ADVERTENTIE
KERSTNUMMER,
voor uwe
Opening nieuwe
N.V. IJsselmeer
Schoenfabriek
te Bunschoten,
ZORGT TIJDIG
in ons
waaraan bijzondere zorg zal worden
besteed.
VERVOLG PROVINCIAAL NIEUWS.
Onder zeer groote belangstelling van
officieele personen, van notabelen uit
Bunschoten, Spakenburg en omgeving,
van persvertegenwoordigers en tal van
andere genoodigden is gisieren, Vrijdag,
de nieuwe schoenfabriek der N.V.
IJsselmeer Maatschappij voor de Schoen
industrie officieel in gebruik genomen.
Gelijk men weet worden in deze nieuwe
schoenfabriek voornamelijk arbeiders
uit Bunschoten en Spakenburg te werk
gesteld, die zich door de droogmaking
der Zuiderzee hun broodwinning, de
visscherij, zagen ontgaan. Zij worden
nu onder leiding van een aantal ge
schoolde krachten, voornamelijk gerequi-
reird uit de Waalwijksche schoen
industrie, met de bediening der diverse
machines en andere werkzaamheden in
de schoenfabriek vertrouwd gemaakt.
Speciaal uit dien hoofde geniet deze
fabriek finanlieelen steun van rijk
en gemeente en hebben verschil
lende officieele instanties, bijzonder
de Generale Commissie Zuiderzee-
steunwet, hun medewerking aan
dezen opzet verleend.
't Is juist met het oog op dezen
overheids-steun dat de oprichting
dezer nieuwe fabriek een bijzondere
belangstelling getrokken heelt, zij
het dan over het algemeen geen
sympathieke belangstelling En de
critiek op dit onderdeel van over
heidsbemoeiingen is dan ook niet
uitgebleven.
Waar het te verwachten was dat
bij deze officieele' opening ook be
doelde principieele kwestie wel op
het tapijt zou worden gebracht en
kennende de belangstelling die er
in het schoenencentrum, waar ons
blad voornamelijk zijn lezerskring
heeft, voor deze aangelegenheid
bestaat, meenden wij goed te doen
gevolg te geven aan de vriendelijke
uitnoodiging van Burgemeester de
Vries van Bunschoten en een
eenigszins uitvoerig overzicht van
deze openingsplechtigheid te'geven.
Voor de Bunschoters en Spaken
burgers in hun eigenaardige kleeder-
dracht (vooral de vrouwen en meis.
jes lijken in haar bonte, typische
kleedij wel zóó uiteen poppenwinkel
te komen gestapt) was dit een ge.
beurtenis van belang.
Tegen 2 uur, hel tijdstip waarop
de Commissaris der Koningin de
opening zou verrichten, was reeds
een groote schare dorpelingen in de
omgeving van de fabriek te saam
gestroomd.
Het zal zeker voor deze gehuchtjes
wel een unicum zijn geweest dat hun
veldwachters als verkeersagenten
moesten optreden, dat het verkeer
werd omgelegd, dal parkeerterrein
werd aangewezen enz.
Auto's met officieele personen
reden af en aan en heel wat nota
belen uit de gemeente met hunne
dames zag men op weg naar de
nieuwe fabriek.
Zoo leefde werkelijk de geheele
bevolking met deze gebeurtenis mee.
Toen de ruim 100 genoodigden
hadden plaats genomen in 't ruime
fabrieksgebouw nam allereerst burge
meester de Vries van Bunschoten
het woord om een hartelijk welkom
toe te roepen aan de verschillende
genoodigden.
