Iwijt R lam BELANGRIJK Wonder-Nieuws. GROOTE WEDSTRIJD SO VAN HET ZUIDEN •f"TWEEDE »n ECHO'S. :en. GESCHIEDENIS DER HERVORMDE KERK TE BESOIJEN. 3.45 fijne :ent, AND' Wedstrijd-reglement DE MEIKEVER. Saterdag 15 Juni 1935. 58e Jg. Spinola, noch de belegerden binnen de stad onder Justinus van Nassau had- den veel dooden en gewonden te be treuren gehad, en bij het overgaan dier vesting op den 5 Juni 1625 zag inplaats van een afgetakelde men LS r stuk, sid, ijk. SN uk. SIS nt. •rikaat, kerij N 245 i gen nd, Snelheid en Afstand. Beze week is de halfwekelijksche st van onze onvolprezen K.L.M. Djnjië begonnen. Tweemaal per lstarten de vliegtuigen te Amster- en le Batavia, met dezelfde elmaat als een autobus, die een 'locale dienst onderhoudt. We 'aarden dat feit zonder er veel 'na te denken. We zijn er als 11 ware in gegroeid. Sinds v. d. n p voor het eerst met veel slrub- jKfgen door de lucht Indië bereikte, ,|e afstand tusschen onze lage en en Insulinde jaar op jaar L0rt. Als het moet hebben we 3ns nog maar goed twee dagen «dia om naar de andere zijde van wereld over te steken Het lijdt iiiwe'ijks twijfel dat het binnen er korten tijd hiertoe zal gekomen gezien de steeds toenemende rfeclionneering van dienst en teriaal. Het zal dan mogelijk zijn gebruik makend van normaal ^ploiteerde route's in 8 dagen een jS om de wereld te maken Mr. ileas Fogg's beroemd record van dagen zou dus gedecimeerd wor- >n, de goede man zou zich wis en Aer in zijn graf omdraaien als hij jt zou vernemen Inderdaad, wij maken onze wereld eeds kleiner, we overbluffen de outsle lantasieën van Jules Verne, kennen geen afstanden meer. Geen afstanden, dat is te zeggen standen, die wc in kilometers uit rukken. Maar waarom slagen wc met al onze geperfectionneerd chniek niet in de geestelijke af- anden te overbruggen, die liggen sschen mensch en mensch en lus- hen volk en volk? Al kunnen we ;ze afstanden niet precies weten, zijn toch even reëel. We hebben is uitgeput in techniek, die geen .Ikomst kan brengen in zaken die en geest betreffen. Hebben we in onze technische ontwikkeling et vergeten onze studie te richten p de beginselen der christelijke lastenliefde, die den mensch nader rengen tot den mensch en die nder de volkeren een geest brengt n elkaar begrijpen en waardeeren iet alle afstanden kan men door nelheid overwinnen. e '8 (C.). over :r Kathjsche erkrijg 1610—1935. Door J. van der Hammen Nicz. XI. Uit mijn voorgaand opstel heeft de ezer gemakkelijk de gevolgtrekking kunnen maken, dat de belegering van Sreda, die van Juli 1624 tot 5 Juni 1625, dus bijna een jaar had geduurd, iet zoo'n belangrijk wapenfeit was geweest en aan de wederzijdsche oor- ogspartijen niet zulke zware verliezen IsKI iad toegebracht, als menigeen wel vermoed zou hebben. Noch de Spaan belegeraars onder Ambrosias Staatsche krijgsmacht een groot ge tal welgedane soldaten, die weinig schenen geleden te hebben, de stad verlaten en in goede orde naar Geer- truidenberg marcheeren. Het Staatsche leger of liever de verschillende aangeworven heterogene huurbenden van Fransche, Engelsche en Duitsche vrijwilligers in Holland- schen dienst die bestemd waren geweest tot ontzet van Breda hadden veel meer geleden dan Breda zelfniet zoozeer door hevige ge vechten, als wel ter. gevolge van het demoraliseerend heen en weer trekken van de eene plaats naar de andere, zonder een bepaald doel of zonder eigenlijk iets belangrijks uitgevoerd te hebben. Dat gedurig heen en weer trekken zonder afgebakend plan of bepaald doel bracht aan de Staatsche troepen voortdurend veel materieele en mo- reele schade toe, waarbij nog kwam, dat sommige troepen-atdeelingen, vooral de nieuwe Engelsche, veel te lijden hadden van zeer besmettelijke pestziekten, die vele manschappen ten grave sleepten. Die demoralisatie onder het Hol- landsche leger ontaardde van liever lede in woeste en afschrikwekkende uitspattingen van half verwilderde sol daten, die zich niet ontzagen have en goed van de omliggende plattelands bewoners te