DeEsimaniiei Zuiden
HUIZE B"
TWEEDE BLAD.
GESCHIEDENIS
DEB HERVORMDE KERK
TE BESQIJEN.
i
No. 99. Zaterdag 21 Dec. '35. 58e Jrg.
1610—1935.
Door
.1. van der Hammen Nic.zn.
XXIV.
Tijdens het verblijf van Ds. Herma
nns Plassius te Besoijen, dus over het
tijdvak 16701671, werden aldaar,
voor zooverre dat door mij kon woe
den nagegaan (de begraaflijsten over
1670, 1671, 1676, 1677, 1688. 1689,
1690 en 1691 ontbreken), de volgende
personen in de Hervormde Kerk be
graven
23 Januari 1672: Kind van Hen-
drick Massignon.
19 Februari 1672 Kind van Corne
lls van den Hoven.
28 Februari 1672: Dirck Lambertsz.
de Greeff.
28 Februari 1672: Hendricxken
Stockmans.
1 Mei 1672: Lijsken Gijsberts de
With, moeder van Maria Peetcrs.
29 Mei 1672: Adriaentjen Jaghers.
4 Juni 1672: Peter Aertsz. v. Thuyn.
5 Juni 1672: Wouterken, dochter
van Adriaen Wouters.
8 Januari 1673: Cathalijn van An-
del, weduwe van Aert Colff.
9 Mei 1673: Anneken Boeseren.
15 Juni 1673: Adriaen Jan Ivens.
Na 15 Juni 1673: Het zoontje van
Antony Prasers.
1674: Kind van Peter den Boer.
1674: Kind van Adriaen Geeritsz.
van den Ilout.
1674: Willem Hagen.
1674: Het dochtertje van Antony
Prasers.
1674: Catharina Emonts.
1674: Kind van mr. Antony de
Bruijii.
1675: Anneken van Thuyn.
1675: De huisvrouw van Wouter
Aertsz. Rcyers.
1675: Kind van Embreclxt Leenhou
wer.
1678: De weduwe van Hendrick
Bastiaensz. de Roy.
1678: Kind van Aert Wijnonts.
1678: Michiel Jaghers, stadhouder.
1678: Jacob van Drongelen.
1678: De vader van den advocaat
van Andel Gerrit van AndeVl)
1679: De broeder van den schout.
1679: De heer stadhouder Antony
Prasers.
1679: Kind van Embrecht Leen
houwer.
1679: Cornelis Corsten (v. Sprang?).
1680 of 1681Kind van mr. Antony
de Bruyn.
1680 of 1681: Kind van Hendrick
Massignon.
1680 of 1681: Hendrick Joordens
van Elderen. man van Tonisken van
de Grint.
1680 of 1681 Embrecht Leenhou
wer.
1680 of 1681: Kind van Bastiaen de
Roy.
1682: Kind van Jan Huybertsz. van
Heyst.
1682 -.Cornelis Jocobsz. Broershart.
1683; Peter, kind van Aert van
Thuyn.
1683: Allegonda Uyttenbrouck.
1683: Andries, zoon van Dirck de
Greeff.
1683: Lijsbeth, huisvrouw van Luy-
cas Borgers.
1683: De vrouw van Gerard Moet
jens.
1683: Gijsbertje, weduwe van Hen-
driek Leenhouwer.
1683: Heyltje, weduwe van Corne
lis Corsten.
1683: Abraham van der Vleut.
1683: Adriaentje Hagen.
1683: Erans Fransz. van Os.
1684: Hendrick van Someren, man
van Jenneken de Greeff (te Waalwijk
begraven).
1684: Tonis van der Pas (te Waal
wijk begraven).
1684: De vrouw van Adriaen Kers-
sen.
1685: Wouter Aertsz. Reigers.
1685; Cathelijn IJendricx, schoon
zuster van Jan Huybertsz. van Heyst.
1685: Gijsbertje en Antonetta de
With.
1685: Kind van Cornelis Jacobsz.
Broershart.
1685: Hendrick Jagers, en Symon
zijn zoon.
1685I)e vrouw van Aert Mutsaerts.
de weduwe van Willem Hooymeyers,
de huisvrouw van Gerrit Nieuwenhuy-
sen en Willem Boom. allen te Waal
wijk hegraven.
