m
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
an
s
FEUILLETON
(i
t
BLACK BO]
EERSTE BLAD'
HET HUIS IN DE STILTE.
!r
JK.
I c m. Oil NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
DE EERSTE VERKIEZING.
i
lag)
TEGEN LEUGENPOLITIEK.
DOOR EzRWLhlTSG
N. S. B. EN CHRISTENDOM.
Piet
Peinst:
PRUI M-TABAKVcc
ZATERDAG 13 APRIL 1935.
58c JAARGANG.
ïterdj
:ntrei
agenj
loodi
n tii(
lefot
geric
lv P l
elis a
riana
ijk
orloos
Dit blad verschijnt
27 iC vV OENSDAG en ZATERDAG
ï!f? Urieven, Ingezonden stukken, gelden, enz.
ge" 1' ÏÏnco te zenden aan den .Uitgever.
ole va Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
e' 71 1 Franco p. post door 't geheele rijk 1.40.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN
Telefoon No. 38.
Telegr.-adres: ECHO.
Advertentiën moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 0 uur
in ons bezit zijn.
Bij contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regel.
Prijs der Advertentiën:
20 cent per regel; minimum 1.50.
rspreid
m, wai-
en
a-
?el
'ig
m
nd
in
ijk
I.
.S.
f.
I.
voor
7925
Och het zijn maar de Provinciale Sta-
zoo heeft het altijd gegolden. Dat
lieqe is eigenlijk maar van heel ge-
nqe beteekenis en daarom behoeven
e voor de verkiezing ervan niet zoo
arm te loopen.
Het schijnt echter dat er dit jaar meer
an qewone animo is voor deze verkie-
nq al geldt die belangstelling nu mis-
hien niet de zaak waarom het gaat
rff maar is het er alleen om te doen
zien of de laatste jaren werkelijk be-
nqrijke verschuivingen in de politieke
•moederen van ons land hebben ge
acht. Er is den laatsten tijd immers
i het terrein der politieke agitatie heel
jel te doen geweest. Men heeft de kie-
ers duchtig bewerkt en van zekere
de is dat gebeurd met weinig kieskeu-
ne middelen. Men heeft zelfs niet ge-
hroomd grove leugens te debiteeren
neinde de regeering en haar bewind
een kwaad daglicht te stellen. Het is
eqrijpelijk dat zulk een lastercampag-
e! ondanks den ijver waarmede men
an andere zijde getracht heeft haar te
eerleggen, onder goedgeloovige men-
chen slachtoffers maakt. Er is altijd
en categorie van personen, die graag
ïeeroepen en meeloopen met menschen,
,ie n heelen grooten mond kunnen op-
etten.
Het moet ons daarom met verwonde-
en als Woensdag een behoorlijk aantal
temmen wordt uitgebracht op politieke
ivonturiers. In dagen dat er zooveel re
ien is tot ontevredenheid en zooveel
:ans op radeloosheid en redeloosheid is
lat zelfs te verwachten.
Een andere vraag is het echter of we
le waarde van een dergelijke overwin-
ïing der nieuwlichters zeer hoog moe-
en taxeeren. We hebben over het gees-
elijk gehalte dezer nieuwbakken poli-
:ici al meermalen het onze gezegd en
van „De Echo van het Zuiden
behoeven dat hier nu niet weer te her
halen.
Nu we zoo vlak voor dit eerste po
litieke treffen staan, lijkt het ons echter
noodzakelijk met een enkel woord den
weidenkenden kiezer tot bezinning te
manen. Men overwege dat men met
mooie, goedklinkende woorden en be
loften geen economischen toestand ver
beteren kan. Het zou niet minder dan
misdadig zijn het bewind in handen fe
geven van menschen, die alléén maar
veel beloofd hebben, maar, die nog
nooit hebben bewezen, dat zij ook wer
kelijk in staat zouden zijn een landsbe
stuur op eenigszins dragelijke wijze te
voeren.
Laten wij, liever dan vertwijfeld te
grijpen naar een tak waarvan we de
draagkracht niet kennen, het houden bij
onze beginselen, die niet alleen deugde
lijk zijn gebleken voor het verleden,
maar die ook zullen gelden voor de
nieuwe orde, die in de maatschappij
groeien gaat.
Men ga niet in op de praatjes dat
onze christelijke politieke beginsel-par
tijen alles bij het oude willen laten en
geen kracht meer hebben om een zieke
maatschappij te redden. Ook wij weten
dat er een nieuwe orde zal komen. Wij
weten echter ook, dat die orde niet het
werk zal zijn van één week of één jaar.
Wij laten die ordening langzaam, als t
ware uit zichzelf groeien, en leiden haar
naar beginselen, die voor alle tijden zijn.
