rnTiri ÉCHO VAN HET ZUIDEN TWEEDE BLAD' ECHO'S. 2E GESCHIEDENIS DER HERVORMDE KERK TE BESOIJEN. LE D N WASCUMAG11NES >#K1Q" WEEGMACHINES OUDE SULTAN. 2(i Zaterdag 13 April 35. ö8e Jrg. 50.000.000. werken met groote getallen 1 i-e week hadden we het over Jg, 000 werkloozen der nood de wereld—industrie en nu rijven we boven onze beschou- P' 50.000.000. Dat 16'nn de industrie, nu getal slaat f OP uc nu echter Wop een enkele, de groote uche I- G. Farben—Industrie, 3er grootste industrieele eon ter wereld, die fabriekscom- En bezit die heele steden lijken np/e industrie maakte in 1934 f netto winst van 50.000.000 R.M. on het oog zou men dat een fheugend verschijnsel kunnen r Enen en men zou er zelfs pro-. Udistische betoogen voor een 1 Ronaal socialistischen staat aan i 't kunnen knoopen. Het wordt IWlter anders als men weet dat het ,nameliik chemische fabrieken diede I. G. Farben exploiteert 1 dier reusachtige fabrieken ma- oorlogstuig en binnen baai- oratoria worden de gruwelijkste prii nschen-veinietigingsmidde.en uit- acht. Als we dit eibij weten dan :öen we een iets beteren kijk op .zaken en dan stemt deze milhoe- 9^'Lwinst allerminst tot verheugen, n zoo is 't niet alleen in Duitsch- nd. Men leze maar eens de jaar- roof|slagen der groote staal- en chemi- e concerns. Van crisis-sporen is geen sprake, omzetten stijgen er met den dag. arbeiders wei ken er dag en nacht, f n'der onderbreking, met een koorts- jitige haast worden de moord- rktuigen er geproduceerd, om te rden verspreid over de cultuui- iden van Europa I vu gaat men weer conlereeren jnidden der paradijselijke natuur Italiaansche meren. Men zal derziids weer eikaars wantrouwen len en straks in een communique wereld mededeelen, dat men het er de groote vraagstukken volko en eens is en dat de groote mo- dheden slechts één ideaal nastre- de Vrede. En zij zullen heter r roerend over eens zijn dat een -uwe oorlog de -oilmen vernie- ing dei^Europeësche beschaving u beteekenenr ,En volgend jaar zullen de 1 G. arben, Krupp, Skoda, Armstrong, ickers en Schneider weer balansen bliceeren met millioenen-winsten r 1610—1935. Door J. van der Hammen Nicz. Stichting der eerste Gereformeerde School (1616-1617). (a). In het begin der 17de eeuw, bijvoor- beeld van 1001— =t 1635, was 'l met het schoolwezen in deze streken op vele plaatsen, o.a. te Waalwijk en Be- soijen, cenigszins vreemd gesteld. Dt schoolmeester van Waalwijk en Bi soijen, die ieder een met net of leem afgeschoten gedeelte der aalwijksche gemeenschappelijke school achter de parochiekerk aan de Haven voor schoolhouden in gebruik hadden U/J en 1/3), hadden in zekeren zin geen langdurige vaste standplaats. erre van dien! Gewoonlijk werden ze door het dorpsbestuur voor 1 of 2 jaren van een andere gemeente gehuurd, en het duurde somwijlen vrij lang, eer men een geschikt persoon had gevon den Ze geleken eenigermate op die rondtrekkende onderwijzers, die nog heden ten dage in sommige weinig be volkte Noordelijke landen nu hier dan daar onderwijs geven. Over het tij - vak van 1605—1635 had men alleen te Besoijen, Waalwijk niet medegere- kend, een negen- o/ tiental school meesters. Pas na 1635 werd dat an ders en bleven ze langer op een plaats. Het jaarlijksch vast tractement van zulk een plattelandsschoolmeester tus- schen 1600 en 1700, oudtijds meestal qagie genoemd, varieerde van 100 tot 156 Carolus guldens, waarbij echter heel wat emolumenten kwamen, die later zullen opgenoemd worden. Het verschil in geloof in deze stre- ken Waalwijk bleef tot 1648 1 overheerschend Roomsch-Katholiek, Besoijen neigde na 1609 gedeeltelijk tot de Reformatie gat al spoedig na 1609 aanleiding lot minder pret tige verhoudingen. Tot dat jaar toe waren de gemoederen tamelijk rustig en vredelievend; men verdroeg elkan der, zoo goed en kwaad als dat ging» in één en dezelfde gemeenschappelijke school. Maar na 1609 toen door en na het Twaalfjarig Bestand de ge- loofsgeest der bewoners in