INGEZONDEN STUKKEN. I verscheuring van het Prot. Chr. partij wezen zich ging voltrekken. Het Herv. I Geref. volk verstaat over het algemeen zijn roeping op politiek zooals op alle i levensterrein niet (neutrale pers). Gevolg: voortdurende moeilijkheden, jie langs den geordende weg zelden werden opgelost door het verzuim der Herv. Geref. hoofdzakelijk. 2. De Zeisterconferentie heeft bij monde van den heer Jansen uitgespro- j jcen. dat de A.R. partij het gezagsstand- pUnl der Schrift moet innemen. Dit standpunt is :de Overheid heeft zich rechtstreeks te bemoeien met het gees telijk leven der natie. Uit de toelichting blijkt, dat leiding geven (het z.g. goede beginsel van het fascisme) is bedoeld, pc A.R. leiders verstaan de geschiede nis der laatste jaren en de fase, vloed golf niet. Zeist zoekt interkerkelijke vereeniging op grond van het „onver korte art. 36". Het A. R. standpunt: belijkberechti- ging van alle beginselen en bestrijding van de uitwassen verwerpt Zeist. 3. De beide Utrechtsche conferen ties, de laatste onder duidelijken invloed van den heer van Eek, die zijn bezwa ren in 1928 in een brochure had geuit, trachten de moeilijkheden der Herv. Geref. te peilen op politiek terrein. a. De Herv. Ger^f. zijn politiek ver splinterd: oorzaak: splijtzwam en indivi dualisme; b. Door de politieke verwarring lijdt het kerkelijk leven. Velen gaan om de politiek over naar een andere kerk (St. Geref. naar de Gemeenten van Ds. Kersten, die parasiteert vaak op de Herv. Geref.) c. De Chr. Staatsidee volgens art. 36 is niet meer veilig bij de A.R. Een politieke partij op art. 36 is onbestaan baar. d. Op kerkelijk gebied doet de par tij niets (wegneming zilveren koorden): e. Bij benoeming van A.R. burge meesters worden de Herv. Geref. ge passeerd, hetgeen met cijfers werd aan getoond: f. Aangespoord werd tot Herv. or ganisatie in de Partij. 4. Bij beoordeeling der Zeister actie moet eraan worden gedacht, dat per soonlijke factoren een rol hebben ge speeld. Met de schriftbewijzen is de heer Jansen zeer oppervlakkig. Een be roep op Israël gaat zonder meer niet op (theocratie). In het licht van het N. T moeten wij het O. T. zien. Het Nieuwe Testament verzet zich tegen staatsbe moeiing op godsdienstig terrein. „Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld". De Heere Jezus zegt zelf: „laat ze (geloo- vigen en ongeloovigen) samen opwas sen". Door Gods Geest wordt de Kerk gebouwd. Zeist maakt van het A.R standpunt een caricatuur. Tegenover oppervlakkige, onschriftuurlijke betoog van Zeist, zet de A. R. de opvatting der Schrift: De overheid heeft de burger lijke en uiterlijke rechtvaardigheid der zeden te behartigen, handhaven en on derwijzen. die zijn fundament vindt in de Wet Gods. Het paradeeren met het onverkorte art. 36 is een ijdel woordenspel, als men onschriftuurlijk redeneert. Van den gang der historie, die één worsteling is van Gods Kerk tegen Staatsalmacht, heeft Zeist weinig be grepen. Eén het nationale leven bezie lende vrije kerk in een vrije staat is het Calv. ideaal. Zijn de beginselbezwaren tegen Zeist reden tot afwijzing, de ge volgde weg is eveneens af te keuren. De weg van saamspreking, voor den Christen de weg, is niet bewandeld. Ook niet door de Utrechtsche actie. Het is heel makkelijk moties de wereld in te sturen, als men niet op de werkelijke problemen wordt gewezen door des kundigen. De Utrechtactie is sympa thieker dan de Zeistactie. Ze heeft bij het zoeken naar de oorzaak der ver deeldheid de Staatk. Geref. (ook theo logisch) ontzien en is daardoor niet ver der dan het ziekteverschijnsel gekomen. Het kerkelijk vraagstuk leeft in Herv. Geref. kringen ook niet voldoende, ter wijl de Herv. Geref. leiders er onderling verschillend over denken. Precies zeg gen hoe het moet, heeft tot nog toe