Met name verwelkomde hij: de
Commissaris der Koningin in de
Provincie Utrecht; de Leden van de
Eerste en Tweede Kamer der Staten-
Generaal en van de Provinciale Staten
en Gedeputeerde Staten der Provincie
Utrecht; de Burgemeesters van aan
grenzende gemeenten en Leden van den
Raad en Wethouders der gemeente
Bunschoten; de Leden van de Generale
Commissie Zuiderzee-steunwet; direc
teur en ambtenaren van den Rijksdienst
Zuiderzee-steunwet; Hoofd-Inspecteur
van den Arbeid; Voorzitter en leden
van de Kamer van Koophandel; Inspec
teur der Directe Belastingen en Invoer
rechten en Accijnzen; Directeur van de
Prov. Utrechtsche Electr. Mij.; Hoofd-
Ambtenaren ter Prov. Griffie; de Pre
dikanten, Geneesheeren, Hoofden van
Scholen, Industrieelen, enz.
Spr. richtte in de allereerste plaats z'n
hartelijken dank tot den Commissa
ris der Koningin voor diens belangstel
ling op dezen dag en voor diens bereid
willigheid deze stichting officieel te
openen. Spr. hoopte dat hij in de toe
komst op diens hooggewaardeerden
steun mag blijven rekenen.
Spr. getuigde verder van zijn bewon
dering voor de directie van de nieuwe
fabriek.
Het getuigt van moed, van energie,
van organisatie, om in dezen tijd een
industrie in deze plaats te durven ves
tigen. Niemand beter dan spr. weet,
welk een berg van bezwaren waren te
overwinnen, maar trots alles is 't eind
doel bereikt. Dat Uw werk steeds mo
ge vlotten en gij -de Knoopenfabriek
tot voorbeeld nemende spoedig tot
uitbreiding zult kunnen overgaan.
Vervolgens dankte spr. den Dir. van
den Rijksdienst Zuiderzeesteunwet en
de Generale Commissie, welker mede
werking mede den doorslag heeft ge
geven. Gij hebt ingezien, zegt spr., dat
dit de juiste en doeltreffendste wijze is
van uitvoering der Zuiderzeesteunwet,
het verschaffen van blijvende werkge
legenheid aan hen, die zoo diep getrof
fen zijn.
Ook aan de leden van den Raad en
Wethouders der gemeente Bunschoten
bracht hij hulde. Gij hebt ingezien en
begrepen, aldus spr., wat onder ge
meentebelang werd verstaan. Gij hebt
offers gebracht, groote offers zelfs en
zijt gegaan tot het alleruiterste, omdat
het belang der gemeente U boven al
les ging.
Na nog dank te hebben gebracht aan
architect en aannemers, aan den direc
teur der P.U.E.M. en enkele andere
aanwezigen, besloot spr.:
En hiermede, dames en heeren, meen
ik te kunnen volstaan, na den wensch
te hebben uitgesproken, dat God's ze
gen op deze fabriek moge rusten en zij
tot zegen zij voor de gemeente in zijn
geheel en voor een ieder in het bij
zonder.
Hierna was het woord aan Z.Ex
Jhr. Mr. Dr. Bosch Bidder van
Rosenthal voor het houden zijner
openingsrede.
Zijne Excellentie zeide dat het
feit, dat hij gaarne aan deze uitnoo
diging had gevolg gegeven, niet zijn
oorzaak vond in de treffende aan
gename gewaarwording, die de over
heid beuoort te vervullen als in
dezen tijd een industrie zich uit
breidt. De particuliere industrieën
handel staan huilen spr's direct
arbeidsveld. Deze stellen er trouwens
altijd piijs op zich onafhankelijk
te kunnen ontwikkelen.
Spr. laat dus volkomen de vraag
terzijde of deze industrie in het
bijzonder in een landshehoefte voor
ziet, dan wel of door haar vestiging
en werkverschaffing elders mindere
werkgelegenheid zou kunnen ont
staan. Spr. achtte beantwoording
dezer vraag te liggen buiten zijn
gezichtskring en liet dit aandaaitoe
bevoegden over.
