en nrTTT®! Benauwd borst? SJfÊGHO VAN HET ZUmT TWEEDE BLAD- ONS WEEKPRAATJE. RECHTZAKEN EEN FLINKE JONGEN. S- nz. ecHOS op de Wentel dien last van U af door intijds Abdijsiroop te nemen. Thans slechts 65 et. psr flat on! 12. Zaterdag 9 Febr. '35. 58e Jrg. 1S- Lawines. j-;r zijn zoo van die kleine be- thlen in elke krant, waarop we iuwelijks acht meerslaan. In drie, er of vijf regels vertellen zij ons, i» ginds in die stad, in die straat »n inensch is aangereden en dood genomen. En wij lezen die wei- ige regels met een soort onver- •killig meegevoel en denken :,weer jn j" Maar nooit of heel zelden Jjngt lol ons door welk een diepe a<>ièk er achter dat dagelijksche ngeval schuilt: een mensch wordt loiseling met één geweldadigen slag it het leven weggenomen. Waar wam die man vandaan Waarheen n» bij? Was hij in zorgen om het liiamele brood voor zijn gezin te frdienen? Was hij zoo juist nog jnidden van een stemming van {{gelaten blijheid en jool Was zijn ood een verlossing of een harde voor zijn huisgezin? Wij weten it alles niet en lezen slechts de mpele mededeeling en aanvaarden ie, onbewust van het feit dat het- 11de ook ons overkomen had kun- en zijn. Zoo lazen wij deze week hoe tal- jke skiloopers in de Zwitsersche ii Oostenrijksche Alpen door neer- ;ortenden sneeuwmassa's waren be olven en zoo een gruwelijken dood onden. Zwitserland in den wintereen jnd van ijs en sneeuw, sport en ,ret, waar de gelukkigen der oude gereld samenslroomen om het feest an zon en witte vreugde te vieren 'oor onze begrippen moet daar [iets dan blijheid zijn. Ook zij, die n de verraderlijke sneeuwmassa's urn dood vonden, zochten die blij jeid, maar zij vonden dit afschu welijke einde: de witte dood. «Mors venit quasi fur in nocte. t- L)e dood komt als een dief in len nacht Ook hier, waar het cheen of alle menschelijke kommer ;eweken was loerde hij en ook hier ferden jonge, gelukkige levens, die log zoo veel goeds en schoons be- oofdeii te brengen, afgeknapt. We hebben ons wel eens afge vraagd zou de bescheidenheid, velke onze groote landszonen ken merkt, misschien een berekende zijn, en toon ge.-preid om hun grootheid es te schitterender te doen stralen Je bescheidenheid van onze beroem- Nederlanders heeft soms iets oven menschelijks. Daar hebben we b.v. Prof. Dr. Willem Mengelberg.... Hij is van een zóó schuchtere inge- houdenheid, dat de goe gemeente er graag een mop over tapt. Zoo hoorden we dezer dagen als »hisloriscLi« vertellen, dat de Proles sor-doctor, op wandeling in de Brabantsche hoofdstad, een oud vrouwtje te hulp schoot, die stond te aarzelen om een drukke straat over te steken. .1 uist zooals de minste onder ons zou doen, pakte hij het moedertje onder den arm en leidde haar voorzichtig naar de andere straatzijde. Natuurlijk bleef dat minzame gebaar niet onopge merkt; een agent haastte zich om het verkeer stop te zetten en de Professor-doctoj glimlachte blozend naar al degenen, die zijn schoon gebaar volgden. Toen het vrouwtje veilig was overgebracht, wilde haar geleider haar toch ook nog het ge noegen doen smaken van de weten schap der onderscheiding, welke haar was te beurt gevallen. Weet je wel, zoo vroeg de professor-doctor haar minzaam, wie ik ben Nee-e. Toen boog Prof. Dr. Willem Men gelberg zich tot haar over en hij fluisterde haar in het oor: Het was's werelds grootste musicus, moedertje, die je veilig naar den overkant bracht. Nou weet je wel, wie ik ben* hé? Glunderend van genoegen keek het vrouwtje thans op naar het gelaat van den Minzame, haar mond ver wijdde zich tot een breeden lach en met een vreugdevolle verzuchting kwam het van haar lippen Dan zij-de gij Kees Pruis 1 Op een keer liet een dame zich bij Mengelberg aandienen en, hoe weinig lijd de musicus ook had, hij ontving de onbekende onmiddellijk Het bleek, dat de dame om de handteekening kwam van den Prof.