geen politicus gedaan. De Herv. Geref. moe ten eerst zelf als één man leeren worste len in deze zaak en zoo als zuurdesem werken in de Partij. Het vraagstuk van de Chr. Staat is er weer voor propagan da bijgesleept. „De A. R. partij is in wezen en karakter niet van Groen af geweken in deze". (Prof. Visscher). Bij de benoemingenkwestie heeft men allereerst een ernstige fout gemaakt door niet te vragen naar bekwaamheid. Men neemt eenvoudig de percentages Geref. in een plaats en zegt: dus de Herv. achteruitgezet. Dit is eenzijdig en simplistisch. Met cijfers kan worden aangetoond, dat de Utrecht-actie, uit zonderingen, die fout waren (Huizen, Hedel o.a.), gaat construeeren tot regel. Hierbij moet worden opgemerkt, dat wij ook, omdat onze partij inkerkelijk is, alle verwijdering tusschen de Geref. groepen moeten tegengaan en hartelijk meeleven met eikaars arbeid. Waarheid en liefde is noodig. Principieel en prac- tisch is daarom ook de Utrechtsche ac tie met haar eisch: Herv. organisatie in de Partij onaanvaardbaar. 5. De diepste oorzaak van politieke versplintering na politieke lakschheid bij de Herv. Geref. is het seperatisme, zooals dit in 1933 door Ds. Woelderink is betoogd. Seperatisme is de strooming, die onder schijn voor de waarheid op te komen, zich van het slagveld terugtrekt. Seperatisme is de geest, die tegenover het Godswoord „Alzoo lief heeft God de wereld (schepping) gehad", zet de meening: „Die wereld is mij geen halve cent waard". Het seperatisme legt de zuurdesem, die het deeg moet doortrek ken apart en maakt de kracht Gods krachteloos door afzondering. En dat noemt de heer v. Eek: oud- Geref. Zoo prijst men als echt Geref. aan, wat de oorzaak is van alle misère. Want het seperatisme verlamt onze j kracht en veroorzaakt een tekort aan werken overal (zelfs predikanten). On ze menschen spreken en leven uit hun gemis, niet uit de rijkdom van Christus. Vanzelf is de houding dan altijd nega tief. 't Is de geest die altijd „neen nooit ja" zegt. Die afbreekt en zelf nooit bouwt (ook in onze streek). Daarom volgen vele Herv. Geref. na aanvan kelijke schuwheid Ds. Kersten. Die zegt ook altijd neen, stelt de profetische eisch, trekt de profetenmantel aan, maar laat de practische vraagstukken liggen en is zoo van geen invloed op regeeringsbeleid. Door op één lijn stel len van profetische eisch (Dienst des Woords) en eisch van practisch be leid (als 2e Kamerlid) valt men in de fout der Farizeeën. „Zoo krijgt het „profetenwoord" het karakter, die de woorden van een opruier hebben". (Woelderink). Tegen het seperatisme zal de Herv. Geref. volk moeten strijden, wil het da geraad hebben. Geen seperatistische af zondering op politiek gebied, maar wer ken als het zuurdesem in de Partij is de plicht der Herv. Geref. Het is de plicht der Herv. Geref. van Sprang-Capelle als iantwoord op Gods gaven en wer kende krachten in de gemeente te arbei den, opdat de A.R. meerderheid ver stevigd worde. En, vooral nu, moeten we verder onder oude Standaardvaan. Op dit zeer leerzame en met kracht van overtuiging uitgesproken woord volgde een korte bespreking, waarna den inleider dank werd betuigd voor zijn referaat. Daar de huishoudelijke vergadering nu een aanvang nam, werden de niet- leden in de gelegenheid gesteld heen te gaan, doch niet zonder een woord van opwekking van den voorzitter, om zich spoedig aan te sluiten in de A. R. gele deren. Hierna las de secretaris, de heer A. Metzke, achtereenvolgens de notulen en jaarverslag en gaf de penningmeester, de heer G. Koenen, het finantieel over zicht, waaruit bleek, dat het ledental stationair bleef en de kas sloot met een batig saldo. Beiden functionarissen werd dank gebracht voor al den arbeid ten bate der vereeniging verricht. Bij de nu volgende bestuursverkie zing werden de