Een ïeit is dat de verkregen industrie
hier aan de Zuiderzee met indirecten
rijks— en gemeentesteun, sieun top de
dringende noodzakelijkheid de inwoners
een ander middel van bestaan te ver
schatten, nadat men haar de Zuiderzee
visscherij had ontnomen die eeuwenlang
in hun levensonderhoud voorzag. De
overheid had hier een plicht te ver
vullen en ook de gemeente heelt haar
tijd begrepen.
Een paar jaar geleden is reeds een
knoopentabriek ter plaatse verrezen,
die reeds zoodanig werd uitgebreid,
dat 200 personen er werk vinden.
Spr. prees den moed en de energie
door de directie aan den dag gelegd,
maar zij kunnen niets bereiken als de
bevolking van Bunschoten niet ten
volle meewerkt. Tot deze medewerking,
tot belangstelling, ja tot liefde voor
dezen nieuwen werkkring wekte spr.
de visschers op.
Spr. eindigde met de hoop uit te
spreken dat Gods zegen moge rusten
op dit menschenwerk.
De heer Hoorneman, lid der directie,
stelde in welgekozen woorden het
onderscheid in het licht tusschen den
vroegeren en toekomstigen werkkring
der Spakenburger visschers. Maar
evenals vroeger hun product beroemd
is geweest en naar den smaak van
het uerwende publiek, zoo moet het
product dezer fabriek door aller
samenwerking ook eerste klasse worden
en eenzelfde goede naam krijgen.
Spr. ging hierna in op de kritiek
die door sommigen is geleverd op de
oprichting dezer fabriek met overheids
steun en sprak woordelijk als volgt:
Er zijn echter nog anderen, die ook
het oog op de IJsselmeer hebben laten
vallen; vergun mij in dit verband een
oogenblik de speciale aandacht te vra
gen van de geachte heeren van de pers,
die zoo vriendelijk waren hier tegen
woordig te willen zijn.
Ik wilde n.l. een oprecht antwoord
geven aan de enkele heeren fabrikan
ten, die in pers, Tweede Kamer en mi
nisteries, zooveel over deze thans reeds
wijd vermaarde „IJsselmeer" te doen
maken.
Ik zeg antwoorden aan enkele hee
ren, waarschijnlijk fabrikanten, omdat
ik mij de eer onwaardig acht, dat, zoo
als die enkelen voorgeven, de geheele
schoenfabrikantenwereld door de op
richting van deze fabriek in de war
zou zijn geraakt. Want als dat waar
was, zou het mij gepaster schijnen het
vers van Virgilius, wat ik vroeger op
de schoolbanken vertaalde, van toepas
sing te brengen: „Montes parturiunt
et mus ridiculus nasciturBergen
zijn in barensnoodeen klein muis
je wordt geboren."
Die enkele heeren dan wil ik het
volgende bekennen:
In Augustus 1933 zijn wij met onze
plannen begonnen, toen er werkelijk
groote behoefte ging komen aan ka
meelharen schoenen enz.; deze werden
tevoren jaarlijks met 100.000de paren
in Holland ingevoerd; deze werden in
Holland nog niet gemaakt en zeker
niet „goed".
Besprekingen met Rijk en Gemeente
volgden; deze namen veel tijd in be
slag, maar tenslotte kwamen zij ten
einde en zoo de fabriek aan de Zuider
zee zou gevestigd worden, zou 't Rijk
een kleine tegemoetkoming geven voor
de vakopleiding, verknoeiing van
grondstoffen enz.; daar het hier een
seizoenartikel betrof, bedongen wij
vrijheid om de overige tijden aan te
vuilen met hetgeen wij noodig oordeel
den voor het welslagen der onderne
ming.
Ziedaar alles! Onderwijl echter zijn
onze plannen uitgelekt en zijn enkele
anderen onze gunstige plannen gaan
uitvoeren. Dientengevolge hebben wij
ons roer niet omgegooid, maar eenigs
zins gewijzigd; wij moesten iets uit
breiden.
