:Waalwybsclie en Langstraatschc Courant*
I
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
PUR0L««
FEUILLETON
EERSTE BLAD'
DE TWEE MACHTEN IN HET
LEVEN.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
U gebrand
verzacht- geneest.
HUMMER 8.
ZATERDAG 26 JANUARI 1935.
58e JAARGANG
"De Echo van het Zuiden,
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, en*.
franco te zenden aan den Uitgever.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco p. post door 't geheele rijk 1.40.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE
STOOMDRUKKERIJ
ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38.
Telegr.-adre»ECHO.
Advertentiön moeten Woensdag en
Vrijdag des morgen» om uiterUjk 9 uqr
ln ona bezit zijn.
Bi] contract flink rabat
Reclames 40 cent per regel.
Prijs der Advertentiön
20 cent per regel; minimum 1.00.
INSltLLING VAft BKUbUË'l'OL
Een benzlne-verbrulher erger
dan een alcoholist
Het laatste wetsvoorstel, dat de
signatuur draagt van minister Kalff
en door hem slechts kort voor zijn
dood werd onderteekend, is tevens
wel het meest geruchtmakende uit
zijn loophaan De heffing, die daarin
wordt voorgesteld, van tol op alle
bruggen, die rijkseigendom zijn,
heeft in het land groote verbazing
en een krachtig verzet doen ontstaan.
Alle teekenen wijzen er op, dat de
benzine-verbruikers het thans zat
raken om een nog zwaarderen een-
zijdigen last ten behoeve van den
staat en in het bijzonder van 's rijks
schatkist op hun schouders te nemen.
Ze komen in verzet en dat verwon
dert ons niet.
Geen indirecte betasting drukt zoo
zwaar op den verbruiker dan de
accijns op gedistilleerd en de benzine
belasting. De hooge accijnshetfing
op gedistilleerd, hoe eenzijdig deze
ook moge zijn, is te verdedigen.
Deze heffing immers gaat het mis
bruik van sterken drank tegen en
dient aldus naasl het belang van de
schatkist in belangrijke mate het
moreele belang van den consument.
Als men echter nagaat, hoeveel
het rijk ook durft eischen van den
benzine-verbruiker, moet men wel
tot de conclusie komen, dat de
overheid hem een nog ergerlijker
a-sociaal type vindt dan de alcoholist;
het besiaan van allen, die omwille
van hun bedrijf motorische vervoer
middelen behoeven, wordt door de
telkens weer eenzijdig verzwaarde
lasten bedreigd. Velen hunner hebben
den ondergang reeds moeten aan
vaarden, welke ze als gevolg van de
ovei heidsmaatregelen voorzagen.
De prijs van eiken liter benzine,
welke ze behoeven, bestaat voor
meer dan de helft uit belasting. Tel
daarbij de verhoogde wegenbelasting
en men zal moeten beamen, dat de
overheid het dengenen, die het moto
risch vervoer voor hun bedrijf be
noodigd hebben, het schier onmo
gelijk maakt om op een eerlijke
manier hun brood te verdienen.
Dat treft te meer, omdat tenslotte
het motorvtrkeer het eenige bedrijt
is, dat zich ondanks de crisisomstan
digheden normaal blijtt uitbreiden
en ontwikkelen. Moet deze ontwik
keling op onnatuurlijke wijze worden
geremd en moet de bestaansmoge
lijkheid van vele duizenden men-
schen worden tegengegaan of ver
nietigd, alléén omwille van de
rentabiliteit van het Spoorwegbedrijf,
hetwelk in zijn ouden opzet aan den
modernen tijd en aan zich zelf is
ontgroeid
Minister Kalff heeft vlak voor zijn
verscheiden nog weer een nieuwen
aanslag op het bestaan van de ben
zine-verbruikers gepleegd. Hij heeft
de tolgedachte uit de vergetelheid
teruggeroepen en een wetsontwerp
ingediend, hetwelk beoogt om alle
bruggen, welke rijkseigendom zijn
of worden, in een N.V. Bruggen-
Exploitatie-Maatschappij in te bren
gen en door deze tol te laten heffen
van allen, die met hun vervoermiddel
van een der ingebrachte bruggen
gebruik maken.
Déértegen heeft zich een storm
van verzet en protest ontketend, en
we achten dat alleszins begrijpelijk.
