Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
eis
;el
el.
?K
EEN LIEFDE IN CHINA
PEN:
EERSTE BLAD™"
FEUILLETON
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
ress
,90
,50
IRS,
- AANPASSING.
(kerij
Een vreedzame overweldiging.
Japan en Indië
I
Pacifisme en Realiteit.
>aar
jflIMMER 79.
ZATERDAG 12 OCTOBER 1935.
58c JAARGANG.
BER.
ians te
)UW,
SPIK,
237,
ZON-
dende,
DLIE-
:an 18
drijfas
sling,
nachi-
rgevel
iterge-
s voor
ok als
werk-
over-
r, bo-
oop 1
oop 3
en ge-
5.
en: bij
dagen
elkens
n café
spik.
e ver-
Mon
55157
aris.
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz.
tranco te zenden aan den Uitgever.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco p. post door 't geheele rijk 1.40.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN
Telefoon No. 38. Telegr.-adresECHO.
Advertentiën moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zijn.
Reclames 40 cent per regel.
Prijs der Advertentiën:
20 cent per regel; minimum 1.50.
Bij contract flink rabat.
13 Oct.
Iwijk.
Het Bezuinigingsplan is aange-
omen. Het voorziet in nieuwe
alarisverlagingen, heft belangrijke
ociale instituten op, vermindert de
rbeidsgelegenheid
We moeten ons «aanpassen».
De regeering benoemt een »com-
ïissie» welke de mogelijkheid zal
onderzoeken» van verlaging der
rijzen van de voornaamste levens-
lehoeften.
Ongeveer tegelijkertijd werden de
raanrechten verhoogd, met als
evolg stijging van den broodprijs.
Door verbetering van de export
mogelijkheden Ringen ook de var-
;ensprijzen omhoog.
Wachtzegt de overheid, dóór
uilen we nog een schepje óp doen.
- De crisisheffing werd van 6 op 9
cent per pond levend gewicht ge-
iracht, zijnde 50 pet. méér.
In Rotterdam en Den Haag werden
lit protest Maandag j 1 geen varkens
;eslacht. Naar het oordeel der orga-
lisaties is een nieuwe heffing op een
Polksvoedsel als varkensvleesch on
toelaatbaar en niet in het belang
van den consument
Neen, zeker niet.
Maar misschien is 't in het belang
jvan den gulden en dat is toch wel
jrettig.
Voor degenen althans, die guldens
óverhouden en ze dus niet b-hoeven
op te consumeeren aan duurder
brood, duurder vleesch, verhoogde
belasting.
Het kan best zijn, dat het alles
niet anders kón en onze uitval der
halve onredelijk is, maar het is
ontoelaatbaar, dat het volk telkens
nieuwe lasten worden opgelegd,
terwijl aan den anderen kant de
Doven
;t.
den
52913
HET
volkswelvaart beetje voor beetje
wordt afen weggerukt, zonder
dat er gezegd wordt waarom de
offers noodzakelijk zijn.
Men doel eenvoudig de volkssenli -
menten geweld aan met de instelling
van 'n commissie, welke moetstreven
naar verlaging van de prijzen dei-
eerste levensbehoeften, terwijl tege
lijkertijd die prijzen met kunst en
geweld omhoog worden gedreven.
Och we mopperen wel eens, dat
het zoo beroerd is en toegaat in ons
landje, maar dat is nu eenmaal onze
volksaard en zóó beschouwd, kan
men zelfs den schrijver van deze
regelen geen slechten vaderlander
noemen. Gelet echter op sommige
omstandigheden, schijnt het in het
buitenland nergens beter en veelal
nóg slechter te zijn dan hier. Dat
blijkt o.m. uit den toenemenden lust
van buitenlanders om de Neder-
landsche nationaliteit te verwerven.
Het aantal naturalisatie—aanvragen
bedroeg als regel een paar honderd
per jaar. In 1928 echter waren er
reeds 354 aanvragen en dat aantal
steeg van jaar tot jaar, zoodat het
in 1933 tot 1648 was geklommen 1
Men zou haast gaan gelooven, dat
de vleeschpotten van 't oude Egypte
naar ons Nederland zijn overge
bracht. Als de vreemde toevloed zóó
blijft stijgen, zullen we eens volko
men overweldigd raken.