En daarom gooien de enkelen, die
alleen zelf de schuld zijn van onze
koerswijziging en die zeer waarschijn
lijk zelf nu van onze plannen profitee-
ren, de lont in het kruit! De autoritei
ten, de Regeering heeft, het gedaan!
Wat? Zonder die naar verhouding zeer
geringe steun hadden wij het toch ge
daan. Hulde aan de Regeering, die des
ondanks een gelegenheid heeft aange
grepen, om hen, wien brood ontnomen
was, brood terug te schenken. Het Mi
nisterie van Waterstaat heeft mijne
verdediging niet noodig, maar het heeft
haar taak steeds en ook hierin, opge
vat even consciëntieus als, zooals het
Brab. blad op 6 Dec. schrijft, het De
partement van Econom. Zaken en even
angstvallig afgewogen in hoever mede
werking hier op zijn plaats was; trou
wens de beide Ministeries hebben,
naar ik meen, hierin gezamenlijk be
slist.
Ik weet niet in hoeverre de Econo
misch Technologische Dienst hierin
het Departement van Waterstaat heeft
geadviseerd, maar wel weet ik, omdat
ik het zelf aan den lijve heb ondervon
den, dat door het betreffende Departe
ment er niet, ik citeer hier, maar luk
raak met de klompen door heen ge
marcheerd is.
Ik hoop dat, zooals ik deze dagen
bij geruchte hoorde, wanneer die enke
len hunne woorden „werkverschui-
ving" met gewelddadige middelen
„waar" willen maken (ik vertrouw
echter dat zij verstandiger zullen zijn)
dat de Regeering dan ook haar plicht
weet te doen.
In hetzelfde blad van 7 Dec. staat
nog, dat de overheid met het investee-
ren van kapitaal zich bovendien in een
riskante onderneming heeft gestoken.
Wat kapitaal investeerenklok
klepelWat wel waar is, dat de
tijden moeilijk zijn en dat ze zeer moei
lijk zijn, getuige wel het kabaal, dat
enkelen maken over de oprichting van
een naar verhouding kleine fabriek te
Bunschoten. Maar daarvoor is een
middel: werken! En wij zullen werken
met alle kracht die in ons is en de bal
ken uit eigen oogen zien te verwijderen
voor wij aan de splinters van anderen
gaan beginnen. Op deze tijden pas ik
zoo gaarne toe het Hollandsche spreek
woord: waar een wil is, is een weg!
Nu, ik verzeker U, de wil is er! En de
weg zal gevonden worden, wijl in deze
fabriek de krachten van personeel,
chefs en directie in onderlinge harmo
nie de onweerstaanbare eendracht tot
macht zullen maken.
Vooruit, wij gaan beginnen.
Zijne Excellentie de Commissaris
heeft zoojuist het bevel gegeven: de
kabels los! en statig glijdt daar pnze
IJsselmeer, opgetuigd met de modern
ste uitvindingen, met een kloeke be
manning de haven uit, haar doel „te
slagen" tegemoeten in de top
hoog in de mast voert zij haar merk
„Flevo".
God zegene hare vaart
Hierna werd even gepauzeerd en
werden ververschingen aangeboden.
Dan kreeg de heer Houben, di
recteur van de Rijksdienst Zuiderzee
steun wet het woord om een geluk-
wensch te richten tot de gemeente
en haren actieven burgemeester.
Spr. huldigde de directie die in
dezen tijd het initiatief durfde nemen,
en zooveel risico op zich nam.
Laatste spreker was de heer Jos.
Klijberg die namens de directie het
woord richtte tot het personeel,
speciaal tot hen die de Bunschoters
de noodige opleiding zullen geven.
Het bouwen en het inrichten van
een fabriek, brengen hunne zorgen en
moeilijkheden mede, doch deze kun
nen niet in 't minst worden vergeleken
met de zorgen en moeilijkheden, die
overwonnen moeten worden, om een
modern en goed geoutilleerd bedrijf te
doen beantwoorden aan het gestelde
doel„produceeren", als resultaat, een
behoorlijk bestaan voor alle betrok
kenen, zoowel voor werkgever als voor
werknemer.
