Toegewijd aan Handel, Industrie
"ntebelangen.
FEUILLETON
D E IN de pup.
m
HET HUIS IN DE STILTE,
il
GIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
DE POSITIE DER
IEDERLANDSCHE SCHOENINDUSTRIE.
n.
E
266LUI IN NOOD..
ZATERDAG 9 MAART 1935.
58e JAARGANG.
tfMER 20.
Cb^ w
ys
Gb
eve
net
ïtiè
out.
ken
ndut
•Mee,
ïnim
n de
lens*
rijdt,
-Br.
1 de»
die
le h
n va
nner
ïbrei
reed
ihen
nsl
'erge
2 Mj
►4M
0 Mi
m, 1
J un
m, 2
DEELING GORDIJNSTOFFEN
EN VITRAGES,
rnets, mooie dessins
\e voor gordijnen, in wit en crème
16—12—
isette, nieuwste dessins, 34—24—1
24-1
'24—1 W
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco p. post door 't geheele rijk 1.40.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON
Telefoon No. 38.
Telegr.-adres
TIELEN
ECHO.
Advertentiën moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zijn.
Bij contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regel.
Prijs der Advertentiën:
20 cent per regel; minimum 1.50.
J) DIE ZICH MET INGANG-VAN
APRIL A.S. OP DIT BLAD ABON-
Ja', ijffiEREN, ONTVANGEN DE NOG
OT DIEN DATUM VERSCHIJ-
ïrdeoNENDE NUMMERS GRATIS,
pten
Zoo dikwijls wordt er gezegd, dat de
iederlandsche schoenenindustrie ach-
terlijk is. Daarvan nu is geen sprake.
emdt^e zouclen ongetwijfeld een zeer aan-
1 vaa ienlijken export hebben, zelfs naar
Zwitserland en Duitschland, waar de
fcchoenenfabricage op hoog peil staat,
I m indien de beschermende rechten voor
fill dien export geen belemmering vorm
den Bij een groote fabriek toonde men
ons bijvoorbeeld groote orders van
Fransche schoenenmagazijnen, die ook
regelmatig Ballyschoenen uit Zwitser
land betrokken. Onze schoenen konden
teqen Bally goed concurreeren. Want
al moge de Ballyschoen dan in kwali
teit zeer hoog staan, onze beste schoe
nenfabrieken kunnen voor lageren prijs
een zelfde product leveren. Het zou
echter verklappen zijn van zakengehei
men, indien wij hier nader op in gingen,
uit de betrokken orderboeken is ons op
dit punt heel veel duidelijk geworden
In 1928 hadden wij naar Duitschland,
met zijn geperfectionneerde schoenfa
brieken, nog een export van 188.UUU
paren: in snelle lijn daalt deze export
echter en in 1932 bedroeg hij nog
slechts 5000 paren, om dan voorgoed
1 uit de statistiek te verdwijnen.
De Scandinavische landen behoorden
eveneens tot de goede klanten. Dene
marken betrok in 1929 nog 312.000 pa
ren, in 1932 nog slechts 9.000. Achter
lijkheid van onze industrie? Weineen,
Denemarken belastte den invoer van
onze schoenen met een invoerrecht van
3 Kronen per paar, ter bescherming
van de eigen industrie. Bovendien trok
de Deensche industrie voordeelen uit
de depreciatie van den kroon. Maar
hoe dit zij, ook Denemarken is nu van
de lijst der landen, die gewoon waren,
Nederlandsche schoenen te importee
ren, verdwenen. En zoo is het gegaan
met Noorwegen, Engeland. Frankrijk,
Polen, kortom met alle landen, waar
mede tot voor kort nog heel wat zaken
werden gedaan. Onze totale schoenen
export bleek aan het eind van 1933 te
zijn gedaald tot 100.000 paren ter
waarde van twee ton, tegen 800.000
paren in 1928, ter waarde van ruim
vier millioen gulden. In diezelfde jaren
is echter - dank zij de contingentee-
ring ook de invoer belangrijk ge
daald, namelijk van ruim 5 millioen tot
4 millioen paren. De daling van den
invoer heeft dus lang geen gelijken tred
qehouden met de daling van den uit
voer. In geld uitgedrukt is de invoer
evenwel zeer aanzienlijk gedaald, na
melijk van 8.6 millioen gulden in het
topjaar 1930. tot 3.9 millioen gulden
in 1933.
