per ÉIEUWS UIT KAATSHEUVEL. SPORT. V af. de !*ïiet nen en ver. slo- eni. lid ten iter tien erf. r g). en .m. Jde >ke hr. te ing ref. zer Be- ins om de ste en, ijn ien tiet ar- og »n. en lie te en en si rs* en •5, en OS SS '0. af Een ui het zich ernst >per. ,eeskundige {hulp i vier. hr. Roos achtte over naar het nwel giekenhuis te Raamsdonksveer voor kdcr onderzoek noodzakelijk. (7 T Kaatsheuvel, 11 Oct. 1935. iter, Bel Canto. wje Onze zangvereeniging „Bel Canto rujk Lef[ 2ich deze week Woensdag op zeer 1 111 |C waardeeren wijze gekweten van de '°ed U om een wisselconcert te brengen, 'gen 3|s tegenprestatie van wat Bel Canto erf- Ljt Tilburg op Zondag 29 Sept. in iaar ((aatsheuvel heeft laten hooren. Ofdt Qe „Nieuwe Tilburgsche Courant ceft in zijn Donderdagnummer over dit egenbezoek een kleine recensie, die we ier in haar geheel laten volgen: Gemengde Zangvereeniging „Bel Canto". Directeur Jan van Leeuwen. Tegenbezoek van „Bel Canto" uit Kaatsheuvel. Gisterenavond had in de groote zaal ïan de Kon. Liedertafel S. d. M. een ecombineerd concert plaats van de Jeide „Bel Canto's" uit Kaatsheuvel en ilburg. De zaal was zeer goed bezet n onder de aanwezigen bemerkten wij erscheidene muziekminnaars van naam lie met „Bel Canto" uit Kaatsheuvel vilden kennis maken. De roep was dit (oor vooruitgegaan en de goede ver- N wachtingen zijn niet beschaamd gewor- den. Kaatsheuvel bezit in den directeur den heer Tuerlings eene leider van izondere muzikale kwaliteiten, welke in zijn koor demonstreert. Daardoor iezit het koor ook een keurig tempera ent, al is de toonkwaliteit niet zoo lphide als die van Tilburg. Het koor is echter zeer volumineus en het is wel een groote verdienste, dat trots het massale de accentuatie zoo fijn en het coloriet zoo teer kan zijn. Het verbaas de ons dan ook later op den avond te vernemen, dat het gemengde koor pas een half jaar zou bestaan. Althans, dit meenden wij te beluiste ren in de toespraak, welke mevr. Mal- lens hield toen zij den heer Tuerlings "een krans aanbood, en hem dank bracht voor de schitterende prestaties. Wij komen op deze geslaagde uitvoe ring morgen nader terug. Onze Symphonie. De plannen van oprichting van een symphonie als onderafdeeling van de K. J. C. zijn reeds werkelijkheid gewor den. De eerste repetitie is gehouden en •naar verwacht kan worden zal het en semble nog dit jaar zij het dan ook aangevuld en versterkt door enkele krachten van buiten optreden. Euphonia. Zondag a.s. opent Euphonia het win- terprogr:imma met een groote Tooneel- uitvoering te geven door de:tooneelver- eeniging „De Brabantspelei's" te Breda. Opgevoerd zal worden „Haar andere :Man" een blijspel in drie bedrijven (4 tafereelen) van Lany E. Johnson, ver haald door J. C. v. d. Horst. De regie en Lgrimeering is in handen van den heer b. de Hesselle. 't Is niet de eerste maal dat de Bra bant-spelers in Euphonia voor 't voet licht komen. Juist dit zal voor velen een reden zijn om ook Zondag een bezoek aan de zaal te brengen, immers telkens als dit Bredasche tooneel verscheen, mocht het groot succes oogsten. Een gouden feest. Wij krijgen deze maand nog een gou den jubileum te herdenken van meer can bijzondere beteekenis. Op 22 Oc tober is het 50 jaar geleden dat de Har monie Apollo werd opgericht. In 1927 is in combinatie van Apollo en Eupho