het Hoi- landsch gedeelte der Langstraat, dus ook te Besoijen, minder gebonden was en zich meer en meer naar eigen over tuiging begon te ontplooien werd de' onderlinge verhouding tusschen WaaEvijk en Besoijen scherper en de toestand kritieker. Een goede 40 jaren geleden, in 1894 schreef ik daaromtrent in Taxandria, tijdschrift voor Noordbrabantsche ge schiedenis en volkskunde, een artikel tje, dat vrijwel dien toestand wéer- gee'ft Ik zal dat opstel hier woordelijk lanae levensuur lage prijs gratis proefwasch pier ei I. hoeks orkot iw fl[ doelir afschrijven, om dan daarna eenige meerdere bijzonderheden en aanteeke- ningen, als aanvulling van een en an der, te doen volgen. Dat opstel luidde als volgt: Den elfden Februari 1609 werd tus schen de regierders van het dorp Be soijen en die van de heerleijckheyt van Waelwijck een contract gesloten, krachtens welk zij hunne gemeen schappelijke school, die door den voor leden oorloge t'eenemael was verdes- trueertop d'oude plaetse wederom souden laten opmaecken tot dienste ende gebrugek van beyde beur lugder gemcijnten. Ook was accoord, dat Be soijen één derde en Waalwijk twee derden der kosten van 't opbouwen en van het tractement gagiendes schoolmeesters zou betalen. Deze broederlijke overeenkomst zou even wel uitloopen op twist en tweedracht. Een drietal jaren slechts bleef de uit wendige vrede bewaard. De regierders van Waalwijk toch begeerden wijl hunne heerlijkheid schier uitsluitend Roomsch was een schoolmeester van heure religie, dien zij ook aanstel den, n.l. Willem Jacobsen, om de kin deren onderricht te geven in de pau- sche lecre ende henlieden dagelijcx doende ter misse gaen. De Gereformeerden van Besoijen, hierover uitermate gebelgd, wijl zij recht hadden (of beweerden te heb ben) op een derde gedeelte der school, er» vooral wijl zij een schoolmeester wenschten en ook aanstelden, die door Godts genaede de suijvere gerefor meerde religie was mainctinerende waren evenwel geen katjes om zonder handschoenen aan te vatten. Heimelijk of in 't publiek 't komt er niet op aan deden zij het derde part dei- school, waarop zij beweerden recht te hebben, met riet of hout afschieten, approprierende t'selve tot een bequaem woonplaetsken voor een schoolmees ter. Maar die van Waalwijk, ook niet malsch, kwamen, met hunnen school meester aan het hoofd, in grooten ge tale opdagen, om den Besoijenschen schoolmeester met allen sgnen huys- raet wel fortehjeken ugte voorschreven schoole te stooten. Dit geschiedde in Juni van het jaar 1615. Met geweld konden die van Be soijen hun recht niet doen gelden, daarvoor waren zij te gering in getal, maar een machtigen hefboom vonden zii in de Ed. Mog. Heeren in Den Haag, die op het punt van geloofszaken althans wat hun eigen land betrof geen scherts verstonden. Met mede werking van den toenmaligen predi kant Johannes Snetehus werd dooi de regierders van Besoijen een request opgezonden a all de Ed. Mog. Heeren Staten van Hollant ende West-Vries- lant ofte luiere Ed. Gecommitteerde Ruiden. In dit verzoekschrift werden op de volgende gronden hunne recht matige aanspraken uiteengezet 1. Dat genoemde school, reeds van voor de Reformatie af, door de supplianten in gemeenschap met Waalwijk was ge bruikt geworden; 2. dat zij bij de we- deropbouwing 1/3 van de kosten had den gedragen; 3. dat voornoemde school, volgens de paalschcydinghe van Hollant ende Brabant hier neffens gaende, int geheel opten gront van de supplianten ende dienvolgende opten Suythollantschen bodem was staende; 1 scoolhugs. het welckesg padden b*' J. Iootp tarlt. Waer toe svne Edele met en 4. dat zij de gereformeerde leere mainctenerendc waren. Op deze gron den verzochten zij (ik gebruik den 2en persoon als in 't document)seer oot- moedelgcken, dat Uwer Ed. gelieve den heere Bailliu van Suyt-Hollant of te ymant anders van Uwer Edts. rui den te committceren, omme hen sup plianten in de possessie van 't derde- paert in de voorschreven