DE ECHO VAN HET ZUIDEN. DER DE E HAD. WEEKPRAATJE. UND-EN TUINBOUW." PROVINCIAAL NIEUWS. v Onvaderlandslievende schobbers. Comedie. INTERVIEW MET SINTERKLAAS. No. 91. Zaterdag 23 Nov. '35. 58e Jrg. Een officier, die voor herhalings oefeningen onder de wapenen was geroepen, heeft in de »Maasbode« zijn hart gelucht over het feit, dat zoovele jongemannen uit zijn com pagnie of regiment van hun werk gevers ontslag hebben bekomen uit hun betrekking, omdat ze zeventien dagen in het bedrijf moesten wor den gemist. En na den officier in de »Maasbode« zijn van verschil lende kanten in andere organen dezp feiten bevestigd. Sommige werkgevers blijken kort weg te decideeren, dat het bedrijf zulk intermezzo niet kan lijden en geven ontslag zonder meer; anderen deelen nó de herhalingsoefening mee, dat de noodhulp, die zooveel »goedkooper« is, als werkkracht óók bleek te kunnen voldoen en dat ze de zaak daarom liever maar laten, zooals die zich wijzigde We zijn benieuwd om straks de kwalificatie van het gedrag dezer werkgevers te hooren uitdenmonu van den oud officier, minister-pre sident Colijn, die eerder reeds een deel zijner landgenooten, die 'n gokje ondernamen in vreemde muntwaarden, voor «onvaderlands lievende schobbers« uitmaakte. We hebben de groole »Koenen« opgezocht, hoe dan wel Nederland- sche werkgevers moeten worden genaamd, die hun personeel de keien op smijten - in dezen tijd, waardoor de veroordeeling er een voor levenslang dreigt te worden omdat ze een kortstondigen wette- lijken plicht tegenover het vader land, d i. tegenover de gemeenschap, waarvan ook de werkgevers déél uitmaken, moesten vervullen. Wij gelooven het woord gevonden te hebben, maar durven het hier niet neer te schrijven, we laten het aan Colijn over om hel uil te spreken. Maar we laten het óók aan Colijn over om daadwerkelijk iets tegen dergelijke schandalen te bedenken en te ondernemen want het gaat niet aan, dal de overheid, die de jongemannen dwingt om hun dienst plicht te vervullen, toelaat, dat zij door medeburgers om het vol brengen van dien plicht worden gestraft. We zien niet veel heil in een wettelijke verbodsbepaling van ont slag aan dienstplichtigen - uit hun particuliere betrekking Werkgevers, wier vaderlandslievend hart alleen in de portemonnaie klopt, zullen eenvoudig geen menschen in dienst nemen, die nog kans hebben, onder de wapenen te moeten komen. Men zal iels moeten bedenken van een Nationaal Schandbord, waarop de namen zullen worden gegrift van allen, die den Neder- landschen soldaat materieel te kort doen Volksbedwelming en Volksmislei ding zijn twee pijlers waarop de dictatuur steunt. De bijeenkomsten der volksvertegen woordiging« in dictatoriaal geregeerde landen zijn vaak weinig meer dan een comedie- spel. Het goedgeloovige volk vindt het mooi wanneer het »parlement« met handen en hemden een reeds lang genomen en meestal ook reeds uitgevoerd besluit van den leider komt bekrachtigen. Verschil van meening kan er blijkbaav nooit bestaan. Hoe zou men kunnen twijfelen aan de alwijsheid van den leider? De Groote Fascistische Raad, de hoogste Italiaansche volksvertegen woordiging, mocht verleden week de krijgszucht des heeren Mussolini komen toejuichen. Daarbij ging het er zeer geheim toe. Uren en uren was de Raad bijeen om tevoren opgestelde resoluties aan te nemen, om te verordenen dat van alle Italiaansche huizen de vlag zou worden uitgestoken bij gelegenheid van het in werking treden der sancties. Een pover figuur slaat dit antwoord op de maatregelen der internationale gerechtigheid. De vlag uit! Feesten zal het volk om niet te zien