Toegewijd een Hendel, Industrie en Gemeentebelangen-
EEN LIEFDE IN CHINA
EERSTE BLAD.
GEMEENTERAAD.
FEUILLETON
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TWEE BLADEN.
Sprang-Capelle.
II
Een slecht figuur l
nOOP.ERVARTMG
UlEB 66.
WOENSDAG 28 AUGUSTUS 1935.
58e JAARGANG.
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz.
tranco te zenden aan den Uitgever.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco p. post door 't geheele rijk 1.40.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN
Telefoon No. 38. Telegr.-adresECHO.
Advertentiën moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zijn.
Bij contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regel.
Prijs der Advertentiën:
20 cent per regel; minimum 1.50.
De Waterleidingkwestie.
Wij hebben voor enkele weken, na-
dat de gemeenteraden van Waspik en
Geertruidenberg de bekende moties
inzake de N.V. Waterleidingmaat
schappij West-Noord-Brabant hadden
jangenomen, al betoogd, dat deze
moties wel op een zeer ongelukkig
tijdstip kwamen. Daar toen namelij v
juist de plannen Lot vereeniging van
de gemeenten Waspik, Raamsdonk
en Geertruidenberg bekend waren,
kregen wij al direct den indruk dat dc
gemeenteraden beide zaken met el
kaar in verwarring brachten. Daar
over hebben we onze afkeuring uitge
sproken, maar we hebben ons daar
bij zorgvuldig onthouden van een oor
deel over den inhoud der moties zeil,
omdat we niet over voldoende gege
vens beschikten om de uitgesproken
afkeuringen aan de ware leiten te
toetsen. Wel hebben we aanstonds
gewezen op de waardeering, die het
vele werk van burgemeester Moons
van Raamsdonk bij hoogere autori
teiten gevonden heelt, welke waardee
ring toch ook niet ongegrond zal zijn
geweest.
De Raad van Commissarissen dei-
Maatschappij heeft thans op verzoek
van verschillende gemeentebesturen,
die inlichtingen vroegen naar aanlei
ding der door hen ontvangen moties,
nadere gegevens verstrekt, die een
geheel ander licht werpen op de feite
lijke loestanden, dan men zou krij
gen na kennisneming van de moties.
Men vindt deze inlichtingen verwerkt
in het raadsverslag van de gemeente
Sprang-Capelle, opgenomen in dit
blad, en we kunnen ieder, die de
zaak niet eenzijdig wil bezien, aanra
den er kennis van te nemen.
Wij voor ons hebben hieruit den
indruk gekregen, dat de raden van
Waspik en Geertruidenberg in deze
onverwikkelijke zaak een dubbelen
blunder hebben begaan: niet alleen
het tijdstip der moties was verkeerd,
maar evenzeer de inhoud. Beide ge
meenten hebben hiermede een zeer
slecht figuur geslagen, hetgeen ver
moedelijk wel door de ontvangst dei-
moties in de verschillende aangeslo
ten gemeenten zal worden bevestigd.
We zien hier weer waartoe men kan
komen indien men niet personen van
zaken weet te scheiden. Had men in
Waspik en Geertruidenberg de zaken
objectief durven bezien en ware het
niet de uitdrukkelijke bedoeling ge
weest Burgemeester Moons persoon
lijk te treffen, dan zou men onmoge
lijk deze grove fout hebben kunnen
maken en had men zich zeker eerst
terdege op de hoogte gesteld van de
juiste feiten, alvorens een zoo bezwa
rend oordeel uit te spreken. Derge
lijke afkeuringen mogen toch zeker
niet worden uitgesproken door per
sonen, die weinig of niets van de za
ken afweten en die b.v. niet eens kun
nen inzien dat de hooge tarieven te
wijten zijn aan de zware kapitaals-
lasten en niet aan de salarissen!
Intusschen heeft deze zaak een
heel ander verloop als door de beide
gemeenteraden gewcnscht kan zijn.
Burgemeester Moons wordt namelijk
in het geheel niet getroffen, integen
deel, nu de juiste feiten zijn bekend
gemaakt blijkt opnieuw hoeveel de
Maatschappij en daarmede de geheele
streek aan hem verschuldigd is. Zijn
groote verdiensten, waarvoor wij
steeds allen lof hebben gehad, komen
nu nog des te heter uit. De gestes van
de raden van Waspik en Geertruiden
berg treffen nu op de eerste plaats,
die gemeenteraden zelf, die hiermede
wel een heel slechte beurt hebben ge
maakt, slechter als men van raads
leden en hoogere autoriteiten had mo
gen verwachten
Het voorgevallene moge intusschen
een goede leer zijn voor de toekomst.