nia een groot muziekfestijn gevierd, als bedoeling om het 40-jarig bestaan van Apollo en het gouden jubileum van Eu phonia te herdenken. De G. I. M. K. was een evenement van den voorzomer 1927 en de deelname aan deze feesten was zoo groot dat nog zelden na dien in den verren omtrek een feest gevierd is, dat op zooveel belangstelling heeft kun nen roemen. Hoe Apollo thans gaat ju- bileeren staat nog niet op alle punten vast. Er bestaan plannen in 1936 een groot muziekconcours uit te schrijven, doch 't is begrijpelijk dat Apollo's be stuur in deze kwestie zoo maar niet zal beslissen, zonder vooraf tenminste eeni- ge zekerheid van slagen te hebben. Op 21 Octo"ber a.s. zal de herdenking aanvangen met de stille huldiging van den gouden jubilaris, die 50 jaar lang onder Apollo's vaandel geroffeld heeft, de kranige M. van Riel. Ook een paar zilveren jubilarissen zullen op dezen dag een gewone repetitie-Maandag - worden gecomplimenteerd. Op Zondag 27 October zal het be stuur een bal aanbieden aan werkende en honoraire leden en hunne dames, ter wijl onderhandelingen gevoerd worden om den daaropvolgenden Zondag 'n groot Jubileum-concert, door een prima corps te doen geven. K.R.O.-feestgave. De K.R.O.-actie heeft te Kaatsheu vel en Berkdijk opgebracht ƒ250.v DE GEMEENTERAADSKWESTIE VOOR DE KROON. Op 9 October om 1 uur n.m. werd voor de Raad van State, afdeeling voor de Geschillen van Bestuur te Den Haag, onder voorzitterschap van Jhr. Bee- laerts van Blokland, vice-President van /-;an State, het beroep behan- van de niet-toelating van de raads leden uit onze gemeente tegen de be slissing in dezen door Ged. Staten van Noord-Brabant genomen. Zoowel door de partij M. J. Snoeren, A. Snaphaan, P. J. Robben en J. D. E. v. d. Heuvel, destijds door den raad niet toegelaten, als door de elf anderen, die wel waren toegelaten door den gemeenteraad, doch waarop goedkeuring werd gewei gerd door Ged. Staten van Noord-Bra bant, was een verweer bij de Kroon in gediend, dat ter zitting nader werd toe gelicht. Gisterenmorgen diende de kwestie „Niet-toelating van de gekozen ge meenteraadsleden van Loon-op-Zand" in beroep bij de Kroon. Voor de heeren M. J. Snoeren, A. Snaphaan, P. J. Robben en de heer J. D. E. v. d. Heuvel, werd het woord ge voerd door laatstgenoemde J. D. E. v. d. Heuvel. De heer van den Heuvel voerde 't volgende aan: Refereerende aan het beroepschrift d.d. 9 Aug. j.l. waarbij de Heeren M. J. Snoeren, A. Snaphaan, P. J. Robben en mijn persoon van meening zijn te moe ten protesteeren, èn tegen het z.g. Raadsbesluit d.d. 17 Juli j.l., waarbij bo- vengenoemden niet werden toegelaten als Raadslid, èn tegen de bekrachtiging van dat besluit door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, brengen wij, met handhaving van al het betoog materiaal, ter kennis gebracht bij Ged. Staten, nog het volgende onder Uw aandacht. 1. De vier genoemde niet-toegela- tenen voeren opnieuw aan, dat hun de gelegenheid om hun geloofsbrieven „tij dig" en compleet te kunnen indienen werd verhinderd door den Voorzitter van het Centraal Stembureau zelf. 2. Dat deze verhindering in strijd is met de Wet. 3. Dat een „onderzoek" der geloofs brieven niet heeft plaats gehad. 