il MAGGI5 GEMEENTERAAD, OSSENSTAART SOEP i b. d. indien U den maal tijd v e r r ij k t met: een overheerlijk Nederlandsch product van den houten zoldervloer voorkomen kan. De zolderbetimmering kan eenigs- zins worden beschut door bestrijken met onbrandbare verf. Bij het vallen van een brandbom zal meestal het dak bezwijken en de bom op den zoldervloer blijven liggen. Is de zoldervloer van een zandbedekking voorzien, dan zal veelal uitbreiding van brand kunnen worden voorkomen, ter wijl ontstane secundaire branden mees tal met water of een eenvoudig blusch- apparaat kunnen worden bestreden. Bij dreigend luchtgevaar moet een van de bewoners worden aangewezen om den, op bovenaangegeven wijze ge- prepareerden, zolder in het oog te hou den. Men houde er rekening mee dat de brandweer zeer zwaar belast zal zijn en dat men dus bij kleine branden voor de blussching op zich zelf zal zijn aan gewezen. De andere bewoners gaan in het schuilvertrek en houden zich daar rustig op, vooral niet rooken. Ook mag tijdens een luchtaanval in dit vertrek niet gestookt worden. Trouwens de schoorsteenopening zal reeds zijn dicht gestopt. Men kan aannemen dat men in een gasdicht afgesloten ruimte eenige uren rustig kan vertoeven, indien per aanwezige persoon één M3 lucht be schikbaar is. Is het luchtgevaar geweken dan be geeft zich een der aanwezigen naar bui ten om te verkennen. Doch men verlate het schuilvertrek vooral niet te vroeg. Zooals reeds is gezegd, zal 't sein „Luchtgevaar" wor den gegeven door middel van fluitsig nalen en geloei van fabriekssirenes. Dit is voor de bewoners dus het teeken om de lichten te dooven en zich in het schuilvertrek te begeven. Bevindt men zich in een bepaald gebouw, dan ver dient het aanbeveling ter plaatse te blijven, hetzij speciale voorschriften worden gegeven om anders te hande len. Men loopt op straat meestal grooter gevaar dan binnenshuis. Iemand die zich tijdens het signaal op straat be vindt, zal zich in de 'dichtstbijzijnde woning of openbare schuilplaats kun nen begeven. Volgt stipt de aanwijzingen der po litie. Weest vooral rustig. Vermijdt sa menscholingen. Is het luchtgevaar ge weken of is na een luchtaanval het ontsmettings- en opruimingswerk afge- loopen, dan zal dit door klokkengelui worden bekend gemaakt. Voor de be volking is dit dus het signaal, dat men zich weer buitenshuis kan begeven. Het ligt in de bedoeling om na het gereedkomen der organisatie van den Gem. luchtbeschermingsdienst te Waal wijk, evenals dat in meerdere plaatsen reeds is geschied, eenige oefningen te houden, althans op kleine schaal. Die oefeningen zullen ons richtlijnen kunnen verschaffen omtrent de meest juiste en snelle wijze waarop bij het dreigen van luchtgevaar, de gemeente na zonsondergang in het donker kan worden gezet. Een alarmoefening kan ons een in druk geven omtrent de tijdruimte, die noodig is om de bevolking te waar schuwen voor naderend luchtgevaar. Reeds nu vragen wij de medewerking der ingezetenen om die oefeningen te doen slagen. Aan t eind van deze beschouwingen mag ik niet nalaten om nog eens met nadruk er op te wijzen, dat men niet alles tot later kan uitstellen. Hoe inten siever de voorbereiding is geweest, hoe grooter de kans is dat onze gezamen lijke pogingen om ons tegen de lucht aanvallen en de gevolgen ervan te be schermen, met succes zullen worden be kroond. Ten slotte richt ik nog een verzoek aan hen, die bereid zijn om een werk zaam aandeel te nemen in