Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. EEN LIEFDE IN CHINA EERSTE BLAD. FEUILLETON JiGCCDSRABAWD c^WMLWURc^! HBS DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. HET SINTERKLAASFEEST. Splitsing bij den A.-R. NUMMER 93. ZATERDAG 30 NOVEMBER 1935. 58e JAARGANG. Advertentiën moeten Woensdag en Dit blad verschijnt UITGAVE: Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur WOENSDAG en ZATERDAG in ons bezit zijn. Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN Reclames 40 cent per regel. trauco ie zenden aan den Uitgever. Prijs der Advertentiën: Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Telefoon No. 38. Telegr.-adresECHO. 20 cent per regel; minimum 1.50. Franco p. post door 't geheele rijk 1.40. Bij contract flink rabat. Uit het verleden naar het heden. Zelfverrijking door het geluk van anderen. Het zoo bij uitstek Nederlandsche feest van St. Nicolaas moet men weten te verstaan om het ten volle te kunnen waardeeren. Gelukkig degene, die de romantiek der Sinterklaasviering nog kent uit den goeden, ouden tijd. Gelukkig hij, die de helle tinteling van het verwachten nog weet te wekken in de oogen van den dreu mes, dien hij luisteren liet naar het oud en mild verhaal van den Heilige met den rijken haard, van den koe- nen tocht .met den schimmel over de daken, van de goede gaven en den Zwarten Piet, van den zak en de roede en andere angstaanjagende attributen. Gelukkig het kind, dat de mooiste jeugd—illusie nog te bewaren wist. Het kind, dat nog niet met groote menschen— waan voorbij loopt aan de eerste droom—ruïne in zijn jonge leventje, voorbij aan den eersten puinhoop langs den levensweg, zoo als er later nog zoovele volgen zullen, restanten van een mooien waan, die werd stukgeslagen. Weet ge het nog, groote mensch, het Sinterklaasfeest van uw kinder jaren? Herinnert ge u nog de sid dering om «le geheimzinnigheid, de popeling van het verwachten, de romantiek van het lied op den voor avond, de onzekerheid inzake de verlangenlijst en de altijd terugkee- rende verrassingen op den morgen van 6 December? Ha, die sfeer van geheimzinnigheid, welke in onze jeugd de dagen vóór het Sinterklaasfeest omgaf! Hoe rukte de wervelwind aan de ramen van van „De Echo van het Zuiden". Uit het Engelsch, door BEN BOLT. Nadruk verboden. 42. Uw vrouw! Het is den mensch be ter dat hij het pad des Vredes alléén volgt, zooals onze gezegende meester Boeddha geleerd heeft. Maar toch is er deugd in U, want ik ken U als een spre ker der waarheid. Hoe, vader, gij hebt gehoord De abt liet hem den zin niet afmaken. Heden in den middag, kwamen er soldaten van den Yamen, die naar U vroegen, maar toen waart ge nog niet hier geweest. Zij vertelden een geschie denis niet ongelijk aan Uw eigene, be halve dat de vrouw de echtgenoot zou worden van den mandarijn. Maar Li- Weng-Ho is mij bekend als een man des kwaads. Twee jaar geleden was er een jonge man van dit kloostermaar waarom zou ik Uw ooren bezoedelen met een verhaal van boosheid? Het hart is al zoo geneigd tot zonden dat daarbij door het oor niets behoeft te worden gevoegd. Het is genoeg, dat ik Uw ver haal geloof. Totdat gij ten vertrek ge reed staat, zult gij hier asyl vinden En mijn reisgenooten? Zij ook! De dame die Uw echtge- noote zal worden, moet zich evenwel huisvesting in het vrouwenkwartier ge troosten. Vaderwe zijn U onuit sprekelijk dankbaar. Het gevoel van bevrijding deed For syth haast stamelen toen hij dit zei. De oude man knikte en sloeg op de gong. Op