welk een ellende het boven het hoofd hangt, dank zij de eer zucht zijner leiders Feesten! Altijd maar feesten Het is het beproefde recept om het volk te verblinden voor de schrille werkelijkheid, die steeds dreigender wordt. Nergens wordt er zoo gefeest, gevlagd en met emblemen gewerkt als in fascistisch geregeerde landen Het volk leeft voort van de eene roes in de andere. Het mag alleen maar vlaggen, vaandels, muziek corpsen en marcheerende colonnes zien, en moet den bitteren economi- schen nood vergeten. Maar het is duidelijk dat dezen toestand niet kan blijven voortbe staan en dat toch eenmaal de oogen van het volk open moeten gaanl De heeren, die ook ons Neder, lansche volk in deze roes zouden willen brengen, spelen daartoe een comedie, die gelukkig tot nog toe alleen maar op de lachspieren der meeste menschen gewerkt heeft. Deze week heeft de Oude Gracht te Utrecht weer eens aan het touwtje getrokken en in de Provinciale Staten van enkele provincies gingen tengevolge daarvan de aimen der N.S.B. harlekijns de lucht in. De heeren Statenleden verlieten tie vergaderzalen als protest tegen het nog niet toelaten van den heer de Marchand d'Ansembourg als lid der Eerste Kamer Op deze manier moest sympathie betuigd worden met dezen Senator, die zoo'n vader landslievend Nederlander is. dat hij in den oorlog in Duitschcn krijgsdienst giüg en dus mede onze grenzen voor Schending bedreigd heeft! In den Bosch zat het de heeren overigens niet mee, want de Com missaris sloot zoo onverwacht de zitting, dat de betoogers nauwelijks tijd hadden om »demonstratief« de zaal te verlaten. Om de andere heeren voor te zijn aan den uitgang moesten ze er een drafje inzetten en gelukkig waren zij er nog het eerste, wat hen spaarde voor een berisping uit Utrecht! Hij versmaadt de reclame niet! Het hoort tot mijn vaste journalistie ke plichten om ééns per jaar naar Span je af te reizen en daar den braven Sin terklaas te interviewen vóór diens ver trek naar ons land. waar hij telkens op den 5en December zijn naamdag pleegt te komen vieren. Het verslag van mijn jongste ontmoe ting met den goedheilig-man'' zou een week eerder in de krant hebben kunnen staan, ware ik niet dadelijk na mijn overtocht over de Pyreneeën bevangen geworden door de Spaansche Griep, de welke inhaerent is aan de Spaansche natuur als de pitten het zijn ten opzich te van de citroenen, welke zoo rijkelijk groeien in het land der Carmens, pica dors, banderilleros en matadors. Ik geloof vast, dat de Spanjaarden, die slimmer zijn dan ze er uit zien, de Spaansche Griep hebben uitgevonden en verbreid om van hun overproductie- citroenen af te komen. En dat ze tegen November, als Sinterklaas naar onze lage landen afreist, stiekum een hoop Griepbacilletjes tusschen diens peper- notenbagage stoppenIs het niet casueel, dat in onze contreien de Griep altijd als een ziekte van Sinterklaas komt opzetten? De oude baas zelf staat natuurlijk buiten dit snood bedrijf, hij is even onschuldig als taai. Hij pocht graag op z'n leeftijd, maar omdat ik niet elk jaar met hetzelfde ver haaltje bij mijn lezers kan komen, sneed ik dezen keer bij mijn bezoek aan den braven bisschop den pas voor het debi- teeren van allerlei sentimentaliteiten af, door Sinterklaas dadelijk na mijn ont vangst er aan te herinneren, dat ik het van vorige jaren nog wist, hoe: le. Zijne Hoogwaardige Excellentie reeds in 435 bisschop van Myra was. 2e. Zijne idem-idem in die jaren de eer van drie arme maagden wist te red den door in een boozen nacht door een open raam een beurs met goud te wer pen in het muiltje van een der meisjes, en