plunderen en te rooven en zelfs hunne huizen in brand te ste ken. Zoo bracht het beleg van Breda onnoemelijk meer schade toe aan die arme dorpelingen dan aan de betrok ken oorlogspartijen, 't Is aan geen twij fel onderhevig, dat alzoo de plaatsen Oosterhout, Dongen, Terheide, Made, 's-Gravemoer en meer andere gemeen ten rondom Breda veel te verduren zullen hebben gehad van die rondtrek kende oorlogstroepen; maar wijl mij de juiste gegevens daartoe ontbreken, kan ik er nu niet met zekerheid over oordeelen. Beter kan ik dienaangaande over Besoijen oordeelen. Mij ten dienste staande origineele stukken werpen n schril en treurig licht op den ramp zaligen toestand dier arme gemeente in 1625. In het gemeente-archief van Besoijen berust onder nummer 101 een uiterst merkwaardig stuk, getiteld: Certificatie voor die van Besoijen ende. vanden brant ende haer verderff, d.d. 30 Augustus 1625, opgemaakt en ge schreven door den toenmaligen Waal- wijkschen gemeente-secretaris Adriaen Mie hie 1st. Mptengraeff, den stamvader van de professoren Molengraaff, die nog betrekkelijk kort geleden siera den waren van de Utrechtsche Univer siteit en de Polytechnische School te Delft. In dat belangrijke document, nog zoo gaaf alsof het pas gisteren ge schreven was, hoewel het meer dan 300 jaren oud is, en verleden voor de Waalwijksche schepenen Jan Lam- brechtsz. Millinck en Ghijsbrecht Le- naertsz. de Jonge, geven de schepenen en borgemeesters van Waalwijk Lam bert Jansz. (58 j.), Cornelis Cornelisz. Drossaert (51 j.) en Jan Adriaensz. (30 j.), als geloofwaardige en beëedigde getuigen, ten behoeve van Besoijen, een uitvoerig verhaal of verslag van de rampen, die genoemde uitgemergel de gemeente ten gevolge van de be legering van Breda hebben getroffen. Dal relaas komt in hoofdzaak op Iedere week zal onze reclame- afdeeling gedurende de maanden Juni en Juli een wedstrijd houden voor het aardigste reclame-gedicht of reclame-zin (slagzin). Iedereen kan meedoen. Als U kunt dichten maakt U een aardig gedichtje, echter niet langer dan 6 of 8 regels bijv. Op den duur zegt iedereen Het Wondermerk is nummer één. Maar hebt U geen dichterlijke ader.... niets geen bezwaar. Dan bedenkt U een aardige slagzin biiv. Geef mij maar Wonder-artikelen of Wonder-artikelen voor de zuinige huisvrouw. IEDERE WEEK 1 GROOTE PRIJS Ja, iedere week maakt U een groote kans. Doet goed Uw best 1 Iedere week is er een prijswinnaar of win nares, die zijn (haar) moeite beloond ziet met een fraai geschenk. Men kan hiervoor uiteen lijst van speciaal daarvoor uitgezochte geschenken een teuze maken. Om U enkele voor. meelden te noemenrookstellen, aktentasschen, damestasschen, sier- tafels enz. enz. De jury beslist; over beslissingen wordt geen correspondentie gevoerd, Inzendingen, met Uw juiste adres vooral erbij, tot en met Zaterdag opgezonden worden reeds de daaraan volgende week in dit blad bekend gemaakt. Inleveren via Uw winkelier of per post aan Reclame-afdëeling van het Wonder-Spaarsysteem.Woudrichem En vergeet U vooral niet een heele Wonder-Spaarbon bij te voegen, anders is de inzending ongeldig. het volgende neer: In de tweede helft van September was den prince van Orangien Mauri tius van Nassau met sgnen leger, co- mende vanden lande van Cleeff ende Graeff (Grave), in de Langstraet tot Besoijen ende Waelwijck nedergesla- gen ende aldaer gelegert, ende alsdoen groote fouragicn van hog, strog, gra nen, brant, enz., geconsumeert ende vervoegert, ende voorts alsdoen alstoen) in cost ende dranck moeten versorgen, ende wat d'ingesetenen voorts hadden van frugt als anders in haer hoven teenem; >1 geru'ineert ende vernielt, daer se ennichsints off meen den te leven Toen Mau rits' krijgsbenden zoo eeni- ge weken alhier hadden vertoefd en huisgehouden, vertrokken ze naar de Made, vanwaar ze den 24 October 1624, niet onder bevel van Maurits, maar van Frederik Hendrik weder te rugkeerden, hetgeen in het origineele stuk aldus staat aangeteekend: Ende daer nae weder sgne Excellentie prin ce