aftredenden, de heeren R. van Dalen en A. Metzke herkozen en in de plaats van den heer D. Rijken werd de heer H. Korteweg gekozen. Alle benoemden namen onder dankzeg ging voor het in hen gestelde vertrou wen hun benoeming aan. Den heer Rij ken, niet aanwezig, werd dank gebracht voor het zich beschikbaar stellen in de afgeloopen periode. Door de heeren R. van Drongelen en Adr. Hommel, die tot het nazien der boeken waren aangewezen, werd een gunstig rapport uitgebracht. Niets meer oan de orde zijnde ging de voorzitter voor in dankgebed en sloot daarna deze welgeslaagde vergadering. Y" Tot correspondent der Justusver- eeniging is te dezer plaatse benoemd de heer K. Alblas. De Chr. Gemengde Zangvereeni- ging Hallelujah" zal a.s. Donderdag avond half acht in het gebouw der Geref. Kerk aan het Bruggetje onder leiding van den heer M. C. Rijken en met medewerking van het Kinderkoor „Hallelujah" een uitvoering geven. Het welverzorgde programma vermeldt een 14-tal nummers. (Buiten verantwoordelijkheid der Red.) DE WINTERDIJK. Af. de R. Mag ik een paar regels voor het volgende Deze week wilde ik om de straat- drukte te ontgaan over den Winter dijk naar Baardwijk fietsen, maar het beks^hm mij slecht. Slechts op twee plaatsen was de dijk behoorlijk te berijden, nl. bij de oprit aan de haven en vlak achter het gemeente huis. De rest van den rijweg ver keerde eenvoudig in een eibarme- 1 ij ken toestand, zoodat ik op sommige plaatsen heel wat moeite moest doen om me door de modder heen te stampen. Voor iemand, die slechts bij hooge uitzondering van »den Dijk« gebruik maakt, is dat natuurlijk minder erg, maar er wonen toch ook menschen. En voor hen is het niet zoo prettig een modderbad te moeten doorwaden voordat ze in hun woning kunnen komen. M. de R., ik hoop dat terzake bevoegden ook eens even over den Winterdijk zullen fietsen en dat nog deze week een paar werkloozen er met kruiwagen en gruis op uit worden gestuurd om den weg weer begaanbaar te maken. Met dank OPMERKER. Capelle, 16 Jan. 1935 Geachte Redactie. Verzoeke beleefd nog enige gast vrijheid in Uw blad naar aanleiding van de weerleggingen van de heren Wilzing en Juursema. Gaarne wil ik gebruik maken van het aanbod van den heer Wilzing mij nadere inlichtingen te verstrek ken omtrent zijn geboorteplaats Onstwedde. Met breed gebaar en velerlei insi nuaties deellde heer W. mee, dal in Onstwedde geen 19, maar slechts 2 lagere scholen zijn. Een gek geval, dat is zeker. Ik ontleende mijn cijfers echter aan de onderwijsstatisliek 1923, die omtrent Onstwedde meldt: »18.5z2 inwoners, 1U openb. scholen met 1230 1.1., 18 bijz scholen met 2281 11.» Of daar in 1935 een school meer of minder beslaat, doet aan de kwestie minder af. Één van beidenóf de onderwijsstatisliek deugt niet, óf de heer Wilzing stelt de zaak verkeerd voor, door dorp en gemeente opzet telijk te scheiden. Ik ken de situatie niet, doch ik zal mij daarover zek» r- heid verschaffen. De heer Wilzing kan dus overtuigd zijn dat zijn ver meende kwade bedoelingen bij mij niet hebben voorgezeten. Ik heb daar geen behoefte aan. Ik heb slechts het goed recht der openb. school verdedigd tegen de laster van de «Rotterdammer» en den heer K., en ik had daar cijfers voor nodig, met of zonder zijn goedvinden. De heer Juursema blijkt nog niet overtuigd, dat de hoge onderwijs kosten een gevolg zijn van de gelijk stelling tusschen Openb. en Bijz. O. Beide inzenders schijnen mijn verdediging van de O.S. te beschou wen als een bestrijding der pasificalie Ik heb de gelijkstelling nimmer en nergens bestreden, integendeel, doch eis gelijkstelling voor beide soorten van onderwijs. De heer Juursema beweert, evenals de heer K.,dat»de eis van bezuiniging bij 't 0.0. groter is dan bij 't Bijz Daar zit juist de knoop. De voorstanders van