Toen ik dan ook medio September
van dit jaar in de gelegenheid werd
gesteld om mede de leiding van dit
bedrijf op mij te nemen, heb ik on
middellijk gevoeld voor welke enorme
zware taak ik werd gesteld.
Het gold hier niet alleen de volle
dige in werkingstelling van een nieuw
bedrijf, doch als verzwarende omstan
digheid moest ik rekenen op volkomen
ongeschoold personeel.
Slechts onder ééne voorwaarde zag
ik kans deze moeilijke opgave tot een
goed einde te brengen, n.l. indien ik
er in kon slagen medewerking te vin
den bij een staf van vakmenschen, die
niet alleen ieder individueel voor hun
ne taak berekend waren, doch die bui
tendien te samen een geheel vormden,
zóó, dat zij, elkander kennende, voor
de volle 100 pCt. op elkander konden
vertrouwen bij de uitvoering dezer
moeilijke taak, die heden, door de
plechtige opening door Zijne Excel
lentie den Commissaris der Koningin,
een aanvang heeft genomen.
De door mij gestelde voorwaarde is
vervuld.
Eén bespreking met ieder van U,
drie dagen voor de diverse besprekin
gen en ik wist, dat ik op Uwe volle
medewerking kon rekenen.
Van omkooping, door overdreven
hooge loonen, zooals sommigen ver
onderstellen en zelfs den treurigen
moed hebben te beweren, was geen
sprake.
Neen, spontaan hebt gij zonder uit
zondering aan mijn oproep gevolg ge
geven.
Ik stelde vertrouwen in U, gij stel-
det vertrouwen in mij en daar hebt gij
veel meer mee gedaan, gij hebt mij
daarmede een brevet gegeven ten over
staan van iedereen, en het is mij een
behoefte U daarvoor op dezen gedenk-
waardigen dag openlijk dank te zeg-
8en*
Op 1 Januari was ik eveneens ge
steld voor de in werking stelling van
een nieuw bedrijf.
Slechts twee Uwer waren destijds
reeds mijn medewerkers.
Hoe dit bedrijf groeide in dat jaar,
kunt gij, die geleidelijk daarin trad,
mede getuigen.
Wij hebben in dat jaar elkander lee-
ren kennen en elkanders capaciteiten
leeren waardeeren.
Wij weten, dat ieder van ons vooi
de hem toegewèzen taak ten volle be
rekend is en dat, maar ook dat alleen
heeft er toe kunnen leiden, dat gij
niet geaarzeld hebt Uwe woonplaats
te verlaten, om in den vreemde, met
totaal ongeoefend personeel, dit nieu
we bedrijf te gaan helpen opbouwen.
Laat dit vertrouwen, laat deze sa
menwerking in de toekomst blijven be
staan.
Welk artikel wij ook zullen moeten
gaan fabriceeren, wat ook van ons ge
vraagd zal worden, wij zullen, men
schelijker wijze gesproken er toe in
staat zijn.
De groote onbekende factor is na
tuurlijk het Bunschotensche personeel.
Wij weten echter, dat deze men-
schen, gedupeerden van eene onder
neming, die overigens ons kleine Ne
derland tot eer strekt, de noodzakelijk
heid beseffen, zich een nieuw bestaan
te veroveren.
Wij hebben, in den korten tijd van
ons hier zijn, hunne belangstelling en
interesse ondervonden.
Wij hebben last not least, de laatste
paar weken met de eerste leerlingen
kennis gemaakt en gelukkig kunnen
constateeren, dat het meevalt, dat de
wil tot leeren en ook de bekwaamheid
daartoe aanwezig is.