Ook in het christelijk kamp is jong le
ven, besef van een grootsche taak en
geestdrift voor een heilige zaak, maar
daarnaast is er ook wat aan de over
zijde schijnt te ontbreken verstand.
En slechts verstand en wijsheid kunnen
ons in de goede richting brengen.
Ernstige kiezers, denkt daar voor
Woensdag nog eens over na en helpt
mee om de christelijke beginselen en de
verstandelijke overweging Woensdag
bij het politieke treffen te doen triom
feeren.
Wij schrijven voor katholieke, anti
revolutionaire en chr.-historische lezers.
Laat de drié groote christelijke partijen
sterk staan, sterk voor de vrijheid van
hun eigen volksdeel, sterk vooral ook:
ten bate van ons land!
Er wordt van de zijde der N.S.B. in
politieke redevoeringen steevast be
toogd. dat het kabinet-Colijn ons land
ten verderve voert, omdat het toelaat
dat wij jaarlijks voor zooveel honderd
millioenen guldens uit het buitenland
importeeren. Geef die millioenen aan
onze eigen arbeiders, zoo luidt het dan,
en de economische crisis zal zijn opge
lost.
Nu zijn dit betoogen, die bij de on
nadenkende, critieklooze massa er in
gaan als koek en zoo weet de N.S.B.
haar doel te bereiken: stemming te ma
ken tegen de regeering, die ons land
met verstandig beleid door de moeilijk
heden tracht heen te helpen.
De R-K. Staatspartij heeft in brochu--
re-vorm uitgegeven de belangrijke rede,
die minister Steenberghe in de Eerste
Kamer over onze economische politiek
gehouden heeft. Dit is wel de beste
weerlegging van het holle betoog der
N.S.B.: de minister rekent de Kamer
klaar en duidelijk voor dat ons land een
import van 455 millioen noodig heeft.
We moeten immers de artikelen en
grondstoffen, waarover we zelf niet be
schikken wel uit het buitenland betrek
ken: kunstmest, agrarische producten,
Naar het Engelsch van
ADELINE SERGEANT.
6 r k. Nadruk verboden.
?n
id.
ige
jn.
dse
net
jrol
223
Het is schitterend van U, dat U
ïog gekomen bent, verklaarde Hume.
Maar vertelt U mij van Claire.
U hebt Claire nieuw leven inge
blazen, vertelde Nell. O, ik hen zoo
dol blij dat U gekomen bent! Ze was
in een oogenblik veranderd. Al haar
levenskracht scheen terug te komen.
Zij bereidde zich al voor U te ontvan
gen, en toen wij hoorden kloppen ging
ik naar het raam boven de voordeur,
en luisterde. We begrepen dat het
geen nut zou hebben te protesteeren,
en daarom zei ik Claire, dat ik U een
boodschap zou gaan overbrengen. Zij
zend U haar hartelijke groeten,
en dit. Dit was een bundeltje viool
tjes, dat Claire dien middag had ge
dragen.
Hume nam ze en drukte ze aan zijn
lippen.
Arme Claire
i Als U een boodschap hebt, zei
Nell, kan ik die overbrengen, maar
ik kan niet lang wachten.
Laat ik haar een paar regels
schrijven, sprak Hume. Het zal me
niet langer dan een paar seconden op
houden.
Kunt U zien? vroeg Nell. Als
twoord haalde Hume een electri-
'e zaklantaarn te voorschijn en gaf
meteen aan Claude. Toen krab-
thee, koffie, tabak, halffabrikaten en
grondstoffen voor onze eigen industrie,
olie en benzine. De minister liet in zijn
opsomming weg alle industrieele eind
producten, al zijn er daarbij zeer velen
waarvoor we op het buitenland aange
wezen blijven, en dan nog kwam hij aan
een noodzakelijken import van 455 mil
lioen.
En dan betoogde de minister nog, dat
we een export noodig hebben om dezen
import te kunnen betalen, omdat het an
ders wis en zeker met onze betalings
capaciteit zal mis loopen.
Het is heel gemakkelijk te schreeu
wen om volkomen autarkie. Maar het
ware beter dat politieke volksvoorlich
ters eerst eens even de elementaire be
ginselen der handelspolitiek inzagen, zij
zouden dan misschien niet langer volks
bedriegers zijn. tenzij het er beslist om
te doen is valsch spel te spelen!
Niet zonder reden vestigt de „Neder
lander" het orgaan van de, volgens
Mussert, nog meest acceptabele van de
groote politieke partijen, de aandacht
op de volgende passage uit een rede
van niemand minder dan den heer van
Geelkerken, algemeen secretaris van de
N. S. B.:
De N. S. B. begint pas, maar zal
pas fel worden als zij weet meester te
worden van de straat en den staat.
Dan zal ook het z.g. Christendom
geen ondermijning meer mogen be-
teekenen en zal critiek tegen het N.
