Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen;
FEUILLETON
DE TWEE MACHTEN IN HET
LEVEN.
i
WÉjÈSÉ
JE
DIJ NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
EERSTE BLAD.
De Glearingoversenkomst met
Duitschland.
ABONNEERT U OP DIT BLAD.
BINNENLAND.
aCP6
arte
jken
iden
oon.
80.
ZATERDAG 6 OCTOBER 1934.
57c JAARGANG.
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG
grieven, Ingezonden stukken, gelden, em.
franco te zenden aan den Uitgever,
abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco p. post door 't geheele rijk 1.40.
UITGAVE:
Adrertentiën moeten Woensdag en
Vrijdag dea morgens om uiterlijk 9 air
in ons besit iljn.
WAALWIJKSCHE
STOOMDRUKKERIJ
ANTOON TIELEN.
Bi] contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regel.
Telefoon No. 38.
Telegr.-adresECHO.
PrUs der Advertentiën
29 cent per regel; minimum 1.50.
Uit de noodkreten, welke thans
dagelijks uit de kringen van onzen
Nederlandschen handel opstijgen,
blijkt, hoe geweldig de slag is aan
gekomen van de nieuwe, voor ons
zoo nadeelige, clearingso vereenkomst
met Duitschland. Het vertrouwen,
jat de Duitschers hun betalings
verplichtingen zullen nakomen, is
zóó geschokt, dat vele exporteurs
individueel en ook organisaties van
exporteurs besloten hebben om
verderen uitvoer naar Duitschland
stop te zetten.
De nieuwe clearingsovereenkomst
van 27 September voorziet in een
zekere mate van verrekening van
vorderingen, welke Duitschers en
Nederlanders over en weer met
elkaar hebben. Daarbij echter heb
ben de Duitschers al weer eenzijdig
voor zich het voordeel kunnen be
dingen, dat tenminste lü pCt. van
hun vorderingen contant wordt be
taald en voor dit percentage z.g.
vrije deviezen worden beschikbaar
gesteld. Loopt voorts onze uitvoer
naar Duitschland zoodanig op, dat
de waarde van den invoer wordt
overtroffen, dan missen onze expor
teurs eiken waarborg, dat ze ooit het
hun toekomende zullen ontvangen.
Het zijn niet de Duitsche hande
laars, welke ons dupeeren, maar het
is de Duitsche regeering. De hande
laars doen de betaling voor het van
ons gekochte aan de Rijksbank toe
komen, maar deze houdt de gelden
vast.
Ons handelstegoed in Duitschland
was tot vele millioenen gestegen en
van al dat geld zal voorloopig niets
worden uitgekeerd aan de Neder
landers, die er hun waren voor aan
Duitschland leverden. De Rijksbank
van „De Echo van het Zuiden".
Naar het Engelsch.
3.
Nog vóór er dien volgenden ochtend
beweging kwam in het kwartier van de
officieren, zond mijnheer Richards zijn
briefje. Hij gaf het aan zijn oppasser
en stond dien aan zijn deur na te kij
ken, terwijl hij het afgaf bij Boffie. Hij
luisterde naar het tikken, dat herhaald
moest worden toen hoorde hij, dat
de deurknop omgedraaid werd. Het
volgend oogenblik kwam de man met
verschrikt gelaat terugrennen en hijg
de:
De officier is er niet, mijnheer.
De kamer is leeg. Al zijn beddelakens
*ingen buiten het raam aaneenge-
loopt.
Heb je wel goed gezien, Binns?
oeg Richards met ontstelde uitdruk-
ig op 't gelaat.
Óf ik het goed gezien heb, mijn
er!
De officier ging ijlings zelve kijken
en zag ook waarlijk, dat de kamer
laten was en overhoop stond. Het
ster stond wijd open. Een lang eind
n de aan elkaar geknoopte lakens
ng van de vensterbank langs den
itenmuur van het fort tot aan de rot-
die door de zee bespoeld werden.
^oop wat je loopen kunt en zeg
heeft^ zich bij de clearingsovereen
komst van 27 September het recht
bedongen om de betalingen, welke
Duitsche importeurs aan de Rijks
bank deden geworden voor over
making aan de Nederlandsche recht
hebbenden, tot 2 jaar lang vast te
houden, zónder dat rente zal zijn
verschuldigd.
Men neemt in Duitschland der
halve een renteloos crediet van op
het oogenblik een nog ongekend
aantal millioenen, uit het bezit of
bedrijfskapitaal onzer Nederlandsche
handelaren.