ik 3e. óók de mop nog kende van den boerenknecht, die 's avonds zijn klom pen bij de schouw had gezet en des an deren ochtends de jonge en natuurlijk ..schoone" boerin-weduwe in die klom pen vond staan. Sinterklaas knikte hartstochtelijk om me te verzekeren, dat hij me met de herhaalde mededeeling van al die feiten en feitjes niet vermoeien zou. Maar hoe staat het met den gul den? vroeg-ie geïnteresseerd. Die, zoo antwoordde ik trots die is nog altijd 100 centen waard. Kolossaal! Sinterklaas klapte in z'n handen voor Colijn. Da's heel wat anders, riep-ie uit, dan met onze peseta, waarvoor je vroeger een halven Hollandschen gulden kreeg en thans nog maar twee dubbeltjes. Nou ja zei ik, onderwijl ik m'n borst vooruitdrukte Chapaprieta of Colijn, dat maakt óók nog al wat ver schil. Sinterklaas knikte. En intusschen krabde hij in zijn jeukende handen. Dat beteekent véél geld ontvan gen! expliceerde Zijne Hoogw. Ex cellentie. Ik haalde 'n beetje twijfelend m'n schouders op. Wat doen jullie in Holland met al die kostbare guldens van 100 centen? vroeg Sinterklaas opeens. Die laten we verzinken. Verzinken? Ja, in den crisisput. Stom! zoo vond Zijne Hoogw. Excellentie. Ik kleurde. En toen legde ik den grij zen bisschop van Myra het geval uit. Kijk r's aan, zoo expliceerde ik. Waarom is diamant zoo duur? Omdat het zoo zeldzaam is. Daarom is Colijn bezig om ons volk gelukkig te maken met zeldzame guldens. Om een voor beeld te noemen: met Januari gaan de meeste inkomens weer met 5 pet. om laag en worden de schoenen om nóg een voorbeeld te noemen 10 pet. duurder. Nou ja, zei Sinterklaar, voor één keer is dat niet zoo erg. Neen, antwoordde ik, voor één keer niet, maar zóó is het de laatste ja ren al 25 keer gegaan en Dat kan niet, interumpeerde Sin terklaar, 25 maal 5 pet. is 125 pet., dus méér dan de menschen oorspronkelijk verdienden. Dat is juist de kunst van Colijn! Chi- neesche kunst, noem ik ze. Hebt u. Sin terklaas, al eens een jaar lang de be richten gecontroleerd over de aantallen Chineezen, die bij overstroomingen, aardbevingen en burgeroorlogen het tij delijke met het eeuwige verwisselen? Ik heb die getallen gedurende 10 maanden verzameld en samengeteld, en kwam toen tot de conclusie, dat er in dien tijd 19 millioen Chineezen méér waren om gekomen dan er volgens de laatste Chi- neesche volkstelling op de wereld mochten zijn, en tóch, o Sinterklaas, toch waren het drie levende Chineezen, die ik als eerste medemenschen bij mijn jongste bezoek aan het Waterlooplein in Amsterdam tegen het lijf liep Hm! zei Sinterklaas met zijn ge wone welsprekendheid. Zou het voor mij in deze omstandigheid nog wel de moeite waard zijn om naar Holland te komen? Als het de bedoeling is van Uwe Hoogwaardige Excellentie om er béter van te worden, dan kunt ge misschien veiliger bij uw gedevalueerde peseta's blijven, antwoordde ik, maar als ge ons volk nog weer eens op ouderwetsche manier een hart onder den riem wilt steken, talm dan niet te lang. Sinter klaas, want zoo'n opkikkertje hebben we noodig, als 'n bootwerker een straffe Catz op z'n nuchtere maak. Is de moed er uit bij jullie? t Scheelt niet veel, Sinterklaas. De handel is kapot; de neringdoenden laten den moed zakken. Den moed zakken? Maar het volk éét toch nog! Het gaat toch nog ge- klééd! De mannen rooken hun pijp of sigaar! De huisvrouwen breken toch nog het een en ander bij den omwasch! Kortom: er wordt toch nog gelééfd en dus moet er nog worden gekócht! Tja-a-a, Sinterklaas Strooien de winkeliers nog wel pe pernoten genoeg? Pepernoten? Nou ja, ik bedoel: maken ze nog wel reclame? Denk je, dat