reho tan Hel Zaiflea De Morqenklok ECHO'S. BOEKBESPREKING. Tweede Blad. Buitenland. 53. Zaterdag 17 Aug. '35. 58e Jrg. Miss Siyhtinyule. uet was deze week, op den der en Augustus vijf en twintig geleden dat na een rijk be leven van 90 jaren miss Flo- e Nightingale stierf. ne naam van miss Nightingale is de geheele wereld bekend en eeuwig verbonden met haar k voor de ziekenverpleging en r de verzorging van den gewon- soldaat. In den Krim oorlog in jaren 1854-1866 is zij op 35- *-en leeftijd haar werk begonnen, haar voor altijd beroemd zou en. Zij voelde niet veel voor het «ndaine leven van de hooge En- "che kringen, ging liever naar de en in armoedige hutten en tten, dan naar weelderige avond tijen en rijke diners. Zij wist dat op het gebied der ziekenverple- veel, zeer veel te doen was en 38 mede—verpleegsters nam zij taak op zich hulp te gaan ver en aan de gewonde soldaten het Engelsche leger in hetoos- van Europa. De toestand, waarin soldaten hier verkeerden, was beschrijfelijk. Voor niets en nie- nd was gezorgd, als vee werden zieke en gewonde soldaten op hepen aangevoerd en daarna op gebracht in gebouwen, welke in n enkel opzicht den naam van pitaal verdienden en waar zij dan k stierven als ratten. De hospita- stonken, de vloeren waren ver t, de muren met vuil en onge- erte bedekt. Er waren geen dekens, n lampen, geen baden, geen kens, geen borstels, geen messen, orken en lepels, zelfs niet vol- oende eten. De taak van Miss ightingale leek dan ook hopeloos, eer daar zij in haar pogingen t het aanbrengen van verbeterin- en nog in strijd kwam met de genwijsheid der autoriteiten. Toch eeft zij het klaar gespeeld orde te cheppen in dezen chaos. Bezield oor haar groot geloof en haar roote liefde voor haar arme mede enschen en met een onverzette- ijken wil en een mannelijke kracht eeft zij de hemelschreiende toe- tanden veranderd en heeft zij den ondslag gelegd voor de verpleging an zieken en gewonden van het ilagveld. Rangschikking naar de bedrijven: Schoenfabrikanten Lederwarenfabrieken Leerlooiers Lederhandelaars Machinefabrieken Aannemers Winkeliers Rijwielhandelaren Schilders Houthandelaren Schippers en expediteurs Landbouwers Bakkers 1928 1929 1930 1931 1932 1933 1934 1 3 2 3 4 3 4 1 1 1 1 1 1 Diversen3 1 4 2 12 Totaal Werkloosheid. Wat het district onzer Kamer be treft, zou uit de cijfers der werkloos heid op 31 Dec. 1934 kunnen worden afgeleid, dat de bedrijvigheid in de in- dustrieele gemeenten iets ongunstiger, die der niet-industrieele gemeenten iets gunstiger is dan een jaar geleden. In de gemeenten Dongen, Loon-op- Zand en Waalwijk bedroeg het aantal geheel werkloozen op 31 Dec. 1934 te zamen 692 tegen 579 op 31 Dec. 1933. Dat der gedeeltelijk werkloozen 697 te gen 575 in 1933. In de overige gemeen ten tezamen waren op 31 December 1934 geheel werkloos 1960 tegen 2164 in 1933. In deze gemeenten is het aan tal der gedeeltelijk werkloozen onbe- 12 20 27 28 17 11 duidend. Voor de bedrijvigheid in de industrie vormen deze cijfers intusschen geen be trouwbaren graadmeter, omdat in de in- dustrieele gemeenten tal van arbeiders uit de overige gemeenten en zelfs uit gemeenten, buiten dit district gelegen, werkzaam zijn. Voor het district in zijn geheel schijnen de totale cijfers op eeni- ge toeneming der werkgelegenheid te wijzen. Deze is mogelijk ook te danken aan bepaalde ondernemingen buiten de genoemde industrie-plaatsen gelegen. Hieronder volgt een specificatie van het aantal werkloozen in de verschillen de gemeenten van het district der Ka mer op 31 December 1931, 1932, 1933 en 