4. Dat een Raadsbesluit als wette lijk bedoeld niet genomen is. 5. Dat een verminking van offici- eele stukken, i.e. der geloofsbrieven, ten raadhuize heeft plaats gehad, zoodat deze geloofsbrieven niet in denzelfden toestand aan Heeren Ged. Staten zijn toegezonden als die waren op 't oogen- blik dat 4 der benoemden werden afge wezen, en elf werden toegelaten. 6. Dat alles door den Voorzitter v. h. Centraal Stembureau opzettelijk ge schied is. 1. De vier niet toegelatenen hebben alle stukken tijdig en volledig inge diend, voorzoover zij hiertoe in de gele genheid waren, n.l. a. Een bewijs van ontvangst der stukken. b. Een bericht, dat de benoeming wordt aanvaard. c. Een verklaring van openbare be trekkingen. die een lid eventueel be kleedt. d. Een verklaring van ingezeten schap. e. Een extract uit het geboorte re gister. Welk stuk werd niet ingeleverd? De kennisgeving volgens Art. 14 ge nummerd 583 waarbij werd medege deeld, benoemd te zijn tot raadslid. Waarom werd dit stuk niet ingele verd? Omdat de Voorzitter van het Cen traal stembureau de indiening verhin derde, door niet onverwijld bericht van ontvangst der aanneming van de be noeming aan de benoemden te doen toekomen, zoodat door verzuim van den voorzitter, tegen hun wil, de vier thans gedupeerden niet konden voldoen aan de slotalinea, die op het officieele stuk No. 583 voorkwam, n.l. „Dit schrijven en het bericht van ontvangst der aan neming van de benoeming moeten bin nen 4 weken aan den Raad worden toe gezonden". Uit bovenstaande blijkt, dat de 4 niet-toegelatenen in alles wettig han delden, voorzoover mogelijk, en tot op heden hun de mogelijkheid door den Voorzitter werd onthouden, den ge loofsbrief tijdig en compleet te kunnen indienen. Zulks is ook het geval met de elf be noemden, die door Ged. Staten niet konden worden toegelaten, ofschoon zij alle stukken inzonden, wijl het bericht van ontvangst der aanneming van de benoeming af te geven door den Voor zitter van het Centraal Stembureau bij elk der leden ontbrak. Niet bij de benoemden, doch bij de door de Wet aangewezen autoriteit schuilt de wetsovertreding, en alleen deze niet de 15 benoemden zijn aansprakelijk. 2. De Wet schrijft voor: „De voor zitter geeft onverwijld bericht van ont vangst van de aanneming der benoe ming aan den benoemde en aan den Raad. De Wet eischt dus een „kwitantie" door den Voorzitter geteekend, dat de benoemde kennis heeft gegeven zijn be noeming te aanvaarden en terecht. Ge steld, dat de Voorzitter verzuimde den Raad te berichten, dat de benoeming werd aangenomen, dan had de benoem de geen bewijs dat hij hiervan kennis had gegeven, de kwitantie van een waardevol stuk ontbrak den benoemde. Uit deze voorzorg wordt bewezen, dat de Wet het aanvaarden der benoe ming als het zwaarste beschouwd, de quintessence der zaak. Immers, de andere stukken zijn zon der den benoemde te verkrijgen. Als de benoemde kennis geeft zijn benoeming aan te nemen, volgt hieruit: a. Dat hij de toegezonden stukken ontvangen heeft; b. Welke eventueele openbare be trekkingen hij bekleedt, kan nagegaan worden; c. Steeds zijn te verkrijgen een ver klaring van ingezetenschap, en; d. een extract uit het geboorteregis ter; e. Dat hij benoemd is, is bij het Cen traal Stembureau bekend; f. Of hij de benoeming aanvaardt, kan alleen bekend zijn door de mede- deeling van den benoemde zelf en is dit dus het cardinale stuk door de wet ge waarborgd. En waar in onze questie de Voorzitter van het Centraal Stembu reau dezen wettelijken waarborg niet afgaf, is de Voorzitter in strijd met de wet en aansprakelijk; niet de benoem de, die alsnog zijn wettelijken waar borg opeischt. 