Hendrick van Nassau wederomme gecomen is vande Mhde met eene groo te portie van chrijschvolck van de Ed. Ho. Mo. heeren Staten Generael der Vereenichde Nederlanden omtrent den 24 October 1624, tot Besogen ende Waelwijck nederslaendc ende haer al daer rontsomme begraven. Bijna den ganschen winter van 1624 op i 625, van 24 October tot einde in-Buri Irukkti Een meikever en een engerling ontmoetten elkaar aan de rand van het bos. Ze waren nog familie van elkaar en daarom praatten ze een klein uurtje. «Kerel, wat zie jij d'r fijn uit», met een blik vol eerlijke bewonde ring. «Ja, m'n jonge!» zei de meikever, »als je 't eenmaal zo ver gebracht hebt als ik en meteen vloog hij op een lage tak van een eikeboom en begon aan een blad te vreten. «Kun jij dat ook?» vroeg hij van z'n hoge zitplaats af. Neen, de engerling moest toege ven, dat—ie jlat niet kon, hoewel hij 't graag zou willen, want het water liep door z'n »tanden». Hij ergerde zich wel een beetje aan de meikever. «Ach wat», deed die trots en kwam weer naar beneden, ,t is helemaal geen lekker voedsel daar boven Veel te oud, weet je, te hard en te taai!» »Maar... eh.neem me niet kwalijk, dat zijn toch eikeblarenhernam de engerling weer; hij vond de mei kever wel wat ondankbaar. »Ja, kleine jongen, dat begrijp jij zo nietantwoordde de meikever ietwat hoogmoedig. Eikeblaren zijn het wel, maar niet de goeie. Vijf honderd jaar te oud, haha Je moest 'ns meegaan naar de andere kant van de landweg, daar staan heel jonge eiken, nou jongen, da's nog eens wat anders en hij keek met een blij gezicht, alsof—t—ie het lekkere eten al proefde. «Naar de landweg Och foeida's een reis van minstens drie dagen zei de engerling. »Ja, voor iemand die kruipen moet!» merkte de meikever op, ik April, bleef de legermacht van Frede rik Hendrik, hoewel deze zelf af en toe vertrok naar Geertruidenberg, Roosen daal of elders, in deze streken gele gerd, en wat toen de arme bewoners, inzonderheid de Besoijensche ingeze tenen, te verduren hadden, grenst aan het ongelooflijke. Niet alleen werden de winterdijken, die het vloedwater moesten keeren, geheel afgegraven ten dienste der te maken versterkingen, en werden alle slooten in binnen- en buitenpolder met aarde, struiken, boo- men en dergelijke dichtgegooid wat aan de inwoners, die toch zelf alles later weder moesten herstellen, een enorme schade berokkende maar werden alleen te Besoijen, Waalwijk buiten rekening gelaten door die woes te krijgsbenden in den winter van 1624 meer dan 15 huizen in brand gestoken, zoodat vele arme lieden naar Heusden of Geertruidenberg moesten vluchten om het veege lijf te redden. Dat was nog niet alles. In het voor jaar van 1625 was ook de graaf of prins van Mansfeit gelijk hij zich het liefst liet noemen, want hij was een ijdel persoontje met zijn leger macht van Roosendaal naar deze stre ken komen afzakken, wat de ellende voor Besoijen nog verdubbelde. Alle weilanden, zoo in den binnen- als bui tenpolder, werden ten dienste der oor logspaarden totaal kaalgevreten en de eigenaars of gebruikers dier lande rijen brutaal geweerd of verdreven. Nog meer dan 25 huizen werden door de moedwilligheid of onvoorzichtig heid der meedoogenlooze soldaten in de asch gelegd, waaronder het in de 15de eeuw gebouwde Besoijensche kasteel, hetwelk bijna twee eeuwen de adellijke families van Besoijen, van Nassau en van Assendelft had gehuis vest. Tot aan het einde der 19de eeuw hebben de ruïnes van dat afgebrande slot een uiterst mistroostigen aanblik opgeleverd. Dus binnen het tijdsverloop van een jaar verloor het schamele en kleine dorp Besoijen ruim 40 van zijn kapi- taalste huizen! Men bedenke een, wat het zeggen wil: meer dan de helft van het geheele getal woonhuizen te moe ten verliezen. Wat moesten de bewo ners anders doen dan elders hun toe vlucht te nemen! Maar laten wij het bewuste hand schrift, ter bevestiging of ten bewijze mijner beweringen, nog eens zelf over een en ander sprekenVerclaerden mede, dat den prince Henrick van Nassau metten