? Zal hij niet door zijn
eigen maaksel, de machine, worden te
ruggedrongen uit zijn bevoorrechte po
sitie in deze wereld tot den rang van
kuddedier, van nummer der veelheid?
Maar wel wil ik beweren, dat wij
katholieken, die er prat op kunnen gaan
steeds den socialen, maar ook den auto
nomen mensch in zijn volle waardig
heid te hebben gekend, de eersten moe
ten zijn, die het sfinx-achtige probleem
willen aanpakken en bestudeeren, en
uit onze levensprincipes, die ons immers
nooit in den steek lieten, moeten trach
ten onze houding af te leiden, tegenover
het ons steeds driester en scherper en
afschuwelijker voor oogen komende
beeld: de mensch, verpletterd tusschen
de tandraderen van zijn eigen schep
ping: de machine!
Men kan zich op tweeërlei wijze te
genover de toenemende macht der ma
chine instellen. Men kan haar ten volle
aanvaarden, omdat men er in laatste in
stantie een voordeel voor de mensch-
heid in ziet. Wij zien deze richting ver
tegenwoordigd door het communisme,
door Amerika, en door de theoretici
der industrieele ontwikkeling: de Tech
nocraten. Meestal echter geschiedt deze
rücksichtlose aanneming, omdat men 't
belangrijkste probleem, dat de machine
schept, over het hoofd ziet.
Anderen staan afwijzend tegenover
de technificeering. Zij durven haar niet
ten volle aanvaarden, en willen liever
behouden of zelfs teruggaan op den
weg der historische ontwikkeling. Ty
peerend voorbeeld van deze richting is
het nat.-soc. Duitschland. Maar ook bij
ons hoort men steeds meer en krachti
ger waarschuwen tegen verdere toela
ting der machine. Sommigen gelooven
dat het oude systeem kan blijven voort
bestaan bij stabilisatie op een basis van
lage productie, lage levensstandaard en
lage verdiensten. Hun leuze is: terug
tot de 19e eeuwsche matigheid, hard
werken en spaarzaamheid! Maar heb
ben de Technocraten geen gelijk als zij
beweren dat de maatschappelijke ont
wikkeling een niet omkeerbaar proces
is?
Dit proces kan misschien, zoo schrijft
Stuart Chase, tot gruis toe verpletterd
worden door een grooten oorlog of een
revolutie, maar het zal geen stabilisatie
op de basis van 1890 toestaan. Zulk 'n
teruggang staat volgens hem gelijk met
„het neervallen langs een toren van
energie-grootheden".
Het automatisch productie-proces is
de beste en goedkoopste methode om
goederen te verwerven. Het kan niet
worden opgesloten en afgeschaft. De
eenige hoop ligt in een sociale controle
op zijn meedoogenloozen voortgang.
Het contrast tusschen de behoudende
en de vooruitstrevende richting komt
scherp tot uiting in den geest die het
huidige Duitschland bezielt, in tegen
stelling tot den Vijf-jaren-plan-geest
van Rusland.
Het zou vermetel van mij zijn in een
dezer beide richtingen partij te kiezen.
Wel durf ik verklaren dat mijn sym
pathie gaat naar de om het zoo te
noemen Russische zijde, al was het
alleen maar omdat deze toont het pro
bleem te durven aanpakken, den strijd
met de machine aan te durven. Want
het lijkt ook mij dat deze strijd onver
mijdelijk zal noodig zijn, omdat wij het
probleem eenvoudig niet kunnen ont-
loopen. De historische ontwikkeling zal
haar gang gaan, en bovenal: de toene
mende technificeering zal in de toe
komst noodig blijken, om in de behoef
te van het groeiende menschentotaal te
kunnen voorzien. Deze behoeften zullen
inderdaad enorm zijn. Bedenk slechts,
dat zij niet alleen toenemen in verhou
ding tot de toename van het menschen
totaal, doch tevens in verhouding tot de
ontwikkeling van de persoonlijke be
hoefte van eiken mensch. En die toe-
name-cijfers zijn werkelijk enorm: En
geland werd van 1850—1920 20 mil-
lioen menschen rijker; Japan's bevol
king heeft zich in de laatste 50 jaren
verdubbeld; de Russische stijgt met 3J^
millioen per jaar, van 1928—1933, vol
gens het plan, met 17.9 millioen; de we
reldbevolking is gestegen van 700 mil
lioen in 1789 tot 2x/i milliard in 1925!