3 Dat een „onderzoek" der ge loofsbrieven niet heeft plaats gehad kan uit het volgende blijken: De commissie tot onderzoek der ge loofsbrieven, bestaande uit de Heeren: J. Beerens, rapporteur, C. de Kort en J. Maas, Leden, heeft zich onder leiding van den Gemeente-secretaris afgezon derd. Hierbij bleek, dat bij de door de Commissie 4 afgewezenen één stuk minder aanwezig was dan bij de elf toegelatenen. Uit de stukken der 4 gedupeerden kon mede blijken, dat zij, het ontbre kende stuk No. 583 waarbij hun werd medegedeeld, dat zij volgens art. 14 benoemd waren, ontvangen hadden, omdat hiervan een kennisgeving aan wezig was; indien nu de Commissie onderzocht had en kennis genomen van den inhoud van meerbedoeld stuk No. 583, dan zou gebleken zijn, dat dit stuk door verzuim van den Voorzitter niet aanwezig kon zijn, wijl op dit stuk zelf de wetsbepaling voorkomt, dat schrij ven No. 583 tegelijk met het bericht van ontvangst der aanneming der benoe ming binnen 4 weken bij den Raad moesten zijn ingediend, en zou dus bij onderzoek der geloofsbrieven gebleken zijn, dat geen enkele der 15 benoemden van den Voorzitter het bericht van ont vangst bekomen had en was juist door de 4 afgewezenen komen vast te staan, dat de Voorzitter zijn wettelijken plicht verzuimde, welk verzuim alstoen nog te herstellen ware geweest. Uit dit onderzoek zou verder geble ken zijn, dat juist de 4 gedupeerden in alles getracht hebben, nauwgezet de wet na te leven voor zoover dit in hun vermogen was, en zou' ik moge conclu- deeren dat hun eerder flof toekomt, dan een afwijzing. je Dat de Gemeente-Secretaris niet de bevoegde deskundige -is, moge blijken uit het feit, dat 4 jareri' geleden, de ge loofsbrieven ofschoon? verminkt, alle werden goedgekeurd.'Tot staving de zer bewering leg ik hierbij over de vol gende bewijzen. Twee brieven d.d. 19 Juni 1931 on der No. 384. Onderwerp: Benoeming lid gemeen teraad. Geteekend: De Voorzitter van het Centraal stembureau, Van Besouw. Waarom hij thans in tegenstelling van vroeger, adviseert de 4 niet te kunnen toelaten, kan misschien zijn oorzaak hebhen, hetgeen ik behande len wil onder het punt; „Is er opzet in het spel." Vast staat: „De Commissie van „Onderzoek" heeft niet „onderzocht. 4. Is een wettig Raadsbesluit ge nomen? De Commissie tot onderzoek dei geloofsbrieven, heeft bij monde van den rapporteur Beerens, geadviseerd 4 leden niet en 11 leden we 1 toe te la ten, hetwelk blijkt geen juist advies te zijn en is zulks ook de meening van Ged. Staten. Over het advies is door den Raad niet beraadslaagd. Na kennisne ming heeft de Burgemeester door sommige raadsleden wèl, door andere niet gevraagd, wie het woord ver langden, maar afgezien hiervan, heeft de Burgemeester geen schrifte lijke, noch mondelinge stemming ge houden, evenmin gevraagd of het ad vies kon worden geacht door alle raadsleden te worden aanvaard als besluit; doch heeft met spoed gezegd; dat binnen 8 dagen in beroep kon worden gegaan bij Ged. Staten waarna onmiddellijk de vergadering werd gesloten. Van een Raadsbesluit als zoodanig kan dan ook geen sprake zijn. 