1686: Neeltje Ariens.
1686: Adriaentje Wynants, dochter
van Jenneken Hendricx.
1686: Antonie, zoon van Jurien Ra
vens.
1686: Jan Driessen Cuypers, vader
van Jacob Drossaerts (te Waalwijk
begraven).
1687: Aert Wynants, man van Jen
neken Hendricx.
1687: De vrouw van secretaris Ger
rit Verheyden.
1687: Kind van Dirck de Greeff.
1687Cathalijn de Roy, moeder van
Schalck de Roy.
1687:. Een oud man, die woont bij
Jan Huybertsz. van Heyst.
1687: Te Waalwijk begraven: Wil-
lem Corsten van Baerdwijck, het kind
van Adriaen Cuypers, de vrouw van
Peter Carpesteyn en Dircxken Sij-
mons, schoonmoeder van Jacob
Broershart.
Hoewel meester Antonie de Bruyn,
van 1663 tot 1686 schoolmeester te
Besoijen, zeker tusschen 1685 en 1688
moet overleden zijn, heb ik zijn naam
niet op de doodlijsten kunnen vin
den: hij moet dus elders begraven
zijn.
Nu ik mij toch met Besoijensche
personalia ben bezig houdende, zal ik
hier meteen maar de lijst der kerk
meesters publiceeren, aan wie gedu
rende Ds. Plassius' verblijf alhier de
stoffelijke belangen der kerk waren
toevertrouwd; achter de namen vindt
men de jaren hunner bediening: Ger
rit van Andel en Dirck de Greeff (1670
en 1671); Ilendriek Massignon en An
tonie de Bruyn (1672 en 1673);
Adriaen Kerssen en Wouter Aertsz.
Reigers (1674 en 1675); Peter Emonts
en Gijsbert de With (1678 en 1679);
Aert Wynants en Corstiaen Cornelisz.
99
(Naar het Duits)
van Theodor Storm,
door
JAN DE JONGE.
De magere man stond inz'ngeel
gebloemde slaaprok bewegingsloos
voor haar en keek haar aan met
z'n scherpe, ronde ogen.
»Heb je het geld bij ie?» vroeg
hij. »Met dromen alleen kun je geen
panden inlossen».
»Ach nee, Daniël riep ze uit,
»maar geloof toch onze moeder 1
Hij zal weer gezond worden, m'n
jongen, als hij uit de kleine beker
drinkt. Ach, heb toch medelijden
hij is toch ook nog van hetzelfde
bloed, dat in jouw aderen stroomt 1»
Ze hield de handen naai hem
uitgestrekt; maar hij deed een pas
terug.
Blijf van me afl» zei hij.
(1680 en 1681); Jacob Strijchoven en
Nicolaes Reynaerts (1682 en 1683);
Gerard Moetjens en Gijsbert de Greeff
(1684 en 1685); Adriaen Janssen Kers
sen en Cornelis de With (1686 en
1687); Adriaen Woutersi. van Baerd
wijck en Jacob Stijchoven (1688 en
1689); Bastiaen de Roy en Gijsbert
Olifiers (1690 en 1691).
Vroeger heb ik reeds de volledige
lijst der ouderlingen en diakenen me
degedeeld; die namen zal ik dus niet
meer herhalen.
Na den dood van meester Antonie
de Bruyn in 1685 of 1686 (tusschen
haakjes moet hier vermeld worden,
dat deze een uitstekend schoolonder
wijzer schijnt geweest te zijn, bemind
en geëerd bij alle Besoijenaren en door
het dorpsbestuur meermalen belast
met vertrouwelijke zendingen) heeft
een zijner zoons, n.l. Adriaen de
Bruyn. het dorpsschoolmeestersambt
alhier gedurende een drietal jaren
tot 1688 waargenomen, wiens
jaarlijksch tractement a 153 plus
eenige emolumenten evenwel werd
uitbetaald aan zijne moeder Geertruy
Roosen, weduwe van Antonie de.