En vergelijken wij onze persoonlijke be
hoeften eens met die onzer grootouders.
Doch bezien wij de cijfers der pro
ductie-mogelijkheden, die reeds gescha
pen zijn, of die nog geschapen kunnen
worden, dan behoeven wij ons voorloo-
pig nog niet ongerust te maken.
Bassett Jones zegt: „In de gloeilam-
penfabricage wordt per menschelijk ar
beidsuur 9000 maal zooveel geprodu
ceerd als nog kort na 1914".
Met een handzaag zagen 2 mannen
per dag ongeveer 6 planken, met een
mechanische zaag 60.000 voet (18.300
Zonder schriftelijke toestemming is eeni 'e overname uit deze rubriek verbod, n.
PAARDEN.
Het paard is een der nuttigste en
tevens mooiste huisdieren. Volgens
de Grieksche mythologie heeft het
zijn ontstaan te danken aan een
wedstrijd tusschen Poseidon (de
zeegod) en Pallas (de godin der
wijsheid): wie van hen het nuttigste
wezen zou kunnen voortbrengen.
Poseidon stiet zijn drietand in den
grond en deed het paard te voor
schijn komen. Hoelang het paard
reeds een metgezel van den mensch
is, kan men zelfs bij benadering
niet vaststellen, want in de oudste
oorkonden wordt het reeds vermeld
als een wezen, welks bestaan zeer
nauw met dat van den mensch in
verband staat. In den strijd der
volken speelt het steeds een groote
rol en in menig oud geschrift wordt
de moed, de vlugheid en de sier
lijkheid van hel paard geprezen.
Men verkeert ook in twijfel over
de plaats, waar men zich het eerst
op het temmen der paarden heeft
toegelegd.
Hoogstwaarschijnlijk is het, dat de
tamme paarden zich uit Midden
Azië over de geheele oude wereld
hebben verspreid. In Europa is het
paard reeds vroeg als huisdie: be
kend geweest. De Grieken en Ro
meinen maakten er een groot
gebruik van, zoowel in den oorlog
als bij hun feesten.
Wiïde paarden bestaan er niet
meer; men vindt in sommige streken
wel paarden, die in het wild leven,
doch deze zijn verwilderde afstam
melingen van tamme rassen.
Dergelijke paarden zijn teTarpans
en de Muzins, die men in de steppen
van Midden—Azië aantreft; kleine
moedige dieren, die door de steppen-
bewoners zeer worden gevreesd,
daar ze zich bij de tamme paarden
voegen en deze met geweld mede
voeren.
Van de Amerikaansche paarden
is het uitgemaakt, dat zij van tamme
Europeesche afstammen. Men ver
meter), planken per dag. En zoo kun
nen we voortgaan!
De Technocraten rekenen ons voor,
dat de mensch in de primitieve gemeen
schappen een energie-verbruik had van
2000 kgcal. per hoofd en per dag. In
1775, toen de practische stoommachine
werd uitgevonden, bedroeg dit energie
verbruik 4000 kgcal. Thans bedraagt
de verbruikte energie in de Ver. Staten
volgens Stuart Chase 160.000 kgcal.
per hoofd en per dag! De machine-eeuw
heeft dus ons arbeids-vermogen opge
voerd tot het 40-voudige. Stuart Chase
geeft ons cijfers waarvan we plat
gezegd achterover slaan.