schole te stellen ende daerinne te maincteneren ofte ten minsten zoodanige andere re medie hierinne te procureren, als Uwer Edts. goeden raedt bevinden sal te behooren. omme namentlycken hun supplianten wederom te doen hebben sodanige penningen, als zijlieden in t opmaecken van de voorschreven schole voor heur gedeelte hebben gecontri- bueert gehadt. En hoe was nu het bescheid op dit request? Natuurlijk waren de Staten op de hand van Besoijen. Vooral punt 4 sloot de deur. Want hoe zouden de Ed. Mog. Heeren het op hun geweten hebben durven nemen die van Besoij en in 't ongelijk te stellen: dat ware immers een slag gegeven in 't aange zicht van hunne eigene geloofsovertui ging! De Baljuw van Zuid-Holland kwam, hield raad met de regierders van Besoijen en schijnt met de heer- lijekheyt Waalwijk op accoord te zijn gekomen. Immers Besoijen kreeg eene eigene school, 't zij dat Waalwijk de gemeenschappelijk opgebouwde school moest afgeven, 't zij dat aan Besoijen 1/3 der onkosten vergoed werden, of T zij dat deze gemeente door de be moeiingen van hun Ed. Mog. een ge heel nieuwe school kreeg. Hoe het juiste van de zaak dan ook wezen moge, meester llarman Jas- persz., dien men te Vlijmen had ge zocht, behield teBesoijen alleen het veld en kon zijn hart ophalen aan de instrueeringhe van de gereformeerde religie aan de schooljeugd. Dit was de eerste gei eformeerde school in Besoij en na de Reformatie (1616/17). Het bovenstaande schreef ik dus in 1894. Bij „het juiste van de zaak", zooeven aangehaald, plaatste ik, even eens in 1894, de volgende aanteeke- ning: Het dichtst hij de waarheid zal wel zijn, dat Waalwijk niet toegaf en dat de Staten voor Besoijen moesten zor gen. Men oordeele naar de volgende verklaring, die ik gevonden heb, lang nadat bovenstaand opstel door mij was geschreven. Ick, onderghescreven, verclaere mits desen, ten versoiicke van Antunis Acrtsen van Andél, schout tot Besoij en. waerachtich té wesen, als dat ick, achtervolgende de aposlille van de Ed. Heeren de Ghecommitteerde Roede van de Ed. Mog. Heeren Staeten van Hollant van date den XVII Sejitembris XVI hondert vijftien, tot twee ver- schegden reysen aengesprocken hebbe den Heere van Waelwijck, ten eynde dat die van Besoijen toegestaen sonde werden, dat sy het derdepaert van het scoolhugs soude moegen affschieten (welke rieten afschieting door die van Besoijen reeds gemaakt, maar door die van Waalwijk vernield was) ende gebrugeken, off dat men hoer soude restitueeren het derdepaert van de costen van de opbouwinge van het taelt. Waer toe syne heeft willen verstaen, gevende tot ant- woort, dat 't liaerlieden vrgstont hae- re kinderen aldaer schoole te senden om te laetcn leeren. Daer op ick ge- scgt hebbe, dat die van Besoyen het selffde well souden doen, soo verre men wilde toclaeten, dat haere kinde ren leerde soodanige boucken, als men hier in Hollant gebrugekte. Ende de- wgle sgnc Edele daer toe niet en wil de verstaen, soo en heb ick niet con- nen ugtrechten. In kennisse desen by mg ondertegekent desen XI January XVI hondert seventien. (Geteekend): Arent Mugs van Holy, Bailliu van Zugt-Hollant. Nu ik eindelijk de geschiedenis dei- Hervormde Kerk alhier heb ter hand genomen wat ik altijd als mijn troetelkind heb beschouwd en wat het thans inderdaad geworden is zijn mij dezer dagen in liet gemeente-ar chief eenige meerdere stukken betref fende de Besoijensche schoolzaken on der de oogen gekomen, waardoor het mij mogelijk is geworden iets meer over de stichting der eerste Gerefor meerde school welker geschiedenis tot 1795 of mogelijk wel tot 1812 als een onderdeel van de kerkelijke ge schiedenis kan en moet beschouwd worden mede te deelen, dan mij vroeger mogelijk of bekend was. Het bouwen dier school is in zeke ren zin men heeft het boven reeds kunnen merken een lijdensgeschie denis van een 6-tal jaren, van 1611 1617, geweest. Tegelijk met het bou wen der kerk in 1611 rijpte bij den Besoijenschen