Bruyn. In zijn plaats werd in 1688 uit
een viertal gegadigden Baltus van
Grevenbiegt te Breda, Rochus Bies
heuvel te Giessen-Nieuwkerk, Johan
nes Burvene, schoolmeester te Gen-
deren, en Johan Harmans, zoon van
den Waalwijkschen schoolmeester
Antonie Hermans door schout en
gerechten, onder goedkeuring van de
Vrouwe van Besoijen, tot dorpsschool
meester en koster benoemd, de eerst
genoemde Balthns van Grevenbiegt,
die, na den 3 September in onder
trouw te zijn opgenomen, den 18 Sep
tember 1689 te Breda in het huwelijk
trad inel de te Vlissingen geboren
juffrouw Catharina Wielcmaeckers
en hier ongeveer 4 jaren verbleef.
Voordat wij evenwel eenige nadere bij
zonderheden omtrent het toenmalige
dorpsschoolmeestersambt willen me-
dedeelen, moet ik vooraf vermelden,
dat den 25 Januari 1687 door schout
en gerechtén consent werd verleend
aan zekeren Franschen schoolmees
ter, n.l. monsieur Tregale, geboortig
van Bodegraven en wonende te Waal
wijk, ten einde aan de Besoijensche
jeugd de Fransche taal te onderwij
zen, waarvoor hem door de dorpsre
genten geene belooning werd uitge
keerd, maar alleen de somme van 30
gulden werd toegelegd voor huishuur.
Dit was echter een bijzonder geval,
hetwelk niets te maken had met het
gewone schoolambt. De heer Trégale
schijnt maar één jaar hier gewoond
te hebben en zich reeds in het begin
van 1688 naar elders te hel)ben be
geven.
De aanstelling van Baltus van Gre
venbiegt met den aankleve van dien,
ingaande 10 November 1688, luidde
aldus:
Op kuyden den 10-en November 1688
soo hebben schouteth, borgemeesters en
gerechten metten kerekenraad, represen-
terende in policie en ecclesiasticq de ge-
meene in ofte opgesetenen deeser heer-
licheyd Besoyen, desen ondergeteeckent
aengenomen Baltus van Graveniegt tot
onsen schoolmeester, om dorps- ofte ge
meentes schoolmeester-, voorleser- en
costerampt 'n jaer te bedienen, en dat op
conditie en voorwaerde hierna beschre
ven, ingaende op dato deses en expire
rende den 11-en November in den toe-
comenden jare als men schryven sal
anno 1689. Voor welcke voornoemde
school- voorleser- en kosterdienst densel-
Toen riep hij z'n katten.
«Krabbe, ouwe beestSnorre, m'n
jongen 1» En met één sprong zat de
gele kater op de arm van z'n mees
ter en sloeg spelend z'n klauwen in
de bonte slaapmuts, terwijl de zwarte
miauwend langs z'n benen streek.
De zieke jongen was naderbij ge.
slopen.
«Moeder», zei hij, en trok haar
hard aan haar kleed, «moeder is
dat die boze oom, die z'n zwarte
kindertjes heeft verkocht?»
Maar op het zelfde ogenblik had
meneer Boeleman de kat al van de
arm geschud en greep hij den gil
lenden jongen beet.
»Ellendig bedelvolk I» riep hij
woedend, zing jij dat onzinnige
liedje ook al
«Ach broer II broer III» gilde en
jammerde de vrouw opeens. Maar
het was te laat, op hetzelfde ogen
blik lag baar jongen onder aan de
trap te kermen. Zijn moeder rende
hem na, en sloot hem teder in haar
armen; daarna nam ze hem op en
terwijl ze zich hoog oprichtte, met
ven voor tractement ofte gagie sal ge
nieten van de borgemeesters uyt de ge
meentes middelen de somme van een
hondert drie en vijftig gulden drie stuy-
vers, en van de kerckmeèsters drie gulden
voor 't geheele jaer, van welck voor-
noempt tractement de borgemeester aen
handen van den voorschreven school
meester alle drie inaenden sal betalen
een gerechte vierde part, des verdient
zijnde, met vrve wooninge in gemeyntes
schoolhuys met het gebruyek van den
hoff daer achter gelegen, gelyck zaliger
mr. Anthony de Bruyn.
Item sal den opgemelten schoolmees
ter daerenboven vande inwoonende kin
deren, by hem ter schoole gaende, van
ieder genieten voor 't leeren lesen,
schryven etc., vijf stuyvers, en van buy-
ten kinderen van d'omleggende plaetsen
etc. dubbel geit ofte tot syne discretie.