De regeering heeft intusschen een
strengel e maatstaf aangelegd hij de
beoordceling der aanvragen en na
turalisatie van buitenlanders wordt
zooveel mogelijk opgehouden. Het
aantal afwijzingen bedraagt intus
schen nog maar 20 pel.
eens de oogen geopend voor het
steeds toenemend gevaar der Japan
sche penetratie in de Oost. Men
moet een dergelijke uiting niet al
te tragisch opvatten en denken dat
Japan van de ontstane verwikke
lingen wil gebruik maken om even
een deel van onze Oost te komen
inpikken. Het is trouwens reeds
gebleken dat het artikel reeds ver
schenen is voordat het Afrikaansche
conflict tot een oorlog was uitgebreid.
Wel echter herinnert dit voorval
aan het chronisch gevaar dat ons
in het Oosten van de zijde van het
expansie zoekende Japansche volk
bedreigt. Nog al te weinig is men
van de realiteit van dit gevaar op
de hoogte en juist daarom doet het
ons genoegen, dat wij melding kun
nen maken van de uitgifte van een
boek, dat een diepgaande studie
levert van het»Japanscheprobleem«.
Wij bedoelen het boek van den
bekenden Franschen journalist
Anton Zischka, »le Japon dans le
monde«, dat ook in Nederlandsche
vertaling verschenen is.
Het is een ontstellend beeld dat
van „De Echo van het Zuiden'
Uit het Engelsch,
door
BEN BOLT.
Nadruk verboden.
28.
Neen, de Chinees schudde ener
giek het hoofd. In vijf, neen tien
minuten steken wij de vallei over en
gaan rechtdoor naar Pi-Chow. Deze
mannetjes van den mandarijn zoe<
ken ons heelen middag op de heuvel
terwijl wij voorwaarts marcheeren!
Vijf honderd voet verder naar om-
jlaag maakte de vallei een bocht, die
i hen van de doerderij af onzichtbaar
maakte, en toen ze dat punt voorbij
waren, staken ze over en zochten
dekking aan de andere zijde. Halt
'houden voor een maaltijd was thans
te riskant, daarom aten zij, terwijl
zij in zoo recht mogelijke lijn door
stapten naar Pi-Chow.
Verscheidene malen ontmoetten zij
woningen, verscholen tusschen de be-
hoschte heuvels, die ze echter gemak
kelijk konden vermijden en zonder
ongelukken en zonder ongewenschte
avonturen, gingen zij voort tot on
geveer een uur vóór zonsondergang,
toen Ching zich op den met dennen
naalden bezaaiden grond van een
(licht dennenbosch neervlijde.
Nu een slaapje tot 't heelemaal
donker is; dan naar de straatweg en
vlug aan loopen.
Op het dikke naaldtapijt sliepen
ze, na de vermoeienissen van den
ldra in. Na een
Het artikel van het Japansche
dagblad »Nitsji-Nitsji«, waarin een
oogje wordt geworpen naar onze
koloniën in lnsulinde, heeft weer
uur of drie werden ze wakker en na
een korte beraadslaging, daalden ze
naar den straatweg af. De maan was
niet op en een barmhartige duister
nis beschutte hen tegen al te waak
zame blikken, zoodat, ofschoon er
vrij veel verkeer langs den weg was,
niemand op hen lette. Forsytli trok
Wang-Li's gewaad dicht om zich
heen en zegende zijn gesternte dat hij
dezen mantel had geleend, toen hij
naar Barrington's huis ging.
Zij bereikten een dorp waar de
lantaarns voor de winkels nog
brandden: Ching ging vooruit en be
zorgde zijn metgezel een hoed, opdat
zijn onbedekt hoofd niet de aan.
dacht zou trekken. Heel aan het eind
van het dorp voerde hun weg langs
een kleine theetuin. Veelkleurige
lampions tooverden hun schijnsel
tusschen boomen en struiken; uit
het paviljoen in het midden klonk
muziek, gegons van stemmen en ge
lach, maar de tafels, die in ruw- ge
timmerde prieëelen waren geplaatst,
waren verlaten. Het was er flink
donker en Forsyth keek verlangend
den tuin in.
Thee? vroeg Ching, vermoe
dende wat er in hem omging.
Ik zou er wel trek in hebben.
Wat denkt jij, Ching? Is het veilig
om
In antwoord op den onvoltooiden
zin strekte Ching de hand uit en
duwde het nieuwe hoofddeksel van
den dokter diep in zijn gezicht.
U spreekt Chineesch, net als
ik, fluisterde hij. Maar niet praten
is heter.
Toen ging hij voor naar binnen.
Zij namen de tafel, die het verst van
hel paviljoen verwijderd was en ge
heel in de schaduw lag. Het was
Ching die de thee bestelde.