Bekijken we nu de productie, dan
blijkt deze de laatste jaren zeer belang
rijk te zijn gestegen. Voor gebruik be
schikbaar zijn namelijk gekomen in ói
17.4 millioen paar, waarvan na attrek
van den invoer, ruim 13 millioen paar
van de eigen industrie, tegen 8.4 mil
lioen paar in 1928. hetgeen overeen
komt met resp. circa 1.60 en circa 2
paar per hoofd der bevolking. Het ver
bruik van schoenen is in Nederland de
laatste jaren dus buitengewoon sterk
toegenomen, hetgeen uiteraard ook
verband houdt met de krachtige daling
van de prijzen, waarvoor het Centraal
Bureau voor de Statistiek in 1930 nog
een gemiddelde opgeeft van 6-21 te
qen 4.19 in 1933. Dit gemiddelde is
nu natuurlijk alweer belangrijk lager.
Maar nog altijd is het Nederlandsche
publiek niet royaal in het dragen van
schoenen, daar zelfs landen als Duitsch
land en Tsjechoslowakije, met een veel
armere bevolking, een hooger gemid
delde hebben, terwijl een land als En-
qeland wellicht een verbruik van meer
dan drie paar per hoofd der bevolking
heeft.
Om nu nog even op de ordening in
de schoennijverheid terug te komen, zij
allereerst opgemerkt, dat de fabrikan
ten zelf hier niet zooveel meer verwach
ten. Men wil nu nog wel enkele alge-
meene regelingen, zooals ten aanzien
van betalingsvoorwaarden zulks in
verband met den zeer slechten finan-
cieelen toestand, waarin de winkel
stand is komen te verkeeren een uni
forme regeling voor vrachten en derge
lijke min of meer ondergeschikte pun
ten, doch men heeft toch blijkbaar zijn
bekomst van het zich onderwerpen aan
de dictatoriale macht van een boven de
fabrikanten gestelde organisatie. Dat is,
bij de even geschilderde scherpe belan-
gen-tegenstellingen, ook zeer wel te be
grijpen. t
Nemen wij alleen maar de verschil
lende invloeden van de contingentee-
ring. De contingenteering van grond
stoffen, vooral van leer en voering,
heeft enkele schoenenfabrieken in groo
te ongelegenheid gebracht, zelfs in die
mate, dat men verschillende modellen in
het geheel niet meer kan maken. Ame
rika bijvoorbeeld levert het Beste
chroomleer (van geitenvellen)terwijl
dit land ook op het gebied van boks-
kalfleer in de voorste rij der leveran
ciers staat. De Amerikaansche contin
genten blijken dan ook regelmatig te
zijn uitgeput en men is dan vanzelf in
meerdere mate dan'.vroeger op bijv.
1, van „De Echo van het Zuiden".
Naar het Engelsch van
ADELINE SERGEANT.
Duitsche grondstoffen aangewezen.
(De clearing maakt dit trouwens ook
gewenscht). Daarentegen hebben onze
leerlooierijen van deze contingentee
ring maar wéinig voordeelen, omdat zij
juist niet die leersoorten leveren, waar
om onze schoenfabrieken voor bepaalde
modellen vragen.