ik vanaf mijn bisschopswijding te Myra in den jare 435 tot op heden de belangstelling op mijn persoon gericht had kunnen hou den, als ik niet telken jare, als mijn naamdag in zicht komt, de aandacht op mijn persoon vestig door rijkelijk met pepernoten te strooien? Denk je, dat ik al dien tijd Sinterklaas zou zijn geweest als ik niet voortdurend reclame had ge maakt? Hoe beroerder de tijd is en hoe beslister de menschen verkondigen dat het ,,dit" jaar geen Sinterklaas zal we zen, des te harder ik met pepernoten strooi. Dan wek je een stemming, man, waaraan niemand vermag te ontkomen. Dus, pepernoten strooien, dacht u? Natuurlijk! In figuurlijken zin ten minste. Wat het pepernoten-strooien is voor mij, dat zijn de advertenties in de krant voor de winkeliers. Stemming ma ken! Behoeften wekken! Dat toovert de dure guldens uit ouwe kousen en doet het crisisijs smelten, waarin zoovele harten zijn vastgevroren. Men behoeft elkaar niet te overladen met dure ca- deaux. Als we allemaal 'n kleinigheid er voor over hebben om een beetje ge luk en blijheid om ons heen te wekken, dan zal er op mijn a.s. naamdag weer een golf van levensvreugde over dat mooie Holland waren. En de winkeliers zullen tevreden zijn over hun ontvang sten. 't Is te hopen. Sinterklaas! Je kunt er zéker van zijn! Maar nóg eens: ze moeten hun pepernoten strooien in de krant. En het publiek moet toonen nog den ouden Holland schen smaak van Hildebrand te hebben, die in zijn onvolprezen „Camera Obscu- ra uit de Sinterklaasvoorbereidingen vaststelde, hoe genoeglijk ook de kleine genoegens kunnen zijn. Een en ander over veevoeding Met de staltijd is het vraagstuk van di veevoeding wederom aan de orde gekomen. Is deze kwestie steeds voor de veehouders van groote beteekenis geweest, de tijdsomstandigheden van thans dwingen er toe, daaraan nu alle mogelijke aandacht te wijden. En waarom Ik mag als bekend ver onderstellen, dat tot heden in eigen bedrijf niet voldoende eiwitrijk voer aanwezig wa9 en in het algemeen genomen ook nu nog niet. Deze eiwitrijke voeders moeten dus in de vorm van krachtvoeders aangekocht worden. In den tijd dat de producten van eigen bedrijf vlot en voor goed geld van de hand gingen, bracht de aankoop van krachtvoeders geen voel bare bezwaren met zich. En al werd daarvan aan het vee al eens wat meer gegeven, dan strikt economisch 'n „VELO" TAFELBILJARÏ brengt gezelligheid in huis, is van hoogste kwaliteit, belastingvrij en ongelooflijk goedkoopl te verantwoorden was, dan voelde men ook dat niet zoo direct. De tijden zijn echter veranderd. Het geld ia voor de boeren sctnik. barend duur geworden En gelijk er uit het Land geen goud mag weg vloeien, zoo mag er thans uii bet boerenbedrijf geen geld. Hieruit voigt noodwendig, dat hij het aankoopen van krachtvoeders moet nalaieu ot althans zooveel mogelijk moet beper ken en op de tweede plaats, dat hij aan zijn vee niet meer verstrekken mag dan in alle opzichten te verant- woorden is. is dat mogelijk? Deze vraag kan voor 'n zeer groot gedeelte bevestigend worden beantwoord, voor deze streek althans. We hebben hier namelijk als over wegend bedrijfstype het gemengde bedrijf. Naast akkeibouwer is hier ook bijna elke boer veehouder. Dit brengt mee dat de landbouwer in staat is in eigen bedrijt producten te verbouwen, die hem in de winter als eiwitrijk voer uitstekende diensten kunnen bewijzen. Behalve de granen en peulvruchten, die als zoodanig voldoende bekend zijn, wil ik hier eens de nadruk leggen op een groen. voeder gewas, waarvoor de laatste jaren veel propaganda is gemaakt en dat ook als tweede gewas