Andere klanken over de Wa
terleiding-Mij. Meevaller in
de begrooting. Verbouwing
van het Raadhuis. Af
scheidswoorden.
l)e gemeenteraad van Sprang-Capel
le vergaderde Vrijdagmiddag ten raad-
huize in Vrijhoeve-Capelle.
Voorzitter burgemeester Smit.
Secretaris de heer v. d. Berg.
Afwezig de heer Timmermans.
Aan de orde:
1. Notulen vorige vergadering.
De notulen worden zonder opmer
kingen conform ontwerp vastgesteld.
2. Ingekomen stukken.
Steunverleening.
Van den Chr. Besturenbond is een
verzoek ontvangen om, nu de Minister
daartoe de gelegenheid heeft openge
steld, de uitkeeringen der werkloos-
heidskassen aan te vullen tot zij even
hoog zijn als de steunbedragen vol
gens de steunregeling.
De Voorzitter zegt, dat het bij de
thans gekiende uitkeeringen kan voor
komen dat gezinnen met veel kinde
ren uit de kassen een lager bedrag
trekken als zij volgens de steunnorm
zouden krijgen.
B. en W. stellen voor dezen toestand
uit den weg te ruimen door aan het
verzoek van den Besturenbond te vol
doen, hetgeen van de gemeente geen
groote offers vraagt, daar het Rijk in
deze toeslag eenzelfde bijdrage geeft
als in de steunbedragen.
De heer Dalmayer dankt B. en W.
voor dit voorstel.
Het voorstel wordt aangenomen.
Waterleiding Mij.
West Noord-Brabant.
Van de gemeentebesturen van Was
pik en Geertruidenberg is een motie
ontvangen, waarin afkeuring wordt
uitgesproken over het beleid der Wa
terleiding Mij. West—Noord-Brabant.
(Deze motie is reeds uitvoerig in ons
blad vermeld geweest).
De heer Verheijden betoogt naar aan
leiding van deze motie, dat de groote
fout der Waterleiding Mij. is, dat de
vaste lasten te hoog rijzen, d.w.z. dat
het aandeelenkapitaal te groot is. Ren
ten en aflossing drukken veel te zwaar
op den kostprijs van het water. Spr.
wil nog een stap verder gaan. Men
heeft te Waspik, Raamsdonk en Geer
truidenberg niet alleen, maar ook hier
ter plaatse een stok gezocht om de
Commissarissen en speciaal den Pre
sident-Commissaris te kunnen raken
voor zijn werkelijk wel wat al te hoog
salaris. De publieke opinie keert zich
tegen te hooge loonen en salarissen
van beschutte bedrijven als Waterlei
ding, Electriciteit en Vervoer. Nu de
inkomst ender niet beschutte belasting
betalers ontzettend gedaald zijn, be
schouwt spr. de geheele actie tegen
over 'l Waterleidingbedrijf als eenigs-
zins „gezocht". Van alle kanten komt
verzet tegen al te drukkende belastin
gen, die zich gaat uiten over bovenge
noemd bedrijf. Het is de tweede maal
dat spr. dit in zijn leven medemaakt.
De toestand is evenwel gevaarlijker
dan in de jaren rond 1890 in deze pro
vincie en deze plaats. De bekende vlam
sloeg direct naar andere provincies
over.
Spreker acht een aantasting van de
vaste lasten, die den water-, zoowel
als den electriciteitsprijs zwaar druk
ken, zeer gevaarlijk. Herhaaldelijk
van „De Echo van het Zuiden".
Uit het Engelach,
door
BEN BOLT.
Nadruk verboden.
15.
Het meisje wendde zich naar het
huis, keek toen om. U moet dadelijk
de rivier af gaan
Neen! antwoordde hij. Ik blijf
hier. -
Dan, riep ze, terwijl ze bleef
staan, moet u onmiddellijk naar de
statie gaan. U moet de poorten" laten
sluiten en er blijven. Ik zal doen wat
ik kan, en ik stuur u
Kom toch, kind! Moet ik nog
langer wachten? schreeuwde Barring
ton woedend.
Belooft u het me? smeekte ze,
zonder op het geschreeuw acht te
slaan.
Ja voegde hij haar toe. Ja! Dat
beloof ik u.
En wees voorzichtig
Barrington riep weer, en terwijl
Forsyth de stoep van de veranda af
liep, wuifde het meisje den jongeman
toe en liep naar huis.