De meest courante leersoorten van
het zoolleer tot het fijnste peau-de-Suè-
de toe (leer met den vleeschkant naar
buiten) leveren onze looierijen tegen de
laagste prijzen, doch zij zijn uiteraard
niet ingesteld op speciale artikelen,
waarvan de fabrieken zich in groote
landen bevinden, waar de afzet het spe-
cialiseeren mogelijk maakt. Zoo zijn er
tal van bedrukte leersoorten, die uitslui
tend uit Amerika komen, doch die men
hier in verband met de contingenteering
niet kan invoeren. Fransche en Ween-
sche teekenaars, die voor onze industrie
de mooie schoen-modellen ontwerpen
enkele groote fabrieken hebben zul
ke teekenaars in vasten dienst zien
een groot deel van hun ontwerpen naar
de rommelkamer verhuizen, omdat de
fabrikanten bepaalde voeringen nu niet
meer kunnen betrekken. Onze textielin
dustrie kan namelijk niet voor elke
kleine order voor een bepaalde voering
haar productie op een dergelijk artikel
overschakelen en zoo ziet de schoenfa
brikant zich dus gedwongen zich in
zijn modellen te beperken. Vooral de
dames wenschen echter telkens iets
nieuws, hetgeen waarschijnlijk de reden
is, dat er nog steeds zoo n groote be
hoefte bestaat aan den invoer van bui-
tenlandsche schoenen, die men bij een
vrijer ruilverkeer evengoed hier te lan
de zou kunnen maken.
Hoe buitengewoon verstarrend de
contingenteering van grondstoffen
werkt, moge uit een enkel voorbeeld
blijken: In de crisisjaren, de jaren dus,
waarop de contingenteering is geba
seerd. betrok men hier te lande veel
voeringleer in de fabriek die wij be
zichtigden, had men maar eventjes 4UU
leersoorten uit Frankrijk. Daarna
verplaatste de mode zich echter naar
grijs Engelsch leer, zonder dat de con
tingenteering met deze verschuiving in
voldoende mate rekening kon houden.
Dat was niet de schuld dus van de con
tingenteering op zichzelf, maar het is
fout, inhaerent aan het stelsel en
tAAAR
Nadruk verboden.
f Mr. Lancaster had al in verschil
lende kamers van het huis kachels ge
plaatst, toen de huisheer hem vertelde
dat hij niet veel op had met dat ge
knoei met pijpen. Toch is het een groot
gemak in mijn kamer, ik kan hem aan
steken als ik er zin in heb.
Het zou veel beter voor U zijn,
drong Nell aan, om een haardvuur in
deze kamer te hebben en hier dan
overdag te zitten of met mij te gaan
wandelen als U sterk genoeg bent. Ik
geloof stellig, dat U dan spoedig weer
sterk zult worden maar niet als U in
een bedompt vertrek opgesloten blijft.
Ik vind mijn kamer juist zoo
prachtig! antwoordde Claire.
Ja, maar de gaskachel bederft 't,
verklaarde Nell. Er moest een groot
haardvuur zijn, waar U houtblokken
zoudt kunnen branden, zoodat de
vlammen omhoog zouden lekken en
vreemde schaduwen op de zoldering
werpen.
Ik geloof niet, dat ik daarvan
houd, antwoordde Claire, een tikje
nerveus. Die bewegen als spoken en
soms word je er een beetje bang van.
Als U bang bent, drong Nell, laat
mij dan bij U komen slapen of in ieder
geval dicht bij U, zoodat u altijd in
staat bent om mij te roepen.
Een oogenblik had Nell het gevoel,
alsof ze teruggestooten werd.
X.
GEOFFREY'S ONDERZOEKINGEN.
Geoffrey Langdale's vrienden en re
laties woonden voor het grootste deel
in Londen en daarom gebeurde het
niet vaak, dat hij op het voorvaderlijk
huis verblijf hield. Maar hij stond op
goeden voet met zijn vader en sprak
hem dikwijls in Londen, daar deze
niets liever deed dan met zijn zoon een
club te bezoeken, of den avond met
hem door te brengen in de een of an
dere vermakelijkheid. Hij was ook do
op zijn moeder, maar voelde er weinig
voor haar op te zoeken ot haar gezel
schap te houden, daar zij een vrouw
van de wereld was, wier hart en ziel
enkel bezig waren met het succes van
dochters. Deze dochters, Ethel en Isa
bel, waren ijdele jongedames, op hun
manier knap, maar zonder veel sym
pathie voor hun broer en belangstel
lend in alles wat lag in de lijn van hun
eigen plezierleventje.