zeer goed kan worden verbouwd. Dit is n.l, de Mergstamkool. Door toevallige om- standigbeden was ik in de gelegenheid dit gewas in z'n opkomst en ontwik keling van zeer nabij te volgen en hoop dan ook mijn ervaringen daar mee bij gelegenheid in deze kolom men mede te deelen. Er verdient verder meer dan tot nu toe het geval was, aandacht te worden besteed aan afval producten uit eigen bedrijf. Ik noem hier met namede Ondermelk. Ook hierover hoop ik bij gelegenheid eens wat nader uit te wijden. Wat nu punt 2 betreft, namelijk 't verstrekken van de juiste kwantums van de juiste samenstelling, zoodat alle overdaad wordt voorkomen, dit heeft de veehouder zelf in handen. Hiervoor is echter noodig, dat hij eenig inzicht heeft in de eenvoudigste voedingsvraagstukken. Nu laat ik hier de vraag open of dit inzicht bij de meeste veehouders wel in voldoende mate aanwezig is. Wel is zeker dat in de praktijk in zeer vele gevallen van dat inzicht niets, maar dan ook niets, blijkt. Prachtige voorbeelden, waaraan men dat nu weer heeft kunnen constateeren, hebben zich voorgedaan bij het voeren van bietenkoppen en bietenbladeren. Dit afvalproduct van het bedrijf dat men blijkhaar als vee. voedsel niet op z'n juiste waarde schat, is weer met bergen voor de koeien gesleept. En de dieren hebben het bijna in even groote mate als het hun werd voorgezet, verslonden. Maar de gevolgen van een dergelijke een zijdige voedering zijn weer niet uit gebieven ziekten met plotseling op houden van de melkgift, verzwakking en vermagering der dieren, diarr»tee, kwalijk riekende melk, onhandelbare boter, enz. Telken jare kan men in dezen tijd het bovenstaande waarnemen en toch nog maar zeer weinig veehouders hebben in hun gebruikelijke wijze van doen verandering gebracht. Dit is zeer jammer, maar het is zoo, Is het dan zoo moeilijk voor de vee houders om zelf een eenigszins doel matige of zooals men dat meer alge- meener noemt een eenigszins ratio neele voederingsmethode in elkaar te zetten ?M,i. niet Voldoende daarvoor is, dat hij bij het begin van den staltijd een overzicht heeft van de producten uit eigen bedrijf, welke hij voor vee voeding wenscht te bestemmen. Wanneer de soort en het kwantum der producten hem bekend zijn, neemt hij de voedingsnormen, welke voor elke diersoort zijn vastgesteld en gaat mede aan de hand hiervan na, hoe veel van elk voedermiddel per dag en per dier kan worden verstrekt Heeft hij op een dergelijke manier 'n soort rantsoen samengesteld dan rekent hij daarvan uit het gehalte aan verteerbaar eiwit en zetojeelwaarde. Hij vergelijkt de uitkomst daarvan met datgene wat in de voedingsnor men is aangegeven en ziet dan direct wat er te kort of te veel is. I9 er te kort, dan schaft hij zich die kraebt voeders aan, die hem op de meeat voordeelige manier, het ontbrekende aanvullen, is er te veel (wat bij het niet gebruiken van krachtvoeders zelden voorkomt) dan laat hij het overtollige weg. Hiermede meen ik in't kort enkele richtlijnen voor 'n doelmatige vee voeding te hebbr.-n aangegeven. Het is aan het persoonlijk inzicht van den veehouder over te laten, in hoe verre meerdere of mindere afwijking daarvan voor zijn vee toelaatbaar is Hen, op wie bovenstaande regel9 misschien den indruk gemaakt mochten hebben van ,nog al geleerd" te zijn, hoop ik een volgende keer aan de hand van een practised wooybeeld 'erust te kujinen stelle Waalwijk, 22 Nov. 1935. Pastoor Heezemans, Adviseur R.K. Dioc. Werkliedenbond. In ons No. van 1.1. Zaterdag hebben we nog in het kort melding gemaakt van bovenstaande eervolle, doch ver antwoordelijke benoeming van onzen