De eenzijdige belasting van benzine
verbruikers wordt ondragelijk zwaar.
Met den bouw van bruggen over
de groote wateren in ons land wordt
een algemeen verkeersbelanggediend
en primaire verkeersbelangen zijn
gemeenschapsbelangen. Het is niet
billijk om de directe verbruikers
alléén voor de kosten te laten op
draaien. Ook wanneer belangrijke
scheepvaartverbindingen tot stand
komen, raakt dat een volksbelang;
iedere belastingbetaler draagt dan
het zijne bij en men denkt er niet
aan om de lasten uitsluitend af te
wentelen op de schippers.
De tolgedachte is bovendien niet
meer van dezen tijd. Het rijk heeft
dat ingezien, toen het bepaalde ge
meentebesturen wist te bewegen om
tegen een waarlijk zachte prijs af te
zien van de zeer aanzienlijke in
komsten uit veerdiensten enz. En in
diezelfde gemeenten wil het rijk nu
weer brugge/ollen gaan instellen 1
Gaan de plannen door, dan zou
iemand, die in zijn eigen wagen een
retonrtje Arnhem—Nijmegen rijdt
f 1.50 tol moeten gaan betalen!
En dan spreken we nog niet over
't feit, dat deze tolheffing de Zuide
lijke provincies nog meer op België
zal orienteeren dan thans reeds 't
geval is en dat door den bruggebouw
hopelijk ten gunste van ons land
zou zijn gekeerd I
De groote rivieren vormen nu
eenmaal een natuurlijke scheidi ïgs
lijn lusschen het Noordelijk en het
Zuidelijk deel van ons land. De
veerdiensten moesten altijd slechts
een gebrekkige verbinding blijven,
vooral bij de snelheid, die 't moderne
verkeer eischt. Het is dan ook geen
wonder, dat voor ons Zuiderlingen
Antwerpen en Brussel dichterbij
liggen dan Rotterdam of Amsterdam.
van „De Echo van het Zuiden".
Naar het Engelsch.
HOOFDSTUK XXXI.
BESLUIT.
O, neen, dank u, in geen geval.
En het was, of haar een rilling van af
keer door de leden voer, wat den dok
ter in niet geringe mate verbaasde.
Hij hielp nu Jocelyn instappen en
zei tegen Launcelot:
Voor u is er ook nog plaats, als
u naar Midhurst terug wilt. Logeert u
hier in de buurt? Waarschijnlijk zult
u opgeroepen worden voor het rech
terlijk verhoor.
Ik logeer in het hotelletje in Mid
hurst. Ja, ik zou heel graag meerijden
dokter Tailor.
Toen de koetsier ook was ingestapt
en het wagentje zich in beweging zet
te, zei de dokter tot Vyvian:
Juffrouw Lauderdale gaat met
mij mee naar huis. Mijn vrouw zal
haar met genoegen onder haar hoede
nemen. De laatste trein naar Londen
is al vertrokken.
Hier zaten Jocelyn en Launcelot nu
dus bijeen, terwijl ze elkaar zooveel
hadden te zeggen en te vertellen en nu
niet anders dan af en toe een doodon-
verschliige opmerking konden wisse
len over het weer of over de streek.
Vyvian hoorde nog steeds die woor
den naklinken in zijn gemoed:
Al had er geen man verder op de
wereld bestaan, dan zou ik hem nog
nooit hebben liefgehad.
En hiermee verkwikte hij zich, zoo-»
lang de rit duurde en ze stilhielden
voor hotel Midhurst, waar hij dus uit
stapte.
Dank u zeer voor uw vriendelijk
heid, sprak hij tot den dokter. Als
men mij noodig heeft, ben ik hier in
het hotel te vinden. En toen tot Joce
lyn: Goeden avond.
Ook zij sprak niet meer dan deze
twee woorden en toch wat klonk
er niet een heele romance in door.
De vrouw van dokter Tailor was een
vriendelijk, gastvrij, sympathiek per
soontje. Ze had bij een vluchtig be
zoek aan zijn huis van haar man al ge
hoord van het jonge meisje, dat bij
haar stervende verloofde was geroe
pen en dus was zij vol belangstelling
en mededoogen. Evenals haar man
voelde zij zich getroffen door die over
groot kalmte van juffrouw Lauder
dale.