Die menschen voelen zich ont
zettend gedupeerdvelen hunner
staan aan den rand van een zake
lijke ruïne. Zij hebben geen geld
meer en kunnen dus ook niet meer
handelen.
Voor zoover ze zelf crediet waardig
worden geacht, kunnen ze misschien
nog eenig geld ter leen hekomen,
maar dan toch slechts tegen betaling
van een behoorlijke rente.
En hoe zal 't zijn, als ze over 2
jaar hun eigen vordering mis
schien 1 binnen krijgen Hoe zal
dan de Mark.... genoteerd staan
Zooals gezegd, komt een ernstige
mate van ongerustheid door dezen
brutalen, bolsjewistischen aanslag op
de rechten der Nederlandsche expor
teurs tot uiting en zit de schrik er
zóó in, dat de uitvoer naar Duitsch
land plots geweidigis teruggeloopen.
Met het gevolg, dat ook de prijzen
van vele onzer producten kelderden
en behalve de handelaars nu ook
de producenten met de stroppen
komen te zitten.
Van je buren moet men het maar
hebben 1
Er wordt gezegd, dat de Neder
landsche regeering zoo'n overeen
komst nooit had mogen aanvaarden.
Alles goed en wel, maar onze
regeering, welke ook wel weet hoe
het tegenwoordig in Berlijn gesteld
is, is er vast van overtuigd, dat ze
door de aanvaarding van deze over
eenkomst onze handelsbelangen voor
nóg erger dingen heeft behoed.
het aan den oppasser van den kolonel,
want die moet het toch wel allereerst
weten!
Zoodra ze den corridor weer bereik
ten, hoorden ze een verward geluid van
stemmen uit het kwartier van den kolo
nel en druk door elkaar loopen; kortom
er scheen daar beneden algemeene ont
steltenis te heerschen.
Mijnheer Richards boog zich over de
leuning en riep:
Wat is er te doen? Hier is ook
iets niet in orde.
Een kapitein keek naar boven en
antwoordde:
Moord, man!Er is hier een
moord gebeurd! De kolonel ligt op zijn
kamer met een kogel door het hoofd.
HOOFDSTUK III.
Reeds begon de schemering van den
lente-avond in te vallen en dit wel des
te vroeger, daar het was gaan regenen
steeds heftiger.
In het stadje Caerleon was niemand
meer op straat; het was dan ook tijd
voor het avondeten.
Door de nauwe, bochtige straten van
Koning Arthur's oude stad bewoog
zich op dit oogenblik alleen een jong
meisje, dat met haar fiets aan de hand
liep. Ze was doornat, want ze had dien
dag al een afstand van dertig mijlen
gereden en had nog geen onderkomen
gevonden.
Ze was van het eene logementje
naar het andere gestuurd, maar ner
gens was plaats. Het begon nu zelfs
eenigszins benauwend te worden. Ze
had er den nacht over willen blijven,
want de laatste trein, die daar aan het
station stopte, was al vertrokken, eer
ze het stadje nog bereikt had. Nu had
ze wel kunnen doorrijden naar New
port om daar een onderdak te vinden,
Geen fraude bij de Varkens-Centrale.
Thans is het rapport over de ges
ties der Ned. Varkens-Centrale ge
publiceerd.
De bij de commissie ingekomen
klachten waren over het algemeen
van oeconomischen aard. Recht—
streeksche fraude bij de uitvoering
der Crisis-Varkenswet 1932 werd aan
de leidende functionarissen niet ver
weten en deze is ook aan de com
missie bij haar onderzoek niet in
het minst gebleken. Integendeel
spreekt zij als haar overtuiging uit,
dat van fraude of corruptie bij de
leiding der Nederlandsche Varkens
centrale, met name ook bij den heer
van Zwanenberg als directeur, geen
sprake is geweest en dat noch den
toemaligen minister van oecenomi-
sche zaken, aan wiens adres in en
kele openbare vergaderinge beschul
digingen waren geuit, noch den re
geeringscommissari:; voor de uitvoe
ring van de Grisis-Varkenswet 1932
in dit opzicht iets ten laste kan
worden gelegd.
Wel zijn in de oeconomische en
organisatorische werkzaam heden der
Varkenscentrale fouten begaan. Zoo
meent de commissie te moeten be
maar er was een lekje gekomen in een
van haar banden en ze was doornat,
koud, hongerig en moe.