1934. Dongen Drunen Dussen Eethen Geertruidenberg 's-Gravemoer Hedikhuizen Herpt Heusden H. en L. Zwaluwe Loonopzand Made c.a. Nieuwkuik Oudheusden c.a. Raamsdonk Sprang-Capelle Waalwijk Waspik Wijk c.a. 1931 geh. 153 22 46 15 132 27 20 3 41 118 423 209 24 22 289 211 271 142 69 1932 ged. 444 10 158 7 12 geh. 236 26 110 65 158 34 88 6 79 239 131 264 25 21 403 99 203 207 83 ged. 343 6 1 22 1 83 4 6 7 25 83 12 1933 geh. ged. 181 17 167 118 179 43 75 9 56 303 174 318 25 20 472 90 224 209 63 361 16 4 12 159 4 5 18 55 1934 geh. ged. 238 39 145 97 146 51 65 10 69 197 216 288 42 18 395 135 238 194 69 465 14 18 94 4 35 138 5 eerstdaags afdoende verbetering van den waterstaatkundigen toestand kan worden verwacht. Jongensboeken.» De lotgevallen van Jonker Hans van Sparrenborgh. Gebr. Kluitman, Alkmaar. Ing. 1.60, geb. 2.50. In dit zeer interessante boek ver haalt de schrijver, J. E. Hoving, ons de avonturen van een jongen telg van een adellijke familie. Jonker Hans is een zeer verwend jongmensch en ty- ranniseert het personeel van 't ouder lijk huis, zoodat zijn moeder zich ge noodzaakt ziet haar eenigst zoontje naar een kostschool te sturen. Jonker Hans ontvlucht dan het kas teel en trekt op zijn eentje de wijde wereld in, waar hij heel wat avonturen ontmoet en zich spoedig genoodzaakt ziet zijn hoogmoedige natuur af te leg gen. Tenslotte raakt hij toch nog op de kostschool verzeild, echter niet als leerling, maar als schoenpoetser en hij heeft gelegenheid te zien dat het leven tje onder de jongens lang niet zoo saai is als hij zich had voorgesteld. Dan komt de ontdekking en men raadt het al de inlijving van Jonker Hans in de leerlingenclub. Het boek is in vlotten verhaaltrant geschreven en biedt den jongen lezer veel afwisseling en een gezonde levens les. Totaal 2237 646 2477 593 2743 634 2652 773 KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN VOOR DE LANG STRAAT TE WAALWIJK. Uit het Jaarverslag over 1934. (Vervolg). Faillissementen. Het aantal faillissementen in het dis trict der Kamer bedroeg in het afge- ioopen jaar 28, tegen 27 in 1933. Het overzicht van de faillissementen in diverse branches gedurende de laat ste zeven jaren geeft het volgende beeld: Verkeer. Het verkeersprobleem in de Lang straat wacht nog steeds op een oplos sing. Een groote stap in de goede rich ting intusschen beteekent het besluit van de Provinciale Staten van Noord brabant, om in samenwerking met de gemeente 's-Hertogenbosch het over- wegvraagstuk over den spoorweg tus- schen Vlijmen en 's-Hertogenbosch de finitief op te lossen door aanleg van tunnels onder de spoorlijnen van 's-Hertogenbosch naar Waalwijk, naar Tilburg en naar Eindhoven. Bij het afdrukken van dit verslag was reeds een aanvang gemaakt met de uit voering van dit besluit. Verder moet dankbaar melding wor den gemaakt van de verdere uitvoering van de verbetering van den hoofdver keersweg door de Langstraat zoowel vanwege de Provincie, als door eenige gemeentebesturen. Door deze verbete ring wordt het verkeer door de Lang straat wel bevorderd, doch, zooais reeds in meerdere jaarverslagen door onze Kamer is betoogd, is de eenige blijvende oplossing te zoeken in een ge heel nieuwen weg buiten de bebouwde kommen. De Kamer heeft in het afgeloopen jaar nog de aandacht gevestigd op de beslist noodzakelijke verbetering van de zg. Rolbrug te Geertruidenberg. Waterstaatkundige toestand. Hoewel in 1934 het rapport der Wa terstaatscommissie, ingesteld door onze Kamer, verscheen en aanvankelijk de crwachting bestond, dat de econo- misch-geografische beschouwingen