Zeer Eerw. Heer Pastoor. Wij geven hier weer wat „De Volks krant" nog schrijft, en ook een inter view met een zijner redacteuren: „Professor sinds kort pastoor I Heezemans, is ons geen onbekende. Zijn sociale mentaliteit, zijn stuw kracht, zijn sprankelende vitaliteit, waarborgen onzen Bosschen Bond een adviseur, zooals deze bijzonder voor I ons Zuiden uiterst moeilijke dagen vorderen. De benoeming van pastoor Heeze mans zal dan ook overal voldoening wekken. Een der redacteuren telefoneerde ons uit Waalwijk: We troffen het, de pastoor van „St. Jan" was thuis en aanstonds was hij bereid ons te ontvangen in de pasto rie, welke ons uit de mobilisatiejaren niet vreemd is, waar de omtrekken wijzigden en de figuren wisselden, maar waar de joviale en gemoedelijke Brabantsche sfeer dezelfde is als 20 jaar geleden toen we er menig avond je hebben doorgebracht. Pastoor, mag ik u gelukwenschen met uw benoeming tot adviseur van den Bosschen Bond? Dat moogt ge, al weet ik niet of men met het opgelegd krijgen van zulk een verantwoordelijke taak, geluk te wen schen is. Zoo'n onverwachte benoeming! Onverwacht eigenlijk niet, er is ree<h eerder een aanval op me gedaan on, dit werk van pastoor De Kroon ovei te nemen, 'k was toen betrekkelijk pas hier, er ging bovendien een kapelaar heen, ik moest me dus eerst inwerker in mijn pastorale praxis. De bisschop is het daar mee eens geweest, ik hel me eerst hier kunnen inwerken maar nu is het dan toch gekomen. U hebt een korte, maar illustn rij voorgangers: Prinsen, Mutsaers, Di Kroon Dat maakt het er voor mij niet ge makkelijker op. Ik hel) mijn fimcti' aanvaard, in zooverre ze vereenigbaa is met een drukke pastoorspraktijk. He werk zelf, ge weet dat, dit deel van d katholieke actie heeft in mijn 21 pries terjaren steeds mijn volle belangstel ling gehad. Wanneer in het Zuidei van ons land het Geloof werd be waan dan mag als de waker daarvoor d Bossche Werkliedenbond zeker op eei der eerste plaatsen genoemd worder De organisatie vervolgde pastoo Heezemans maakt thans een zee moeilijken tijd door. Mgr. Prinsen e Mgr. Mutsaers hebben moeten strijde tegen vijanden der organisatie, wie vijandschap voortsproot hoofdzakelij uit onwetendheid en gebrek aan ir zicht; er waren zelfs priesters die va| dat nieuwe niets moesten hebben. - Thans heeft de organisatie vijandej buiten haar gelederen, helaas 00 vijanden in de eigen veste, waar <i eigen menschen het werk der arbe dersleiders pogen in discrediet te brei gen. Er is op het oogenblik een fel reactie waarneembaar tegen de org.- nisatie, dat moeten we niet verbloi men, we moeten klaar onze po'siti onder het oog zien, iets wat hoo$ eischen stelt aan bondsleiding en a< viseur. Deze tijd vraagt groot werk e dat wordt moeilijker door de welb wuste aanvallen, welke thans op organisaties gedaan worden. Gelukkig hebben we een voor zij taak berekend bondsbestuur en e( niet minder actieven aalmoezenier v£ den arbeid. U bent ook voorzitter van diocesane commissie van samenwe king! Inderdaad, maar dat behoeft mi adviseurschap van den Werkl. B01 niet in den weg te staan. De commi sie van samenwerking is geboren 1 de gedachte, welke precies dezelfde als de katholieke actie-gedachte, n het vereenigd werken aan het eers doel der statuten: het behartigen d godsdienstig-zedelijke belangen der den Het gaat hier om principieele di gen, waarin naar mijn ondervindi een eerlijke meening door alle partij steeds wordt aanvaard. Verkrijgbaar in onze 100 filialen In Nederland IB Contante betaling geen vereltchtel

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1935 | | pagina 9