Ze hield op en keek eens rond in de
verlaten straat ,niet wetend, welken
kant zij zou gaan. Er was geen mensch
te zien, aan wien zij den weg kon vra
gen; en ze vroeg zich af, of er soms
geen armhuis zou zijn, waar ze haar
dan als tijdelijke slaapgast konden op
nemen.
Eindelijk zag ze heel in de verte een
man met een lange regenjas aan en 'n
paraplu boven het hoofd. Met n haas
tige zwenking van haar fiets, keerde zij
dien kant uit, ging hem tegemoet en
toen ze dicht bij hem was, vroeg zij:
Neem mij niet kwalijk, mijnheer,
maar zoudt u mij ook kunnen zeggen,
waar ik een onderkomen voor den
nacht kan vinden? Ik ben in alle loge-
mentjes geweest, die ik onderweg zag,
maar nergens hebben ze plaats voor
mij. Misschien weet u er nog een te
noemen, waar ik niet geweest ben.
De vreemde stond verbaasd stil en
hun blikken ontmoetten elkaar. Hij was
nog jong; een jaar of dertig, een en
dertig, maar met een ernstig, kalm ge
laat, dat al trekken van zorg vertoonde
en over het geheel van een groote
droefheid getuigde. Maar hij had eer
lijke, vriendelijke oogen.
Hij nam den hoed af en antwoordde
met een glimlach:
De logementjes alle vol? Maar
dat kan niet zijn! Dat komt, ze leven
maar van hun barklanten en hebben
geen lust, om gasten voor den nacht te
nemen; er komen er ook maar zoo
weinig in Caerleon, want in dfn regel
gaan ze door naar Newport.
Ja, maar of ze nu de waarheid
spraken of niet, ze wilden mij in ieder
geval niet opnemen. En ik ken hier de
twijfelen of de Nederlandsche Var
kenscentrale met hare bemoeiing
inzake den steun aan de varkens
houderij niet te ver gegaan is. waar
door de particuliere belangen wel
licht sterker zijn aangetast, dan de
behartiging van de aan de Centrale
opgedragen belangen strikt genomen
had vereischt.
De minister van economische za
ken heeft reeds maatregelen geno
men om de door de commissie ge
uite bezwaren te ondervangen.
Het Bossche Hof.
Naar de »Tel.» verneemt zal de
president van het gerechtshof te
's Hertogenbosch, mr. P. H. Loeff,
op 1 November a.s. als zoodanig
aftreden. Hij zal worden opgevolgd
door jhr. mr. E. A. A. van Meeuwen,
thans raadsheer in het Bossche ge
rechtshof.
De procureur-generaal bij hetzelfde
hof, mr. Th. NV. F. A. Mathon, zal
eveneens op 1 November zijn functie
neerleggen. Tot procureur-generaal
in den Bosch zal dan worden be
noemd mr. E. L. M. H. baron
Speyart van Woerden, thans advo
caat-generaal bij het gerechtshof te
's-Gravenhage.
Ontevredenheid in de A. R.Partij?
Verklaringen van prof. Seve-
rijn en Ds. van Grieken.
Naar aanleiding van het door ons
overgenomen bericht uit het »Han-
delsblad» inzake een verwachte af
scheiding in de A. R.partij ver
zoekt men ons opname van een
verklaring, die naar aanleiding daar
van is afgelegd door prof. dr. J.
Severijn, wiens naam was genoemd
als leider der uit te treden groep.
Deze verklaring luidt aldus
«Aangezien dit bericht aanleiding
kon geven tot allerlei suggesties4
stel ik er prijs op mede te deelen,
dat mij van voorbereidingen, welke
zouden getroffen worden om een
algemeene vergadering te houden
als daarin gemeld, niets hekend is.
Evenmin is mij bekend, dal de ge
annonceerde beweging bereids be
slag heeft gelegd op het «Gerefor
meerd Weekblad» waarvan ik mede
redacteur ben.
Wel is mij bekend, dat er onte
vredenheid heerscht onder de Her
vormde Antirevolutionairen en dat
speciaal sommige benoemingen aan
stoot geven en ergernis wekken. De
vraag is echter, of het gerechtvaar
digd is op dien grond pogingen in
het werk te stellen om een nieuwe
partij op te richten. Wie zulke din
gen nastreven hebben wel ernstig
te bedenken, of zij daarmede Gods
zaak zullen dienen.