Dick Forsyth had niet den minsten
lust Barrington te ontmoeten; hij be
gaf zich tusschen de bloembedden door
naar het hek en zag, toen hij op den
weg gekomen was, eenige koelies
staan. Een van hen wierp hem een
minachtenden blik toe, terwijl een
ander een dikken bamboestok op zijn
teenen liet vallen. Vermoedend, dat
de mannen een twist wilden uitlok
ken, nam hij geen notitie van hen en
vervolgde zijn weg heuvelafwaarts
alsof er niets gebeurd was. Hij had
nog maar een paar passen geloopcn
of er vloog een steen langs zijn hoofd,
omkijkend zag hij een jongen nog een
steen oprapen en achter hem, in de
schaduw van een boom, ontdekte hij
den soldaat met het geweer, die hem
van de Ya.men af gevolgd was.
Hierin ontdekte hij den hand van
Li Weng-Ho. Het volk had al verlof
gekregen om den blanken dokter te
sarren en het was geraden ten spoe
digste naar de missie te gaan.
Haastig liep hij voort en nam een
weg, die niet zoo druk was. Weer
vloog er een steen langs zijn hoofd.
Hij keek niet om, maar toen hij een
hoek omgeslagen was, zette hij het
op een loopen.
Hij bereikte den volgenden hoek
zonder dat het tweetal verschenen
was, maar juist toen hij omkeek,
hotste tij tegen een dikken Boe-
dhistische priester aan, die door den
schok op den grond rolde. Met ver-
bazingwekkenden vlugheid voor zoo'n
dikzak, kwam de priester overeind en
keek woest naar den man, die de oor
zaak was van zijn val, waarop hij
luidkeels schreeuwde: Dood aan den
barbaar!
Terwijl deze leus door de lucht
galmde, begreep Forsyth, dat het
nutteloos was zijn verontschuldigin
gen te maken. Hij keek om zich heen,
en zag twee andere priesters den tem
pel uithollen, en ging weer op de
vlucht. Hel spektakel achter hem
werd steeds luider. Meer stemmen
schreeuwden en de kreet werd steeds
luider:
Dood aan den vreemden duivel!
Dood aan den barbaar. Doodt hem!
Doodt hem!
Allerlei projectielen vlogen langs
hem heen. Een paar maal werd hij
getroffen, maar niet noemenswaardig
gekwetst. De vlucht werd steeds
moeilijker, want het geschreeuw trok
de aandacht der menschen voor hem
en de twee mannen trachtten hem den
weg af te snijden. De eerste probeerde
hem vast te houden, inaar Forsyth
wierp hem tegen den grond. De twee
de trachtte hetzelfde te doen, toen
Forsyth vuist uitschoot en de aanval
ler in den hals gegrepen werd, waar
na hij bewegingloos op den weg bleef
liggen. J
Een smal straatje, dat in de rich
ting van de missie voerde, doemde
plotseling voor Forsyth op. Zonder
te aarzelen sloeg hij het in. Het was
een gore buurt, vol half-naakte kin
deren en vrouwen uit de onderste
lagen der maatschappij. Hij vermin
derde zijn vaart in de hoop er onge
merkt door te komen, maar een mo
ment later klonk de kreet opnieuw:
Dood aan den barbaar! Dood
aan den priestermoordenaar!
Hij had wel geen priester ver
moord, maar dat kwam er minder op
aan. Mannen snelden de straat op. Hij
werd met allerlei vuil en afval beko
geld, maar hij durfde niets terug te
doen, want er kwam hoe langer hoe
meer volk in het straatje en als hem
den uitweg versperd werd, dan zou
het eind niet ver af zijn. Hij deed een
wanhopige poging om zich door de
menigte heen te dringen en ontdekte,
dat zich aan het einde van de straat
een kanaal bevond, waarover een ge
broken brug hing. Hij aarzelde geen
oogenblik; een gerimpelde oude
werd in de na-oorlogsjaren op de ge
varen gewezen, die in den wind wer
den geslagen. Nu heeft men de con
sequenties te aanvaarden.
Men wenschte in de na-oorlogsjaren
dezelfde gemakken als de groote steden
en men bemerkt pas bij leege beurzen
dat betalen moeilijk valt. Dit geldt
eveneens voor onrendabele electrici-
teitsnetten en onzinnige spoorwegnet
ten (Zuid-Beveland, Haarlemmer
meer en de Noordelijke Provincies).
Nu begint er van alle kanten verzet
te komen, doch de werkelijke schul
digen noemt spr. de kiezers, met hun
ne veel te hoog opgeschroefde levens-
eischen.
De heer De Bas is van oordeel, dat
het tijdstip waarop de moties zijn aan
genomen, in verhand met andere za
ken niet juist gekozen is, zoodat men
geen zuiver inzicht in de zaak krijgt.
