Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
FEUILLETON.
ilwiiAiTi¥iT
LEVEN
GEMEENTERAAD L00N-0P-ZAND.
EERSTE BLAD-
I
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TWEE BLADEN.
iïjMMER
91.
WOENSDAG 14 NOVEMBER 1934.
57e JAARGANG.
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1 1.25.
Franco p. post door 't geheele rijk 1.40.
UITGAVE:
Advertentiên moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uv
in ons besit sfln.
WAALWIJKSCHE
STOOMDRUKKERIJ
ANTOON TI EXEN.
Bi] contract flink rabat
Reclames 40 cent per regel.
Telefoon No. 38.
Telegr.-adresECHO.
Prijs der Advertentiën
29 cent per regel; minimam 1.50.
WAPENSTILSTAND EN
WAPENGEKLETTER.
We ontmoeten zooveel tegenstrijdig
heden, dat we ons over het meeste al
niet zoo heel erg meer verbazen en we
vele tegenstellingen met een glimlach
voorbij gaan, omdat ze er nu eenmaal
zijn en wel zullen blijven ook.
Toch worden we af en toe wel eens
heel even door een enkel markant feit
getroffen. Zoo ook nu weer bij het lezen
van berichten over de viering van den
Wapenstilstandsdag, j.l. Zondag, in de
verschillende hoofdsteden der landen,
die in den laatsten wereldoorlog betrok
ken waren.
Dezen dag gingen in al deze landen
veler gedachten weer terug naar den
bevrijdenden dag, nu 16 jaren geleden,
die een einde maakte aan zoovele ellen
den, die over de volken waren ge
strooid. Het was een dag, die weliswaar
voor velen te laat kwam, maar die toch
aan allen bevrijding bracht, bevrijding,
omdat een einde werd gemaakt aan een
leven en cultuur vernietigenden strijd.
En nu in 1934, nu we immers allen
met onze monden zoo vol afkeer zijn
van dat helsche oorlogs-bedrijf, vieren
we dezen herdenkingsdag:
in Brussel dreunen gelijkmatig de
doffe schoten der kanonnen;
in Parijs rollen zwaar en machtig de
afzichtelijke tanks voorbij de „Are de
Triomph", klinkt het rhythme van mar-
cheerende soldatenrijen;
in Londen en heel Engeland wordt
het leven twee minuten stop gezet
van „De Echo van het Zuiden".
Naar het Engelsch.
ook in de fabrieken van Vickers Cray-
ford, waar men zoo met de bestellingen
van geweren, kanonnen en gasbommen
overstelpt is, dat men zelfs op Zondag
de productie dezer moordwerktuigen
niet kan stopzetten.
Klinkt al dit militair vertoon, dit aan
wakkeren en opzweepen van de gemoe
deren van het volk tot „nationaal ge
voel", heel dikwijls een heel gevaarlijk
soort eer- en heerschzucht, niet als een
bespotting van den Wapenstilstand
zelf?
Pessimisten hebben beweerd dat we
den oorlog nooit kunnen verbannen, en
het ziet er naar uit dat zij gelijk hebben.
Zoo lang als de opkomende generaties
nog worden opgevoed in een militairis-
tischen geest en zoo lang het militaire
vertoon bij alle groote gebeurtenissen
nog als het heerlijke en machtige hoog
tepunt wordt beschouwd, zoo lang zal
er van den daadwerkelijken Vrede, die
straks den wapenstilstand zal komen
volmaken, maar weinig te bespeuren
zijn.
Zoo lang ook kunnen wapenfabri
kanten heel gerust blijven meehuichelen
als de vrede verheerlijkt wordt, want
hun lieve duiten zullen dan voorloopig
nog niet in gevaar komen. En de duiten
vormen immers de eenige „moraal"
waar deze heeren zich naar richten.
De Gemeentebegrooting 1935 vastgesteld. Discussies
over verbetering van straten en wegen. De Loonsche
Brandweer. Geen verlaging van gasprijzen. Het
subsidie aan het Burg. Armbestuur Iets gunstigere
financieele toestand der gemeente.
Onbewoonbare woningen.
14)
Even hield hij op en zij had den moed
niet iets in het midden te brengen. Ze
kon hem toch immers het leed niet be
sparen van alles te vertellen.
Ze ontdekten nog iets veel ergers,
ze vonden den kolonel op diens kamer,
door het hart geschoten. Hij was ver-
mooi d, wreed, lafhartig vermoord...