Uit de energie-bronnen steenkool,
olie, aardgas en watervallen werd in de
V. S. in 1830 opgewekt een vermogen
van 75 trillioen B.T.U. (0.22 kgcal.)
in 1930 27000 trillioen B.T.U.waar
tegenover de bevolking slechts tot het
12-voudige is gegroeid. Deze energie
omgezet in mechanische arbeid, be
draagt thans 1 milliard P.K., een hoe
veelheid, die in staat is het 250-voudige
te verrichten van de lichamelijke ener
gie van 't arbeidende deel der mensch-
heid. En over kwaliteitsverbetering en
perfectionneering gesproken: Scott zegt
dat men, met slechts 20% meer energie
een scheermes uit tungstencarbide kan
maken, in welk geval men het mes ge
durende een menschenleeftijd kan blij
ven gebruiken.
Deze cijfers zijn in elk geval gewel
dig. Misschien zelfs vindt U ze interes
sant. Ik hoop het, want daarom heb
ik ze genoemd. Binnen het bestek dezer
studie had ik ze gerust kunnen weg
laten, want ik stelde mij tot taak den
mensch in deze geperfectionneerde pro
ductie te beschouwen.
Daartoe, dus tot mijn eigenlijke doel,
kom ik volgend artikel.
B.T.U. British Thermial Unit.
De lijd voor het uitzaaien onzer
wintergranen, tarwe, rogge en gerst
is weer zachtjes aan aangebroken
Vooral nu deze teelten zich zoo sterk
uitbreiden is het wel gewenscht enkele
dingen daarop betrekking hebbende
naar voren te brengen Het vele terug
komen met stroo op hetzelfde land
toch zal niet straffeloos geschieden,
indien in de eerste plaats de bemes
ting niet volkomen in orde is.
De grootste vijan van de graan,
teelt is het legeren. Dit ongemak is
gewoonlijk te wijten aan een ver.
keerde verhouding in de bemesting.
De stikstof is dan in verhouding in
de meerderheid Regenweer werkt
dan mee, door de stengel te verslap,
pen, omdat er te weinig zon is. Niet
alleen gaat het oogsten moeilijk bij
gelegerd graan, maar de kwaliteit
daarvan wordt ook slechter Vooral
als in de rijpingsperiode het weer
ongunstig is.
Kali geeft stijf stroo, flink bemesten
met kali dus en niet te veel stikstof
telt, dat toen de in 1535 geslichte
stad Buenos Ayros eenigen tijd later
weer werd verlaten, de inwoners
niet eens de moeite namen al hun
vee mede te voeren. Vijf of zeven
paarden hieven aan zichzelf over
gelaten achter. In 1850 werd de
stad weer hewoond en toen vond
men daar een menigte verwilderde
paarden, afstammelingen van de
achtergeblevenen. In 1596 kreeg
iedereen verlof deze paarden te
vangen en te gebruiken. Dit is de
oorzaak der tallooze kudden paarden
die Zuid Amerika bezit.
De mustangs, die men er aantreft,
zijn geen eigenlijke verwilderde
paarden, doch ze krijgen er zeer
veel overéénkomst mee, omdat de
bewoners ze vrij laten rondloopen.
Bij de Arabieren staat het paard
zeer hoog aangeschrevenzij be
zitten echter ook de mooiste, de
edelste en de verstandigste paarden.
Bij de Arabieren zijn de paarden
geen huisdieren, neen, ze zijn leden
van het gezin. Ze worden opgevoed
met de kinderen, te midden, waar
van zij levendoor geen zweep
slagen of mishandelingen worden ze
tot hun plicht gebrachtmaar steeds
wordt met zachtheid met hen om
gegaan. De Arabier praat met zijn
paard als met een mensch en
beschouwt het als een wezen, dat
vertrouwelijk met hem omgaat en
hem gedurende zijn heele leven ter
zijde staat.
Toen Abd—el—Kader, een Arabi
sche emir, op het toppunt was van
zijn macht, verbood bij zijn volge
lingen op straffe des doods paarden
aan de Christenen te verkoopen.
Volgens de geloofsovertuiging der
Arabieren is het paard een bijzonder
geschenk van den hemel, dat alleen
Zal de kalibemesting goed tot zijn
recht komen dan dient men ook niet
te dicht te zaaien. Onze granen
worden op vele plaatsen te dicht
gezaaid, als het machinaal gebeurt
met te nauwe rijenafstand. Door het
dichte zaaien worden niet alleen
groote hoeveelheden zaaigraan nutte
loos weggeworpen, maar de indirecte
schade is nog grooter. Voor dit geld
kan men beter wat kalimest koopen,
men vangt dan twee vliegen in één
klap.