Zij ging haar logé voor naar de ka-
In dit alles zou nu eindelijk de
eenige afdoende verbetering worden
gebracht door de reeds geopende of
nog de op men bruggen. Noord en
Zuid zouden hierdoor dichter bij
elkaar worden gebracht, of zooals
we Minister Kalff kort geleden bij
een bezichtiging der brugwerken
aan de Moerdijk nog hoorden zeg
gen, er zouden hechtere banden
worden gesmeed tusschen beide
deelen van het Nederlandsche volk.
Nu wordt echter een nieuw, kunst
matig obstakel aan het verkeer tus
schen Noord en Zuid in den weg
gelegd. We weten wel, het zijn geen
groote bediagen, die van de pas
santen gevraagd worden, en ten
opzichte van den vroegeren toestand
zal ook méi de bruggentol al een
groote verbetering zijn tot stand
gebracht, maar het feit blijft toch
bestaan, dat er »iets» wordt in den
weg gelegd aan het verkeer lusschen
beide landsdeelen. Dat »iets» is dan
nog niet op de eerste plaats het
kleine bedrag dat gevraagd wordt,
maar eerder het onbewuste gevoel,
dat deze tol een scheiding beteekent
en daardoor een werkelijke scheiding,
die nu eindelijk eens verdwijnen
moest, intact houdt.
Voor onze streek zitten er aan
deze tolheffing, waarin immers ook
de bruggen over de Bergsche Maas
te Heusden en Keizersveer betrok
ken zijn, nog bijzondere kwesties
vast. Toen voor een dertigtal jaren
geleden de werken tot verlegging van
den Maasmond werden uitgevoerd,
bracht dat als onvermijdelijk nadee-
lig gevolg mee het feit, dat't geheele
Land van Heusden en Altena letter
lijk van de rest van Brabant, waai bij
het toch historisch behoorde, werd
afgesneden. Het is onmiskenbaar, dat
het land tot op den huidigen dag de
gevolgen van deze isolatie heeft
ondervonden en dat er eerst in de
laatste jaren een beduidende ver
betering ten goede is gekomen, zoo
dat we nu eindelijk kunnen gaan
zeggen dat deze weidsche streek
geleidelijk aan haar isolatie wordt
opgeheven. Niet in de laatste plaats
hebben daartoe de bruggen van
Heusden en Keizersveer bijgedragen.
Reeds bij den aanleg dei Bergsche
Maas zag het rijk in dat het de
bewoners van deze kleistreek ten
minste moest tegemoet komen, door
hen een gratis verbinding met het
gebied der Langstraat te garandeeren.
Nu echter dreigt deze toezegging van
de regeering door de tolheffing te
worden teniet gedaan en zal daar
door aan de slreekbevolking nog een
bijzondere last worden opgelegd.
Tegenover een streek, die, mede ten
behoeve van de waterstaatkundige
belangen van andere gebieden, toch
reeds zulke zware offers heeft moeten
brengen, is dit toch wel in hooge
mate onrechtvaardig.
En dit zal temeer nog als een
grove onbillijkheid worden gevoeld
omdat hier dreigt inbreuk gemaakt
te worden op historisch gegroeide
toestanden. Wanneer tol wordt ge.
heven op een brug, die een soms
dure veerpont vervangt, zullen hier
tegen niet zoovele bezwaren kunnen
worden ingebracht. Heusden heeft
echter sedert een kwaiteeuw een
tolvrije brug, Keizersveer ook reeds
sinds meerüere jaren. En wij zeiden
reeds dat de streek op deze vrije
oeververbindingen inderdaad recht
heeft. Er zou schromelijk onrecht
aan het Land van Heusden en Altena
worden aangedaau indien deze beide
bruggen in de tolheffing zouden
worden begrepen.
Ook economisch zou dit zeker
zijn gevolgen hebben, in zooverre
als de streek daardoor weer een
eindweegs wordt teruggestooten op
den weg, die leiden moet tot de
opleving. We hebben bij zoovele
gelegenheden, laatst nog bij de
nier, die voor haar in orde gemaakt
was en bewees haar allerlei kleine at
tenties, maar kon toch niet nalaten
eenigszins afkeurend tegenover haar
echtgenoot op te merken:
Ik begrijp die tegenwoordige jon-
gemeisjes niet meer.