in dat rapport aanleiding zouden zijn spoedig met de reeds vroeger besproken werkzaamheden te beginnen, schijnt voorloopig de uitvoering van de zoo be geerde werken nog op zich te zullen la ten wachten. De op handen zijnde oprichting intus schen van een Waterschap „de Bra- bantsche Biesbosch" en van het Water schap „de Amerkant", dat de binnen- en buitengronden ten Zuiden van den Amer omvat, geeft de zekerheid, dat de aandacht nog niet is afgeleid en dat Vsrzet tegen het Duitsche regiem De vijandigheid van bepaalde be volkingsgroepen t*> Berlijn, tegen liet nationaal-socialistische regiem, heelt thans, volgens den correspondent van Havas vormen aangenomen, welke be ginnen te gelijken op de strijd-metho- den van de nationaal-socialisten zelf. In bepaalde volkswijken in het Noor den van Berlijn, worden de nering doenden wier kinderen tot de Hitler- jeugd behooren, systematisch geboy cot. Bij een onlangs gehouden betoo ging der Hitier jeugd tegen reactie en katholicisme, zou met steenen naar den optocht zijn geworpen. Een achttal rapporten van natio naal-socialistische informateurs, die gepubliceerd zijn door de Manchester Guardiaan, geven den indruk dat er steeds meer lijdelijk verzet tegen het Hitler-regiem komt. Arbeiders en middenstanders beginnen te morren omdat er voor hen nog niets verbe terd is, doch hun inkomsten zelfs nog achteruit zün gegaan. In de intellectueele kringen heer- schen nog steeds de oude liberale denkbeelden en het egoïsme. Ook onder de jeugdleiders schijnt volgens de rapporten verslapping merkbaar te zijn, terwijl tenslotte in kerkelijke kringen de ontstemming blijkbaar al gemeen is. Duitsche journalistiek. Het is bekend dat de redacties der Duitsche bladen hun kolommen heb ben in te richten voor geheime orders van het propaganda-ministerie. Door een onvoorzichtigheid van den hoofd redacteur der Berliner Börsenzeitung, die een der geheime orders aan een buitenlandsch journalist ter hand stel de, is de inhoud buiten het redactie bureau uitgelekt. Hier volgt de order: „Het bericht uit Münster dat met de copy van hedennacht werd door gegeven betreffende het alles onder mijnende werk van het politiek Katho licisme moet door alle bladen, met groote koppen, op de eerste pagina op zeer in 't oog springende wijze worden afgedrukt. In dit verband moeten ook ver meld worden de gevallen die zich in Recklinghausen en in Bocholt hebben voorgedaan. Dit is zeer geschikt ma teriaal. Het commentaar dat hierop gele verd moet worden, moet beslist heel scherp, absoluut afwijzend en agres sief zijn. Slagwoorden zooals: „Duitsch volk let op Uw saeck!" of wel „Gewetenlooze ophitsers aan het werk" ofwel „Wroetende mollen ver richten hun vernietigend werk" moe ten met vette letters als koppen wor den gebruik. De Duitsche bladen moeten dit on derwerp voorzien van de noodige commentaar zoo scherp mogenlijk becritiseeren". De hoofdredacteur, Dr. Schwerdt- feger, door wien de orders niet geheim werd gehouden is thans wegens dit feil ter dood veroordeeld. De ramp in Noord-Italië. Zooals wij Woensdag nog konden mcdedeelen zijn bij een watersnood in het Noorden van Italië naar schat ting duizend menschen om het leven gekomen. Door den ontzenttenden regenval der laatste dagen was het water in het Orbicellen-meer bij Ovada zeer sterk gestegen. De druk der watermassa tegen den stuwdam was ontzettend, daar het meer veel hoogcr ligt dan de plaatsen. Het stuwwerk had ter plaatse een hoogte van ongeveer 40 meter en is over een lengte van 200 meter inge stort, waardoor millioenen kubieke meters