De instandhouding van een krach
tige Antirevolutionaire partij, die
zich van haar beginselen en roeping
bewust is, acht ik een nationaal
belang, doch ik kan niet inzien, dat
dit zal worden bevorderd door een
beweging, die tot verbrokkeling
leidt.»
Ook ds. M. van Grieken gaf zijn
oordeel over deze dingen en schref
BEDDEN en
MATRASSEN
KËMI.
§F
streek in het geheel niet: ik ben van
Hereford hierheen gereden om Caer
leon te zien en heb er geen oogenblik
aan getwijfeld of ik zou wel een onder
komen voor den nacht kunnen vinden.
Maar nu weet ik niet, wat ik doen
moet.
Dat spijt mij ontzettend, 't Is jam
mer, dat niemand u gewaarschuwd
heeft, hoe weinig gastvrij men hier is.
Er was niemand om mij te waar
schuwen. Ik ben op een fietstocht. Ik
wilde het paleis van koning Arthur
zien. Geen oogenblik is de gedachte
bij mij opgekomen, dat zich een derge
lijke moeilijkheid zou kunnen voor
doen; dan zou ik dit bezoek natuurlijk
niet ondernomen hebben.
Hij keek naar haar met een onder
zoekenden blik, ofschoon hij veel te
góede manieren bezat om dit duidelijk
te toonen.
Er zijn heel geschikte hotels in
Newport, zei hij, en het is maar een
paar mijlen ver.
Maar de laatste trein is weg,
hebben ze mij aan het station gezegd.
De regen droop van haar hoed en ze
keek naar hem op met kinderlijk-smee-
kenden blik.
Ja, dat is ook zoo. Maar als u dit
verlangt, kan ik wel een fiets halen en
met u meerijden, om u den weg te wij
zen.
Er is een lekje in mijn voorband,
antwoordde zij, blijkbaar de wanhoop
nabij, en ik ben vreeselijk moe. Weet
u hier geen logies voor mij?
Hij zweeg een oogenblik en scheen
een innerlijken strijd te voeren. Maar
zijn medelijden behaalde toch de over
hand, want hij kon haar toch niet zóó
in regen en wind laten dwalen. Hoe
gewaagd het misschien ook was, hij
moest hulp bieden.
Er is hier in de stad geen logies
te krijgen, maar toch weet ik voor den
nacht wel een onderdak voor u. Gaat
u maar met mij mee, dan kan ik u een
plaats aanwijzen, waar u goed verzorgd
zult worden. Geeft u mij de fiets, dan
zal ik de paraplu boven u houden, want
het is nog een eindje af.
O, dat geeft niets, zei ze, haast
opgewekt door die plotselinge uit
komst. Maar de beschutting van uw
paraplu wil ik niet hebben. Ik ben nu
al zóó nat, als ik maar wezen kan, dus
houdt u ze liever voor u.
Wat een sterken wil moest hij toch
bezitten, want ondanks haar krachtig
betoog, hield hij de paraplu boven haar
met een uitdrukking op het gelaat, die
haar wel een bewijs was, dat niets hem
daarvan zou afbrengen een onge
kende gewaarwording voor iemand van
zoo n sterken wil als zij!
Ze sloegen een zijstraat in en liepen
die ten einde, waar ze op een open
weg kwamen, zeker begrensd door wei
den, voor zoover dit nog te onderschei
den viel. Na een wandeling van tien
minuten stonden ze voor een hoogen
muur, die den weg aan de eene zijde
begrensde.
Hij stak den sleutel in het slot en
trok tegelijk aan een bel, die zij van
verre hoorde klinken in het groote huis.
Zij kon hiervan nog niet veel onder
scheiden; alleen dat het van grijze
steen was, statig en indrukwekkend.
Zij betrad nu een lange steenen gang
die naar de huisdeur leidde. Een oude
lantaarn hing boven hun hoofden en
verspreidde een koud, geelachtig licht.
Een tralietje werd ter zijde geschoven
in de voordeur en een trillende stem
riep op vreesachtigen toon:
Wie is daar? Is u het, mijnheer
Launcplot?
De Echo van het Zuiden,
^aalwybschc en Lanptrnatsche ('tirait.
TOT 30 NOVEMBER 1934 ONTVANGT U. TEGEN INLEVERING
VAN 60 VOORZIJDEN VAN PRESTO-PAKJES AAN ONS ADRES
TE AMERSFOORT. GRATIS EEN PRACTISCH GESCHENK