Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. FEUILLETON. EERSTE BLAD- BINNENLAND, DE TWEE MACHTEN IN HET LEVEN BUITENLAND, DIT NUMMER BESTAAT UIT VIJF BLADEN. BELASTINGVRIJ - LAGEN PRIJS ONOVERTROFFEN KWALITEIT Rookers,ool< NUMMER 102. ZATERDAG 22 DECEMBER 1934. 57c JAARGANG. Dit blad YerschUnt WOENSDAG en ZATERDAG Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco p. post door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-adresECHO. Advertentifin moeten Woensdag en Vrijdag dea morgena om uiterlijk 9 U|f in ona bezit sün. Bij contract flink rabat. Reclames 40 cent per regel. Prija der Advertentifin 29 cent per regel; minimum 1.A0. Weg verbruikers, opgepast 1 Het nieuwe jaar brengt nieuwe voorschriften. Met 1 Januari a.s. zuilen er weer enkele nieuwe voorschriften voor de weggebruikers in werking treden. Ter inlichting laten wij hier volgen de eischen, waaraan auto's en motor, fietsen moeten voldoen. Tusschen haakjes is bij de op 1 Januari 1935 in werking tredende voorschriften het woord .nieuw" vermeld A. Het roode achterlicht van motorrijtuigen op meer dan twee wielen mag niet hooger dan 1 25 M boven het wegdek geplaatst zijn (nieuw) en niet verder dan 50 c.M. verwijderd zijn van het meest naar links uitstekende deel van het voer tuig (nieuw). B. Het stoplicht. 1. Dit moet automatisch werken op de voetreiu 2. en mag niet verder dan 30 c.M. van het roode achterlicht verwijderd zijn (nieuw). 3. Het licht moet oranjekleurig zijn waarbij men er wel op moet letten, dat het stopsein ook overdag duide lijk zichtbaar is. N B. Het goed zichtbaar op- en neerbewegen ter linkerzijde builen het motorrijtuig van een arm of stok, enz. als stopteeken blijft geoorloofd even. als het gebruik van een gecombi neerde stop/achterlamp. C. De richtingaanwijzers. 1. Alleen geoorloofd zijn de mo- dellen met seinarmen (trommel vormige richtingaanwijzers of flikker lichten zijn dus verboden) 2. De richtingaanwijzer mag niet hooger uitgestoken worden dan ter schouderhoogte van den bestuurder (nieuw), de seinarm moet direct van „De Echo van het Zuiden". Naar het Engelsch. 25. Nu, ik nam dus den brief en ik ging er mee naar de deur van de ka mer van mijnheer Vyvian. Ik kon niet helpen, dat ik bij het heldere maan licht zag, wat er in stond„Een vriend waarschuwt je, om weg te gaan, zoodra je dit leest, en niet 't gerechterlijk onderzoek af te wachten. Dit kan niet gunstig voor je afloo- pen. Je zult beschuldigd worden en je kunt dan niet meer ontvluchten. De boot naar Sicilië vertrekt om vier uui op den ochtend uit de haven en me', een touw kan je de rotsen onder je venster bereiken. Verbrand dit, maar sla dezen raad niet in den wind, als je prijs stelt op je goeden naam". O, wie had dat geschreven? vroeg Jocelyn. De kolonel? Reynolds schudde het hcofd. Toen hield ik dat ook voor moge lijk, maar nu niet meer. Er stond geen naam onder. Maar wiens handschrift was het? Dat kan ik niet zeggen. En verder? Jocelyn vond het onmenschelijk om dien doodzieken man tot meer haast aan te sporen, maar de spanning was meer dan zij dragen kon. Door hem intijds wat water te rei en werd een hoestbui tot nog toe uitgestoken en teruggebracht kunnen worden (nieuw). 3 De seinarm moet rood of oranje van kleur zijn en bij verlichting over het grootste deel zijner ltngte rood- of oranjekleurig licht geven (nieuw). Deze verlichting is niet verplicht, doch wel heel wenschelijk 4. Buiten gebruik zijnde mag geen enkel deel van den richtingaanwijzer meer dan 5 c M. buiten de auto uitsteken (nieuw). 5. De grootste breedte van den seinarm (die langwerpig moet zijn) mag niet grooter zijn dan het een derde deel van de lengte (nieuw). Verdere regels om aan te denken. Het zal bovendien geen kwaad kunnen, om de overige nieuwe ver- keersvoorschrilten, welke enkele maanden geleden in werking zijn getieden nog eens te recapituleeren schier dagelijks zien we de menschen langs den weg deze nieuwe regels overtreden. 