5. Zijn de officieele stukken i.e. de geloofsbrieven verminkt? De 4 afgewezen benoemden ver klaren hierbij nogmaals nimmer een bericht van ontvangst der aanneming der benoeming te hebben ontvangen. Bovendien zijn door den heer M. J. Snoeren ter Prov. griffie verschillen de verklaringen gedeponeerd der elf toegelatenen, vermeldend dat ook de bedoelde berichten door hen niet wer den ontvangen. Verder uoor mij eveneens ter Prov. grifiie afgegeven een bewijs eigenhandig geschreven en geteekend door dr.i heer Geerens voornoemd, en q c rteur der Commissie tot on derzoek der geloofsbrieven, alsmede enderteekend door den heer C. de Kort, lid dier Commissie en luidend: „dat bij het nazien der geloofsbrie ven op 17 Juli, de berichten van ont vangst bij geen enkele der benoemden aanwezig waren, dat ter Prov. griffie evenwel by alle 15 benoemden deze berichten op 27 Juli j.l. aanwezig wa ren, zoodat die zijn toegevoegd aan de stukken, na het onderzoek op 17 Juli j.l. en bijgevolg Ged. Staten officieele stukken i.e. de geloofsbrieven anders werden voorgelegd, dan in den toe stand van het onderzoek, en getracht is Ged. Staten te misleiden. 6. Is „opzet" in het spel bij den voorziter van het Centraal Stembu reau of kan „te goeder trouw" in aanmerking genomen worden. Onmiddellijk na het ontvangen der diverse stukken werden deze voor zoover noodig ingevuld en geteekend en verzonden aan den Voorzitter van het Centraal Stembureau, inet uitzon dering van meerbedoeld schrijven No. 583. De Voorzitter heeft dus dadelijk gezien, dat van de 4 niet toegelatenen in quaestie dit schrijven ontbrak. In dien de Voorzitter ondergeteekenden hierop opmerkzaam gemaakt had, wa re hem verzocht, onverwijld het be richt van ontvangst der aanneming van de benoeming te willen toezen den. Hierdoor ware alle misère en kos ten van velerlei aard bespaard geble ven. De Voorzitter heeft echter alle ge loofsbrieven van elk der benoemden in afzonderlijken map opgeborgen of doen opbergen, en deze zijn op 17 Juli j.l. overgelegd aan de commissie van onderzoek. Op advies van den gemeentesecre taris bracht rapporteur Beerens ter kennis van den Raad, dat 4 stukken No. 583 ontbraken en deze 4 niet, en de elf andere wel toegelaten konden worden. De Voorzitter verwees naar Ged. Staten en sloot de vergadering, om daarna de Raadszaal te verlaten en in den gang te staan lachen. Des anderen daags te circa half tien telefoneerde ik met den gemeente secretaris en op mijn vraag, waar het bericht van ontvangst bleef, ant woordde deze: „Dat is maar een for maliteit". De burgemeester, die afwe zig was en een vergadering bijwoonde te Oudenbosch van de Waterleiding Maatschappij, zeide tot aldaar mede aanwezige burgemeesters en Wet houders: „Ik heb er vier te pakken, waarbij nog wel een met een gouden kraag." Alstoen was de burgemeester nog onbewust, dat hij zelf de wet niet na kwam, en het bericht van ontvangst niet deed toekomen, en de wapens op ingezetenen richtend, thans op hem gekeerd zijn. Resumeerend komt spreker tot het volgende, spreker heeft bewezen: 1. Dat de 4 afgewezenen tot dus ver de gelegenheid de geloofsbrieven tijdig te kunnen indienen ontnomen is en wel door een onwettelijk ver zuim van den voorzitter van het Cen traal Stembureau. 