een of ander onderdeel van de Luchtbeschermings dienst, om zich daarvoor beschikbaar te stellen. Er is voor de verschillende hulp diensten veel personeel noodig. Voor degenen, die zich verdienstelijk willen maken in het algemeen belang is hier een schoone gelegenheid aanwezig. Men kan alle inlichtingen bekomen bij den Gem. Luchtbeschermingsdienst St- tionsstraat 45, Waalwijk. P. G. VAN VLIET, Hoofd Gem. L. B. D., Waalwijk. DRUNEN. c. Openbare vergadering van den raad dezer gemeente op Woensdag 19 Dec. 1934, des namiddags 7 uur. Voorzitter: de Edelachtb. Heer Mr. R. v. d. Heijden. Aanwezig alle leden. Naar aanleiding van de notulen der vorige vergadering merkt de heer W. v. d. Wiel op, dal er verschillende op merkingen, die toen gemaakt zijn, niet in zijn opgenomen. Hij zal maar niet aandringen op wijziging, omdat de on dervinding hem; wel geleerd heeft, dat dit toch tevergeefs is, doch zijn stem kan hij er niet aan geven. De Voorzitter merkt op, dat de no tulen wel het behandelde moeten weer geven, doch het behoeft geen stenogra fisch verslag te zijn. Onder aanteekening dat de heer W. v. d. Wiel tegen stemt, worden de no tulen goedgekeurd. Aan de orde: 1. Ingekomen stukken, w.o.: a. besluit van Ged. Staten d.d. 31 October 1934, houdende goed keuring van de bij raadsbesluit van 11 October 1934 vastge stelde verordening tot wijziging der verordening op den keu ringsdienst van vee en vleesch; besluit van Ged. Staten d.d. 28 November '34, houdende vast stelling der gemeenterekening en rekening G.E.B. over 1933; besluit van Ged. Staten d.d. 28 November 1934, houdende goedkeuring van het raadsbe sluit d.d. 11 October 1934 tot verkoop van een perceeltje grond aan Andr. van den Ho ven; dankbetuiging van de Zang- vereeniging „Zang en Vriend schap" voor de toegekende subsidie. Al deze stukken worden voor ken nisgeving aangenomen. 2. Wijziging Ambtenarenreglement overeenkomstig de bemerkingen van Ged. Staten. De wijzigingen, die slechts van re- dactioneelen aard zijn en niets aan de oorspronkelijke beteekenis veranderen worden goedgekeurd. 3. Vaststelling der gewone jaarlijk- sche rekening-courant-overeen komst met de N.V. Bank voor Ne- derlandsche Gemeenten voor 1935. (Prae-advies no. 1 Wordt goedgekeurd. 4. Vaststelling ingevolge verzoek van Ged. Staten van eenige wijzigingen in de redactie van de gemeen schappelijke regeling met de ge meenten 's-Hertogenbosch, Vlij men en Nieuwkuijk inzake de le vering van water (waterleiding). Enkele redactie-wijzigingen, die geen verandering brengen in de oorspron kelijke beteekenis, worden goedge keurd. 5. Verleening van eervol ontslag aan den Administrateur van het G.E.B. wegens opheffing van het bedrijf per 1 Jan. 1935, en toekenning wachtgeld aan dien ambtenaar. (Prae-advies no. 2). Conform het voorstel van B. en W. wordt besloten dit eervol ontslag te verleenen, onder toekenning van wachtgeld. Dit wachtgeld bedraagt de eerste 3 inaanden 100%, de volgende 3 maanden 75% en verder tot October 1938 voortaan 60% van zijn salaris. Voor het komende jaar maakt dat een bedrag van ƒ553.12. Zoodra hij echter uit een andere functie salaris geniet, waardoor zijn inkomen tezamen met het wachtgeld, zijn vroeger salaris van 750.te boven gaat, wordt op het wachtgeld dat meerdere gekort. Bij een eventueele aanstelling hier of elders als ambtenaar ter secretarie b.v. komt het wachtgeld geheel te vervallen. 