S. niet langer worden geduld.
Het christelijk-historisch hoofdorgaan
stelt dan de klemmende vraag: „Is men
totaal blind?" herinnert er aan, dat
ook in Duitschland velen uit kerkelijke
kringen het nationaal-socialisme hebben
begroet en besluit:
En thans eerst begint het duidelijk
te worden welke geesten zij mede
hebben opgeroepen.
Nu moeten zij den strijd aanbinden
tegen de machten, die het christen
dom onder den voet dreigen te loopen
en die de kerk ondergeschikt willen
maken aan den staat.
Pruimen is niet ieders werk hoor,
't Is een kunst, bijna een vak;
Wie een goede vakman zijn wil
Die pruimt BLACK-BOY
PRUIM-TABAK.
GESAUSDE ZWARE/^|V
Moet het dan ook in ons land zoo
ver komen, dat er onderscheid ge
maakt moet worden tusschen tweeër
lei christendom: dat wat door de N.
S.B. wordt erkend en dat wat door
haar wordt gedisqualificeerd als zoo
genaamd christendom?
Laten wij toch beseffen wat hier op
het spel staat!
Natuurlijk: de N.S.B. is thans nog
geen reëel gevaar. Niet voor niets
spitst zij heel haar verkiezingspropa
ganda er op toe, om door allerlei mis
leidende beweringen het vertrouwen
te trachten te winnen van hen die tot
dusver de christelijke partijen plach
ten te steunen.
Maar wij moeten dit kwaad van
den aanvang af weerstaan.
Met onverzettelijke kracht.
belde hij met potlood een paar woor
den op een onbeschreven blaadje van
z'n zakboekje scheurde het er uit en
gaf het aan Nell.
Als U haar dit wilt geven, sprak
hij, zal ik U heel dankbaar zijn. Het
is afschuwelijk, zoo dicht bij haar te
zijn, en haar toch niet te kunnen zien
of spreken. Bestaat er geen enkel mid
del om haar te ontmoeten voordat
Lancaster terugkomt
Nell kreeg een ingeving. Er is een
ommuurde tuin, vertelde ze. Als U
dat deurtje in de muur maar wist!
Dat weet ik, deelde Claude mede.
Met een opgewonden gezicht wend
de zij zich tot hem.
Werkelijk? De sleutel van
die deur hebben wij, en als wij in den
tuin wandelen, kunnen wij, zoover ik
weet, niet vanuit het huis gezien wor
den. Daar worden wij bijna nooit door
Lancaster of één van zijn handlangeis
gevolgd. Zij denken dat wij in dien
tuin veilig zijn. Maar als U morgen
aan dat poortje wilt komen, geloof
ik, dat ik U wel binnen kan laten, en
dat U en Claire een paar minuten met
elkaar kunnen spreken. Natuurlijk
begrijpt U, dat U daar niet lang kunt
blijven.
U bent een engel, om ons op die
manier te helpen, gaf Hume te ken
nen. Hoe laat kan ik komen?
Ik vind, dat U beter alle twee
kunt komen, meende Nell. Als meneer
Meynell er tenminste geen bezwaar
tegen heeft. Als U alleen komt weet
U den weg misschien niet. Wij gaan
dikwijls om ongeveer kwart over
twaalf wandelen, en daar het beter is
geen achterdocht op te wekken, ge
loof ik, dat wij ons aan dien tijd moe
ten houden. Het is niet waarschijn
lijk, dat meneer Lancaster voor den
avond terug komt, en Cyril is ge
woonlijk den geheelen dag weg, of
zit in de wapenzaal te rooken, of is
met de honden bezig.
Wij zullen er zijn! verklaarde
Hume.
En U hoeft heelemaal niet langs
den grooten weg te gaan, legde Nell
uit. Langs dien kant van den tuin is
het allemaal bosch en kreupelhout,
dus, als U de streek goed kent, kunt
U veel beter door de bosschen komen.
U hebt gelijk, en ik weet den
weg, zei Meynell.
En neemt U mij niet kwalijk
maar logeert U hier in de omge
ving? vroeg Nell. Claire zei me, dat
ik dat vragen moest, voor het ge
val wij contact met U kunnen hou-
den.
Wij logeeren op het oogenblik,
deelde Hume mede, in het „Wapen
van Langdale" te Aldersfield. Het leek
ons beter in de buurt van Moat House
te blijven. Ik zal niet van adres ver
anderen, hij keek naar Meynell
zonder het U te laten weten. En, wat
ik nog zeggen wil voor het geval ik
aan U, inplaas van aan Claire, wil
schrijven of een boodschap sturen
U hebt mij Uw naam nog niet ge
noemd.
Mijn naam? O, ik ben Nell Da^
venant. Ik heb U, geloot ik, al verteld
dat Geoffrey Langdale mij kent, dus,
als hij een vriend van U is, zal hij U
wrel over mij willen inlichten.