B.O. willen onbeperkte vrijheid van derwijs en de O.S. moet het gelag betalen. Wat een eigenaardig rechtsgevoel 1 Oud-Minister Terpstra zei pas op een vergadering in Emmen ongeveer 't volgende: Bezuiniging is noodig, doch de Regeering blijft van onze scholen af. Ik herhaal mijn vraag of de voorst, van B O. de gelijkstelling achten toe gepast als enkel O.S. worden opge heven, terwijl de B.S. bij afzonderlijke wet worden beschermd Het ging in onze polemiek niet over de kwestie of de gelijkstelling ons ortderwijs duur of Ie duur heeft gemaakt; daar zou nog veel over te praten zijn. En zoolang ons volk jaarlijks meer aan tabak uitgeeft dan aan zijn onderwijs, acht ik de kosten van ons onderwijs een betrekkelijke factor. De kwestie is dat men be zuinigen wil en de gelijkstelling daarbij zoek is. Men wil bezuinigen onder de leuze dat de O.S. de oor zaak van het hoge onderwijsbudget is. Is ons onderwijs te duur, dan moet men toch willen erkennen dat het B.O. daar de oorzaak van is. Spreekt het dan geen boekdelen dat de Rijksbegroting in enkele jaren opliep van 69 miljoen tot 150 miljoen? Nog een klein sommetjeIk neem het tijdvak 1920 tot begin 1927. Het aantal 1.1. op de lagere scholen in Nederland was in die tijd door het gewone acres der bevolking met rond 58 OuO gestegen. Het aantal scholen- voor-allen, het aantal O.S. alzo, steeg in die jaren met 106, dat van de niet-scholen voor-allen, dus de Bijz., met 1183. Onderstellen we nu eens een ogenblik dat het stelsel van de door ons gedachte en voor- g. stane één-school in ons lieve vader land had bestaan. We zouden dan met een gezonde concentratie niet met een van dagelijks uren ver autobusvervoer, en kinderen, tol de kleintjes toe, de hele dag van huis. in z.g. streekscholen bijeen gebracht we zouden dan scholen behoeven met een gemiddelde van plm. 1751.1. in tegenstelling dit met de talrijke gemeenten en dorpen van plm.2500 inw., waar nu een aantal van 4, 5 en 6 schoolgebouwen en schoolge houwtjesprijken. Voor die 58.000 kinderen méér in die zes jaar zouden er dan dus in dat tijdvak 58.000 17.) is 330 scholen meer nodig geweest zijn. Er zijn echter gebouwd 106 O.S. en 1183 BS., in totaal dus 1289, terwijl de stijging van het aantal 1.1. er feitelijk niet meer dan 330 vroeg. Bedenken we nu eens wat die 959 scholen méér den lande, Rijk en Gemeenten hebben gekost 1 Collega Juursema meent «dat de gem. Amsterdam tientallen O.S. kon opheffen omdat bij de stichting dier scholen inderlijd niet op de nood zaak is gelei.» Kom Collega, dat weet u beter Immers in alle grote steden is een trek van de binnenstad naar de buitenwijken. In de binnenstad vestigt men kantoren, winkels, werk plaatsen enz. en de bevolking kiest de nieuwe wijken tot woonplaats, met gevolg dat de scholen z.g. »uit sterven». Heeft niets met gewone concentratie te maken. Zou toch gebeuren, al leefden we in een tijd van hoogconjunctuur. Boventallige onderwijzers heb ik niet genoemd. Had u hit ook maar niet gedaan. Op dat gebied profiteert het B.O. evenveel, behalve dat aan een schoolbestuur nog twee jaar de vergoeding uit de gemeentekas wordt uitgekeerd nadat aan de O.S. ae boventallige onderwijzer(s) is (zijn) ontslagen. (Zie art. 100, 2e lid). Al weer hoop ik dat onze «tegen standers» (akelig woord in de onder wijswereld), die zo zeer op hun vrijheid gesteld zijn, de rechten van anderen zullen leren erkennen. De heer Juursema noemt de O.S weer eens de «vrijzinnige school». Wel ja, tegenover de O.S. acht men alles geoorloofd. Ik heb op de O.S. van die vrijzinnigheid nooit iets bemerkt. Die vrijzinnigheid moest u nu eens aantonen. Mijnheer de Redacteur, mijn beste dank voor de verleende plaatsruimte, Uw dw. dn. E. COLET. genoemd wilt worden, zoo. aai er zich niemand aan stoote. Hoe moet men anders de sympathie van anders- denkenden en zijn tegenstanders verwerven U, Mijnheer, dankend voor de plaatsruimte, Sprang, 21 Jan. 1935, S. Nu mijn stuk te laat kwam voor de »Echo» van 19 dezer, kan >k tegelijk collega Korteweg nog even antwoorden. Dat hij de eerste inzen der was, vermoedde ik wel. Zijn bedoeling had ik dus goed begrepen »De cijfers uit de »Rotter- dammer» moesten in bredere kring ingang vinden.» Ik heb die cijfers niet weerlegd. Dat kan toch niemand. Maar collega, daar ging het toch niet om. 