Yt.acX 7-&zu$
g.e&o.h.e.n w.&hd.
TWEEDE BLAD.
DE ECHO VAN HET ZUIDEN.
No. 100. 58e JAARGANG.
Het is om die blijde gebeurtenis te
herdenken, dat talloos velen den weg
naar Bethlehem zijn opgegaan. De
kerk der Geboorte is het, die allen tot
zich trekt. Zij is de oudste van alle
kerken in Palestina. Gebouwd in de
dagen van keizer Constanstijn, toen
de eerste Christenheid uit de Cata
comben in 't volle licht trad, werd ze
door de Perzen bij hun herhaalde in
vallen niet verwoest, naar men zegt,
omdat ze in de kerk de beeltenissen
vonden der drie Oostersche wijzen in
hun nationale kleederdracht. Aan het
nationaliteitsgevoel, dien machtigen
factor in het Oostersche leven, dankt
dan Bethlehem het behoud van zijn
heiligdom, dat in later jaren ook door
de Turken is ontz'en. Wel stond sul
tan Hakem in 1010 gereed om 't von
nis over de Geboortekerk te voltrek»
ken, maar een Macht, sterker dan deze
vernieler van veel wat den Christe-
nen dierbaar en heilig was, weerhield
hem op 't laatste oogenhlik.
De Geboortekerk is gelegen op den
Oostelijken rug van heide heuvels,
waartegen Bethlehem is opgebouwd,
dat zelve voor 't grootste deel de afhel
ling van den Westelijken heuvel be
slaat. Het kerkgebouw wordt geflan
keerd, door een drietal kloosters, die
met hun zware gesloten uit ruwen
steen opgetrokken muren en hun ge-
tralide vensters aan middeleeuwsche
vestingen denken doen. En inderdaad
hebben hier de monniken zich ver
schanst tegen elkander. Op de plaats,
waar de Kribbe stond van den Vrede
vorst, betwistten Grieksch-katholieken
en schismatieke Armeniërs elkander
en met elkaar den katholieken Fran-
ciscanerpaters het recht op deze
heilige plek. Droevig beeld van men»
schelijke kleinheid, die het Goddelijke
groote ontluistert en van zijn eeuwi
gen glans zou beroovcn, als het God
delijk Licht niet door de duisternis
sen blonk en „wordt gevierd en aan
gebeden", zooals Vondel zingt.
Gevierd en aangebeden wordt de
Godheid van Christus op de eigcn'ijkc
plek, waar de krbbe Hem wachtte,
die Hemel en aarde nauw doet luiste
ren naar de Wetten, die Hij stelde.
Beneden het koor van de vijfbeukige
kerk, met fraaie, uit écn stuk witge
aderde roode-zandsteen gekapte zui
len, die in vier rijen geschaard het
dakgebinte schoren, ligt een crypte,
waartoe een tweetal trappen toegang
geven. Een ster van zilver, stralende
in het licht van 15 in het rond gehan
gen lampen wijst de plaats, waar het
Goddelijk Kind het levenslicht aan
schouwde.
Hic de Virg'ne Maria Jezus Chrstus
natus est, H:er werd uit de Maagd
Maria Jezus Christus geboren staat in
de ster te lezen. Een weinig bezijden
voeren drie traptreden naar het kapel
letje der kribbe, waar de in de rots uit-
gehouen voederbak, welke de Moeder
Gods tot rustplaats voor haar nieuw
geboren Kind uitkoos, nog zichtbaar
is.
In eerbiedig zwijgen, diepgeroerd
bij de gedachte aan de gebeurtenis,
die voor zoovele eeuwen in deze
ruimte zich voltrok en ons toch zoo
nabij is, omdat ieder menschen^e-
slacht opnieuw het verlangen in zich
voelt naar verlossing uit de slavernij
der zonde, knielen de pelgrims neder
als de talloos velen vóór hen, die de
liefelijkheid van het Goddelijk Kind en
Zün Heilige Moeder in onzegbaar
geluk gevangen hield; als de herders
van Bethlehem, die de eersten waren
welke de heilbelofte vernamen, die
hij de komst van den Verlosser de
Aarde door Engelenstemmen werd
toegezongen.