Van die leeren cyfferen daer van sal
den selven ieder vierendeel jaers genie
ten de somme van twaelff stuyvers, als
van outs by de ouders, voogden ofte be-
sorgers vande voorschreven kinderen
t'elkens naer 't eyndigen van ider vieren
deel jaers te betalen, al waer 't dat sy
maer drie dagen in dat vierendeel jaer ter
schoole hadden gegaen, ten ware dat by
den meester en opsienders der kinderen
anders was geaccordeert, daer op hem
goet recht sal gedaen worden.
Item als daer eenige kinderen voor-
comen, die de magt niet en hebben ofte
die vanden armen leven, daer van sal
den schoolmeester niets genieten, ver
mits uvt consideratie van dien by 't le
ven van zaliger mr. Anthony de Bruyn
het voornoemde tractmeent drie gulden
en drie stuyvers jaerliks is verhoogt.
Voor welck voornoempt tractement den
voorschreven schoolmeester sal gehou
den wesen, de pligten tot de voornoemde
diensten staende wel waer te nemen,
alle de kinderen, bv hem ter schoole ko
mende, soo in 't lesen, schrijven, cijffe-
ren, christelike gebeden en catechismus
en wvders in alle goede zeden tot de
voorschreven bedieninge staende wel te
onderwysen.
Item sal den opgemelten schoolmees
ter de clocke ofte horologie behoorlik
moeten stellen en ten reguarde vanden
kerekendienst en over de dooden op be-
hoorlike tyden luyden, en sal voor over-
luyden van ider overleden persoon ider
revs genieten ses stuyvers en vande kin
deren beneden de twaelff jaeren half
geit.
En sal wegens de magistraet en
kerckenraed by den schonth en dominé
werden genomen goede opsigt over de
schoole en den meester, in cas densel
ven geen goede discipline houdt, na be-
hooren corrigeren.
Item sal den schoolmeester Sondags
in 't uvtgaen van 't kerckvolck met voor-
weten van den schouteth alle publication
en billetten aflesen en daer voor genie
ten van ider twee stuyvers; dan sullen
vrv weesen, die hem van schouteth in
syn particulier ofte wegens de gemeente
sullen werden ter handen gestelt.
Item sal den voorschreven meester
ofte coster alle de graften inde kerek
moeten maecken ofte doen maecken en
daer voor genieten vande erffgenaemen
vanden overledene van ider graf agt
stuyvers en van den kerekmeester van
toeleggen vier stuyvers en van kinderen
half geit; dan op het kerekhoff sullen
de vrumden van den overledene vry
staen selfs te mogen doen.
Item sal den schoolmeester gehouden
wesen de school te beginnen ofte laten
ingaen de clocke agt uuren voormiddags
en eyndigen te elff uuren en naer de
middag de clock één uur ingaende en
eyndigende de clock vier uuren.
Item sal den schoolmeester alle weken
de school en kerek moeten schoonmaec—
ken of vegen mitsgaders het slik vanden
kerekendam schoppen ofte laten schop
pen als van outs, dan sal den kerek
meester de besemen daer toe doen.
Aldus is den voorschreven schoolmees
ter op voorgaende conditie by d'op
gemelte regenten ende kerekenraedt
inde voorschreven qualiteyt aengeno
men, gelovende den voorschreven
schoolmeester den voorschreven dienst
in voegen als voor en aen sijn syde be
hoorleek waer te nemen, en aen d'ander
syde gelooven de voornoemde regenten
en kerekmeesters insgelijcx het voor
schreven contract te voldoen. Des t'oir-
het bloedende hoofdje van haar
kind tegen de borst geleund, hief
ze haar gebalde vuist op naar haar
broer, die boven aan de trap tussen
de spinnende katten stond en ze
sprak: »Ellendige, boze man I» En
ze voegde er nog aan toe: »Ik hoop,
dat je met je beesten in ellende om
komt I»
»Vloek, zoveel je wilt», antwoord
de de broeder, »maar maak, dat je
uit m'n huis weg komt I»
Terwijl de vrouw zich met haar
schreiend knaapje verwijderde, riep
hij z'n katten en sloeg de kamer
deur achter zich dicht. Maar hij
voelde zich toch verre van prettig
gestemd, hij bedacht, dat een ver
wensing uit de mond van een arme
gevaarlijk kan zijn, vooral, wanneer
ze een gevolg zijn van de hard
vochtigheid van een iijke.