Misschien is het niet meer dan na
tuurlijk, dat ze er Jack van verdachten.
Maar ze kenden hem toch; ze hadden
hem immers al zoo lang als kameraad
gekend. Daarom hadden zij het toch
voor onmogelijk moeten houden!
Ik denk dat die vluchtprevel
de Jocelyn.
Ja, dat was een noodlottige fout.
Was dat niet gebeurd, dan zou niemand
er aan gedacht hebben. Zelfs ik twij
felde even; ja, ik kan het mij nu niet
vergeven.
En uw moeder?
Mijn moeder? Zij heeft het nooit
geweten. Het zou haar dood zijn ge
weest. Ik las haar de couranten voor
en vermeed dus alles, wat noodlottig op
haar kon werken. En dat er geen brie
ven van Jack kwamen, kon haar nu
niet zoozeer verwonderen, omdat hij al
tijd maar heel weinig schreef. Daarom
wist ik wel, dat er eens een tijd zou
aanbreken, dat zij er wel van zou moe-
Vrijdagavond vergaderde de gemeente
raad van Loon-op-Zand ten raadhuize
onder voorzitterschap van burgemees
ter J. A. F. Mallens.
Secretaris de heer M. A. v. d. Wee.
Afwezig de heer Beerens. De heeren
van Lier, Nijkamp en Snoeren kwamen
later ter vergadering.
De notulen worden zonder opmer
kingen ongewijzigd vastgesteld.
AAN DE ORDE:
1. Ingekomen stukken.
Hieronder zijn goedkeuringen van
raadsbesluiten.
De Commissie voor de ambtswoning
van den burgemeester heeft een uitvoe
rig rapport ingezonden.
Dit wordt gerenvoyeerd naar het
college van B. en W.
ten hooren. Er werd steeds naar hem
gezocht op het vasteland van Europa.
Met iederen dag kon de tijding ver
wacht worden, dat hij gevonden was.
In stilte hoopte ik, dat hij naar Zuid-
Afrika was gegaan en dat hij daar
streed onder een anderen naam. Toen
had moeder een van de ergste hartaan
vallen. Haar leven hing aan een zijden
draad één enkele schok, van welken
aard ook, kon haar dood geweest zijn.
Op een avond, toen zij het ergst was,
kwam Jack in storm en duisternis te
rug naar zijn vaderlijk huis; was daar
heen gekropen als 't ware met zijn laat
ste krachten.
Is hij hierheen gekomen, naar
Merlin?
Launcelot knikte, zonder den blik
echter haar kant uit te richten.
Hij had zich naar huis gesleept,
om te sterven bij degenen, die hem lief
hadden. Hij had een inwendige kneu
zing gekregen, toen hij op de scherpe
rotsen terecht kwam, nadat hij zich uit
zijn venster had neergelaten. Met
groote moeite was hij aan boord ge
gaan van een boot, die naar Sicilië ver
trok.
Toen hij op Syracuse landde en
verderop een schuilplaats zocht, was hij
ziek en zwak door al wat hij geleden
had. Hij vond een onderdak bij boeren
ik denk zoo half en half dat het
struikroovers waren die hem zeker
om der wille van een mogelijken los
prijs daar bij zich gehouden zouden
hebben, als ze verwacht hadden, dat hij
in het leven was gebleven. Hij moet
daar langen tijd ziek hebben gelegen
hoe lang kon hij niet zeggen.
Toen hij in het holle van den nacht
hier kwam binnenwankelen, uitgeput
en den dood nabij, was hij niet in staat
iets te zeggen. Hij had er niets van ge-
2. Voorstel tot onbewoonbaarver
klaring van de woningen, staande aan:
a. de Gasthuisstraat Nr. 176 te
Kaatsheuvel, toebehoorende aan W. de
Kort;
b. de Gasthuisstraat Nr. 44 te
Kaatsheuvel, toebehoorende aan mej.
A. N. J. H. Lombarts;
c. den Hoogen Steenweg Nrs. 19
en 21 te Loonopzand, toebehoorende
aan mevr. Ma. Aa. Eenhuis te Uden-
hout.
De eigenaren dezer woningen wer
den door B. en ,W. aangeschreven ver
beteringen aan te brengen, waaraan zij
evenwel niet hebben voldaan.
B. en W. stellen daarom voor, daar
deze woningen in desolaten toestand
verkeeren, tot onbewoonbaarverklaring
te besluiten, met bepaling van den ter
mijn van ontruiming op 6 maanden, na
dat de beroepstermijn zal zijn verstre
ken.