- doctor. Ze ging natuurlijk bevredigd henen Een paar dagen later was ze er weer. Mengelberg keek nu toch ver wonderd, toen ze met eenzelfde verzoek kwam. »U bent toch dezelfde zoo meende hij die een paar dagen geleden.... De dame bloosde. Och zei ze neemt U me niet kwalijk. M'n zoontje had al een handteekening van U, maar hij wilde er zoo graag nog twee bij hebben, want voor drie stuks kan hij één handteekening van Bakhuys ruilen«. Het teekent de grootte van onze groote mannen, dal ze al dergelijke gebeurtenissen kunen verdragen zonder in figuurlijken zin te plollen. Hun aanzien staat ze toe om het publiek te negeeren desnoods te verachten. Zelfs ministers plegen soms met hun roem en glorie op zóó non - chalante manier om te gaan, dat de burgerij dus wij, gewone mensch- 'he;d - zich er aan ergert. i We lazen een dezer dagen het volgende in »Nationaal Hersteld hel orgaan van de gelijknamige politieke vereeniging, welke onder opperbevel slaat van de oud-opperbevelhebber, Z.Exc. Generaal Snijders: »Bij de begrafenis van H. M. de Koningin Moeder kon men waar nemen, hoe o.a. een minister en een burgemeester niet eens de moeite hadden genomen hun steek goed op te zeilen, maar dien achterste voren droegen. Beide waren nog wel bij zonder nauw bij deze droeve plech tigheid betrokken. Het nieuwe jaar brengt al niet veel beters. De plech tige uitvaart van Exc. Adatsji werd ditmaal door een.ccilega-uiinisler op dezelfde wijze eénigermale ontsierd.ft Toen we deze onthullingen lazen, hebben we ons naar den kleinen Diaz begeven in de hoofustad, den koopman, oie oude ministerspakken pleegt op te koopen en we hebben toen een minisierssteek van alle kanten Bekeken. We konden er echter geen vóór- noch achterkant aan ontdekken de beide punten zijn volkomen gelijk. Maar de deskundige kleine Diaz legde het ons glimlachend uit: aan één zijde zit een oranje— cocarde en die behoort links te worden gedragen. Zouden gij en wij, burgerlijke plebejers die we zijn, het durven wagen om ons kaasbohetje op het hoofd te drukken met het strikje naar rechts? Maar een minister tart ons dierbaarste natio nale gevoelen met een oranje cocarde bo.en zijn rechter oor 1 Ons Nationaal Herstel beginne met de beteugeling van de nonchalante gewoondoenei ij van onze groote mannen. En vóór vrienden en ver eerders van onzen grootsten musicus een portefeuille beginnen uit te denken, honoris causa te dragen door den professor-doctor, leeren ze dezen maar éérst eens, hue hij een mm sterssteek op zijn gekrulde haren behoort te drukken. De verduistering bij de Godshuizen te Heusden. Op Dondei dag 21 Febr. a.s. wordt voor de rechtbank te 's Bosch de strafzaak behandeld tegen A. J. v. d. R. boekhandelaar en rentmeester te Heusden, verdacht van verduis tering van f 1Ü.0U0 ten nadeele van de Godshuizen te Heusden. 't Kan hard zijn.... Voor de rechtbank verscheen in hooger beroep F. 11. landbouwer te Sprang— Cnpelle, die /".iet bij de wa terleiding had doen aansluiten en daarom boete moest betalen volgens het vonnis van den Kantonrechter. Ik heb geen geld klaagde de man. Ja, dan moet je er toch maar ui'komst 'voor zoeken, adviseerde de president, 't Kan wel hard zijn, maar als dergelijke zaken worden ingevoerd, dan moet ge U daaraan onderwerpen. U bent veroordeeld bij verstek, toen nog eens na verzet en nu alweer beroep? We kunnen er niets meer aan doen, besloot de president. n y VAN DEN POLITIE RECHTER. Een stoet uit de Lunyslraat. Een lange rij getuigen üit ver- Schillende gemeenten vuii.de Lang straat wachtten in de getuigenkamer ieder op z'n beurt, om te verhalen voor uen strafrechter hoe al ue delicten zich hadden toegediagen waarvoor lal van dorpelingen wer den ter verantwoording geroepen. Aan de gesprekken te hooien is ft in de Langsliuat óók crisis I Weinig steun en géén werk, armoede en geen vooruitzicht.... 