Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ia Een Liefde in China EERSTE BLAD. FEUILLETON i DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. HET BEZUINIGINGS0NTWERP. .V' TE WAALWIJK. QODR.EIW>R]M inTESW lat nieuwe cursussen den eersten Maandag in September. ZATERDAG 6 JULI 1935. 58c JAARGANG- Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. tranco te zenden aan den Uitgever. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco p. post door 't geheele rijfk 1.40. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN Telefoon No. 38. Telegr.-adresECHO. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. Bij contract flink rabat. Reclames 40 cent per regel. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum 1.50. 0 t e tie uci iel De deze week verschenen Memorie van Antwoord der regeering op het voorloopig verslag dei Tweede kamer over het z.g. Bezuinigingsontwerp, zal de velen, c.ie met de hoofdbe zwaren, die door de Kamer waren geuit, hebben ingestemd, slechts ten deele bevrediging hebben geschon ken. Weliswaar blijkt vooral het economisch inzicht der regeering zich te gaan wijzigen en te gaan in de richting der activiteit, die den laatsten tijd meer en meer worat voorgestaan, en die o.m. op het laatstgehouden Katholieke Industria lisatiecongres werd gepredikt. oor velen zal dit een reden zijn om nieuwe hoop te scheppen, doch deze wordt dan toch weer getemperd door het gevoel dat alles te lang zaam in het werk gaat. Wij kunnen het gevoelen niet van ons alzetten, dat de regeering zich wat al te zeer laat binden door de wijze wet der voorzichtigheid. Met heele kleine brokjes wordt het werk der aanpas sing voortgezet, de regeering wil ons economisch bestel in den nieuwen tijd laten ingroeien. Maar ondertus- schen blijft een groot deel van ons volk zinkende, het kan niet wachten op een langzaam groeiproces, het eischt dat wij het groeiproces achter halen en de dalende lijn ombuigen voordat het telaat is en de krachten van het volk zijn vernietigd. De regeering wil nu wel gaan stuwen in de richting van industria lisatie, maar tegelijk merkt zij daarbij op dat ons land ook hierbij volko men afhankelijk is van 't buitenland. Op de vraag, of niet vele afgewerkte producten worden ingevoerd, die evengoed in ons eigen land gemaakt zouden kunnen worden, antwoordt de regeering, dat vermindering van van „De Echo van het Zuiden". onzen invoer, bij de huidige gezind heid der staten, in bijna alle gevallen zal voeren tot vermindering van onzen uitvoer. En waar uitbreiding van onze industrieele productie een grootere insoer van grondstoffen vordert, daar zal men ook te letten hebben op de mogelijkheid van betaling van die grootere hoeveel heid grondstoffen, aldus de regeering. Nu komt het ons voor dat ons land in den internationalen goede- renruil niet zoo zwak behoett te staan als de regeering het doet voor komen. Zij zegt nl. dat op het punt van onderhandelingen met het bui tenland bereikt is wat te bereiken was. Beschouwt men nu de cijfers van den in— en uitvoer, die in dezelfde memorie zijn vermeld, dan komt twijfel aan deze woorden op of krijgt men den indruk dat ons land bij internationale onderhande lingen onnoodig zwak staat. Onze export is van 1929 tot 1934 terug- geloopen van 2000 millioen gulden tot rond 700 millioen. Bij den invoer valt een gelijk verschijnsel waar te nemen, daar deze van 2700 tot 1000 millioen terugliep. Nog altijd wordt dus de export nog voor een bedui dend bedrag door den invoer over troffen. Tegenover de meeste landen staan wij dus als klant en het ligt voor de hand dat men in deze positie nogal wat te zeggen heeft. Wij zou den werkelijk al te goedgeefs zijn als wij deze situatie niet uitbuitten door enkele inport—posten te laten vervallen. Voor het behoud van een activiteit van de betalingsbalans van enkele millioenen wordt soms weken achtereen gevochten, waarom zouden we dan niet even hard vech ten voor het verminderen van een passiviteit van enkele honderden millioenen als verband houdt met de ontwik keling van de natuurwetenschap. Hierbij past o.i. de vraag waarom het wachten is op het verkrijgen van een internationale regeling, die voor eerst nog wel niet zal zijn opgesteld gezien het eindelooze commissie werk te Genève. Zouden wij in ons land in verschillende bedrijven niet de werktijdverkorting kunnen door voeren, onafhankelijk van t buiten land Zou het niet doenlijk zijn de betreffende industrieën tegen e.ven- tueele buitenlandsche concurrentie te ondersteunen Als krachtig wordt aangepakt, dan moet ook op dit terrein toch wel wat te bereiken zijn. En zoo