't Ging om uw conclusiedat de O.S. ons onderwijs duur heeft gemaakt, en dat heb ik wél weerlegd. U praat uw collega i a over leuzen leugens, maar zijn mijn cijfers niet even goed ontleend aan olfi cieele gegevens als die van de »Rot- terdammer», doch dan zonder valse conclusies. Uw opmerking onder 4 begrijp ik niet. Daar bent u het roerend met me eensl Of er zit een stellout in, óf u had een helder oogenblik. De kwestie—Feberwee kan hier veilig buiten beschouwing blijven. Die doelt op splitsing van grote stadsscholen met 12 of meer leer krachten, en juist voor de grote steden gelden de finantieele gevolgen der gelijkstelling niet. Het zijn im iners de kleinere gemeenten en ge huchten, waar één bestaande school gesplitst werd in verscheidene klei nere. Noch Openb., noch Bijz. Onderwijs wil de oplossing van den heer Feberwee om grote streekscholen te bouwen, die als paedagogische wan gedrochten van de school 'n kazerne maken met den onderwijzer als een korporaal voor de klas U moet nooit het zwarte schaap van stal halen 1 U moet de zaken niet verwarren Vooral uw lofzang op den Minister over zijn eenzijdige bezuiniging, deed mij naar de pen grijpen. Er is een echt Hollands spreekwoord dat /.egt Gelijke monniken, gelijke kappen. Er is gelijkstelling of geen gelijk stelling. Giiig het om de kleine scho- len, dan vinot de Minister onder dezelfde rubriek 10 bijz. scholen met 120 1.1. 73 21—40 230 41—60 en 279 61—80 Totaal alzo 592. (Zie onderwijssta- tistiek 1929). Bovendien neemt de kleine O.S als school der minderheden (denk maar eens aan kath. plaatsen in Brabant) nog een andere plaats in dan de kleine bijz. school M.i. solt men met recht en ge rechtigheid als met zijn beginsel. Vandaag fulmineert men tegen sport en een Zondagstrein, en morgen stellen dezelfden zich geheel vrij willig beschikbaar om op Zondag stembureaux te presideeren in het Saargebied. Zou op elk gebied de crisis uit breken 1 Mijn harlelijken dank. Redacteur. Uw dw. dn. E. COLET. Geachte Redactie. Nu de laatste weken aller aandacht weer getrokken wordt door de zoo bekende schoolquaestie, wil ik ook even de pen opnemen. Niet om mij in deze moeilijke zaak te mengen of de Regeering aan te vallen, die in deze tijd ook voor moeilijke pro blemen slaat, want daar voel ik mij als leek onbekwaam voor. Nee, het is slechts om aan de vele schrijvers eenige wenken te geven. Ie. Als men schrijft, gebruikt dan geen vreemde woorden of vreemde spreekwoorden, die in het verband niet recht duidelijk zijn, opdat ieder die er belang in stelt de stukken in haar geheel kan volgen. Men moet immers nooit uit het oog verliezen dat wanneer men een «ingezonden» plaatst, dit niet alleen voordeéliten schrijft, cfoch voor alle klassen der maatschappij, dus ook voor hen die niet in de gelegenheid zijn geweest een MULO of middelbare school te bezoeken. 