't Eerst komt het ontwarren van gen geschiedenis over een hondje. A. V. uil de gemeente Heusden had een viervoettrlje verduisterd. De koopman zeide het beesije voor 2 kwartjes te hebben gekocht als levend speelgoed voor z'n klein grut. Dat was in Helvoirt waar V. ventte met viscli èn het hondje. Nader bleek dat het diertje elders door V. was meegenomen. Het O. M. achtte verduistering bewezeu en eischte f 25 boete. Uitspraak f lü boete of 10 dagen. Dan kregen we 't avontuur van een wonderbaarlijke radio. Die spookte 1 De stroom was weggeno men en de luidspreker galmde 51 maar door! Dat was in Sprang Capelle En in het schier nachtelijke uur zong de trouwe radio den vrien delijken groet: »d' Avro gaat nu isluilen.... Wél te rusten Goèoèoèoè dèèèè n5555chlb> De radio-monteur uit Waalwijk vernam over den altijd maar zin geilden luidspreker, die al 3 maan den zongen spraken vei telde zonder dat ie 'n cent eischte voor de be taling. De Centrale die stroom le verde had er f6 schade van. Want de radio-houdster, een slim weduw' vrouwke uil Sprang—Capelle had gedacht dat als ze huishuur betaalde '»zij de radio—stroom present kreeg Ze werd echter ter verantwoor ding geroepen wegens frauduleus jstioomveibruik. Ze was niet komen opdagen. W'èl de radio monteur. En nu bleek, dat toen het vrouwke hel huis kwam bewonen de draad er jnog hing die eenmaal bij de ver wijderde radio—aansluiting had behoord, 't Vrouwke had toen ge zegd»Ik betaal immers huishuur. Maak jij 't me met dien draad maar eveijtjes in oide. En zoo had de monteur gedaan, verhaalde hij, toen hij als getuige voor den Politierechter werd geroe- pen om te verklaren over den altijd galmenden luidspreker. Dan ben jij schuldig, zeide de rechter, 't Is door Uw werk dat de vrouw moet veroordeeld worden. De eisch tegen de weduwe van B. luidde f 15, de uitspraak f 10 boete of 10 dagen hechtenis. 8 (naar het Frans), door JAN DE JONGE. HOOFDSTUK VIII. Alleen op de wereld.... 1 Alles komt lereclit! Jan z'n wanhoop was onbeschrijf lijk. Vier jaar had hij vertrouwelijk met den meestei omgegaan, en bet ventje had hem beschouwd als... zijn vader. De dag na de begrafenis begaf de burgemeester zich reeds 's morgens naar het schoolhuis. Terwijl hij door de tuin binnenkwam, trof hij 't eerst de oude Janie en vroeg haar »Waar is Jan? Of is-t-ie uit gegaan »Uil? Ach, dat kun je denken... hij is daar boven op de kamer van den meester. Ik kan 'm er niet meer vandaan krijgen, 'k Ben er stellig van overtuigd, dat die jongen zich op die manier 'n ziekte op z'n hals haalt.» »Ja, hij was wel erg aan z'n weldoener gehechtMaar da's nog geen reden, sapperloot...Maar, kom aan, laat 'm eens beneden komen, 'k Moet eens met 'm praten en 'k heb haast I Jan verscheen weldra. Z'n ogen waren nog dik en rood van de ver goten tranen. »Wel m'n jongen,» zei de bur gemeester, «heb je er al eens over nagedacht, dat je 'n besluit moet nemen? De nieuwe meester komt al gauw... en.. »Wat voor beslissing wilt ge dat ik neem, meneer de burgemees ter?» antwoordde de arme jongen. »Ja... eh...», zuchtte de burge meester. »'k Zal wel weggaan'k Weet goed dat me hier niets toebehoort. Ik zal, nu ik alleen op de wereld ben maar vertrekken 1» En de tranen, die Jan met grote moeite tegengehouden had, begonnen te lopen. «Alleen op de wereld alleen op de wereld I» herhaalde de bur gemeester, terwijl hij heen en weer