6. Nota van aanmerkingen op de ge- meente-begrooting 1935 met con cept-antwoord aan heeren Gedept. Staten (ligt reeds ter inzage). De bemerkingen van Ged. Staten be treffen voornamelijk administratieve wijzigingen en brengen weinig veran dering in de begrootingscijfers. O.a. vragen Ged. Staten of de vergoeding aan de bijzondere school, welke op 7 per leerling is gesteld, niet op 6.50 zou kunnen worden teruggebracht. B. en W. zijn echter van meening, dat het schoolbestuur rechtens mocht beschikken over 12.per leerling en altijd met ongeveer 7.50 genoegen ge nomen heeft, het niet aangaat nu nog verder dan tot 7.te verminderen. De raad deelt in deze geheel het ge voelen van B. en W. Conform het voorstel van B. en W. wordt besloten. 7. Aanschaffing nieuwe brandkast voor de gemeente. (Prae-advies no. 3). Uit het prae-advies van B. en W. blijkt, dat de brandkast in een zeer de- plorabelen toestand verkeert en 't niet verantwoord is daarin boeken, be scheiden en gelden van de gemeente te deponeeren, daar zij dan absoluut onvoldoende beveiligd zijn voor brand en inbraak. B. en W. zijn met de firma's v. d. Berk, Tilburg en Lips in Dordrecht reeds in onderhandeling. De eerste vraagt 280.de andere 300. Het prijsverschil is dus zeer gering en er zal daarom op de eerste plaats naar de kwaliteit gekeken worden. In een openbare vergadering acht de voorzitter het niet wenschelijk daar over verder te discussieeren. Gevraagd wordt B. en W. een crediet van ƒ300 toe te staan. De heer W. v. d. Wiel informeert of bij de laatste inbraak op het gemeen tehuis ook die oude brandkast gefor ceerd was. De Voorzitter antwoordt ontkennend omdat de brandkast ten huize van den gemeente-ontvanger staat, wat altijd nog veiliger geacht mag worden. Indien een nieuwe brandkast op de secretarie geplaatst werd, zou zij ab solute beveiliging tegen inbraak moe ten bieden en belangrijk meer kosten. Verschillende leden dringen er op aan, om| vooral te letten op de kwali teit, aangezien het prijsverschil in de aanbiedingen gering is. De Raad kan zich verder met het voorstel vereenigen. 8. Verkoop van een gedeelte van de leermiddelen der O. L. School te Wolfshoek aan de Bijzondere Jon gensschool te Drunen, aan de Vak school en aan het Bestuur der Bij zondere Jongensschool te Elshout. (Prae-advies no. 4). De Voorzitter zegt, dat het overgroo- te deel der leermiddelen reeds is over gegaan naar de Vakschool. Voor het resteerende is getracht koopers te vin den, wat niet zoo gemakkelijk ging. Tenslotte heeft men de bijzondere scholen van Drunen en Elshout bereid gevonden het restant voor resp. 35 en 80 over te nemen, hetgeen B. en W. een heel geschikte oplossing vin den. De Raad gaat hiermede accoord. 9. Bespreking inrichting stortplaats voor vuil en afval. De Voorzitter zegt, dat B. en W. een perceeltje grond wilden huren in de Kleine Straat en in de Torenstraat, om de inenschen gelegenheid te geven daar hun vuil te storten. Iedere week of om de 14 dagen zal het dan van gemeentewege daar worden wegge haald. Die stortplaatsen dienen dan eenigszins te worden afgemaakt. Het is slechts een provisorische oplossing. Een ophaaldienst zou pas een radicale oplossing zijn, doch dat is voorloopig nog te kostbaar. Verder overwegen B. en W., na over leg met het polderbestuur, de sloot nabij de Kleine Straat te rioleeren, om dat de bewoners daar ter plaatse er veel last van stank van ondervinden. Ook ligt het in de bedoeling de pol dersloot op de hei achter Pelders, die uitloopt in het Pleune Wiel, om te leg