Forsyth genoot deze weelde met
de schrijver ons geeft van de nood
zakelijkheid van expansie van het
Japansche volk, dat in tachtig jaren
tijd bijna vier maal zoo talrijk werd
en dat binnen zijn al te nauwe
grenzen dreigt te verstikken. De
economische expansie van Japan
is zelfs door de hoogste tolmuren
niet tegen te houden, eenvoudig
omdat hel land moet exporteeren
voor zijn zelfbehoud. De hemelter
gende arbeidstoestanden in de Japan,
sche groot steden, de ellende van
het platteland, het is alles te ver
klaren uit de overbevolking. Men
staat verbaasd als men het loonpeil
van Japan met dat van West Europa
vergelijkt, in zooverre als van een
vergelijking sprake kan zijn.
Men leze dit boek, indien men wil
beseffen welk gevaar ons endeandere
koloniale mogendheden in de Oost
bedreigt. Indien men thans misschien
nog luchthartig denkt over een
proefballon als door een der Japan
sche bladen is opgeworpen, dan zal
men straks ontsteld staan en be
grijpen.
A. Zischka: Japan, wereldveroveraar.
Uitg. Ned. Boekhuis, Tilburg f2.90—3.90.
Dezer dagen is gepubliceerd een
adres, dat driehonderdvijftig artsen,
specialisten, onder wie professoren,
directeuren van krankzinnigen
gestichten, directeuren van zenuw
inrichtingen, zenuwartsen en psy
chologen, hadden gericht tot de
staatslieden van de wereld, de
ministers in alle kabinetten van alle
landen, op wie een beroep werd
gedaan tot tempering van oorlogs
stemming.
Naar aanleiding van dit* adres
lezen wij in de N.R.Crt. o.m,:
Men zal echter tusschen volken
en volken, en tusschen staatslieden
en staatslieden hebben te onder
scheiden. »De geschiedenis», zoo
lezen wij in het adres, »zal over die
staatslieden oordeelen, die hun vol
ken militair drillen en daarbij steeds
over vrede praten. Zij vooral zullen
de verantwoording dragen voor de
onafzienbare ellende, die een nieuwe
oorlog zou brengen.»
Zijn hiermede die staatslieden
bedoeld, die hun volken in een
agressief militairisme en chauvi
nisme, dat zich slechts ten koste
van andere volken kan uitleven,
opvoeden, dan kunnen wij die stel
lingen beamen. Over vrede praten
zij echter slechts sporadisch, als het
op dat oogenblik toevallig in hun
kraam te pas komt. Onlangs vonden
wij in een aitikel van den bekenden
Italiaanschen historicus Ferrero,
tegenwoordig hoogleeraar te Genève,
de opmerking, dat men blijkbaar
nooit voldoende doordrongen is
geweest van de zekerheid, dat onder
het fascistische regime van Mussolini
de militairistische scholing van het
Italiaansche volk, om zoo te zeggen
van de wieg af tot het graf toe, en
de opzweeping van de nationale
gevoelens tot een zucht naar uiter
lijke grootheid, op een goeden dag
wel op een uitbarsting moesten uit-
loopen. Nadat het fascisme achter
eenvolgens in Dalmatië, in Klein
Azië en op den Balkan het hoofd
had gestooten of de deur door
krachtige defensieve maatregelen
stevig voor zich gegrendeld zag;
nadat het in Europa voorloopig ook
geen bondgenooten voor zijn agres
sief imperialisme had kunnen vin-
'n „VELO" TAFELBILJART
brengt gezelligheid in huis, is van hoogste
kwaliteit, belastingvrij en ongelooflijk goedkoopI
kleine teugjes en was halverwege
zijn derde kopje, toen zijn oog plot
seling bleef rusten op een Chinees
plakkaat, dat aan den buitenkant
van het primitieve prieel bevestigd
\sas Het was hem straks in het
haastige voorbijgaan niet opgeval
len, maar nu, door nieuwsgierigheid
gedreven, stond hij op, en las bij het
licht van een lampion.
Onder het lezen verstarde zijn ge.
zicht, en Ching, die naar hem keek,
fluisterde in het Engelsch:
Wat is het dokter?
Mijn signalement en er wordt
een groote bclooning uitgeloofd voor
degene, die me dood of levend naar
de Yamen in Pi-Chow brengt. Het is
onderteekend door Ah-Yeo.
Dick Forsyth ging weer zitten,
dronk peinzend zijn thee en hernam
Ching, ik geloof niet dat het
verstandig is weer langs dat pavil
joen te gaan of door de verlichte
poort.
--De poort is niet de eenige weg
uit een kersenboomgaard, antwoord
de zijn metgezel met een grijns. Wij
gaan langs den achterkant en direct.