het geluid verscheen onmidde- lijk de monnik, die hen naar het vertrek het huis, waar we gelukkig waren, en hoe dichtte onze kinderverbeel ding de grilligste Sinterklazen en zwartste Pietermannen in ii deren kamerhoek, in de donkerte van den schoorsteen, in de kale, hooge hoo rnen, waardoor de wind floot, som ber en donker.... Zat er geen leven, toen, in het schuwe piepen van de kamerdeur? School er geen geheimzinnigheid in het late liedje door de avondstraat? En wekte het luide kiossen van het paard van den groentenman, dat naar den stal werd gebracht door zijn baas, niet het gerucht van den schimmel van Sinterklaas? Sinterklaas, feest van verwachten Dagen te voren leefde je op span ning, van den avond af, dat de klomp met het hooi en de wortels gezet werd onder den schoorsteen. Te wachten lag je, de nachten dóór, driftig soms de slaap uit de oogen wrijvend. Klaar wakker wilde je zijn, waken tot den morgen, met één oor boven de dekens uit. Maar ook klaar om weg te duiken bij het minste gerucht aan de ramen, bang en blij tegelijk, ooi de komst van den Heiligen Man. Was er een morgen mooier c'an deze, waarop je ervaren mocht, hoe goed Sinterklaas je prille verlangens had verstaan; hoe hij het zwaarte punt van je verlangenslijstje had begrepen en als eenige tegenprestatie slechts het brood en de wortels uit je schoen of klomp had meegenomen voor zijn trouwen schimmel? En was het je onderbewustzijn, dat je in een primitieve dankbaar heid deed wegkruipen in de armen van vader of tegen den zachten schoot van moeder Wat heeft onze moderne cultuur van dat alles gelaten Negatiefeen heimwee naar voorheen; positief: de resultans van een vervlakten pakjesavond, een rommelkermis in de binnenkamer, ieder jaar gefor- ceerder vroolijkheid, bergen leeg pakpapier en holle hulzen. De moderne surprise—avond,armetierig restant van het feest van het onver- geleid had, en nadat de abt hem eenige aanwijzingen had gegeven, noodigde de man hen met een buiging uit hem te volgen. Weer doorkruisten ze een war net van gangen en beklommen ze een hooge trap met aan het einde opnieuw een lange gang, waar de monnik op een gong sloeg die tegen een deur hing. Een oogenblik later hoorde men het vallen van een hefboom, waarna de deur ge opend werd en een bedaagde ineenge schrompelde non verscheen. De monnik wees op Kathleen en gaf de orders door die hij ontvangen had, waarop de non, zonder een woord te spreken, tegen het meisje hoog en haar haastig meenam naar binnen, waarna de deur weer dichtviel. Vervolgens bracht hun geleider de heide mannen naar hun vertrekken, cel len zooals de monniken ze zelf hadden, alleen stond er eên bank in, waarop men languit kon liggen. Er werd hun een eenvoudigen maaitijd voorgezet en daar na werden ze aan zichzelf overgelaten. Forsyth strekte zich op de bank uit en liet de avonturen van den afgeloopen dag nog eens de revue passeeren, maar hij was nog niet ver gekomen of de ver moeidheid overmande hem en binnen vijf minuten sliep hij in. Omstreeks twaalf uur echter schrok hij wakker door het klinken van een gong. Tn de gang hoorde hij het sandalen-ge- klepper van vele voelen, eenige minuten later gevolgd door eentonig gezang. Dat was de middernachtelijke godsdienst oefening, bedacht hij, zooals het vroom gebruik die den bewoners der Boedd histische kloosters voorschrijft. Maar lang hield zijn geest zich er niet mee be zig; weldra was hij weer in slaap. Hij hoorde niets van den terugkeer der mon niken op hun strooien