2e. Blijft zoo veel mogelijk bij de quaestie en trekt er, zoo mogelijk, de ke-k niet bij, daar men dan gevaar loopt met veel woorden nog weinig te zeggen. Kon dit niet altijd, spreekt dan. indien ge u een christen noemt, christelijk over t'e overheid van de kerk en indien ge dit niet Kaatsheuvel, 19 Jan. '35. Geachte Redactie. Mag ik nogmaals om wat plaats ruimte verzoeken naar aanleiding van het schrijven van den heer Verheijden. Ik hoop kort te zijn. De heer V. zegt ook aan mijn adres: pluis geen rekensommetjes uit want »Qui s'exuse, 's accuse». Makkelijke manier om altijd gel i k te hebben. Weerlegt iemand je mening, dan ge. bruik je maar het hierboven gen. gezegde en gelijk heb je al weer. Want niet ik of mijn collega noemde de cijfers, maar de heer C. (zie de gem. kosten per leerling), en het «bewijs» dat hij er uit trok weer legde ik. De heer Verheijden zegthet on derwijs kostte 19 millioen (wanneer?) De heer C. schreef in 1919 kostte het onderwijs 69 millioen (ik weet niet of deze cijfers juist zijn), dus een stijging van 56 millioen. Natuur lijk ook veroorzaakt door de gelijk, stelling van 1920??? Daardoor is elke verhooging toch veroorzaakt 111 Daar zit ik toch al weer in een rekensommetje. Nu even enkele aanhalingen uit het verslag van de vergadering, belegd door het »Comilé van Actie voor de Openbare School», in »Het Volk» »A1 deze opheffingen (van O.S.) betekenen verloren posten voor het vrgzinnig leven. De regering blijft doof voor de protesten van de grote groep, welke haar kinderen vrijzinnig wenst te doen onderwijzen. Een opgeheven openbare school is een verluien post voor een vrijzinnig leven. De volksgroep, die open baar onderwijs begeert, wordt in hoofdzaak gevormd door hen, die hun kinderen vrijzinnig wensen te doen onderwijzen.» Dit zijn dus uitingen van strijders voor de Ü.S. Welke partijen in Hoogeveen samengaan, doet niets af ol 10e aan het feit, dat de kleinste Bijz. Sch. 192 leerl. telde (volgens opgave 1933) en dus die scholen niet zo erg over bodig schijnen. Wat de heer V. verder schrijft over de «Gezangenkwestie» enz. heeft weinig te maken met mijn «ingezonden». Op zijn ingenomen standpunt aan het eind zal ik maar niet ingaan, reden zie aan 't begin. Of de Bijbel van de school ver dwijnen zal? Ik weet het niet Ik heb geen voorspellende geest. Ik weet wel dit: dat er Christelijke Scholen zullen zijn zolang er men sen zijn die hun Christelijk beginsel, ook in het onderwijs, hoog houden. Mijnheer de Redacteur, hiermede meen ik mijn mening gezegd te hebben, dus verder te kunnen zwij. gen. U dankzeggend voor de ver leende ruimte, Uw. dw. M. J. JUURSEMA. Waspik, 20 Jan. 1935. L. S. Dit wilde ik maar even zeggen. Ieder knaagdiertje knaagt bij voor keur aan alle andere dingen, behalve aan hetgeen hem wordt voorgezet. Zoo ook de Knagelijntjes in Uw blad van Zaterdag. Immers, wie is een booswichthij die een misdaad begaat of de jour nalist die hiervan aan zijn blad ver slag uitbrengt? 1. Waar heeft Adept» het in zijn laatslen brief over de R.K. Kies. vereeniging? Alleen zet hij aan een (voorbarig?) spreker zijn taak uiteen. 2. Wat hebben 3 Waspiksche meubelhandelaren te maken melde «gepasseerde» timmerlieden, waar over «Adept» schrijft 3. Wat heeft die z.g. winkeliers, combinatie te maken met de R.K. Winkeliersvereeniging, welke volgens «Adept» niet gekend is geworden? 4. Eindelijk de kwestie tusschen «Hercules» en ik weet niet welke andere club. Hier knaagt U aan Adept»'s brief, en ik moet toegeven dat «Adept» hier misschien een beetje voorbarig is. Waar in ernst, vindt U dat in de I.V.C.B. clubs thuis hooren, voor welker taal alleen reeds ieder christen mensch zich schaamt? Die zich zelfs ten overstaan van een Geestelijk Adviseur nog niet eens behoorlijk weten te gedragen Om van het spel nog maar te zwijgen 1 Wat slechte tijden, gramschap, communisme, samenwerking tus schen standen, redding enz. enz. hier allemaal mee te maken heeft, is mij een volkomen raadsel. Zooals het mij ook een raadsel is dat de muis juist mijn trouwcostuum moest prefereeren boven het voor haar bestemde doosje »Rodenl». Mijnheer de Redacteur, ik dank U voor de plaatsruimte, LEZER.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1935 | | pagina 3