voorschreven leger ter voorschreven plaetsen (Besoijen en Waalwijk), ingelegert ende sgnen le ger aldaer nedergeslaegen hebbende, gecontinueert ende gebleven tot Meg- dacli voorleden 1625, als wanneer het leger vertrock naer Dongen, ende tot Dongen omtrent drge weecken leger geslaen hebbende, wederomme met gantsche armode, soo te voet als te peert, waegens ende alle wedergecoe- men tot Waelwijck ende Besoijen in hoe re voorschreven trenchementen en de aldaer gelegen totten 25 Julg 1625; alsoo dat voorschreven leger inden voornoemden winter allen den inge- setenen hog, strog, granen, torf, brant etc, teenemael hebben opgevoegert, te niet gemaect ende geru'ineert, soodat den ingesetenen selffs haer eggen peerden ende beesten van haer eggen hog ende voeger niet en mochten voegeren, maer op andere plaetsen int lont van Altena ende Heusden, oock naer Gorcum ende elders tot groote costen hebben moeten besteden int voeder, ofte souden van honger heb ben moeten sterven, ende alsoo sijn de ingesetenen meest ugt haer haeff geraect ende haer goet in armoede ge- consumeert door den langdurigen oor- loch, ende qualijck middel hebben om wederomme peerden ofte beesten te coopenVerclaerden mede, dat d'leger van Roosendael den prince van Mansfeit met sgne armade ende de nieuwe Engelschen met alle suiten en de tregn van tgansche leger bgden an deren gccoemen sgn ter voorschreven plaetse (Besoijen) ende inde Lang straet daer omtrent ende alsdoen we deromme de weglanden bugtendycx gelegen tweemaal desen somer hebben afgewegt ende gescrobt met alle de groote menichte van peerden der rug- ters^ soodat dingesetenen haer eggen peerden ende beesten daer niet en mochten houden, ende oversulcx int lant van Altena, Heusden ende elders mosten vluchten ende besteden Verclaerden verder dat in Junio lest- leden 1625 in Besoijen, doen toen) tleger vande heeren Staten wederom me inde Langstraat van Dongen in haer voornoemde trenchementen was gecomen, bg quade toesicht ofte on- achtsaemhegt van soldaten het dorp van Besogen int midden vant dorp in brant is geraect ende dienvolgende van de beste ende principaelste hug- sen door den grooten ende scrickelg- cken brant sijn affgebrant 25 hugsen, daerinne gereeckent drie schueren met tgene die hugslieden daerinne hadden mede verbrant, soo dat ze naect, bg rnaniere van spreecken, daer ugtqua- men, jae ogek eenige personen mede verbrant, behalven de andere hugsen, die inden voorleden winter bg rugte ren ende soldaten vant voorschreven leger int voornoemde dorp van Be sogen sijn affgebrant ende afgebroe- cken ende bg de soldaten hutten aff- gemaect omtrent de vijftien ofte zes tien hugsen, maeckende samen om trent de 40 hugsenwesende de mees te helft vant voorschreven dorp, die teenemael inden gronde geruineert sijn Tot overmaat van ramp brak onder de hier gelegen troepen van van Mans feit, inzonderheid onder de nieuwe Engelsche regimenten, ook behooren- de tot 't leger van van Mansfeit, 'n al- lerkwaadaardigste pestziekte uit, die niet alleen veel militairen, maar ook heel wat Besoijensche ingezetenen ten grave sleepte, zoodat van het betrek kelijk geringe getal Hervormden, die Besoijen toen telde, niet veel meer overbleef dan eenige tientallen wedu wen, weezen en miserabele personen, die geen middelen bezaten of de macht misten, om de afgebrande huizen en verwoeste landerijen behoorlijk op te bouwen of te herstellen. Het was wel een (liep-treurige tijd voor Besoijen en bovendien blijkt uit sommige dorps rekeningen, dat reeds in den loop van 1624 al de hier aanwezig zijnde boo ten en schuiten voor oorlogsdoeleinden waren gerequireerd en door 't dorps bestuur naar Geertruidenberg waren opgezonden, zoodat van de schipperij waarmede vele Besoijensche inge zetenen den kost moesten verdienen niet veel meer terecht kon komen. jen d'r in vijf minuten 1 Bah, 't is toch een verschrikkelijk leven zo onbeholpen en zo lelijk, altijd zo in 't donker en 't vuil.» «Maar jij was ook eens hier he neden op de grond, je bent ook 'n