De heer Grootzwagers heeft met vol
doening dit voorstel gezien, doch wil
een uitzondering maken voor het per
ceel Gasthuisstraat 44. De bewoner van
dit perceel zou door den onwil van den
eigenaar op straat gezet worden, daar
om zou spr. voor deze woning den ont
ruimingstermijn op 1 jaar stellen, te
meer daar de bewoner ook voor zijn
broodwinning van de woning afhanke
lijk is.
De Voorzitter zegt dat de langste
termijn die de wet toelaat, 6 maanden is.
Na verloop van dezen termijn kan de
raad echter desnoods nog een verlen
ging toestaan. Spr. merkt echter op dat
de onwil van den eigenaar den bewo
ner van het pand nog geen vrijbrief
geeft.
Subsidie Burgerwacht en Landstorm.
3. Verzoek van de Besturen van de
weten, hoezeer men hem achterna ge
zeten had. Zijn eenig, alles-overweldi-
gend verlangen was geweest, om hier
bij ons te komen, om mij de geschiede
nis te vertellen en mij te verzoeken, het
weer voor hem in orde te brengen. Hij
had heel het vasteland doorgezworven
en toen hij ten slotte hier kwam, was
zijn laatste uur nabij. Samen hebben wij
hem Huize Merlin binnengeloodst, de
oude, trouwe Rachel en ik. Wij verbor
gen hem in een vleugel van het huis,
waar nooit iemand komt en waar het
veilig is. Mijn eerste gedachte was dat
hij vluchtte voor den arm van het ge
recht en ik meende dat, als men hem
op het spoor kwam, dit dan den dood
voor hem zou beduiden. En de dood
was al dicht genoeg nabij, maar niet in
een eervollen vorm.
Niemand dan die oude, trouwe huis
houdster en de dokter en ik wisten,
waar hij verborgen was. De dokter is
een oud vriend, die op mijn dringend
pleidooi uit Londen overkwam, en deed
wat in zijn vermogen was. Maar Jack
was te ver weg. Hij leefde nog twee
dagen. Toen werd hij uit zijn lijden ver
lost. Hij is in mijn armen gestorven en
zijn laatste oogenblikken waren vreed
zaam en gelukkig.
Jocelyn had enkele woorden van deel
neming willen zeggen, maar hier was
het leed te groot... Gedurende een
oogenblik spraken zij geen van beiden.
Toeen vroeg zij, vol ontzetting:
En uw moeder? Weet zij het nog
niet?
Neen. Ik verzin af en toe nog
maar eens een kort briefje, zoogenaamd
van mijn broer. U ziet zelve, hoe zwak
zij is. Zij kan ook nog maar heel kort
leven. U herinnert zich toch den avond,
toen ik u in Caerleon ontmoette? U
vondt mij toen zeker bijzonder hard-
plaatselijke Burgerwacht te Kaatsheu
vel en te Loonopzand en van de Lei
ders van den Bijzonderen Vrijwiligen
Landstorm te Kaatsheuvel, Loonop
zand, Berkdijk en de Moer, om beschik
baarstelling van een wisselprijs voor
een jaarlijks terugkeerenden onderlin-
gen schietwedstrijd.
Aan de organisatie van dezen wed
strijd willen B. en W. gaarne hun sym
pathie verbinden en zij stellen daarom
voor voor dat doel een bedrag van
30 te voteeren. Daarvoor zal als wis
selprijs worden aangekocht een bron
zen beeld van den landsverdediger. De
wisselprijs gaat in handen van de win
nende vereeniging over, indien hij drie
jaren achtereen of vijfmaal in totaal
door een en hetzelfde corps gewonnen
is.
Dit voorstel wordt aangenomen.
Zittingen Gem. Ontvanger.
4. Voorstel tot wijziging van de in
structie van den Gemeente-ontvanger.
Van de 12 zitdagen, welke per jaar
te Loonopzand worden gehouden, zijn
er niet meer dan 4 of 5 waaraan betee-
kenis is toe te kennen en dit zijn de zit
tingen, volgende op de uitgifte der be
lastingbiljetten en op de verzending der
aanmaningen.
B. en W. stellen daarom voor om de
geregelde zittingen te Loonopzand op
te heffen en den Ontvanger ter plaatse
enkel zitdag te laten houden na voor
afgaande aankondiging in het Kaats-
heuvelsch Nieuwsblad en aanplakking
in de pui.