Welnu dan, Mijne Heeren, samen
werking en vertrouwen tusschen de
leermeesters onderling, samenwerking
en vertrouwen tusschen de leermees
ters en de leerlingen in de toekomst
en het gestelde doel moet kunnen wor
den bereikt.
Een woord van dank wil ik dan
nog, mede namens U allen, spreken tot
de andere Heeren der Directie, de bei
de initiatiefnemers, die onversaagd
moeilijkheid na moeilijkheid hebben
weten te overwinnen en die zich te
recht op dezen dag trots moeten ge
voelen, over hetgeen zij, door taaie
volharding, hebben weten tot stand
te brengen.
Grootsch was hun opzet, kolossaal
de durf, die zij gehad hebben, om on
der deze moeilijke omstandigheden
eene industrie te vestigen, weliswaar
daarbij gesteund door de overheid,
doch slechts zóóver, dat het een open
vraag blijft of deze steun voldoende
zal blijken, om de opleidingskosten
van het ongeschoolde personeel te
dekken, doch verder met absoluut el-
gen kapitaal.
Zij hebben daarmede blijk gegeven
van zeer veel ondernemingsgeest en
zij, doch ook wij vakmenschen weten,
dat zij daarmede meer riskeeren, dan
welke fabrikant ook, die zonder deze
overheidssteun, doch kunnende be
schikken over voldoende geschoold
personeel, een dergelijk nieuw bedrijf
sticht.
Namens U dank ik hen voor het in
ons gestelde vertrouwen, aan ons
thans te zorgen, dat de toekomst zal
uitwijzen, dat dit vertrouwen niet mis
plaatst was en daarom jongens, zoo
mag ik dit wel zeggen, „alles op alles"
voor het welslagen dezer onderneming.
Hierna werd door de genoodigden
een rondgang gemaakt door't fraaie
ruime fabrieksgebouw, toegerust met
de allernieuwste machines, hoofd
zakelijk van de Moenus fabrieken,
een moderne R.I.D. Gradeermacbine,
nieuwste Ago pers voor het lijmen
van pantoffels.
De transportband met droog
installatie en de stofzuig-installatie
werden vervaardigd door de fa. Wed.
J. Verhulst en Zonen te Waalwijk.
Verschillende machines werden
voor de bezoekers gedemonstreerd
en de jongens toonden dat zij van
het »slikken» reeds aardig de kneep
beet kregen.
Er werd champagne en diverse
versnaperingen rondgediend en er
heerschte onder de talrijke aan
wezigen een recht feestelijke stem
ming, waarin ook het personeel ten
volle deelde.
Met de beste wenschen voor het
welslagen namen de verschillende
genoodigden ten slotte alscheid van
de gastvrije directie.
Weldadigheids-Uitvoering.
De kegelclub „Hannibal" heeft volle
dig succes gehad met haar eerste po
ging om „de stille armen in onze ge
meente eens speciaal te bedenken.
Het weldadigheidsconcert Vrijdag
avond in Musis door haar voor dit doel
georganiseerd culmineerde natuurlijk in
het mooie financieele resultaat, al was
het muzikale genot, dat zij meteen dege
nen die haar pogen steunden, verschaf
te, de andere lichtzijde.
Nogmaals, het succes was in tweeër
lei opzicht zeer groot.
Wij zullen er niet ver naast zijn, als
we het financieele overschot minstens
stellen op 250.— en dat wil nog al wat
zeggen.
We vertrouwen nu maar dat de ver-
eeniging ook een goede weg zal vinden
om nu de werkelijk „stille armen" te
bedenken, want dat kost heel wat in
formaties en omzichtigheid.
Het hoofddoel is dus schitterend ge
slaagd en niet minder het middel om tot
dit financieel succes te komen, n.l. het
concert zelf.
De talrijke aanwezigen waren zeer
zeker op de eerste plaats gekomen om
onzen oud-Waal wij ker, den heer Jos.
Groenen, die hier zoovele vrienden telt,
weer eens te hooren. Het was ook lang