engerling geweest,» durfde de enger ling op te merken. Het gezicht van de mooie kever werd somber; hij had niet graag, dat iemand hem aan z'n donker verleden herinnerde. »\Veet je», zei hij, wat de hoofd zaak is? Dat je eens uit de ellende uitkomt. Maar zelden bereikt iemand van jullie het licht; de meesten eet de mol op, of een boer trapt ze dood onder z'n klomp. Ach, en de vrij heid is toch zoo mooiwat een glans en geuren en licht overal; 't is alles louter blijheid »Hebben jullie 'dan geen vijan den De kever keek bedenkelijk. >jO, jaEén vriend van me is laatst door een hen opgegeten en een ander is door een jongen in een lucifersdoosje gestopt. Maar hoe meer gevaar, hoe mooier. Hier in 't bos is 't heel aardig, maar ik vlieg elke dag een keer naar het dorp. Eens heb ik in de nek van een jong meisje gezeteno, wat gilde ze! En den deurwaarder ben ik recht in z'n gezicht gevlogen, dat- ie schrok van je welste! Je ziet, ik waag wel wat.» De engerling keek vol eerbied naar de kever. Die vloog den deur waarder in 't gezicht. Hij zelf sid derde van angst, ast—ie het meisje zag, dat de ganzen hoedde. »Ach,» zuchtte hij, »was ik ook maar eens zo ver als jij.» En hoe was het nu in 1624 en 1625 met de Hervormde Kerk en de Her vormde gemeente alhier gesteld? Al lertreurigst! Meer dan een jaar lang kon de kerk niet gebruikt worden voor het eigenlijke doel: het daarin door den predikant Petrus Portenius verkondigen van het Evangelie van Jezus Christus. Verre van dien: het kerkgebouw werd gedurende lange maanden betrokken door ruwe solda- Dat stond de kever aan. »Heb maar geduld alles heeft z'n tijd laat je niet door 'n ander opeten kom niet onde: de zool van 'n laars Wie dat niet doet, komt vanzelf tot het licht, als—tie dat graag wilEn nou, gegroet, kleine baas, doe de anderen daar beneden de groeten, ik moet weg, ik heb honger!» De engerling keek hem bedroefd na. Twee jaar zou het nog duren, voor hij ook zo ver was. En triest kroop hij in de aarde. Vijf weken later, toen de jonge engerling weer eens ging wandelen, vond hij een meter diep in de grond, een hoopje kleine, gele eieren en één stap daar vandaan de mei kever. Die was dood. Diep geschrokken stond de enger ling bij het lijk van de eens zo ge. vierde kever en koh niet begrijpen, hoe die daar beneden gekomen was en waarom hij gestorven was. Een zeer wijze engerling, die al drie jaar oud was en de wereld goed kende vertelde hem het volgende: »0, m'n zoon, het is heerlijk, om te vliegen maar wie het heeft geleerd, moet spoedig daarna ster ven.» Bovenstaand vei haaltje is uit het mooie Duitse tijdschriftje »Der Jungend-onkel», uitgegeven bij Josef Müller, München. Het verschijnt elke veertien dagen, telt 16 blz., heeft mooie foto's en tekeningen en steeds een losse kunstbijlage. Het is uitstekend geschikt voor katholieke leerlingen van H.B S., Ulo-scholen, enz. Het kost slechts 60 Pf. ot 36 ct. per drie maanden. Wie het eens drie maanden thuis wil ontvangen, zende zijn naam en adresin ge sloten enveloppe, met ingesloten 5 ct.—postzegel, en builen op de en veloppe »Der Jugend-onkel,» aan het bureau van de »Echo», vóór 20 Juni. De Redactie zal de brieven wel aan mijn adres doorzenden. JAN DE JONGE. Oplossingen. 1. Emma ik zie U thee zetten. 2. Hansworst. Raadsels. 1 Wat volgt er na de eeuwigheid. 2 Wat is de helft van nul. 3 Ieder mens gebruikt mij als een onmisbare schat, en toch wil niemand mij zijn. 4 Waarmee begint de dood en eindigt de wereld. 5 Waarom dragen de mannen altijd boorden. 6 Wie is vlugger dan een vlo. 7 Als een koe f 200 kost, waarop komt dan een kalf te staan. 8 Op den dag loop ik met een stuk vlees in mijn mond, en 's nachts sta ik te gapen. 9 Mijn geheel is een stad uit de oudheid. Doet men mijn eerste letter weg, dan werd ik vermoord uit stout heid, Veeg weer mijn eerste letter uit, Dan geef ik, een schel geluid, Door weer mijn eerste weg te vegen, Wordt een lengtemaat verkregen 4b- ijk!

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1935 | | pagina 5