schoeisel of van de gong, die een uur later door de stilte van het klooster galmde. Maar eenigen tijd daarna, werd hij plotseling gewekt door de aanraking van een koude hand. Hij veerde overeind op zijn harde legerstede en staarde den monnik die, een lamp in de hand voor hem stond- t De abt verlangt Uwe onmiddellijke tegenwoordigheid, luidde de korte aan kondiging. Er is gevaar! wachte, waarbij de cadeautjes de eenige werkelijkheid bleven en het geestloos gerijmel alleen maar de retlex is van de zinloosheid van veel levens. En dat alles omdat de groote mensch het kinderfeest bij uitstek voor zichzelf opeischte. Voor de kinderen hebben we het Sinterklaas feest vervlakt tol een maskerade kermis en den Sint verlaagd tot een pias in bisschopskleeren, die hoogstens nog slechts als boeman kan dienen voor de heel kleinen. Het Sinterklaasfeest is veelal tot een Sinterklaasje-spelen verworden. Tot het verleden hoort in elk geval het Sinterklaasfeest, zooals dat in den tijd van de Genestet nog voor de groote meerderheid van ons volk bestond. Sint-Nicolaas, niet waar 1M0, wèl hem, wie dat feest Nog altijd meeviert met een kinderlijken^geest Wiens hoofd niet al te^zeerji - vervuld is van die schatten Der wijsheid, die, helaas, mijn brein niet.kan bevatten, 'k Meen beursnieuws, politiek en soortgelijke meer, Om met zijn kinderen mee te leven in 't weleer, Om dagen lang vooruit de winkels rond te dwalen, Of aan een «vrijster» nog zijn hart eens op te halen. Toen de moderne mensch den mooien, wijdvertakten boom der Sinterklaasviering met het hakmes der moderne ongevoeligheid om hakte, liet hij één wortel zitten, het menschelijkheidsgevoel. De weten schap, dat er nog duizenden zijn, die in de dagen rond hel kinderfeest van 5/6 December den anderen mensch herdenken, verzacht veel van het verlies der mooiste elemen ten uit de Sinterklaasviering. Blije gezichten te willen zien, prikkelt nog steeds den goedheidsdrang van het sociale wezen den mensch. En anderen hlij te maken is de goede daad, welke thans nog in Sinter klaastijd veelvuldig wordt toegepast. En daarom zijn deze regels mede een beroep op hen, die nog geven kunnen in deze harde tijden, om te denken aan degenen, voor wie het ontvangen zelfs hard is. Want daarbij zullen er ook wezen, die betere dagen hebben gekend, waarin zij zelf óók geven konden. In zoovele woningen zijn de lampen der vreugde, de een na de andere, uitgeknipt door het crisisspook... En ook de gever zelf zal misschien wat licht kunnen gebruiken in de zwarte oogenblikken dat er twijfel komt, of het nog wel ooit weer licht zal worden. Bedenk, hoe dichtbij de armoede mensch woont, die kinderen heeft, die slechts het vale leven kennen en in een even mateloos als onge fundeerd vertrouwen op Sinterklaas avond hun 'klompjes zullen zetten.... Om ze op den ochtend van den 6en leeg te vinden Uitgezonderd dan het dotje hooi of stroo, dat door Sinlerklaas z'n schimmel ge weigerd werd. ABONNEERT U OP DIT BLAD. Gevaar! Meteen was Dick Forsyth klaar wak ker. Hij stapte op den grond gleed in zijn schoenen en beduidde den monnik dat hij klaar was. Toen hij uit zijn cel op de gang trad, kwam Ching uit de cel ernaast, hevig gapend. Beroerde boel, bromde hij, kan niet rustig slapen, Forsyth gaf geen ant woord. Terwijl hij den monnik volgde door de kronkelende gangen, vroeg hij zich af, wat voor gevaar het wel mocht zijn, waarvoor hij midden in den nacht moest opstaan. Hij ervoer het toen zij de kamer van den abt bereikt hadden. Het