magistraat natuurlijk ook het plan tot stichting eener Gere formeerde school. Maar de gekke of vreemde verhouding tusschen de ge meenten Waalwijk en Besoijen, die een gemeenschappelijke door beiden gebouwde school hadden bekostigd, werkte het uitvoeren van dat voorne men natuurlijk niet in de hand. Be soijen wilde restitutie hebben, wat Waalwijk steeds weigerde. Die wei gering kon Waalwijk toen nog met een tamelijk gerust hart volhouden: het was Spaansch gebied en de Sta- ten-Generaal, die pas na 1648 aldaar den heerschersstaf konden zwaaien, hadden daar in 1617 nog niets te pre- tendeeren. En Waalwijk wilde abso luut niet gedoogen, dat de gehate Ge reformeerde „religie" in de Waalwijk- sche Roomsche school hare intrede zou doen Tusschen 1611 en 1617 werd door de Besoijensche ingezetenen exploit op exploit gedaan aan de regeerders van aalwijk, ten einde gerechtelijk te geraken tot restitutie van een derde g»dpe1te der eertijds gemaakte school- bouwkosten (die voor liesoljen in 16U9 meer dan 390 gulden hadden beloo- pen!), en eveneens verzoekschrift op verzoekschrift gezonden aan de Sta ten van Holland, om deze gemeente ter hulp te komen. Waalwijk bleef evenwel onverzettelijk en onvermurw baar, en de Staten van Holland, de na tuurlijke beschermers der Gerefor meerden te Besoijen, deden wel hun best gelijk boven reeds is geble- ken om Besoijen te steunen, maar niets baatte. Toen dan alle pogingen aan n, •oor, >or. (naar Grimm) door JAN DE JONGE. Een boer had een trouwe hond, die Sultanheette. Sultan was oud geworden, hij had alle tanden ver loren, zoodat hij met z'n bek niets meer vasthouden kon. Eens stond de boer met z'n vrouw voor de deur van hun huis en zei »Vrouw, morgen schiet ik de oude Sultan dood, daaraan is toch niets meer gelegen.» De vrouw kreeg medelijden met het trouwe dier en antwoordde »0ch, het beest heeft ons zo lange jaren gediend en is altijd trouw bij ons gebleven, we konden hem wel het genadebrood geven. Laat hij maar bij ons blijven, totie vanzelt dood gaat.» »0ch, wat,» zei de man, hoe kom je d'r bij. Hij heeft geen tand meer in de bek en geen diet is er meer bang voor. Hij kan nou wel weg. Hij heeft ons gediend, maar daarvooi heeft ie toch ook goed eten gehad.» De arme hond lag niet ver van hen in 't lekkere, warme zonnetje. ruoigd.)^ Hij had alles gehoord en was zeer Dit voorstel leek de hond wel. Zo de wolf het had uitgedacht,zo werd het ook uitgevoerd. De vader schreeuwde uit alle macht, toen hij de wolf met zijn kind door het veld zag lopen. Maar Sultan bracht het terug. Wat was de vader blijHij streelde het dier en zei»Van jou zal geen haartje worden gekrenkt, jij mag genade brood eten, zo lang je leeft». En tot z'n vrouw zei hij »Toe, ga dadelijk naar huis en maak voor de oude Sultan lekkere broodpap klaar. Die hoeft hij niet te bijten. En haal het hoofdkussen uit mijn bed en leg dat in zijn mand». Van die tijd af had de oude Sultan het zo goed, als hij zich maar wen. sen kon. Spoedig daarop bezocht hem de wolf. Deze verheugde er zich over, n de laaie bedroefd/;dat het morg z.. M dag van 'z'n leven z°"<t.%at hij had een beste vnen zyn neef, de wol dat anes zo goed gelukt was. s Avonds s p J em boven »Maar, waarde neef», zei de wolf, 'tVoofTh na Hifklaagde over z'n »ik heb je nu uit je grote nood ge- t hootd hing. J b red en ZJe dat ]e me daarv0or treurig lot en vroeg zijn nee dankbaar bent Je wilt me nu ra»Hnor eens neef», zei de wolf, zeker bij gelegenheid ook wel eens uü°di^noocf veriossenLutsLr elnl '""o^z^lr^ was'het"antwoord van naar wat ik heb uitgedacht. Morgen vroeg gaat je baas met zijn vrouw naar het hooiland. Dan nemen ze hun kleine kind mee, omdat er nie mand meer in huis is. Als ze aan de arbeid zijn, leggen ze het kind gewoonlijk achter de haag in de schaduw. Ga jij er dan naast liggen, en doe net of je het wilt bewaken. Dan zal ik uit het bos komen, en het kind roven. Jij moet me dan met geweld nazitten, om het kind •weer te bevrijden. Ik zal hel laten vallen en jij brengt het dan weer naar de ouders terug. Die geloven dan stellig, dat jij het hebt gered. Je zult eens zien hoe dankbaar ze dan zijn. Geloof maar niet, dat ze je dan nog kwaad zullen doen. In tegendeel je komt weer helemaal bij hen in de gunst en ze zullen het je aan niets meer laten ontbreken». Sultan, »de eene dienst is de andere waard.» «Juist 1 Zo denk ik er ook over.» »En, waarmee?» »Dat zal ik je zeggen. Je zult wel zo goed willen zijn, een oog dicht te drukken, als ik eens een vet schaap bij je baas weg haal. 