1. Overbodige geluidsseinen zijn strafbaar 2 Bij elke verandering van richting moet men tijdig zijn voornemen daartoe kenbaar maken (door het uitsteken van arm of richtingaan wijzer) Dit voorschrift geldt ook voor wielrijders, zelfs als er verder geen verkeer is of als men een bocht naar rechts maakt. Bij een onvermijdelijke verandering van richting d.w z. in bochten van den weg zelf, geldt de zoo juist ge noemde verplichting evenwel niet 3. Stilstaande auto's moeten in donker weder verlicht zijn. (Men weet, dat talrijke gemeenten in ons land ontheffing van dit voorschrift hebben verleend, sommige onder voorbehoud, dat de geparkeerde auto door een lantaarn of andere lichtbron verlicht is In een vreemde gemeente zijnde, vrage men inlichtingen aan de politie oflate men de lichten (veiligheidshalve) maar branden. 4. De autodeuren moeten voor zichtig worden geopend. Dit openen is verboden als de veiligheid van het verkeer in gevaar gebracht wordt of de vrijheid belemmerd. 5. Ook motorfietsen moeten voor zien zijn van een achteruitkijkspiegel. 6 De bestuurder moet steeds vol doende zij uitzicht hebben (let dus op de zijzeiltjes van open auto's, paardenkarren, enz 7. Bakfietsen moeten van een rem voorzien zijn. Deze driewielige rij wielen mogen niet meer op rijwiel paden rijden of op wegen, welke uitsluitend bereden mogen worden met motorrijtuigen en tweewielige fietsen In dit verband is het nuttig erop te wijzen, dat de bakfietsbe stuurder dikwijls zijn leven waagt door zonder rood achterlicht op den grooten weg te rijden. Een reflector is in de practijk niet voldoende. En tenslotte herinneren wij eraan, dat in het bovenstaande slechts de nieuwe bepalingen genoemd zijn, Men houde zich echter ook stipt aan de oude. De benoeming van Mr. Reijmer. De benoeming van oud-minister Reijmer tot Burgemeester van Roer mond heeft critiek uitgelokt. Min. de Wilde heeft nu in de T. K. op hem gestelde vragen o m. het volgende ge antwoord Voorkoming van cumulatie van in komsten is niet een zoo absoluut belang, dat daarvoor elk ander moet wijken. Het waken tegen ongemoti veerde cumulatie moei niet worden een vrees voi r cumulatie op zichzelf. Het staatsbelang laat niet toe dat de regeering zich door die vrees zou laten leiden. De minister kan er niet toe medeweiken, dat ervaren en geschikte personen voor benoeming tot burge- meester stelselmatig zouden moeten worden gepasseerd en dat een be paalde groep oud functionarissen van verderen staatsdienst zouden worden buitengesloten. Dit zou tot zeeronge- wenschte, en voor het land nadeelige gevolgen leiden. De Nederlandsche troepen naar de Saar. De kwartiermeesters van de mari niers zijn Donderdag te Saarbiücken aangekomen. De troepen zelf arri- veeren Zaterdag. Zij zullen kwartier krijgen voor een groot deel in een oude fabriek te Saarbiücken, en voor een ander deel in een onbewoonde villa te St. Ingbert De kwartieren zijn ruim en de Nederlanders hebben ge luk gehad daarop beslag te kunnen leggen. Goedkoope groenten voor werkloozen. Naar wij vernemen, zal worden overgegaan tot beschikbaarstelling van goedkoope groenten aan werkloozen en ondersteunden, uitgaande van de Nederlandsche Groente—Centrale te Den Haag. De gemeente Oostzaan is de eerste gemeente in het land, welke deze groente-distributie heeft bevor derd Toen klope ik aan bij mijnheer Vyvian. Hij deed open en zag er ver hit en opgewonden uit. Ik gaf hem 't briefje in handen, sloot de deur en liep langzaam terug, stond op 't por taal dat op 't voorplein uitzag, nog even naar den schildwacht te kijken en dankte den hemel dat ik het niet was, die de wacht had. Toen ging ik naar bed, sliep goed en was den vol genden morgen op hetzelfde uur als gewoonlijk weer hij den kolonel aan de deur. Hij antwoordde niet op mijn kloppen. Het was niet zijn gewoonte