Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. iigcsot&r/w EEN LIEFDE IN CHINA der Uil! :rs a EERSTE BLAD. FEUILLETON DiT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. EUW NAAR WELVAARTSPOLITIEK. i k E. beginnen weer 1 October a* s IMER 71 ZATERDAG 14 SEPTEMBER 1935. 58c JAARGANG. ■a iao in een ee en irin 'an aarn, slak i M ing leis 2ii wa veer etaa i. Vo( die ch •eest Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. tranco te zenden aan den Uitgever. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco p. post door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN Telefoon No. 38. Telegr.-adresECHO. Advertentiën moeten Woensdag en Vrydag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. Reclames 40 cent per regel. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum 1.50. By contract flink rabat. ^ekin 2rs scha d op ;en c wie ir, on kv gered stak ien 'kamj van :he ai ïpen >leek >pte K. 2 overj We hebben vorige week beloofd, dat we nog zouden terugkomen op het verschenen lustrumnummer van »de R.K. Werkgever», dat uiterst belangrijke artikelen bevat van de voorvechters der welvaartspolitiek, die er onder de kopstukken der R.K. Werkgeversvereniging zoo- velen zijn. We meenen dit niet beter te kun nen doen dan door enkele passages over te nemen uit de zeer belang wekkende beschouwing van Ir F. Guljé over »Overheid en Volks huishouding». Na een opsomming van de maat regelen, die ten behoeve der industrie genomen zijn, schrijft de heer Guljé »A1 kan men niet zeggen dat de Nederlandsche nijverheid geheel onbeschermd in den storm is gelaten, toch is de klacht gegrond, dat op dit gebied niet genoeg gedaan is. Niet omdat er geen geldelijke steun (subsidie of crediet) verleend is. Hoofdzaak is, dat de regeering niets gedaan heeft om de natuurlijke uit- IIh h breiding van de industrie te bevor- deren. De situatie van de nijverheid ciZ [is niet te vergelijken met die van 1 handel, landbouw of scheepvaart. Daar betreft het bedrijven, die dooi de tijdsomstandigheden gedwongen zijn, in te krimpen, en de regeering kan daar slechts ingrijpen om de aanpassing zoo min pijnlijk te doen zijn als maar mogelijk is. Bij de industrie echter vereischt de struc- sruin ub E hgge Red. tuurverandering (dr. Colijn is altijd een der eersten geweest om te be- toogen dat wij in een structuurcrisis leven) een uitbreiding der productie. Het standpunt is te verdedigen dat hier het zwaartepunt had moeten liggen der economische politiek. In elk geval had de regeering méér moeten doen dan het hierboven beschrevene. Daar is in de eerste plaats de verdere industrialisatie van ons land aan de hand van een technologisch onderzoek, waaraan minister Gelissen zich thans eindelijk, in het vijfde crisisjaar, zal mogen zetten, en in de tweede plaats de bevrijding der industrie van de veel te hooge kapitaalslasten, die haar direct en indirect via de loonen drukken. Ook de resultaten van het technologisch onderzoek zijn ten nauwste afhankelijk van de vraag of in het algemeen gunstige produc- tievoorwaarden worden geschapen. Dat de regeering hier geen maat regelen neemt doch, op zijn best genomen, het er op laat aankomen om zich huiverend en met tegenzin in die richting te laten dringen, is o.i. de groote tekortkoming in de geheele economische politiek.» Waar het geldt de stimuleering van onzen buitenlandschen handel schrijft de heer Guljé, dat er veel te weinig gedaan wordt om den daad werkelijken afzet van onze producten in het buitenland te bevorderen. Hij acht het noodzakelijk dat onze achterlijke economische dienst wordt losgemaakt van den consulairen dienst en gereorganiseerd wordt op basis van nauwere samenwerking tusschen staat en ondernemers. Dat zelfde geldt voor de veel intensievere propaganda voor het Niderlandsch fabrikaat in den vreemde. De voor zitter der A. R.K. W. V. zoekt de fout niet alleen bij de regeering en merkt terecht op dat men niet vol doende verantwoord is door de regeering te verwijten dat zij niet voldoende haar best doet »to make the best of it». Integendeel, hij spaart ook zijn eigen categorie niet, waar deze in gebreke bleef: »Men kan hier ongetwijfeld aan vele Neder landsche ondernemers gebrek aan initiatief verwijten». Maar terecht voegt hij eraan toe dat de staat niet met verwijten aan de ondernemers kan volstaan. »Als inderdaad de ondernemers te laks zijn, en de export is toch een levensbelang, dan dient de staat hen tot elkaar te brengen en desnoods zelf het initia tief te nemen. Dit vloekt met de oude beginselen van overheidsbeleid. Maar de tijden zijn veranderd en het laissez faire is voorbij. Bij den landbouw hebben we den staat trouwens heel wat verder zien gaan "r-wjscruppy van verzekering op het leven FE, /ijk. van „l)e Echo van het Zuiden". Uit het Engelsch, door BEN BOLT. Nadruk verboden. 