't ls een slechte tijd tegenwoordig het valt voor mij lang niet gemakkelijk, om aan de kost te komen.» »Het spijt me wel, beste vriend, maar daar hoef je heus niet op te rekenen,» antwoordde de hond, mijn baas blijf ik trouw, dus op zo'n manier kan ik je niet helpen.» »Och, kom.» »Nee, dat nooit!» De wolf dacht echter, dat Sultan het niet zo ernstig meende. In de nacht kwam hij aansluipen en wilde een schaap weghalen. Maar de trouwe Sultan had het boze plan van de wolf aan den boer verraden. Die wachte de dief n op en tracteerde hem geducht met een do.svlegel. De wolf moest maken, dat hij weg kwam, wilde hij niet doodgeslagen worden. Maar hij riep de hond nog toe Wacht maar, jij verrader, je zult er nog lelijk voor boeten De volgende morgen stuurde de wolf het varken naar de hond, orn hem uit te dagen naar het bos. Daar zouden ze de zaak uitvechten. De wolf had als partijgenoot het varken. Sultan kon geen andere hulp vinden dan een kat en... die kon nog maar op drie poten lopen. Samen gingen ze naar het bos. Naast Sultan stun telde de oude kat, die telkens miauwde van pijn. Als haar zieke poot de grond raakte, stak ze de staart in de hoogte. De wolf en zijn helper waren er reeds. Toen ze in de verte hun tegenstander zagen aankomen, dach ten ze, dat hij een sabel bij zich had Ze konden niet zien, dat het de staart van .de kat was. Toen ze dichterbij waren, zagen ze het arme dier op drie poten verder stuntelen. Als de kat zo op en neer hupte, dachten zij, dat ze stenen opraapte, om hen daarme te gooien. Nu werden ze beiden bang. Het wilde varken verstopte zich in het loof; de wolf klom in een boom. De hond en de kat keken ver wonderd rond, toen ze aangekomen waren en niemand zagen. Het wilde varken had zich echter niet helemaal onder de bladeren kunnen verstoppen, z'n oren staken er nog onder uit. Terwijl de kat met grote aandacht rondkeek, klapte het varken met de oren. De kat dacht, dat zich daar een muis bewoog; ze sprong er op af en beet er geducht in met haar scherpe tanden. Daar sprong het varken op, gilde op varkensmanier en riep onder het wegrennen »Daar in de boom, dóér zit de schuldige.» De hond en de kat keken naar boven en zagen de wolf. Die schaam de zich, dat hij zo bang was ge weest. Hij kwam naar beneden en vroeg aan «te hond, of ze weer vrede zouden sluiten. Daar was de oude trouwe Sultan wel voor te vinden. FIETSEN LEREN. Kleine Jaap moet fietsen leren, Jonge, jonge dat is iets 'k Zal 't toch maar eens^ proberen, Op zo 'n mooie Gazelle-nets. Oom houdt hem vast, eerst zachtjes, dan harder, Oom Kees loopt nu al op een draf, Opeens kan Oom hem niet meer houden, En rolt Jaap van zijn rijwiel af. Hijgend krabbelt hij op de benen En lacht Oom Kees eens vriend'lijk toe, Die vraagt »Nog ééns proberen, Ben je 't fietsen toch niet moe?» «Aanhouder wint», zegt lachend Japie, En haalt de Gazelle uit het gras, Zoetjes aan gaat het nu verder Oom pakt hem stevig aan zijn jas. Maar nu zwenkt zijn stuur wat om en Pats daar valt hij, o wat nood, Maar nu dezen keer wat erger, Hij maakt kennis met de sloot. Druipend komt Jaap uit het water, En zal gauw naar huis toe gaan. Droge kleren en naar bed toe, 't Fietsen is nu tóch gedaan. Petronella Konings, Rechtvaart 29, Kaatsheuvel gebrul! onder 'lijk. n, i. j e J 1 f I WOll. LACÉC vuiicuguu

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1935 | | pagina 5