Ze keerde zich om, en verdween
vlug in de duisternis nadat ze hun
aanbod om haar terug te brengen
resoluut had afgeslagen. Ze kende
iedere centimeter van den weg, ver
klaarde zij, en was absoluut niet
bang alleen terug te gaan.
De twee mannen keken haar zwij
gend na.
Toen zei Meynell impulsiefIk
weet niet hoe Claire Valery er uit
ziet, maar ik kan me niet voorstellen,
dat ze nog bekoorlijker is dan deze
juffrouw Davenant.
Een heel ander type, verklaarde
Hume. Maar ik kan niet zeggen dat
juffrouw Davenant zoo'n bijzonder
heid is. Ze lijkt me wel een aardig
meisje, maar Claire is niet alleen een
aardig meisje, ze is meer dan dat!
Voor jou! gaf Meynell lachend
toe. Natuurlijk? Het is maar geluk
kig, dat we niet allemaal hetzelfde
type bewonderen. In ieder geval her
inner ik me iets over de Davenants.
Er was een familie van dien naam, en
die woonde een paar mijl hier van
daan. Geoffrey kwam daar veel. Ik
heb maar flauwe herinneringen aan
die familie, maar ik herinner me vaag,
dat er een aardig meisje was. Ik zal
er Geoffrey eens over polsen.
Intusschen spoedde Nell zich terug
naar huis, terwijl ze zich wat onge
rust maakte, omdat ze zoo lang was
weggebleven. Zij ontmoette echter
niemand, en liep rustig, alsof er^ niets
bijzonders was gebeurd, Claire's ka
mer binnen. Grayling, de kamenier
was daar bezig kleeren op te bergen,
en keek haar scherp aan. Maar Nell
deed alsof ze niets merkte. Even la
ter bukte Grayling zich, en maakte
een takje dat aan Nell's japon haakte,
los.
Mar, U bent heelemaal nat, juf
frouw riep ze verwonderd, terwijl zij
aan den zoom van Nell's rok voelde.
Dat zal wel, antwoordde Nell.
Ik ben naar het postkantoor geweest,
en door de laan naar huis gekomen.
Na dien tijd heb ik me nog niet ver
kleed.
Maar U moet daarna nog weg ge
weest zijn, veronderstelde Grayling,
anders zou die rok niet zoo drijfnat
kunnen zijn. Ik vind, dat U moest ver-
kleeden, anders vat U kou.
Ik zal het dadelijk doen, ver-
r"i~:Uu—T
brief te kunnen geven Grayling
graag de kamer uit wilde hebben. Wil
je even in mijn kamer gaan kijken,
Grayling of de haard aangestoken is?
De meid ging schoorvoetend heen,
terwijl zij een wantrouwenden blik op
de beide meisjes wierp. Toen zij weg
was, wendde Nell zich vlug tot Claire
en drukte haar het opgevouwen pa
piertje in de hand.
- Vlug lezen, en verberg het dan,
raadde zij aan. Ik weet zeker, dat Gray
ling lont ruikt. Over een minuut is zij
terug
Claire boog zich over het met pot
lood geschreven krabbeltje. Het be
vatte slechts een paar woorden: „Lie
veling!" schreef Hume. „Je weet hoe
ik van je houd. Je hebt me niet ver
geten. Ik ben je altijd trouw gebleven!
Claire drukte het papiertje aan haar
lippen, evenals Hume met haar viool
tjes had gedaan, en Nell keek ontroerd
toe.
Vertel mij wat hij zei en hoe
hij er uit zag, alles!, riep Claire. O
Nell, ik kan je nooit genoeg danken
voor alles wat je voor me doet Als jij
er niet geweest was, zou ik nooit heb
ben geweten, dat Everard zoo dichtbij
was!
Hij zou toch wel een middel ge
vonden hebben, daar kun je zeker van
zijn!, bemoedigde Nell haar op ver-
trouwelijken toon. Hij is geen man, die
zich gemakkelijk uit het veld laat slaan.
Maar stop dat briefje nu weg! Ik ga
me nu verkleeden, maar na het diner
kom ik bij je zitten, en zal ik je alles
vertellen. Eén ding weet ik zeker;
morgen zul je hem spreken!
Niet voor negen uur was Nell in de
gelegenheid met Claire alleen te zijn;
toen zette zij zich naast haar bed, en
vertelde haar zachtjes het heele relaas
van haar avontuur van dien middag.
En morgen komt hij?, vroeg Clai
re. O Nell, wal heerlijk!
e Echo van het Zuiden,
aalwHkscbe en Langslraatscbe Coorant,
ar
MAAJ5C HAPPY VAN VERZEKERING OP HE.T LEVIH
Wordt
vervolgd
.ï.ij- xT.ii j;-