20) God vergeve haar! mompelde hij na een poosje. God vergeve haar! Hoe had ik ook kunnen vermoeden dat zoo n allerliefst meisje in staat was zoo iets gemeens te doen! Hij probeerde zich te dwingen er niet meer aan te denken. Toen herinnerde hij zich haar dringende woorden van dien middag. Gelooft u me? U gelooft toch niet dat ik zoo slecht ben... Hij zag haar gezicht, bleek, verlan gend, mooi en smeekend, en haar woor den echoden in zijn ooren: Zeg dat u mij gelooft. U denkt toch niet dat ik zoo slecht ben... Ja, fluisterde hij, ja, ik geloof je. Als ik aan jou zou twijfelen, zou ik moeten twijfelen aan alles wat goed en lief en mooi is in de wereld! Hij werd kalmer en tegelijkertijd be gon hij de pijn in zijn hoofd en zijn lichaam heviger te voelen. Hij dacht aan wat hem te wachten stond: wat zou er met hem gebeuren? Hij had er geen flauw besef van. Maar van de andere zijde van de planken wand waartegen hij lag, hoorde hij het gekabbel van wa ter en hij wist nu zeker dat hij op een boot was. Toen dacht hij opnieuw aan Kathleen Barrington. Wat zou haar deel zijn met een vader, die voor geen laagheid der wereld terugdeinsde en den mandarijn, die niet rusten zou voor ze zijn vrouw was. Hij huiverde en gesmoord kwam het over zijn lippen: God behoede haar! God beware haar voor dat vreeselijke lot! HOOFDSTUK X. FORSYTH DOET EEN ONTDEKKING. Na telkens even vergetelheid gevon den te hebben'in een korten slaap, ont waakte Dick Forsyth eindelijk voor goed en bemerkte dat het ochtend was. Pijnlijk en ellendig vroeg hij zich met doffe beklemming af, wat de nieuwe dag hem brengen zou. Zijn eerste ervaring was, dat een Chinees met een onaandoenlijk gezicht en een mes in de hand, zich door een bovenluik naar beneden liet glijden en op hem afkwam. Het open luik liet het licht in zijn gevangenis binnen en For syth zag dat de man de uniform van de Yamen aan had. Dit, gevoegd bij het mes, voorspelde niet veel goeds. Goeden morgen, dokter, begroette de Oosterling hem in zijn moedertaal. Ik hoop dat zoete droomen uw rust hebben veraangenaamd. Forsyth negeerde den ironischen toon en antwoordde bedaard: Ik heb heelemaal niet gedroomd. Niet aangenaam en niet onaange naam. Dat, hernam de Chinees ernstig, getuigt van een tevreden geest. Maar U zult wel honger hebben, hebt U trek in rijst? Forsyth, die zich de vraag stelde wat dit bezoek te beduiden had, sprak, even Aangifte aan de school op Maandag 23 September van 7—8 uur voor de meisjes en op Dinsdag 24 en Woensdag 25 September van 7—8 uur voor de jongens. In alle onderdeelen van het vak worden cursussen gegeven. De Directeur, H. VAN DER WAERDEN. ernstig als de ander: Rijst is een hongerig mensch altijd welkom. De afgezant van den mandarijn boog glimlachend. Maar met gebonden handen kan men niet eten, en aangezien ik orders heb gekregen U van voedsel te voor zien, zal ik de banden moeten losmaken. De daad bij het woord voegend, duwde hij het mes onder de gevlochten raffia die om Forsyth's handen gewon den was en een seconde later waren zij bevrijd. Toen keek de zoon van het Hemelsche Rijk naar de geboeide voe ten en glimlachte opnieuw. Alleen een goochelaar kan de eet stokjes met zijn teenen vasthouden, dus het is niet noodig U van den ketting te bevrijden. Maar U moet uw handen eens flink wrijven, dokter, dat prikkelt den bloedsomloop en doet het gevoel terugkeeren. Die rekels hebben U ste vig gebonden! Forsyth, die reeds uit zichzelf was gaan doen wat de Chinees hem aanried, hield op met wrijven en keek zijn be zoeker opmerkzaam aan. Reeds dadelijk had hij geconstateerd dat hij niet tot de heffe des volks behoorde, maar een be schaafd man moest zijn, waarschijnlijk iemand die een zekere vertrouwenspo sitie bekleedde. Vermoedelijk was hij op de hoogte van wat de mandarijn met hem vóór had. In ieder geval was het de moeite waard te trachten dat uit te vorschen. Waarom hebben ze mij eigenlijk gebonden? Waarom ben ik hierheen gebracht? Vraagt U dat nog? U hebt ook een armzalig geheugen, dokter. Giste ren werd U verzocht bij zonsondergang uit Yong-Foo te vertrekken. Maar U was koppig en negeerde de waarschu- Voorts bepleit schrijver nauwere economische samenwerking met Ned.