is het nog op tal van andere punten, de regeering schrikt er van terug de zaken met krachtige hand aan te pakken en waar noodig drastische maatregelen te nemen. Zoo bijv de vermindering der vaste lasten, die voor de aanpassing aan de nieuwe omstandigheden een noodzakelijke vereischte is. De regeering beloott weliswaar een wetsontwerp, maar de reserves, die zij daarbij maakt, doen twijfel rijzen of dit wetsontwerp straks wel af doende zal blijken te zijn. De regee ring is doodsbenauwd dat zij gang bare opvattingen zal kwetsen, maar zij bedenke dat het erger zou zijn groote lagen van het volk te laten wegkwijnen. Allereerste taak der regeering moet thans zijn het werk- loozenleger weer in het economische leven te betrekken en geen middel daartoe mag de regeering onbeproeid laten. We zien nu met groote belang stelling uit naar de Kamerdebatten, die er misschien toe zullen kunnen bijdragen de regeering nog meer te dwingen te gaan in de richting van een actieve welvaartspolitiek, waartoe zij thans de eerste, zij het nog uiterst bescheiden, voornemens geuit heeft. POLITIEK MARIONETTENSPEL. Deze week hebben we hel eerste of- ficieele politieke optreden van de N.S.B.-Statenleden gezien. Het zij ons vergund op te merken dat dit debuut niet bijzonder gelukkig is geweest. In alle provincies kwamen de nat.- soc. afgevaardigden met een initiatief voorstel inzake het tegengaan van cu mulatie van salarissen van de leden van Ged. Staten. Afgezien van het feit daa hel uni form-voorstel alle provincies over een kam scheert, moesten de N.S.B.-ers toch weten dat de cumulatie-kwestie ook voor wat Ged. Stalen betreft reeds bij de Staten-Generaal aanhan gig is, zoodat hun voorstel komt als mosterd na den maaltijd. Dan hebben alle Mussert-afgevaar- POND digden plechtig verklaard dat zij niet zouden meedoen aan de verkiezing der heeren Gedeputeerden; in Haarlem meende het clubje zelfs indruk te kun nen verwekken door onder houzee-ge- roep de zaal te verlaten. Wel eigen aardig doet deze geste aan als men leest dat in Zuid-Holland de N.S.B.- frcatie-leider een voorstel indiende om de Slatenleden te verplichten tijdens De regeering raakt in haar belang rijke beschouwingen over de econo mische politiek ook de verkorting van den arbeidstijd aan. Zij spreekt zich uit voor het invoeren van de 40-urige werkweek, zoodra dit inter nationaal mogelijk is. De werkweek, die omstreeks 1890 nog bi) uren bedroeg, is niet in die mate bekort nt. kil 18 39 iaf 59-9 redi Uit het Engelsch, door BEN BOLT. Nadruk verboden. HOOFDSTK I. Inlichtingen en aangifte bij den directeur. (Zie toelichting in dit blad.) 1. HET PALEIS DER TIENDUIZEND ZALIGHEDEN. Terwijl Richard Forsyth, diep in gedachten, zich voortspoedde door de smalle straat, slechts verlicht door papieren lantaarns, die een schemerig licht wierpen over haar walgelijke morsigheid, botste hij plotseling tegen een meisje, dat met snelle passen van den anderen kant kwam. Oogenblik- k el ijk vlood een excuus in vloeiend Chineesch hem van de lippen en een seconde later stond hij stijf van ver bazing, want het meisje antwoordde in hetEngelsch. Het was gedeeltelijk mijn schuld. Door mijn haast lette ik niet op, mijnheer. Hij keek haar lichtelijk verbijsterd aan. Het zachte licht der lantaarns viel net op het gezicht voor hem een gezicht, mooi en aantrekkelijk als een bloem, met diepe, donkere oogen, die al heel weinig overeen komst hadden met de kraaloogjes der Chineesche vrouwen. De huid leek in het gedempte schijnsel donziger en fijner blozend dan perzik-bloesem. Bent U een Engelsche? riep hij U1^_ ja, klonk het vlugge antwoord. Maar Hij zweeg abrupt na dat ééne woord en keek de straat, die zich in Canton niet bepaald in een gunstigen roep verheugde, in beide richtingen at. Zoo duidelijk alsof hij haar onder woor den had gebracht, drukte zijn blik de vraag uit', wat zij hier op dit late uur deed', wanneer het uitvaagsel der in boorlingen uit zijn holen gekropen was en zelfs een man zich niet ge heel veilig voelen kon. Het meisje voldeed aan het onuitgesproken ver zoek om een verklaring. Er is niets aan te doen, dat ik hier ben en ik kan U de reden ook niet uitleggen. Ik heb vreeselijke haast. Neem U me niet kwalijk, maar ik heb geen tijd om hier te blijven praten. Het oogenblik daarop had ze haar weg vervolgd en toen haar buigzame gestalte de open deur van een kleinen winkel passeerde, zag hij een andere gedaante zich losmaken uit de scha duw der straat en door de streep van licht slippen, die uit de deur scheen. Forsyth kreeg den indruk, dat het een koelie was en de manier van doen van den man wees er