Vrouw Anken had natuurlijk
's avonds na het bezoek van me
neer Boeleman's zuster heel wat
ruwe woorden te slikken, vanwege
haar slordigheid, door de deur open
te laten. Ze was dat nog niet ver
geten, toen ze enkele dagen later
met het middageten z'n kamer bin
nentrad. Ze kneep haar dunne lip
pen nog vaster opeen dan gewoon
lijk, maar haar kleine verlegen
oogjes lachten nu van stil'e pret.
Ze wist een nieuwtje en nu zou ze
van de gelegenheid gebruik maken,
om wraak te nemen op haar mees
ter vanwege die scheldwoorden, die
ze toen had moeten aanhoren.
»Hebt U 't luiden van de St.
Magdalenakerk niet gehoord?»
vroeg ze.
»Nee, gaf meneer Boeleman kort
ten antwoord. Hij had nauwelijks
naar haar vraag geluisterd,want hij
zat weer gebogen over z'n tabellen.
«Weet U dan niet, waarom ze ge
luid hebben?» vroeg de oude
vrouw verder.
«Och, schei toch uit met je klets
praatjes 1 Ik heb wel wat anders te
doen, dan naar dat gebim—bam te
luisteren I»
»Nou, meneer, het was toch om
de zoon van Uw zuster I»
Meneer Boeleman legde z'n pen
neer.
«Wat klets je nou weer, mens
»Nou, ik zeg, dat ze zo pas het
zoontje van l)w zuster hebben be
graven.»
Meneer Boeleman schreef al weer
door
»Waarom vertel je mij dat? Wat
gaat mij die jongen aanï?»
»Nou ja, meneer, ik mag U toch
zeker wel vertellen, wat er voor bij
zonders in de stad gebeurt?»
Toen ze echter weg gegaan was,
legde meneer Boeleman dadelijk z'n
pen weer neer met de handen op
z'n rug, liep hij geruimen tijd door
de kamer op en neer. Hij was zeer
onrustig. Wanneer hij beneden op
straat ook maar een klein beetje
lawaai hoorde, ging hij haastig naar
het raam, alsof hij bang was, dat
daar reeds een gerechtsdienaar zou
zijn, die hem gevangen kwam ne
men, vanwege de mishandeling van
den knaap. De zwarte krabbe liep
miauwend om hem heen en begeer
de z'n portie van het binnen ge
brachte voedselhij kreeg een
schop, datie jankend in de hoek
vloog. Maar, wat was dat? Kwam
het door de honger, of was de na
tuur van het beest, dat anders
zo onderworpen was, plotseling ver
anderd Blazend en sissend kwam
de kater op hem af. Meneer Boele
man gaf hem een tweede trap.
«Vreet dan, beest I» zei hij. »Jullie
hoeft niet op mij te wachten».
konden hier van gemaeckt twee eens-
luydende actens en by parthyen weder-
sijdts eygenhandig onderteeckent den
10-en November 1688. (Geteekend)P.
van Andel, schout 1688, Geerart Moetjens,
Dirck de Greeff, Adryaen Woutersen,
Jan Huybertsz. van Heyst, Cornelis de
With, Jacop Drossers, Jacobus Strjjck-
hoven, Hermanns Plassius, Baltus a Gra-
venbiegt).