2. Dat deze verhindering in strijd is met de wet. 3. Dat de Commissie tot onder zoek de geloofsbrieven niet heeft on derzocht. 4. Dat van een wettelijk Raadsbe sluit geen sprake kan zijn. 5. Dat verminking van officieele stukken ten Raadhuize heeft plaats gehad. 6. Dat „opzet" door den voorzitter van het Centraal Stembureau in het spel is. Uit de aangehaalde feiten is het niet anders mogelijk, dan dat alle 15 raadsleden alsnog worden toegelaten. Immers wanneer de beslissing eenslui dend zoude zijn, met die van Ged. Staten van Noord-Brabant, dan zou hierdoor komen vast te staan, dat elk voorzitter van een Centraal Stem bureau de wettig gekozenen zou kun nen weren n.l. door het meergenoem de bericht van ontvangst der aanne ming der benoeming niet af te geven. Het is mij begrijpelijk, dat de han delwijze van den burgemeester van Loonopzand wel niet zal worden op- geteekend met gulden letteren en het is te betreuren dat in een tot dusver rustige gemeente onnoodig zooveel stof opwaaide, een storm, die ontke tend werd door hem, die wanneer er stormen waren, die tactisch zou heb ben te bestrijden. De eerbied voor het wettig gezag, dat steeds in onze ge meente heeft voortgeleefd komt thans wel in het gedrang door het wettig gezag zelf. Het rechtsgevoel zou wel op de proef gesteld worden, als de nalatig heid van den uitvoerder der wet zelf, zou worden verhaald op de door het kiezercorps regelmatig gekozenen. Dit is noch de letter, noch de bedoeling der wet Adressanten verzoeken daarom nogmaals, wat in hun beroepschrift tot uiting werd gebracht: 1. In gebreke stelling van den voorzitter van het Centraal Stembu reau, de door de wet aangewezen uit voerende autoriteit. 2. In de gelegenheid stelling der afgewezen benoemden om alsnog de geloofsbrieven te completteeren c.q. hen zonder meer tot den Raad toe tt laten. 3. Een grondig onderzoek te wil len doen instellen naar de klachten, resp. over de punten van 1 tot en met 6 in dit verweer tot uiting gebracht en te behandelen als door de wet be paald. De heer D. Verhoeven was eerste onderteekenaar en woordvoerder van de 11 anderen. Het verweer van deze adressanten, die door Ged. Staten wer den geweigerd op grond „dat evenwel die verklaring de verklaring be doeld in art. 15, 3e lid der gemeente wet geen bericht aan den benoem de is, nu zij niet aan den benoemde is verzonden of hem is ter hand ge steld"; kwam in hoofdzaak overeen met het betoog tegen het besluit van Ged. Staten aangevoerd bij de zitting van Ged. Staten te 's-Bosch. De heer B. Verhoeven komt hierbij terug op het feit, dat hij bij inlevering van de kennisgeving, bedoeld in art. 14 der gemeentewet, met de daarbij krachtens artikel 18 dier wet over te leggen stukken ter secretarie der Ge meente Loon op Zand, aan den die stukken in ontvangst nemenden amb tenaar heeft gevraagd en opgedragen, het alsnog aan hem, af te geven be richt van ontvangst, bedoeld in artikel 15, 3e lid der gemeentewet, namens hem bij de stukken te voegen, welke opdracht door genoemden ambtenaar is aanvaard, en waaraan door hem blij kens het rapport van de commissie met het onderzoek der geloofsbrieven belast, ook inderdaad is voldaan. Voor de heeren C. Dingeinans en W. F. de Jong bepleit het verweer, dat dezen bij de inlevering van de in hun bezit zijnde stukken ter Secretarie aan den desbetreffenden ambtenaar de vraag hebben gesteld of