water met ontzaggelijke kracht zijn omlaag gestort. Te Ovada zijn 130 huizen geheel vernield. Te Caprietta en Molare bleef geen steen op de andere. In het ge bied van de ramp heerscht groote ver slagenheid en onbeschrijfelijke wan hoop. Overal ziet men menschen, die zoeken naar familieleden. De berging en redding, die den geheelen nacht door zijn voortgezet hebben onder uiterst moeilijke omstandigheden plaats. Direct na het ongeluk was het bijna onmogelijk hulp te verleenen, aangezien voortdurend nieuwe wolk breuken losbastten. De watermassa is doorgedrongen tot bij het 35 mijl afstand gelegen Alessandria. Vele menschen, die tijdens het noodweer de huizen waren binnengevlucht, wer den onder de instortende muren be dolven. Tallooze andere werden door den stroom verrast toen zij zich op het land bevonden. Het is uiterst moei lijk de slachtofers uit het puin te voorschijn te halen. Naar men zegt is niet Ovada zelf, maar het dorp Molare het zwaarste getroffen. Het ligt in de onmiddellijke nabijheid van het meer van Orbicella, dal gevoed wordt door de beide rivie ren Orba en Stura, Vrijwel alle hui zen van Molare zijn ingestort. Men naar het Duits van Adolf Schmitthenner door III. „Ik ben de opperste rechter in het land", zei de Keurvorst en blikte den spreker kort aan. „En mijn plicht zal ik doen. Maak zijn handen los!" Met verheffing van stem werd dit hevel gegeven. Nu dulde hij geen te genspraak meer. De boeien Adelen op de grond en de man strekte zijn armen weer uit. „Beloof me, dat ge niet zult weg lopen!" „Dat beloof ik!" zei de gevangene en stak hem zijn rechterhand toe. Ottheinrich zag de hand, maar keek er langs. „Weet je, wie het is, met wien je spreekt?" „Wie zou Uwe Hoogheid den Keur vorst niet kennen," Ottenheinrich, Paltsgraaf bij den Rijn?" „Je bent in Heidelberg student ge weest?" vervolgde de Keurvorst. „Ik heb je nog gezien daar, toen je er als student rond liep". De jongeman verbleekte en drukte de smalle lippen vast op elkaar. Ottheinrich nam de versleten kle ding van den jongeman nauwkeurig op en zei dan: „Je bent twee nachten in het bos geweest; maar het weer is mooi en het mos is droog. Je kleren waren al langer, zoals ze niet behoorden te we zen. Je hebt je bij 'n rondtrekkend ge zelschap aangesloten of misschien ben je.in nog erger gezelschap verzeild geraakt. Je ouders hadden daarom veel verdriet. En nunu sta je als moordenaar voor me". „Ik moest m'n leven verdedigen. De andere heeft me aangevallen." „Hel oude liedje!" riep de Keur vorst wrevelig. „Waar is het meisje, om wie de mannen slaags raakten? Breng ze hier!" Dat was niet nodig. De menigte maakte plaats en naar voren trad hetzelfde meisje, dat straks de wonde verbonden had, met gebogen hoofd en onzekere tred, maar toch rustig en kalm. „Is dat niet onze goede helpster van zo straks?" riep de Keurvorst ver wonderd. „Kind, kind, je hoorde nog bij moeder thuis te zijn, en moeten om jou twee mannen het leven laten. Kijk me eens aan". Veronika sloeg de oogleden op en keek met haar viool-blauwe ogen den Paltsgraaf in het gelaat. „Ken je dien man?" „Hij heeft eergister met me ge danst". „Heb je den man gekend, dien hij neergestoken heeft?" „Die heeft eergister ook met mij gedanst." „Wien van deze twee heb je vroe ger gekend". „Geen een. Ik heb ze allebei eergis ter voor 't eerst gezien". „Met wie danste je, toen de twist begon". „Met niemand. Maar ze wilden bei den tegelijk met mij dansen; toen heb ik hem de hand gegeven". „Wien?" Veronika wees met een hoofdknik naar den gevangene. „Wie heeft 't eerst naar het mes