liep, om z'n ontroering te verbergen. «Om te beginnen, da's niet waar,» hernam hij plotseling en bleef staan, »je hebt je oude Janie nogdie heeft je zien opgroeien en ik weet zeker dat ze nog steeds erg aan je gehecht is.» »Of ik van m'n kleinen jongen houd?!» zei de oude vrouw, »ach dat hoeft u niet te vragen, meneer de burgemeester. En ik zou dadelijk alles willen doen, om hem maar niet ongelukkig te zien »Nou zie je wel? En die arme Fik, die jou niet uit 't oog verliest, die bedroefd is om jouw leed, dat is nóg een vriend. Hoeveel onge- lukkigen, die van allen verlaten zijn, zouden tevreden zijn met de gene genheid van die twee!» »Maar dat is nog niet alles,» ging de burgemeester voort, »zie eens hier m'n jongen. Je genoot on getwijfeld het vertrouwen van je meester, hè? Vertel me eens, had-ie geen plaatsje, waar hij z'n familie papieren en z'n geld wegsloot... nou in 't kort alles wat 'm kostbaar was?» «Meneer Morin had'n bureau, 't Staat op z'n kamer,» antwoordde Jan. »Toen hij zo ziek was, heeft hij mij de sleutel gegeven; hij zei dat 'k daar al't nodige zou vinden.» »Ah'k Wist wel, dat-ie ver trouwen in je stelde. Dus... eh?... in die sch'jltafel »'k Heb ze nog niet durven openen,» gaf Jan meteen smartelijke zucht ten antwoord. »BestLaten we dadelijk naar boven gaan. Geef mij die sleutel maar, ja Toen '1 bureau open was, duurde het onderzoek niet lang. In een schuiflade lagen familiepapieren en enkele onbeduidende brieven. In een andere bevond zich een grote en veloppe met dit opschrift „Voor m'n kleine Jan, Als ik er niet meer ben." »Maak vlug open m'n jongen,» zei de burgemeester, terwijl hij het ventje de enveloppe gaf. De enveloppe bevatte een spaar bankboekje met f 200.op naam van Jan. «Kijk nou eens, waar de spaar duitjes van den meester heengingen Wat een goede man zei de bur gemeester. »En verder? Heb je al gelezen, wat daar op die twee blaadjes papier staat geschreven «Hier staan de laatste beschik kingen van den meester op en op dit... schenkt hij mij alles wal hem toebehoort.» »En wat ga je nu doen »U weet misschien wel, me neer de burgemeester,» antwoordde Jan, »dat de meester mij 'n beetje het horlogemaken heeft geleerd?» »Jal 'k Heb ook gehoord, dat je er al aardig mee op de hoogte was, ventje. Maar ga verder.» Welnu, de meester beeft aan 'n vriend in Nantes geschreven, een zeer bekwaam horlogemaker, en hem gevraagd, of-t ie me één of twee jaar in dienst wou nemen, om het vak goed te leren. olgens 't antwoord... hier hebt u het... had hij besloten me in de vacantie er heen te bren- gen.» J uistjuist!» zei de burge meester, die de brief van den hor logemaker las en daarna het bureau weer sloot. Hij maakte zich gereed om naar beneden te gaan. Op het zelfde oogenblik riep Janie van beneden »Jan! J55n D'r is een brief voor onzen meester 1» Goed We komen De brief was in Nantes afgestem peld en kwam van den horlogema ker. Hij vroeg daarin wanneer z'n vriend hem 't beloofde bezoek kwam brengen... en hem meteen dan z'n nieuwen leerjongen zou voorstellen. »Alles gaat naar wensch,» zei de burgemeester en wreef zich in de handen. »Je hebt niet te klagen, m'n baasje. Luister nou eens. Weet je wat je moet doen? Je begint met meneer Bernard te antwoorden je vertelt 'm, welk ongeluk hier plotseling is gebeurd. Dan zeg je, dat je nog altijd van plan bent, het horlogemakersvak beter te leren, en je vraagt of-t-ie 't goedvindt, dat je binnen een paar dagen bij hem komt. Biedt 'm aah 3e eerste maand proef te werken. Ik ben er stellig van overtuigd, dat jullie 't later wel eens zult worden Op 't punt om weg te gaan, voegde de burgemeester er aan toe: «Vergeet niet te vragen om antwoord per kerende post en zo gauw