op, dat hij het meisje achterna liep. Haar ti- guurtje was al bijna niet meer te on derscheiden in den vagen matten gloed der papieren lampen, maar Forsyth aarzelde niet. Oogcnblikke- lijk stond zijn besluit vast haar te be sehermen en met groote stappen keer de hij terug in de richting waaruit hij gekomen was. Bij het licht van een groote lan taarn, die boven den ingang van een theehuis hing, zag hij het meisje links afslaan. Geen tien meter achter haar aan wandelde de koelie en hij volgde haar blijkbaar nog steeds, want ook hij sloeg links af. Naar de Bloemenbootenmom pelde de Chineesch. Dat meisje. De rest van zijn alleenspraak ging voor Forsyth verloren. Maar hij kende de welverdiende slechte reputatie van de Bloemenbooten en liet ging hem aan het hart, dat een meisje van zijn eigen volk en ras zich in de nabijheid daarvan bevinden zou alleen en zonder mannelijke begeleiding. Toen hij de wankele brug over ging, die uit kwam op een ietwat ruimeren ver keersweg, bet water, waarop de ontelbaar kleurige lantaarens der Bloemenbooten glommen in de nacht, liep er langs hoorde hij de plotse linge kreet van een vrouwenstem de avondlijke stilte verscheuren. Hij rende in de richting, waaruit het ge luid kwam, en de kreet werd herhaald de angstkreet van iemand in nood en ofschoon hij haar niet zien kon, twijfelde hij geen moment, of het was het Engelsche meisje. Met een ruk hield hij zijn vaart in vlak bij haar. Ze worstelde in de omklemming van den koelie, die haar gevolgd was en die zeker niet veel goeds in den zin had. Geen lractie van een seconde bedacht Forsyth- zicli. Hij sprong op den kerel toe, pakte hem stevig beet en terwijl de greep van zijn slachtoffer verslapte omlei den onverhoedschen aanval, slingerde hij hem met kracht van '1 meisje af. Aan den rand van 't water terecht ge komen, kon de Chineesch zijn even wicht niet houden, hij plonsde in de rivier en begon geen vijf tellen latei- naar de overzijde te zwemmen. Forsyth bekommerde zich niet ver der om het ongure heerschap en wijd de zijn aandacht aan het meisje. Bent U ongedeerd? vroeg hij vol deelneming. Ja, antwoordde zij en tegelijk wierp, ze een onrustigen blik in de richting van de Bloemenbooten met hun menigte van veelkleurige lich ten. Het was maar gelukkig, dat ik U gevolgd ben Mij gevolgd? echode het meisje verschrikt. Ja, ik zag, dat die schooier, die U aanviel, U achterna ging en daar liet me niet erg aanstond, ging ik op nrjn beurt hem achterna. Het is heel vriendelijk van U, verklaarde het meisje merkbaar ge reserveerd; ik hen U erg dankbaar, maar Haar woorden braken af en weer schoot haar blik naar de lange lijn van de Bloemenbooten. Impulsief sprekend, niet heelemaal op zijn gemak, hernam hij! U moet het mij niet kwalijk ne men als ik brutaal lijk, maar het >s onverantwoordelijk voor een Euro- peesche jongedame om op dit uur alleen in deze buurt rond te loopen. Dat de gevaren niet denkbeeldig zijn, hebt U zooeven aan den lijve onder vonden en dit deel van de Chineesche stad is wel het slimste Ik weet het, viel ze hem in de rede, maar ik moet naar een van de Bloemenbooten. Naar een van de Bloemenbooten? herhaalde hij onthutst. Maar daar kunt U toch onmogelijk alleen heen gaan Ik Hij liet haar niet aan het \yoord komen. Vergeef me, dat ik misschien opdringerig schijn, maar ik kan geen landgenoote toestaan, een dergelijk verschrikkelijk risico op zich te ne men. U moet me eenvoudig veroorlo ven U te begeleiden. Ik ken hier de buurt op mijn duimpje, ik ben dok ter. In die hoedanigheid heb ik alle hoe ken en gaten van Canton leeren ken nen en daarom weet ik beter dan iemand anders, dat het pure krankzin nigheid zou zijn, om niets ergers te zeggen, wanneer ik U onbeschermd verder liet gaan. Waar moet U pre cies naar toe? Naar het Paleis der Tienduizend Zaligheden. Ik ken die fraaie gelegenheid, was het wederwoord, het speelhol van Li Sing, heelemaal achteraan bij de booten. Een geliefkoosd plekje hij de rijke Chineesche kooplui en manda rijnen, en bij tijd en wijle ook van Europeanen, die gek genoeg zijn daar hun zuur verdiende geld te wagen! Ik moet naar mijn vader, ver telde ze, terwijl ze tezamen verder liepen. Er is een bericht voor hem, een heel belangrijk bericht, waarop hij den heelen dag heeft zitten wachten. Hij zei, dat ik het hem, als het kwam, direct moest komen brengen. Dat is me ook wat, bromde For syth en zijn verontwaardiging was duidelijk in zijn stem te hooren. (Wordt vervolgd). De Echo van het Zuiden, tfaahvyksclie en Langstraatselie Courant* je to hort

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1935 | | pagina 1