gen, zoodat hij om het Wiel heenloopt in plaats van er door. Omdat de polder hierbij groot belang heeft zal over de kosten nader met het polderbestuur in overleg worden getreden. De heer W. v. d. Wiel onderstreept, dat die toestand van die sloot nabij zijn huis, en vooral nabij v. d. Krab ben, onhoudbaar is. De Voorzitter zegt, dat dezen zomer de stank geheel verdwenen zal zijn. De heer v. Delft vraagt of B. en W. reeds de huurprijs kennen voor die stortplaatsen. De Voorzitter zegt, dat de zaakwaar nemer van den eigenaar, Graaf d'Oul- tremont, van meening was, dat de prijs al naargelang de benoodigde grootte, in de Torenstraat slechts 1.a 2. per jaar, en in de Kleine Straat slechts ƒ5.a ƒ7.50 per jaar zou bedragen. De heer v. Delft vreest, dat men er zoo gemakkelijk niet aan zal komen, omdat de huurder ter plaatse wel be zwaar zal maken, dat hij vuil en stank bij zijn huis krijgt. De Voorzitter gelooft niet, dat daar bezwaar tegen zal komen, omdat er geen sprake zal zijn van stank. Het vuil wordt er regelmatig weggehaald. De heer W. v. d. Wiel zou het be kend maken, welk terrein als stort plaats voor vuil is aangewezen, want bij hem in de buurt zijn er menschen, die gooien het vuil gerust op straat. Spr. kwalificeert ze hier gerust als „smeerlappen". De heer v. Drunen zou gaarne zien, dat de gemeente ook een stortplaats aanwees aan den Heusdenschen weg, waar zij toch de beschikking heeft over een terreintje. Er wordt daar toch al heel vaak vuil gedeponeerd. De Voorzitter zegt, dat er nooit be zwaar tegen gemaakt is, dat de men schen daar vuil storten. Zoodra het hinderlijk zou worden, dient de ge meente te zorgen, dat het behoorlijk wordt afgemaakt. De heer van Drunen vraagt nog wat de bedoeling is van het omleggen van die sloot bij het Pleune Wiel. De Voorzitter licht dit nader toe. Als er gevloeid wordt, dan moet bij den tegenwoordigen toestand eerst zooveel water in het wiel komen dat dit op de noodige hoogte is gestegen om het water verder Noordwaarts te doen vloeien. Als nu die sloot om het Wiel wordt gelegd is dat niet meer noodig en leidt men het water direct door den sloot verderop. De heer v. Drunen acht het plan heel mooi, maar betwijfelt of het op den duur succes zal hebben, daar het water gemakkelijk door den grond heen dringt. De Voorzitter verzekert, dat een en ander eerst goed onder het oog zal worden gezien. De heer G. Verhoeven vindt het een schandaal, dat langs den Heusden schen weg een vuilnis-stortplaats aan gewezen wordt. Voor bouwterrein zou het dan eventueel nog minder waard worden. De Voorzitter betwijfelt of daardoor de waarde als bouwterrein iets zou verminderen en wat het gezicht langs de straat betreft, moet men niet ver geten, dat het vuil regelmatig wordt weggehaald. De heer Muskens meent, dat met de tram-maatschappij een afspraak was gemaakt over het egaliseeren van dat terrein. De Voorzitter zal dat nader bekijken en dan eventueel naar een ander ter rein aldaar uitzien. 10. Wijziging begrooting 1934. Wordt goedgekeurd. 