hunne stuk ken geheel in orde waren, waarop toe stemmend werd geantwoord. Uit het rapport der commissie bleek dat het ontbrekende stuk was bijgevoegd. Voor de anderen, door Ged. Staten niet toegelatenen, grondt het verweer den eisch van toelating op grond van het feit dat deze ondergeteekenden ter zake van de bijvoeging van het be richt van ontvangst bij hun stukken te goeder trouw zijn geweest en deze bijvoeging als voorheen steeds gebrui kelijk, hebben overgelaten aan de be trokken administratie; dat voor deze bijvoeging is zorg gedragen, enz., enz. Redenen waarom vernietiging van het besluit van Ged. Staten van Noord- Brabant van 31 Juli 1935, G. nr. 418, voor zoover dat betreft de vernieti ging van het besluit van den raad der gemeente Loon op Zand van 17 Juli 1935, houdende de toelating van deze 11 adressanten tot lid van den raad, als zijnde in strijd met de wet en/of het algemeen belang, wordt verzocht. Het verweer van Ged. Staten bij monde van een ambtenaar van dit college, beriep zich uitsluitend op de bij de uitspraak van Ged. Staten aan gevoerde rechtsgrond. Met belangstelling zien wij de uit spraak van de Kroon tegemoet. Een uitspraak van de Kroon. Het kan mogelijk onze lezers inte resseeren te vernemen, dat de Kroon dezer dagen uitspraak deed in de ge meenteraad skwestie van Groesbeek, waar Ged. Staten van Gelderland goed keuring pan het raadsbesluit tot toe lating der gekozenen onthielden, op grond dat op het stembiljet de naam van één (de laatste) candidaat ont brak. De Kroon vernietigde de uit spraak van Ged. Staten van Gelder land, zoodat de gekozenen allen zit ting kunnen nemen. Analoog deze be slissing mogen wij echter tot niets concludeeren. VOETBALSPORT. K.N.V JB.-Competitie. Een mager programma. Uitwedstrijden voor VV.S.C. en R.W.B. Baardwijk moet winnen. Daar morgen de interlandwedstrijd LuxemburgZuid-Nederland gespeeld wordt, staat de competitie in het Zuiden voor een groot deel stil. Slechts de derde klassers en de reserves zullen in het veld komen. VVSC moet op bezoek by Bossche Boys, dat in eigen huis geen gemakkelijke tegenstander is, zoodat de zwarthemden op hun tellen moeten pas sen. RWB krijgt gelegenheid om revauche te nemen op Vlijmen. Of het echter in het Vlymensche kamp gelukken zal? Baardwijk zal het waarschijnlijk tegen de Kaatsheuvelsche Boys niet moeilyk krijgen. WSC 2 speelt thuis tegen BW 3 uit Den Bosch; als het spel beter vlot als verleden week hebben de zwarte-reserves wel een kansje. Hier volgt het programma: 3de Klasse D. Den Bosch: DevoNivema. Den Bosch: Bossche BoysWSC. WaalwijkBaardwijkKaatsh. Boys. lijmen: VlijmenRWB. Res. 2de Klasse B. Waalwijk: WSC 2—BW 3. Tilburg: NO AD 4Longa 3. BRABANTSCHE VOETBALBOND. Hel wedstrijd-programma voor 13 Oc« tober luidt: Afdeeling 4 1ste Klasse A. WSC 3—BW 4. Baardwijk 2rBlauw-Wit. GapelleHeusden. 2de Klasse A. Blauw-Wit 2Baardwijk 3. Vlijmen 3—RWB 3. Kaatsh. Boys 2Vlymen 2. ZandschelWSC 4. Brabantschen Voetbalbond. District LangstraatAltena. Door een 61 overwinning van NEO te Sprang op Longa te Heusden zijn Longa en Wilhelmina met een gelyk- puntenaantal geëindigd, waardoor tus- schen beide laatstgenoemde vereenigin- gen een beslissingswedstrijd zal worden gespeeld voor 't kampioenschap. lid-

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1935 | | pagina 7