as je 't hebt, breng het me dan eventjes.» Jan volgde de, raad van den bur. gemeester en tweeüagen later, kwam hij bij hem met het volgende ant woord uit Nanles: »'k Neem je voorstel aan. Kom zo spoedig mogelijk, 'k Heb werk voor je.» x i r »En? Wel, ventje!» riep de Van de liefelijkheid der radio aardigheidjes gaan we naar'n steek partij. De rechtzaal levert nu eenmaal keir op keer een hoorn van over vloed, niet van veel schoons, maar van de meest varieerende uitvloeisels der memchelijke zwakheden en groote gebreken. Een zeer driftige schoenmaker uit .Sprang—Capelle en genaamd M. S. was woest geworden om de onat- ilenlhtid van G. Rozenbrand, een medeburger uit 't dorp met den mooien ouden toren. j Rozenbrand zegt wèl de richtii.g te hebben aan gegeven toen bij den weg wilde overgaan met de kar welke hij be istuurde. Verdachte meende, dat R. géén teeken had gegeven en daagde hem jmaai dadelijk uit. R. kwam opzijn werk, maar kreeg een nijdigen slag in 't gezicht. Toen R. zich omkeerde om beenen te maken, greep S. zijn 'geopend mes uit den zak en stak R. een diepe wonde in den rug. De getroffene was er 4 weken ziek van ien had den dokter noodig. Hij moest zijn werk door anderen laten doen. Het M. wees op het gevaar van zulke onbeteugelde driftbuien. R. had op die plompverloren manier wel kunnen doogestoken worden 1 Om af te leeren past een ernstige straf. De Politierechter oordeelde er ook zoo over en veroordeelde den schoenmaker S. conform den eisch lot 3 maanden gevangenisstraf. Het tooneel verplaatste ons naar een voetbalveld! Naar OudHeus den, waar alles uilliep om den fleren strijd met den voetbal te volgen tusschen sporllievende clubs »Jan burgemeester heel blij, »je wordt dus verwacht. Nu zie je, dat alles terecht komt!» (Wordt vervolgd). DIE ZUINIGE SCHOTTEN. Een kantoorklerk werkte tien jaar bij zijn patroon te Edinburgh. Hij besloot om opslag te vragen Mijnheer, ik werk hier voor drie gedurende tien jaar en zou graag wat opslag hebbenvroeg hij den baas. Deze antwoordde; »Noem me eerst de namen van de twee, die al die tien jaar niets uitgevoerd heb ben 1 Dan zal ik ze dadelijk ont slaan I» Van opslag kwam niets 'n Schot had z'n intrek in een hotel genomen. Des nachts werd hij door een vreselijk geraas gewekt. De eigenaar rende alle kamers langs, luid gillende: »OpstaanEr is brand Het hotel direct ontruimen De Schot aarzelde. De hotelier keek hem verwonderd aan. Waarom vluchtte hij niet? »Meneer» zei de Schot—»ik zal wel gaan, maar ik betaal geen cent voor m'n bed, als je dat maar weet!» Een Engelsche dame wandelde door de Princessti aat te Edingburgb. Opeens zag zij een geweldige massa mensen, die zich om één punt verdrongen. «Spelen ze daar voetbal of rugby informeerde ze bij een voorbij ganger. o «Wel nee, mevrouw! Zoiets kunt u hier ieder oogenblik zien. De zaak zit zo: Iemand heeft 'n lucifer aan gestoken en nu rennen ze van alle kanten naar hem toe om gauw een cigarette aan te steken!» nun r»rr» fp Vprkhil'PIl OVPC deil altÜd Wilt Ge verlichting in den kortst mogelij ken tijd? Wilt Ge dat benauwde gevoel, dat overmatige iluimen doen ophouden, P1®6^ dan geen verzuim door te wachten en U hoeSi te laten ontaarden ineen of andere qevreesde kwaal. Nog zijn Uw organen ge- fond, laat ze niet ziek worden door het met ziektekiemen beladen slijm. We®r op dat tuurlijke wijze de ziekteaanval af. Zorg dat die taaie slijm die U het ademen bemoeilijkt, wordt verwijderd. Neem Abdijsiroop, die Stoot den hoest, maakt Uw ademhalings organen gezond, geeft Uw borst de weer stand die deze noodig heeft en zal U -veer /rij, ruim en diep doen ademhalen.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1935 | | pagina 5