om zoo vast te slapen. Eindelijk deed ik de deur voorzichtig open en zag on middellijk dat hij niet in het bed ge slapen had; de dekens waren niet eens opengeslagen. De deur van zijn zitka mer stond op een kier. Daar ging ik nu heen en keek eens even binnen eer ik klopte. Ik zag een roode streep over den wit-steenen vloer bij het kleedje van de schrijftafel en dadelijk vloog ik er binnen. Hij lag plat op den grond, met het gelaat voorover en eer ik nog trachtte hem op te helpen, zag ik al dat dit niet meer noodig was. Hij moet urenlang dood zijn geweest. Ik legde hem weer precies zoo neer en toen ik voelde dat zijn hart niet meer klopte, ging ik alarm slaan. De deur van de zitkamer was aan de buitenzijde afge- sloten, maar ik ging er uit door de slaapkamer en in een halve minuut stond de heele kazerne overeind. Temidden van al dat alarm riep een van de jongere officieren ik geloof dat het mijnheer Richards was dat hij de kamer van mijnheer Vyvian had leeg gevonden, dat die er zeker van door was. Dit maakte dat er heel wat daarheen gingen. En als mijnheer Vy vian den raad in dat briefje gevolgd had, dan verzeker ik u, dat hij op dat oogenblik al halverwege Sicilië kon spreken, uit vrees dat ik anders soms in moeilijkheden mocht raken, door dat er dan al licht gezegd zou worden dat ik meegeholpen had om hem weg te krijgen; ofschoon dit toch niet door mijn schuld was. Toen ik den corridor bijna doorge- loopen was, kwam ik mijn heer Smith tegen. De officier van gezondheid was er geweest en de majoor, maar geen van allen konden ze iets doen voor den kolonel; die was morsdood. Zoodra ik mijnheer Smith zag, salu eerde ik en vroeg: Neem mij niet kwa lijk mijnheer, maar heeft de kolonel gisterenavond zijn deur afgesloten na dat u er uitging, of is u door de slaap kamer gegaan? Hij keek op of hij een slag in het gezicht had gekregen en zeiIk ben in 't geheel niet bij den ko lonel geweest. Hij zei dit met zoo'n nadruk en keek zóó streng, dat ik mij een oogenblik van mijn stuk gebracht voelde. Toch begreep ik zeer wel, dat ik goed gezien had. Neem mij niet kwalijk, mijnheer, vroeg ik weer eerbiedig, maar ik zag u van de kamer van den kolonel ko men, toen u mij dat briefje gaf om bij mijnheer Vyvian te brengen. Hij staarde mij aan en snauwde: Ga mee naar mijn kamer. Ik volgde hem en toen ik daar was, nam hij een stoel, keek mij door en door en vroeg: Wat durf jij beweren, Reynolds? Hoe kan je nu zeggen, dat je mij in den corri dor zag, die naar de kamer van den kolonel leidt? Die corridor leidt im mers ook naar mijn kamer en ik kwam daaruit, toen ik jou zag en je den brief voor mijnheer Vyvian gaf. Maar daar hoeft niets van geweten te worden, denk er aan. Je hebt mij in het geheel niet gezien, vat je? Je hebt mij enkel op mijn eigen kamer gezien toen ie mij den brief bracht, ven aan mijnheer Vyvian en waarin hij hem orders gaf op zijn kamer te komen, omdat hij hem spreken wilde. Nog eens: je hebt mij in 't geheel niet op den corridor gezien, dat verbeeld je je maar. Je begrijpt toch ook wel Reynolds, dat je den schijn heel erg tegen hebt en dat als mijnheer Vyvian dat schot op den kolonel niet heeft ge lost, de verdenking dan allereerst op jou valt. Je hebt een boodschap ge bracht naar mij van den kolonel. Ik vond je daar op den corridor naar zijn kamer, nog laat, nadat iedereen te bed lag en de lichten uit waren. Ik weet toevallig dat er den laatsten tijd in de officierskwartieren enkele dingen ver mist werden, de kolonel heeft zelvs zijn beklag gedaan tegenover mij, dat hij geld vermiste uit zijn kamer. Als ik in de kazerne bekend maakte ter vergelding van jouw uitspraak dat ik in den corridor zou zijn geweest dat ik er zoo mijn idee van had, wie den moord beging, dan zou het je slecht vergaan. Nu, u begrijpt, al zweer ik nu ook, dat ik zoo onschuldig ben als een pas geboren kind wat zou myn woord nu voor