De oudste broer, Gerald, zag men
zelden in gezelschapskringen, want hij
was min of meer achterlijk en er wa
ren redenen waarom Geoffrey het pijn
lijk vond om zijn broer vaak te ont
moeten of zelfs bü hem thuis te ko
men.
Maar van Zaterdag tot Maandag,
kort nadat Nell Davenant haar intrek
op Moat House had genomen, kwam
hij over. Z'n moeder en zusters toon
den zich wat verwonderd over zijn
verschijnen, en Geoffrey vertelde hen
dat zijn verlangen om hen weer te
zien hem had doen komen, hoewel het
hoofdzakelijk was om een onderzoek
kan niet in voldoende mate hier worden
ingevoerd.
Het is dus buitengewoon moeilijk,
grondstoffen te contingenteeren. Voor
een eindproduct, als schoenen, moge de
contingenteering haar nuttige zijde
hebben, zoodra men in de voor de in
dustrie noodzakelijke hulp- en grond
stoffen komt, raakt men in ongekende
moeilijkheden. En dit is juist voor de
Nederlandsche schoenenindustrie daar
om zoo noodlottig omdat deze industrie,
gelijk de regeering in haar jongste nota
over de gevoerde contingenteeringspo-
litiek opmerkt, zich voornamelijk toelegt
op het meerderwaardige gebruiks-
schoeisel, terwijl het lichtere schoeisel
hoofdzakelijk wordt geïmporteerd.
Voor het goede schoeisel vormt de
mode een zeer belangrijken factor en
aangezien de mode zeer grillig is. kan
deze factor slechts tot zijn recht komen,
indien de fabrikant vrij is. in de keuze
van het grondstoffenleverende land.
Dat nu in weerwil van al deze moei
lijkheden onze schoenenindustrie zich
bij de eischen van het publiek heeft we
ten aan te passen, verdient ongetwijfeld
allen lof. „De verbetering van de tech
nische uitrusting en de daarmee ge-
in te stellen naar de bewoners van
Moat House, over wie Nell's berichten
hem een beetje verontrust hadden.
Nell onthield zich in haar brieven
plotseling van bijzonderheden over de
Lancasters; maar het weinige wat zij
geschreven had, maakte een tamelijk
onaangenamen indruk op Geoflrey en
zoodra hij met z'n vader na het diner
alleen was, vroeg hij hem:
U hebt Moat House verhuurd,
hoorde ik?
Ja, hoe weet jij dat? wilde lord
Langdale weten, zijn zoon scherp on-
nemend. Zoo er iets was, waar hij met
van hield, dan was het wel de een of
andere bemoeiing van Geoffrey met
het beheer van zijn eigendommen.
Een kennis van mij is daar ko
men wonen, verklaarde Geoffrey. Ik
was een beetje verwonderd, toen ik het
adres hoorde.
Dat begrijp ik. Bedoel je, dat je
de bewoners zelf kent
Neen, van hen weet ik niets. Ik
vraag me juist af, wat voor soort men-
schen het zijn. De zaak is, herinnert u
zich de Davenants? Zij woonden op
een landgoed een paar mijl van hier,
totdat de oude Davenant zijn geld ver
loor. Eén van zijn dochters is nu als
gezelschapsjuffrouw bij een jongeda
me op Moat House gekomen. Daardoor
ben ik nieuwsgierig wat voor soort
menschen het zijn.
Zie jij de Davenants dan wel eens
in de stad? vroeg Lord Langdale.
Van tijd tot tijd bezoek ik ze wel
eens, antwoordde Geoffrey luchtig. Ze
waren altijd heel vriendelijk voor me.
Verkeerde politiek, merkte zijn
vader op. Wanneer menschen zooals
de Davenants aan lager wal geraakt
zijn, is het niet goed met hen bevriend
te blijven. Ze komen nergens meer en
je hoort nooit meer van ze. En als ze
zelfs zoover zijn, dat ze een betrekking
moeten aannemen, geloot ik, dat ze ei
al heel slecht aan toe zijn.