11Benoeming van een lid van het Al gemeen Burgerlijk Armbestuur we gens periodieke aftreding van het lid Arn. Brok. Op de voordracht van B. en W. staan No. 1 Arn. Brok. No. 2 Joh. Pullens. De heer Brok verkrijgt 7 stemmen, de heer Joh. Pullens 1, terwijl er 3 stemmen van onwaarde zijn, zoodat de heer Brok herkozen is, die zijn benoe ming onder dankzegging aanneemt. Bij de Rondvraag vraagt de heer De Wijs hoe liet staat met de achterstal lige betalers onder de aangeslotenen van het Electriciteitsbedrijf, zulks met het oog op de overname door de PNEM op 1 Januari a.s. De Voorzitter zegt, dat het nogal zal meevallen. Begin Januari wordt dooi de gemeente het laatste geind en wat dan evenueel nog open blijft staan, zal vermoedelijk wel aan de P.N.E.M. kun nen worden overgedragen. Verder vestigt de heer De Wijs nog eens de aandacht van B. en W. op het onbegaanbare voetpad naar het Semke waarover hij in de vorige vergadering reeds gesproken heeft. Hij zou dit pad door een paar werkloozen in orde la ten maken en er dan cementen paal tjes langs plaatsen, want die houten paaltjes liggen er geregeld uit en het pad wordt geheel stuk gereden. De Voorzitter zegt, zich reeds lang te hebben geërgerd over den slechten toestand van dat pad en had al over wogen om er een sloot als afschei ding langs te doen graven. Spr. zal dat nog eens nader moeten bekijken. De heer van Drunen merkt op, dat de weg naar het Semke moeilijk in orde te brengen zal zijn, daar hij in totaal maar 3 Meter breed is. De Voorzitter weet dat niet zoo juist, maar als dat zoo zou zijn, dan moet er ies anders op gevonden worden, want 3 nieter is veel te smal. Spr.'s voorgan ger, burgemeester Loeff, is, naar hij I, Teun en Pietje. Teun Mest en Pietje Deftigheer Waren al heel lang trouwe vrinden,- Ze vochten wel eens met elkaar, Maar konden 't saam toch héél goed vinden. Teun Mest zijn vader was een boer, Een zware baas op houten klompen; Hij werkte altijd op iet 'and En at zijn broou met dikke hompen. De pa van Pietje Deftigheer Droeg steeds een jas met fladderpandjes; Een gouden bril stond op zijn neus En ringen had hij aan zijn handjes. Teun woonde in een boerderij, Te midden van kippen en van koeien, Je hoorde daar van 's morgens vroeg Tot 's avonds laat de beesten loeien. Piet huisde in een groot kasteel Met veel kamers en lange gangen, En aan de wanden zag je er Veel mooie schilderijen hangen (Nadenk verboden). DE LOTGEVALLEN VAN TEUN MEST EN PIETJE DEFTIGHEER Daar stonden pracht'ge menschen op Met groote ronde witte kragen; En altijd zetten z' een gezicht Alsof ze Piet iets wilden vragen. Maar nimmer spraken ze een woord Die stijve, deftige figuren, Hun oogen stonden altijd maar Naar één en 't zelfde ding te turen. De pa van Pietje Deftigheer Keek dikwijls naar die statigheden, En dan zei hij: Dat zijn je ooms En tantes, Piet, uit 't ver verleden. Wees altijd fier en trotsch op hen, Mijn jongen -- sprak hij dan héél zacht Want die portretten vormen saam Ons zéér beroemde voorgeslachtl Maar Pietje gaf niet zoo heel veel Om wat zijn vader hem wel zei, En hij ravotte veel liever Met Teun in 't bosch of op de hei! I li i iitfiMk'Ji Zij roeiden ook wel op den plas, En lieten dan zoo tusschenbeiden —Wanneer zij lagen op hun huik - Hun handen door het water glijden. Zij grepen naar het groene wier, En hoorden vaak de kikkers kwaken. Die zij met steentjes uit den tuin Heel stil probeerden dan te raken. En soms ook klommen z' in een boom En floten liedjes telkenmaal; Een ieder, die er onder liep, Dacht dan: een mooie nachtegaal! Ook over slooten sprongen zij, En soms viel Piet of leun in 't water; De eenden vluchtten dan vol schrik, Met oorverdoovend-hard gesnater! Ja, Piet en Teun, die waren beiden In guit'ge streken wel een beid, En Wrtt hun verder overkwam, Dat wordt een volgend keer verteld. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1934 | | pagina 10