gegrepen?" „Ik heb alleen dat van hem zien blinken." „Die meid liegt!" barstte de man uit. „Zwijg!" gebood hem de Keurvorst. „En al was het ook de ander, die het eerst naar zijn wapen greep, zoo zegt dit nog niets voor jouw bestwil. Want wie het mes zo gauw trekt, die heeft het los in de schede. Bereid je voor om te sterven. Morgen, als de eerste morgenklok uitgeluid heeft, zul je je misdaad met je hoofd boeten." Dc ongelukkige kromp ineen. Ottheinrich keek hem aan vol me degevoel. „Dat hebben ze je ook niet aan je wieg gezongen, dat je nog eens zulk een dood moest sterven. Waar wonen je ouders? Hoe heet je?" De jongeling zweeg. „Geef je mij geen antwoord?" „Ik ben een kind van gegoede men sen. Sta me toe, dat ik afkomst en naam verzwijg. Het is genoeg, dat m'n ouders verdriet om mij hebben. Ik wil niet bij hun smart nog schande voegen". Daar trad behoedzaam een der ge rechtsdienaren op den Keurvorst loc en zei: „Zou'en we hem niet op de pijnbank leggen?" Een toornige blik joeg hem terug. De Paltsgraaf keek den veroordeel de opnieuw aan en peinsde, alsof hij een raadsel moest oplossen. „Je bent van het rechte pad afge weken en op dwaalwegen terechr ge komen. Maar goed. We doen allemaal wel eens verkeerde dingen. Waarom ben je toch geen soldaat gewcr len; je had je beter aan 't gevaar van een kogel kunnen blootstellen, da's tenminste eerlijke arbeid? Nu kom je in handen van den beul". „De Keizer heeft overal vrede". „Ja, maar in Hongarije broeit 't weer", gaf de Keurvorst levendig ten antwoord. „Gauw zal de oorlog met de Turken wel weer losbranden. Daar kunnen ze rappe soldaten gebruiken. Waarom ben je daar niet heenge gaan?" De jongeman haalde diep adem. „O, ik deed het graag genoeg, als ik maar kon?" De Keurvorst scheen met moeite 'n besluit te kunnen nemen, Maar hij aarzelde slechts een oogenblik. Be droefd schudde hij dan het hoofd en zei „Daarvoor is het nu te laat. Maar luister eens! Wanneer je me je af komst en naam zegt, dan zal je het zwaard van „Meester Hans" niet treffen, maar dan zul je door de ko gel sterven. Drie brave Musketiers, die i/k uitzoeken zal, zullen het doen. Zeg het mij zachtjes en ik geef je mijn Vorstenwoordwat je mij zegt, blijft mijn geheim". De Keurvorst trad op den man toe en hield zijn oor voor diens mond. Maar deze mond fluisterde niets, doch wendde zich af, en sprak luid: „Vergeef me, dat ik zwijg. U kent m'n moeder en U kent m'n vader. Daarom zwijg ik". De Keurvorst keek verbaasd op. Zijn ogen namen de gelaatstrekken van den jongeling scherp op, maar hij kon zich niets bekends te binnen brengen. „Nu goed", zei hij eindelijk, dan zult ge sterven als een onbekende man. Maar toch zul je de :lood sterven •looi de kogel. Ge zult sterven hier, op dit pk in, als een soldaat, die zich steeds dapper gedroeg, maar gezondigd heeft tegen de krijgswët. Morgen, wanneer de klok van vier beeft uitgeluid, zullen u de kogels treffen. Stel hem in voorlopig arrest", wend de hij zich tot de Raadsheren. „Even als ieder ander burger, zó wil ik het. Stuur hem 'n geestelijke, die van- nacht bij hem blijft. Maar die moet hem met rust laten, wanneer hij met rust gelaten wenst te worden. Hij moet bij hem in hetzelfde vertrek slapen. De eerste morgenklok luidt toch om vier uur?" „Jawel, Uwe Hoogheid, wanneer de dag aanbreekt, om vier uur". „Om vier uur moet hij hier zijn, en zodra de klok heeft uitgeluid God sta me bij, m'n zoon!" Ottheinrich keek hem nog eenmaal diep in de ogen, zonder echter te vin- JAN DE JONGE.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1935 | | pagina 5