Langer blijven niet goed. Hierheen
dokter.
Hij ging den ander voor verder
de duisternis van den tuin in, en
even later stonden zij in een onver
licht gedeelte voor een vrij hoogen
muur. Ching bukte, beduidde zijn
reisgenoot op zijn rug te klimmen,
en zoo werkte Forsyth zich over de
hindernis. Ching zelf kroop er tegen
op als een kat, en toen hij aan de
andere zijde neergekomen was, keer
den zij naar den straatweg terug.
Ching, zette Forsyth het ge
sprek voort, als Ah-Yeo deze mede-
detling langs den geheelen weg naar
Pi-Chow heeft laten aanplakken
wordt het een moeilijk karwei Miss
Barrington te helpen.
Heel moeilijk, was het nuchtere
bescheid.
Er wordt in de proclamatie niet
gesproken over jou.
Ah Yeo weet misschien niet, ik
hij u. Denkt mischien ik verdronken.
Hij weet heelemaal niet ik vriend van
u, dokter.
Dan zou ik graag willen, dat je
me een ding beloofde, Ching. Wat
er ook gebeurt, doe voor Miss Bar
rington wat in je vermogen is. Als
de mandarijn mij te pakken krijgt,
doe alles wat je kunt om haar uit
Pi-Chow weg te krijgen naar Canton,
zul je?
Ik beloof het U, antwoordde de
Chinees rustig, en ik zal met Weng-
Ho afrekenen voordat
Neen, Ching; Miss Barrington
komt eerst. Als we gescheiden raken
mag je aan niets anders denken dan
aan haar welzijn. Beloof me dat.
Ik beloof het, herhaalde de
Chinees zonder eenige terughou-
ding.
Forsyth viel hem niet verder las
tig. Hij wist, dat een fatsoenlijke
Chinees een man van zijn woord is
en hij had van Ching's betrouwbaar
heid afdoende bewijzen.
Ik zal je er heel dankbaar voor
zijn, Ching, verzekerde hij geroerd.
Een uur lang trokken zij zwijgend
verder. De weg begon te stijgen en
ten slotte hoorden zij het ruischen
van water. Boven hen glinsterden
lichten en aangezien voorzichtig
heid geboden was, ging Ching voor
uit om het terrein te verkennen. Na
een kwartier kwam hij terug, en
bracht in zijn abrupten stijl rapport
uit.
Brug over het water. Wacht
huis met soldaten op de brug, kun
nen geen andere weg.
Dit was een ernstige complicatie,
maar daar zij vooruit moesten, zat
er niets anders op dan dit risico te
aanvaarden. Om de beste kansen le
hebben voor Kathleens redding sprak
Forsyth echter af, dat .Ching eorsl
over de brug zou gaan en aan de
overzijde op hem wachten. Mocht
hem dan iets overkomen, dan zou
de Chinees onmiddellijk den tocht
naar Pi-Chow voortzetten.
Toekijkend uit de schaduw, zag hij
hoe Ching ongehinderd de brug pas
seerde en zoo goed en zoo kwaad als
dat in het vage licht der opkomende
maan mogelijk was, nam hij, terwijl
hij wachtte, het gevaarlijke punt op.
De brug was in kameelrugvorm ge
construeerd en het wachthuis be-
heerschte haar in haar volle lengte.
Twee soldalen, de een gewapend met
een sabel en de ander met een lange
speer, waren in het licht van een lan
taarn aan den ingang zichtbaar en
Forsyth veronderstelde dat aan de
overzijde ook wel twee schildwachten
geposteerd zouden zijn. Beneden golt-
de en schuimde een snelstroomende
rivier en de oever was steil. Inderdaad
was de brug de eenige weg naar Pi-
Chow.
Hij drukte zijn hoed diep in de
oogen, kwam uit de schaduw te voor
schijn en stapte, al zijn moed bijeen
rapend, op de brug af. De soldaten
zagen hem komen en bleven vadsig op
hun steenen banken hangen. Reeds
begon hij iets van opluchting te voe
len, toen, juist op het oogenblik dat
hij de brug bereikt had, een der sol
daten opstond en hem een krom
zwaard voorhield. Hij bleef staan en
zag in dat moment, hoe het afge
stompte, uitdrukkinglooze gele gezicht
van den man plotseling uitdrukking
kreeg. Een seconde later schreeuwde
de kerpl:
De Echo van het Zuiden,
aalwybscbe en Langstraatsehe Coorant*
Verkrijgbaar ln onze 100 illlalen In Nederland
mm V IimW Contant? betaling geen verelschtel