Het is interessant te bemerken, dat
hoe intensiever het bedrijf wordt
hoe meer men spaart op zaaizaad en
hoe hooger daarbij de oogsten wor
den. Dit geldt voor ieder bedrijf waar
de grond beter bewerkt, krachtiger
bemest en waar prima zaaizaad ge-
kozen wordt.
Dunner uitzaaien, maar. dan ook
zaadgoed nemen dat goed kiem
krachtig is en soortecht Als men dun
uitzaait moet men ook verzekerd zijn
van kiemkrachtig zaad. Het zaadgoed
moet onberispelijk gereinigd zijn en
tegen schimmel en brand met daartoe
geeigende ontsmettingsmiddelen ont
smet Het dikwijls betrekken van
origineel zaadgoed kan niet genoeg
aanbevolen worden. Door varieteits
proeven kan men de voor zijn grond
geeigende soorten vaststellen.
Van grooten invloed is dun uit
zaaien op den watervoorraad in den
bodem, respectievelijk de voedsel
voorziening der planten, omdat het
water als transportmiddel daarvan
dienst moet doen. Het is toch voor
water- en voedselvoorziening niet
gelijk hoeveel planten op een zekere
oppervlakte staan. Bij dicht uitzaaien
zal het getal planten veel grooter
zijn dan bij dun uitzaaien. Een g
volg hiervan is, dat door het dichte
uitzaaien voor het groote aantal
planten per plant minder water en
voedsel ter beschikking is. De plant
lijdt honger Bij dun zaaien is water
en voedsel toereikend om de dun
staande planten te voeden. De op
brengst zal dan ook veel hooger zijn.
Alles in het kort samenvattende
kunnen wij dus zeggen dat bij een
sterke uitbreiding der graanteelt in de
eerste plaats een flink aanspreken der
kalimestzak een dun uitzaaien van
goedgekeurd, ontsmet zaadgoed ons
kan helpen
G en spoedige hervatting van den
ontivG pening sarbeid.
De voorzitter der ontwapenings
conferentie, Henderson, is, na zich
slechts 3 dagen te Genève te hebben
opgehouden, weer naar Londen
teruggekeerd. De besprekingen, die
hij met Barthou, sir John Simon en
Aloisi heeft gevoerd, hebben niet de
minste hoop gegeven, dat de ont
wapeningsconferentie haar werk bij
den tegenwoordigen stand van zaken
in Europa in de allernaaste toe
komst zal kunnen hervatten.
Duitschland's sleden verarmen.
De begrooting van 1933 van de
in hun handen gelukkig kan zijn.
Ze gelooven de eenige rechtmatige
eigenaars van het edele dier te zijn.
De gehechtheid van den Arabier aan
zijn paard is zoo groot, dat hij
bijna niet te bewegen is, het aan
een ander af te staan. Er zijn
voorbeelden bekend van arme lieden,
die niets meer bezaten dan hun
paard en het toch niet voor schatten
in de handen van Christenen wilden
doen overgaan.
De eischen door een Arabier aan
zijn paard gesteld, zijn bijzonder
groot. In het lichaam moet de
schoonste harmonie heerschen. Heeft
zoo'n raspaard bovendien een goede
opvoeding gehad dan kan het won
deren verrichten. Het is voorge
komen, dat een ruiter met zijn paard
vijf, zes dagen achter elkaar, dage
lijks groote afstanden aflegde en na
twee dagen rust nog eens dezelfde
rit maakte.
OOM KEES.
Oplossingen.
1 Mesopatamië
mes, tam, mama, pit, poema.
2 T
bis
Tiber
een
r
3. Wat het oog niet ziet bekoort
het hart niet.
4. Riet, zaag, troon, water, koe,
hit, hert, beet;
Het is niet alles al ze Uw
pakken.