Gedurende de predikantsbediening
van Ds. Plassius was men te Besoijen
begonnen met 's winters onder de
godsdienstoefeningen eenige verwar
ming in de kerk aan te brengen, niet
door middel van kachels of haarden,
maar door stoven, waarin dooveko-
len (van turf) gloeiden, die uitstekend
de voeten warm hielden, maar vaak
ook een benauwden walm in het
kerkgebouw verspreidden. Ook ten
dienste van schout en gerechten of de
dorpsregenten werden in 1687 voor
rekening van het dorp voor het eerst
nieuwe stoven in de regeeringsbank
gezet, die dat jaar een uitgave van 9
gulden 9 stuyvers vorderden, terwijl
de overige kerkgangers of kerkgang
siers hun eigen stoven medebrachten,
welke aan een koperen hengsel wer
den gedragen. Onder die stoven trof
men bij aanzienlijke lieden wel eens
fraaie exemplaren aan, soms gebeeld
houwd en voorzien van het familie
wapen der eigenaars. Toch bleven
deze stoven lange jaren een zeer pri
mitieve verwarmingswijze. Te Waal
wijk in de parochiekerk aan de
Haven stookte men integendeel al
lang vóór 1700 een groot haardvuur
van brandende turf, terwijl ook daar
het kerkgezang reeds in 1680 door
orgelmuziek begeleid werd. Te Be
soijen geschiedde dit laatste pas in
1857, toen de heer .Johannes van der
Loo, wonende te Waalwijk en aldaar
overleden den 15 Februari 1859, aan
de kerk alhier een orgel ten geschenke
had gegeven, hetwelk thans (1935) nog
gebruikt wordt..
Uit de oude dorps-, kerke- en ar-
inenrekeningen kan men ook vaak
aardige gegevens verzamelingen aan
gaande kerkelijke en maatschappe
lijke toestanden en gebruiken uit
vroegere eeuwen. Zoo blijkt uit de
kerkerekening over 1672 en 1673, dat
toen te Besoijen (en nog veel later)
gedurende de wintermaanden bij
strenge vorst vuur werd gezet bij het
horologie, om olie of smeer vloeibaar
en het uurwerk, gangbaar te houden,
wat een uitgaaf vorderde van 2 gul
den 10 stuivers. Zoo leverde de
Sprangsche smid Cornelis Fransz. van
Ammelroy een nieuwe rug fel in de
kerk voor 1 gulden 5 stuivers, en de
Sprangsche marktschipper Hendrick
Willemsz. Leenhouwer 50 plavuizen
voor de Besoijensche pastorie voor 2
gulden 3 stuivers 8 penningen, tegen
een blanck het stuk gerekend, terwijl
een kan Fransche wijn ten dienste van
het heilig Avondmaal wrerd betaald
met 10 stuivers, een kan Spaansche
wijn met 1 gulden 7 stuivers, en een
cloetstock voor den dorpsschutter
met 18 stuivers. Voor twee teerton
nen, die werden ontstoken om den
vrede met Engeland te vieren, betaalde
men in 1674 één gulden 2 stuivers,
voor een nieuw slot in de pastorie in
1675 één gulden 16 stuivers, voor het
maken en leveren van een clockreep
3 gulden 3 stuivers, voor een nieuwe
onrust aan het torenuurwerk 12 stui
vers en voor twee lijkbaren in 1679
negen gulden 10 stuivers. Jacob Jansz.
Met één sprong waren de beide
katten bij de volle schotel, die hij
voor hen op de grond had neer
gezet.
Maar daar gebeurde iets heel bij
zonders.
Toen de gele snorre. die het eerst
met eten klaar was, midden in de
kamer stond, zich uitrekte en z'n
rug kromde, bleef meneer Boeleman
vol verbazing voor hem staan';
daarna liep hij om het dier heen
en bekeek het van alle kanten. Ja,
hij had wel goed gezien.
»Snorre, ouwe jongen, hoe heb
ik het nou met jou?» zei hij, ter
wijl hij de kater over de kop streek.
»Je bent op je ouwe dag nog ge
groeid I»
Daar kwam ook de andere kater
aangesprongen. Hij zette de haren
van z'n glanzende pels overeind en
stond daar hoog op z'n zwarte benen.
Meneer Boeleman schoof de bonte
slaapmuts naar achteren en mom
pelde: «Die ook all Eigenaardig
van zulke oude beesten het zal wel
aan het soort liggen».
Het was intussen al weer sche
merduister geworden en meneer
Boeleman werd hoe langer hoe
onrustiger. Niemand kwam natuur
lijk, om hem gerust te stellen
daarom ging hij maar achter de
schotels zitten, die op de tafel nog
steeds op hem stonden te wachten,
en probeerde, of het eten hi m nog
smaakte. Dat viel mee. Eindelijk
begon hij met genoegen naar zijn
beide katten te kijken, die naast
hem op de canape zaten.
(Wordt vervolgd).
Oplossingen vorige week.
Het onderspit delven.
Raadselredacteur.
t
n.'
R
s
I