Jocelyn maakte een dankbaar ge
bruik van het aanbod van de gast
vrouw, om haar avondeten op haar
kamer te krijgen en om naar bed te
gaan, wanneer zij wilde. Zij was dood
op van hetgeen zij dien dag had door
gemaakt en voelde eerst hoe moe zij
was, toen zij zich op de bank ter ruste
legde. Telkens en telkens weer zag zij
het gelaat van Roger voor zich; ook
dat van Launcelot, maar dat leek haar
zoo vreemd. Och, hij was voor goed
voor haar verloren. Maar wat haar nog
zoo onbeschrijfelijk gehinderd had,
was, dat hij had kunnen denken, hoe
zij Roger ooit had lief gehadOch,
zij had immers met het leven afgere
kend, zoo jong als zij was.
Dien volgenden dag zou zij met den
middagtrein naar Londen teruggaan.
Na het ontbijt, dat haar weer op haar
kamer was gebracht, ging zij naar be
neden, gereed en gekleed voor 't ver.
trek. Zij had nog een uur den tijd,
maar haar hoofd deed haar pijn en ze
was nog moe na een nacht van weinig
rust.
De bezige gastvrouw begroette haar
vriendelijk en was het met haar eens
dat niets beter zou zijn dan een fris-
sche wandeling in den tuin.
Er was iets lenteachtigs, iets op
wekkends in de lucht en ze voelde zich
huiten lichamelijk en geestelijk veel
beter.
Ze keek op en zag Launcelot de op
rijlaan inkomen. Ze ontmoetten el
kaar en, toen zij hem eenmaal de hand
had gereikt, scheen hij die niet te wil
len loslaten.
Jocelyn, vertel mij eens, zei hij
met van aandoening trillende stem,
voel je voor mij?
Zij was niet voorbereid op deze al
leruiterst eenvoudige vraag, draalde 'n
oogenblik met haar antwoord en zei
toen
Ja, ik voel voor je.
Hij trok haar naar zich toe en sloot
haar in de armen.
Dan, liefste, ben je eindelijk de
mijne
Zij trachtte zich los te maken en
protesteerde
Neen, het kan niet. Waarlijk, het
kan niet!Ik met dien naam, waar
een smet aan kleeft! Iedereen zal nu
weldra alles afweten van Roger. Ik
kan nooit de vrouw zijn van eenigen
man, maar allerminst van jou.
Niemand hoeft het te weten be
halve degenen, die er onmiddellijk bij
betrokken zijn. Buitenstaanders moe
ten zich tevreden stellen met de me-
dedeeling, dat Jack niet schuldig was.
Dat is voldoende.
Denk je dan, dat ik dit zou wil
len hebben.
Maar kindje, geef je nu eens
goed rekenschap: meer dan onschul
dig kan een mensch toch niet zijn en
wat zou het nu al baten, of de misdaad
van Roger alom bekend werd?
Wel alleen dit: je wilde mij niet
ten huwelijk vragen, zoolang de smei
aan je naam kleefde. Nu, ik hoop dat
ik een even groot eergevoel heb en
dan wil ik niet, dat je een vrouw zult
krijgen met een onteerden naam.
Ik zou tegenover geen enkelen man
mijn naam willen meebrengen.
Maar kind, sprak hij langzaam
en op innig overtuigenden toon, als
jc naam onteerd is, dan krijg je den
mijne in plaats. Onder mijn naam en
niet den jouwe zal de wereld je voort
aan kennen. Laat ons het geluk niet
vergooien, nu het tot ons komt, maar
het dankbaar aanvaarden. Dat zijn wij
onszelven verplicht. Kom, liefste, geef
mij je hand en laten wij het Eden bin
nentreden.
Nu bood zij niet langer weerstand,
maar liet zich door hem in de armen
sluiten, terwijl zij haar hoofd aan zijn
horst vlijde.
In alle stilte had het huwelijk plaats
in het oude kerkje te Befford. Horace
Muncaster leidde den dienst.
En zoo ooit een jong paar, dan gin
gen deze beiden het leven tegemoet vol
vertrouwen, diep doordrongen van de
waarheid, dat de liefde toch de groot
ste macht is, en een macht, waarvoor
eenieder zich buigt.
EINDE.