5. Krekel rekel ekel el.
stad Essen, eens een van de rijkste
steden van het Roergebied, geeft
een tekort te zien van 7.25 millioen
Rijksmark. Van de totale uitgaven
van 90 millioen Mark is in 1933
45 millioen Mark, dus de helft voor
openbai e steunverleening besteed.
Vroeger kon Essen zich met recht
een rijke stad noemen want zij bezat
niet minder dan 140 millionairs.
Thans is het aantal millionairs tot
zeven geslonken.
Nog erger is Frankfurt eraan toe.
Deze stad gold eeuwenlang als een
der rijkste steden van Duitschland.
De vele Joden die gevlucht zijn
hebben echter hun kapitalen mee
genomen en de stad kan zich thans
nauwelijks fiinancieel redden.
De textielstaking in Amerika.
Het voorstel tot arbitrage der
Amerikaansche textielarbeiders is
ingetrokken. Naar het heet zal de
strijd onverbiddelijk worden voort
gezet.
Frankrijk's financiën in gevaar.
In verband met de agitatie tegen
het kabinet Doumergue heeft minis
ter GermainMartin een ernstige
waarschuwing doen hooren over
den toestand der Fransche schatkist.
Rusland's ambtenarij.
De sovjet—autoriteiten hebben
den leider der tractoren—fabriek
van Pawlograd wegens staatsvijan-
delijke handeling doen arresteeren.
De strijd om het Saargebied.
Het Duitsche front in het Saar
gebied heeft bij den volkenbond
protest aangeteekend tegen de
plannen om neutrale politie in het
Saargebied aan te stellen.
Kinderverlamming in Denemarken.
In Denemarken heerscht een
kinderverlamming—epidemie, die
zich nog steeds uitbreidt. Reeds
worden 700 gevallen gemeld.
Moskou stelt hooge eischen.
In zake de toetreding der Sovjet-
Unie tot den Volkenbond zijn nieuwe
moeilijkheden ontstaan, doordat van
Russische zijde bezwaar is gemaakt
tegen den voorloopigen tekst der
uitnoodiging, die aan Litwinof is
voorgelegd Als gevolg daarvan
moeten nieuwe onderhandelingen
worden gevoerd, waardoor weer
vertraging is ontstaan.
Samenwerking Estland—Letland
Litauen.
Te Genève is tusschen Litauen—
Estland en Letland het Oostzeepact
geteekend dat op 20 Aug. te Riga
werd geparafeerd en een nauwe
samenwerking tusschen de drie
staten voorschrijft.
DRAISIJIA-vanVALKENBURG'S-*
c* A. ••iLEVERTR
L LEEUWARDEJ4
Prijs verlaagd tot 70 ct. per flacon
Raadsels.
1. Verborgen Europeesche hoofd
steden
1 Los-loopende honden worden
door de politie meegenomen.
2 »Pa, rijst is het hoofdvoedsel
der Inlanders, zegt onze leeraar.»
3 Aldoor, om en om, kregen de
kinderen een beurt.
2. De volgende lettergrepen, goed
gerangschikt, geven den naam van
3 personen, bekend uit onze ge
schiedenis
al de de ga gon le lips ma mar
mar ne nix par phi re schoo sint
tha van van
3.
x klinker
x spil
x meisjesnaam
x niet »mis»
xxxxx groote stad in Japan
Op de kruisjeslijnen komt het
zelfde woord te staan.
4 Wat was het?
Ditmaal is het een heel moeilijke
opgave, die alleen maar de alier-
knapsten onder jullie op kunnen
lossen. Luister maar:
Bij den directeur van een groote
bank komt een jonge man, die
voorgeeft de zoon te zijn van een
zeer rijk buitenlander. Al zijn pa
pieren, pas, enz. kloppen. De direc.
teuris juist van plan den vreemdeling
uit te noodigen bij hem te komen,
als zijn oog op iets in de kleeding
van den iongen man valt, dat hem
wantrouwend maakt. Hij doet de
uitnoodiging niet.
Wat zag de directeur?
Oplossing volgende week.
TANTE TINE.