noodlot heeft gewild, o heel meester, sprak de oude man hem toe, dat gij niet bij ons zult blijven tot na het da gen van den ochtend en dat ikU niet toonen zal de schatten van ons klooster, zooals ik zou hebben gewild. Maar Boeddha zij geprezen! Wat is er vader? Soldaten! Zij zoeken U en Uwe metgezellen. O geneesheer, en met hen is Ah Yeo, de secretaris van den gouver neur! Weten zij dat we hier zijn? Dat niet! Maar dat gij langs deze weg gekomen zijt vermoeden, zij, want zij hebben gesproken met kolenbranders achter den heuvel. Wij hebben er geen gezien! Zij zagen U en vertelden hetgeen ze gezien hadden. Maar de secretaris en de soldaten hebben de volle maat van hei onweer gehad en zijn doorweekt en zeer vermoeid. Het is noodig, dat zij hun kleeren drogen en slapen en als ik mij in hun gewoonten niet bedrieg, zullen zij tot lang in den morgen slapen en zult gij een goeden voorsprong hebben als gij nu gaat. Nu vader? NuHet onweer is voorbyDe maan schijnt helder. Kijk!. Terwijl hij sprak wierp hij het tralievenster open en Forsyth zag het zilveren licht glan zen op de boomen, waarvan de takken nog zwaar neerhingen door den regen en op de sneeuw der hergen in de verte. Toen nam de abt opnieuw het woord. De toebereidselen voor uw reis zijn gemaakt. In de bergplaats onder den stoel bevindt zich voedsel en twee sten- De splitsing in de Anti-Revo lutionaire partij, waarmede reeds meer dan een jaar gedreigd werd, is dan toch een feit geworden. Weliswaar schijnt het, naar thans gemeld wordt, niet de bedoeling van prof. Visscher te zijn het aantal partijen nog met een te ver meerderen. Veeleer zit de bedoeling voor, gelijkelijk met de Kerslenianen, Lingbeekianen, anti-revolutionairen en christelijk-his orischen in ver binding te treden ten einde aldus tot een grootere eenheid te geraken, waarbij dan echter de geestelijke zonen van de mannen der doleantie niet zoozeer de eerste viool zouden mogen spelen als zij dat naar de meening van prof. Visscher c.s. in de tegenwoordige anti revolutionaire partij doen. Bij burgemeesiers-be- noemingen, decoraties enz. zou de praedomineerende positie van be doelde groep in een partij met ten minste 40 pCt. Ned.Hervormde kiezers thans al te merkbaar zijn. Het blijft intusschen voor ons de vraag of deze afscheiding, welke goede bedoeling er ook moge achter schuilen, niet tot een daadwerke lijke verbrokkeling zal leiden. Zeker in onze dagen, waarin de geheele Christelijke volksgroep zich over alle kleine verschill n heen één moest voelen, teneinde den geestesslrijd tot het einde toe te kunnen sirijden, is verbrokkeling van krachten ten zeerste te be treuren. Het is nu de tijd niet om zijn krachten te verbeuzelen aan kleine geschillen. Het Christelijke volksdeel moet thans slechts één doel voor oogen hebbener voor te waken dat het christelijke beginsel in ons staatsbestuur behouden blijft. Daarom is deze afsplitsing niet alleen voor de anti revolutionairen, doch evenzeer voor de ch rist - hist, en voor de katholieken te betreuren, om van andere gezichtspunten ten aanzien der laatsten hier nog maar niet te spreken, want vooral voor hen zit er een gevaarlijk perspec. tief in. gen geld Vader, daaraan bestaat geen ge brek Wy De oude man onderbrak hem door een handbeweging. De gift van een onzen meester die een heelmeester was, aan hem die ge neest! Hier hebben we weinig behoefte aan geld, maar daar buiten, hy maakte met zijn knokige hand een om vattende beweging naar de door de maan verlichte wereld