gewicht in de schaal leggen tegenover dat van een officier? Je ziet, ging mijnheer Smith ver der, je hebt den schijn tegen je en dit deel ik met jou. Als we nu maar bei den zwijgen en ons totaal onwetend houden van deze zaak, dan zal er geen risico bestaan voor een van ons bei den. Het was mijnheer Vyvian die het misdrijf pleegde. Hij zou gisteren avond al den kolonel getroffen hebben als wij hem zijn gang hadden laten gaan, zoo driftig was hij. Het is nu zóó gebeurd: de kolonel zond om hem door mij. Jij bracht het briefje. Dit zal je moeten getuigen. Je zegt dan dat je Nederland tegen een permanente Ontwapeningsconerenlte. De Nederlandsche regeering staat afwijzend tegenover het Russische voorstel om de ontwapenings conferentie permanent te verklaren. Winterhulp. Een wetsontwerp is ingediend tot het beschikbaar stellen van een be drag van 2 millioen gulden voor Winterhulp aan werkloozen. T Belangrijke rede van Laval. In den Franschen Senaat heeft minister Laval een belangrijke rede. voering gehouden waarin hij Duitsch- land uitnoodigdeweer in den interna tionalen kring terug te keeren. De minister wees op de beteekenis van het feit, dat voor het eerst het beginsel van de requireering eener internationale strijdmacht voor de regeling van een internationale kwes tie door den Volkenbond is aanvaard. Het is een groote dag voor den Vol kenbond geweest en die uitspraak kan door alle volken begroet worden Wij zullen ook zeer spoedig de be. sprekingen met Duitschland hervatten, vervolgde Laval. Ik heb reeds gezegd, dat Duitschland zal worden verzocht met ons tn de andere landen onder gelijke omstandigheden en met gelijke rechten te onderhandelen. Duitschland zal opnieuw worden verzocht zich bij het collectieve Oost Locarno pact aan te sluiten. Het kan er van ver zekerd zijn, binnen het kader van dit pact de gelijke garanties te krijgen, als die welke aan de andere deelne- mpnrlp landpn worden gpgeven mijnheer Vyvian. Dit is de waarheid. Mijnheer Vyvian is naar den kolonel gegaan, nadat jij en ik den corridor hadden verlaten en ongetwijfeld be schuldigde kolonel Lang hem toen van vervalsching van de kaarten. In zijn drift haalde mijnheer Vyvian zijn pis tool te voorschijn en schoot. Ik be weer daarmee nog niet dat hij dit deed met de bedoeling van doodslag, maar hij kan wel half waanzinnig geweest zijn van drift. Toen hij wist wat hij gedaan had, ontvluchtte hij. Ja, mijnheer, zei ik gedwee. Intus- schen wist ik beter: dat geluid als het breken of het afknappen van een stok was uit de kamer van den kolonel ge komen, eer ik 't briefje aan mijnheer Vyvian bracht. Het was ook geen schrijven van den kolonel om mijn heer Vyvian order te geven hij hem op de kamer te komen, maar er stond een waarschuwing in om te ontvluchten. Mijnheer Vyvian was ook niet uit zijn kamer geweest vóór ik er het briefje bracht en niet daarna, tenzij dit was toen ik al in bed lag. Maar dit was niet waarschijnlijk, in aanmerking geno men den tijd, dien het hem zal gekost hebben om zich uit het raam te laten glijden en van de rots te springen, om de boot naar Sicilië te halen met een roeibootje. Dus kort en goed komt het nu hierop neer, ging mijnheer Smith ver der; Je rept geen woord van de zins begoocheling, dal je mij op den corri dor gezien zoudt hebben, of ik maak openbaar, dat ik je daar nog zag rond- lummelen en vertel tegelijk van die diefstallen. We houden beiden onzen mond en ik zal het nog goed voor je maken ook. Ik zal je geld geven dat je je pensioen kunt nemen en dat je stilletjes kunt gaan leven. Wordt vervolgt. De Echo van het Zuiden, en Langstraatsehe Courant* MAATSCttóPpy VAM VE WEKER]tIG OP MET LEVEfl MO TAFELBILJARTS Filialen der VEL0 Waschmachine Maatschappij Uw tanden frisch en blank mei /?e Nederlandsche Tandpasta «WAT MIJNriARDT MAAKT IS GOED"

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1934 | | pagina 1