Voorts achten B. en W. voor Kaats
heuvel 4 betalingsvoormiddagen te veel
(op Donderdag zijn gemiddeld niet
meer dan 15 betalingsposten te verwer
ken geweest) en stellen zij voor met 3
dagen (voormiddag) te volstaan.
De Voorzitter zegt nog dat B .en W.
bovendien heel schappelijk zullen zijn
en niet zoo spoedig een vervolging zul
len doen instellen als iemand vergeet
vochtig, dat ik U niet dadelijk een on
derdak bood? Maar ik aarzelde, omdat
mijn broer dien vorigen dag gestorven
was. Wij begroeven hem op den laten
avond, toen het huishouden in slaap
was; de dokter en ik en een ouden man,
die al zeventig jaren in onze familie ge
diend heeft en even trouw en beproefd
is als Rachel. Wij 'groeven het graf in
regen en wind en droegen het lijk daar
heen, waar niemand het vinden zou.
Het moest een geheim wezen, om hem
de oneer te besparen van een openbare
beschuldiging en veroordeeling. Op den
naam, die mijn moeder draagt, zal geen
smet kleven.
Uw arme moeder! Als zij het eens
wist!... Geen wonder, dat u mij waar
schuwde, om haar niet het militaire
nieuws uit de kranten voor te lezen.
Zij zal nog wel sterven, eer het
noodig zal zijn, haar die afschuwelijke
tijding mee te deeleen. Nu weet u,
waarom Rachel niet wilde, dat u in dat
deel van den tuin liep en waarom geen
van de huisgenooten daar ooit gaat. En
nu begrijpt u ook, waarom zij er zich
zoo krachtig tegen verzette, u een on
derdak te bieden, toen ik u op dien
avond mee naar huis bracht. Het was
niet, dat zij van nature zoo barbaarsch
is. zooals u misschien wel heeft ge
dacht, maar zij achtte het gevaarlijk,
een vreemde op te nemen onder die om
standigheden.
Ik heb een steen op zijn graf gelegd,
ging hij na een poos voort, want ik kon
't toch niet hebben, dat hij in een graf
zonder naam zou liggen, mocht ik soms
steiven, eer ik in staat zou wezen, zijn
naam te bevrijden van de smet, die er
op rust en zijn stoffelijk overschot bij te
zetten in ons familiegraf.
Zijn naam te bevrijden van de
smet?
Jocelyn wist haast niet, dat zij dit
hardop had gezegd, tot hij den blik op
haar richtte.
Ja, den naam van smet te bevrij
den. Die arme Jack is te snel gestorven,
dan dat hij er mij bij'ko nhelpen. En
toch moet het geschieden. Hij was on
schuldig. Even voor hij den laatsten
adem uitblies, keek hij mij recht in de
oogen en zei: „Ik heb er niets van ge
daan, Launce. En ik wist dat hij
het niet gedaan had: hij was geen
schurk en geen bedrieger.
Maar waarom liep hij weg uit het
fort, inplaats van af te wachten, dat de
zaak onderzocht werd?
Dit heeft hij nog getracht, mij te
vertellen. Hij sprak zoo iets van een
boodschap, die hem gestuurd zou zijn,
om hem te waarschuwen, dat hij toch
ontvluchten moest, of hij zou voor den
krijgsraad moeten verschijnen; en dat
de zaak vanzelf wel weer in orde zou
komen, als hij maar wegbleef, tot vrien
den in het regiment daarvoor gezorgd
hadden. U moet denken, hij was nog
zeer jong; hij was zijn hoofd kwijt door
de beschuldiging, die tegen hem uitge
sproken werd; daarom was hij zoo on
verstandig, om dien raad te volgen.
Van den dood van zijn kolonel had hij
niets afgeweten, heeft hij mij bezworen,
tot hij in Engeland kwam en het daar
las in een oude krant, die hij ergens aan
een station vond liggen. Hij heeft mij
stervende verklaard, dat hij daar on
schuldig aan was. Eigenlijk was dit
niet eens noodig geweest; ik geloofde
hem. Wij, Vyvians, bedriegen niet.
De kalme waardigheid, waarmee hij
dit zei, werkte zóó overtuigend op Jo
celyn, dat haar geen twijfel meer mo
gelijk was aan de waarheid van die
verklaring. En dringend riep zij:
et Zuiden,
Waalwyitscbe en Laizstraatsrhe ConranG