is groote nood. Men kan er veel goed mee doen. Maar helaas wordt het meestal ten kwade aangewend. Wat zeide die leeraar, dien gij volgt over geld? Herinnert ge het U? Hij leerde, dat de liefde tot het geld, de wortel tot alle kwaad is. Juist, mijn zoon. Begeerte is de voornaamste zonde, en er is maar een zonde die daarmede kan worden verge leken: iemand het leven te benemen.... zooals Li-Weng-Ho het Uwe nemen zou. Daarom bied ik U de helpende hand. Zie, de vrouw komt. Het voorhangsel werd terzijde ge schoven en Kathleen kwam innen, een vragende blik op haar gezicht. Forsyth legde haar de situatie uit. Ah Yeo is met soldaten in het kloos ter aangekomen en daarom gaan wij met een op weg. Het is het eenige wat ons overblijft. Ja, gaf ze toe, dat is het eenige. Alles is voor het vertrek gereed, deelde de abt nogmaals mee. Dan vader Forsvth viel, zooals gewoonte en be leefdheid eischten op de knieën en de anderen volgden zijn voorbeeld. De abt schonk hen zyn zegen en Dick Forsyth overwoog dat, als was hy dan geen Boeddhist, de zegening van een goed- hartigen ouden man hem zeker geen schade zou berokkenen. Dit is uw weg, vervolgde de abt, toen ze weer opgestaan waren en de deur, die zij tevoren reeds hadden opge merkt, geopend had. Een van mijn mon niken zal u tot gids strekken. Na nogmaals hun dankbaarheid te heb ben uitgesproken gingen ze door de deur en Jiwamen in een kleinen tuin, waar zij den stoel vonden, met den lan gen monnik wachtende er naast. Kathleen stapte in, Ching en Forsyth heschen den stoel op hun schouders en met een laatste wuiven naar de hulp vaardigen abt, die nog aan den uitgang van zijn- rotskamer stond, zetten zij hun vlucht voort. HOOFDSTUK XXII. DE WEG NAAR YUNNAN. De halve maan scheen helder op de door den regen schoon gewasscben heuvelen. Met uitzondering van enkele stoompluimen die nog tusschen de boomen hingen, was de mist opgetrok ken en konden zij vrij goed hun weg zien. De kleine tuin vormde een deel van een grooteren, welken zij eveneens pas seerden en die op een klein plateau ae- legen was. Dat staken zij over en daal den vervolgens een lange wenteltrap af, die zich langs den wand van ecnheuvel draaide. Beneden vonden zij een gepla veid pad, gingen door een poort in den kloostermuur en kwamen, rechts af slaand, op een ander pad. De monnik, die zich tot het geven van enkele karige aanwijzingen bepaalde, wandelde voor hen uit en na ongeveer een halve mijl, liep het pad op een breederen weg uit, die naar een zadel in de heuvelen voerde. Toen stond hun gids stil. De weg naar Yunnan, deelde hy mede, naar het zadel wijzend en zonder verder een woord te spreken keerde hij zich om en keerde met vlugge passen naar het klooster terug. Moeizaam worstelden de vluchtelin gen voort langs een der slechtste wegen ter wereld, die bovendien glibberig was van den regen. Herhaaldelijk moesten zy trappen klimmen en hoewel de paar uur slaap in het klooster hen wonderlijk verf.rischt hadden, begon bet zweet van hun in spanning te getuigen. Het dal bleek ver der af dan ze het in het maanlicht toe geschenen had en toen zij het eindelijk bereikten begon het boven de heuvel toppen reeds te schemeren. Er stond een straffe wind, die hun bezweete lichamen koud maakte tot op het merg. Ching s gezicht was smalletjes en vertrokken van vermoeienis. (Wordt vervolgd). it t 0 Waahvpsc&e en Langstraatscbe Courant, MAATSCHAPpy VAM VERZEKER!MG OP MET LEVEM

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1935 | | pagina 1