—Indië, waarvoor voortdurend overleg tusschen de regeeringen noodig is. Nederland doet zijn best om Indië te helpen door de afname van groote hoeveelheden landbouw producten. Daartegenover moet Indië echter hegrijpen, dat het tot op zekere hoogte het afzetgebied is voor de landbouw- en industrieele producten van het moederland. »Het is waar dat Australië voor de eene, en Japan voor de andere categorie een gunstiger positie inne men dan Nederland, maar de onder nemers in Indië moeten blijven be denken dat lnsulinde, dat zijn ont wikkeling geheel aan Nederland dankt en dat in zijn crisismoeilijk heden den financieelen en economi- schen steun van het moederland dankbaar heeft aanvaard, ook zelf een plicht heeft te vervullen als deel van het Koninkrijk.» Na de voornaamste gebieden der Volkshuishouding te hebben he wing, dus werd U in uw eigen belang na donker weggevoerd. In mijn eigen belang...? Zonder twijfel. Mijn hoogvereerde meester was zeer onthutst dat men U, na Uw vertrek uit de Yamen lastig ge vallen heeft. Het deed hem ten zeerste leed en vreezend dat U koppig zoudt blijven en dat hij niet bij machte zou zijn de burgers in toom te houden en het zendingsstation in brand gestoken zou worden, moest hij U veiligheidshal ve verwijderen. Forsyth luisterde naar deze aaneen schakeling van leugens zonder ook maar eenig blijk van zijn ongeloof te ge- ven. Dus het briefje, dat ik van Miss Barrington kreeg, was als lokaas be doeld? —Laten we liever zeggen dat het een middel was om Uw veiligheid te waarborgen. De deugdzame jongedame heeft het zelf bedacht. Heeft Miss Barrington het be dacht? Er klonk verbazing in Forsyth's stem en toen hij begon te beseffen, dat deze mededeeling waar kon zijn, kwam er een peinzende blik in zijn oogen, wat den Chinees niet ontging. De jongedame vreesde dat Uw koppigheid U in gevaar zou kunnen brengen, verduidelijkte hij, en bezorgd voor Uw welzijn, bedacht zij dit plan om U tegen de gevolgen van Uw eigen halstarrigheid te beschermen. Terwijl de Oosterling sprak, bewoog Forsyth zijn beenen en de ketting die erom gebonden was, schuurde tegen den ijzeren ring. Dit onheilspellende geluid verjoeg de opkomende neiging om aan het leugenachtige verhaal ge loof te schenken geheel en hij vroeg: Heeft Miss Barrington ook voor sproken trekt schrijver de volgende conclusies »le. dat de grens tusschen over heidsbemoeiing en particuliere werk zaamheid reeds lang niet meer be paald wordt door het beginsel iaissez-faiie,dochdooroppoitunisme, gedicteerd door de harde noodzake lijkheid 2e. dat de overheidsbemoeiing in het algemeen voor het bedrijfsleven goede gevolgen heelt gehad, en zells noodzakelijk was voor de instand houding daarvan 3e. dat deze bemoeiingen weliswaar oorspronkelijk een tijdelijk karakter droegen, doch zich zoozeer hebben ontwikkeld, dat een geheel terug treden der overheid niet meer te verwachten is. Uit deze drie punten is een verdere conclusie te trekken 4e. dat daarom gestreefd dient te worden naar een zeer systematische samenwerking tusschen overheid en particulieren op basis der publiek rechtelijke bedrijfsorganisatie gesteld dat ik geboeid moest worden? Neen, was het prompte antwoord, dat gebeurde op mijn order, het zou Miss Barrington buitengewoon veel verdriet doen als zij het wist, maar het was wat Uw landlieden een betreurens waardige noodzakelijkheid noemen, beste dokter. Ziet U, het was noodig dat U uit Yong-Foo vertrok en onge boeid zoudt U zich daar zeker niet toe hebben laten dwingen: U Zoudt over boord gesprongen en teruggegaan zijn en dat zou Uw dood hebben beteekend, nietwaar? Dick Forsyth reageerde niet op de vraag en vervolgde: Waar brengt U mij heen? Naar Canton? De Chinees schudde het hoofd. Mijn geachte meester wil U daar voorloopig niet hebben. Hij is overtuigd dat U bevooroordeeld zijt tegen zijn be heer in Yong-Foo en dat U zoudt po gen hem nadeel te berokkenen: daarom is hij iets anders met U van plan, eer hij U naar uw landslieden terugstuurt. Hij zendt U naar zijn huis, dat op de grens van de provincie gelegen is. Ah! Dus ik ben de gevangene van den mandarijn? Laten we spreken van zijn geëerde gast! Maar Uw handen zijn weer in orde; Uw ontbijt wacht U. De Chinees klapte in de handen; een ladder werd door het luik naar bene den geschoven en een bediende daalde omlaag met een gelakt blad, waarop zich een behoorlijken maaltijd bevond. Dick Forsyth had zijn honger spoe dig gestild; toen gaf zijn bezoeker nog maals een teeken en de bediende kwam de borden en kopjes weghalen. Een an dere bediende bracht een blaadje met sigaren, sigaretten en een spirituslamp- (Wordt vwvolgd). e Echo van het Zuiden, aalwpsclic en Langstraatsclie Courant, V( j»,

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1935 | | pagina 1