Spreker kent den president-commissa
ris van nabij en hij heeft den indruk
dat deze persoon te hard is aangeval
len. Naar spr. weet heeft de president-
commissaris vooral de laatste jaren
veel werk voor de Maatschappij ge
daan en spr. kan daarom niet zeggen
dat het salaris, dat de heer Moons in
die jaren genoten heeft, te hoog is. Als
men in aanmerking neemt, dat de
drukke werkzaamheden van den heer
Moons slechts tijdelijk waren en men
kent de capaciteiten van den pres.-
commissaris, dan is het volgens spr.
zeer te betwijfelen of het voor de Mij.
wel voordeelig zou zijn geweest om
tijdelijk een aparte kracht aan te stel
len, waardoor cumulatie van inkom
sten zou zijn voorkomen.
Spr. wil wel aan B. en W. vragen er
aan mee te weaken de vergoeding aan
den pres.-comm. te herzien, wanneer
diens werkzaamheden minder omvang
rijk geworden zijn.
Spr. is er van overtuigd dat de hoo
ge tarieven niet veroorzaakt worden
door hooge salarissen, integendeel, de
capaciteiten van den pres.-commissa-
ris zouden wel eens van dien aard
kunnen zijn dat daardoor de tarieven
zoo laag mogelijk zijn gehouden.
De lieer Kerst meent, dat het niet op
den weg van een gemeenteraad ligt 'n
dergelijke motie aan te nemen. Derge-
Chinees, zonder een tand in zijn
mond en met 'n gezicht dat niets men-
schelijks meer had, sloeg met een mes
naar hem, maar miste en het volgen
de moment sprong hij in het water en
zwom vlug naar den anderen kant.
Een gehuil van woede steeg op; hij
was aan zijn vervolgers ontkomen,
hoewel de steenen, die het water aan
alle kanten om hem heen deden spat
ten, hem waarschuwden, dat het ge
vaar nog niet voorbij was.
Doodt den priestermoordenaar!
Doodt den bleeken duivel!
In een schijbaar verlaten sampan,
die midden in het kanaal lag te dob
beren, werd plotseling een man zicht
baar, die hem met een der roeiriemen
een flinken slag wilde geven, doch
miste, en terwijl hij voorhij de boot
zwom, zag hij een andere sampan
naar zich toe komen.
Voor deze hem echter bereikt had,
was hij al bij den oever; zonder het
water uit zijn kleeren te schudden,
ronde hij verder.
Hijgend van uitputting bleef hij
eindelijk staan en keek achterom. Hij
was aan de bende ontsnapt, want er
was niemand in de buurt.
In de kronkelende straat, die hij
nu volgen moest, kon hij niet anders
dan de aandacht trekken, met zijn
druipende kleeren, maar niemand
hinderde hem, al werd er menige
venijnige blik op hem geworpen.
De vloek van den mandarijn was
blijkbaar nog niet tot dit stadsge
deelte doorgedrongen, al kon zijn
boodschap ieder oogenblik bekend
worden.
Hij kwam veilig en wel op het plein,
waar het missiegebouw gelegen was,
maar toen brak een helsch lawaai los.
Hij keek om en zag de voorhoede van
de menschenmenigte al op het plein
komen. Een,twintig meter scheidden
hein nog van het gebouw. Hij zette het
op een loopen. Een woest gebrul ver
kondigde hem, dat ze hem ontdekt
hadden, maar hij keek niet eenmaal
oin. Het hek stond open en terwijl hij
er doorliep, keek hij achter zich. Het
gespuis drong naar voren, huilend
als wolven achter een bloedspoor.
Haastig duwde hij de poort dicht,
schoof er een houten balk voor en
zich omkeerend, zag hij zijn ver-
haasden collega, dokter Wang-Hi
staan.
Mijn beste vriend, begon deze,
wat beteekent
Een salvo van steenen ratelden te
gen de houten poort, terwijl er enke
len over den muur vlogen.
De jacht is begonnen, Wang-Hi.
We mogen van geluk spreken, als we
oover een half uur niet in brand
staan.
Maar de mandarijn, Li Weng-
Hobegon de Chinees.
Het is zijn schuld, daar durf ik
'n eed op te doen. Die kerels daar zou
den niet zoo van leer trekken, als ze
niet wisten, dat ze de sanctie van den
mandarijn hadden. Luister! Ze zul
len probeeren de poort in te trappen.
Het leek er inderdaad op, dat er
iets dergelijks ging gebeuren, maar
plotseling klonk er een schelle stem
boven het lawaai en het gebons uit.
Als bij tooverslag werd het stil, toen
leek het alsof iemand spijkers in
houtwerk sloeg.
Wat is dat, Wang-Hi? fluisterde
Forsyth verbaasd.
De Chinees schudde het hoofd en
terwijl ze stonden te luisteren, hield
het gehamer op en hoorden zij schui
felende voetstappen. Daarna werd het
doodstil. De twee mannen keken el-
aal^ytscle en Langstraatscbe Courant*
t