Een reden te meer voor hun vrien
den om hen niet in den steek te laten,
antwoordde Geoffrey prompt.
Och, in zekeren zin is dat waar,
en ik wil je moeder wel eens vragen
om hen, als ze de volgende keer in de
stad is, eens te gaan bezoeken, maar
wat jou betreft, jij bent een jongeman
en ik weet niet of het wel zoo verstan
dig is om mevrouw Davenant en haar
dochters geregeld te bezoeken.
lk geloof niet, dat dat veel kwaad
kan, antwoordde Geoffrey, terwijl hij
een kleur kreeg. Ik was in staat hen
zoo nu en dan van dienst te zijn, want
zij verkeeren in een tamelijk ongun
stige positie, daar zij geen mannelijke
relaties hebben. Zij vertelden mij, dat
zij, behalve hun oude advocaat, abso
luut niemand hadden om te raadple
gen, en daarom beloofde ik een paar
informaties te zullen inwinnen over
die menschen hier. Natuurlijk kwam
ik, toen ik hoorde dat zij op Moat Hou
se woonden, tot de conclusie, dat dat
wel in orde zou zijn.
Goeie genade, Geoffrey. Wat een
onzin verkondig je daar! riep zijn va
der ongeduldig uit. Waarom zou ik
verantwoordelijk zijn voor het karak
ter van die menschen, enkel omdat zij
een huis van mij gehuurd hebben? Ik
weet niets van ze af, juffrouw Dave
nant had zelf een onderzoek moeten
instellen, voordat zij de betrekking
aannam.
Dat heeft ze ook gedaan zoo goed
ze kon! verzekerde Geoffrey.
Je kunt Felton alles vragen, wat
je maar wilt, zei Lord Langdale, maar
ik geloof niet, dat hij iets meer van die
menschen afweet dan ik. We hadden,
zooals ik je zei, goede informat.es over
zijn financieelen toestand en dat was
alles wat we wilden weten. Het was
niet waarschijnlijk dat een van onze
bekenden Moat House zou genomen
hebben. Het gebouw is erg vervallen
en ik stond er over verbaasd dat ze t
toch wilden hebben, maar ik begreep
er uit, dat het was öm een familielid
buitenlucht en volkomen rust te ver
schaffen. Zij wilden bepaalde gedeelten
van het huis bewoonbaar maken, als
ik er zorg voor droeg dat het dak in
orde kwam, en de rioleering en nog
een paar van die dingen werden nage
zien. Ik deed wat ik kon en de rest heb
ik aan hen overgelaten.
Hebt u den man zelf gesproken.
Lancaster heet hij, geloof ik.
Ta, ik sprak hem een paar maal.
Hij leek me een geschikt iemand, maar
de zoon zegt men is een groote
boerenkinkel. En wat de nicht of doch
ter, of wat ze ook mag zijn, betreft,
deze schijnt onzichtbaar te zijn. Ik ge
loof dat ze ziek is.
Ik wil eens met Felton gaan pra
ten, besloot Geoffrey, niet bijster op
zijn gemak. Denkt u, dat moeder juf
frouw Davenant zou willen bezoeken
M'n beste jongen. Dat geloof ik
vast niet en ik weet niet eens of ik
haar dat wel zou aanraden. We kennen
de Lancasters niet, goede introducties
schijnen ze niet te hebben, en wat be
treft juffrouw Davenant, die, zooals ik
me herinner, een aardig meisje is, zou
je moeder haar misschien kunnen
schrijven en eens te lunchen vragen ot
iets dergelijks, maar ik geloof niet, dat
je van haar kunt verlangen een bezoek
op Moat House te gaan brengen.
Wordt vervo
De Echo van c
'Ustt
OR DE SCI
laal^Psche en Langs
Lonrant
JIN
an
ter
Doimc Egöertt Ecfcte fneschc Hwen-Baa.
NederUvids geurige pyptabaK.
een toui, iuiiaciv..i --- --
dat wreekt zich nu; grijs Engelsch leer