Buiten wachten den bezoeker de
eeuwig uitgestoken handen der Pa'ps-
tijnsche bedelaars, hun niet eindi
gend dringend gevraag: „hakschisch,
hakschisch!" en de vroolijk-blinken-
de handelaars in rozenkransen, kruis
jes en snuisterijen, die de kans schoon
zien om een mazeltje te maken. En
wie niet in staat is een onverstoor
bare kalmte te bewaren te midden
van al 't tumult der vragende en aan
biedende kooplieden, wordt een d'er
dure ervaringen rijker, die den
mensch wijs maken.
In het gedrang verloren staan de
werkelijke stakkersde blinden,
te blijven. En ieder voor zich is ervan
overtuigd dat deze race op den duur
zal moeten leiden tot een groote
catastrofe. Beangstigend is het te we
ten dat binnen enkele weken of maan
den die catastrofe kan uitbreken, om
dat er aanleidingen te over zijn. We
loopen met brandende cigaretten door
een kruithuis!
Te weinig menschen nog beseffen
den ernst van den toestand, waarin de
wereld verkeert. Te weinigen ook be
seffen dat er maar één weg is om zich
afdoende te bewapenen tegen de drei
gingen zich te richten tot Hem, die
de Heer is van leven en dood.
In den Kerstnacht laat Hij Zijn En
gelen met bazuingeschal verkondigen:
„Vrede op aarde aan de menschen die
van goeden wille zijn!". Laten wij deze
boodschap verstaan en bidden om den
Vrede. Een smeekbede moet het zijn
dorre heuvelkringen en den zwaar-
stoffigen karavaanweg is dit milde
landschap een verkwikking.
Grijs en eerbiedwaard g van ouder
dom is Bethlehem, het „Huis des
Broods" zooals het om zijn vrucht
bare akkers werd geheeten. Hier was
het, dat de Moabitischc Ruth de aren
las voor haar oude schoonmoeder
Noëmi, en Booz, door haar edelmoe
dige toewijding geiroffen haar tot
zijne gade uitkoos. Hier zalfde de zie
ner Samuel uit de zonen van Isaï den
jongen David tot Israëls koning, toen
Saiil door zijn Heer was verworpen om
zijn boosheid. Maar een schooner
ster zou rijzen uit de oude stad, als
het Licht der wereld, Christus uit
haar zou opgaan, om te verlichten alle
dingen dat in de wereld is, en om aan
hen, die het aannamen, macht te ge
ven kinderen Gods te worden, vol van
genade en waarheid.
Feest van vertroosting
en nieuwe hoop.
„Vrede op aarde!".
We hebben deze dagen straten, da
ken en velden al overspreid gezien met
het maagdelijke witte kleed, waaron
der de heinel onze aarde toedekt om
haar tegen de koude van den harden
winter te beschermen. De kale velden,
de naakte geraamten van wat voor en
kele maanden nog fleurig groen leven
was, het zijn alle symptomen dat het
leven der natuur, na weer den cirkel
gang van ontluiken, opbloeien en
vruchtdragen te hébben afgelegd, is
afgestorven.
leder jaar als liet Kerstmis wordt,
schiet ons deze gedachte weer te binnen
omdat wij tegelijk ook in onze ziel een
heimwee voelen naar liet nieuwe leven
dat komen gaat en waarvan het Kerst
feest de boodschap is.
Want niet alleen in de Natuur kwijnt
het leven weg. Wij leven eigenlijk on
der den voortdurenden druk van het
zien verschrompelen van een bescha
vingstijdperk, waarin wij tot voor kort
ons onbeperkte vertrouwen gesteld
hadden. Een wereld vol paradoxen en
vol van schrijnende armoede ligt rond
ons; velen onzer zien dagelijks een
stukje afbrokkelen van wat hun dier
baar is en waarin zij voor dit leven
hun geluk besloten dachten. Voor an
deren is dat geluk, dat zij zich voor
spiegelden, ongrijpbaar geworden; het
schuift steeds verder weg naar een
wazigen achtergrond, waar het zal ver
dwijnen in de grijsheid van een onze
kere toekomst.
Er wordt veel geleden in onze da
gen. Het ligt meestal weliswaar niet
aan de oppervlakte. Wie zijn mensche=
lijk eer- en trotsgevoel niet verloren
heeft, stalt zijn armoede niet uit voor
iedereen. Maar we weten zeker, dat
achter heel veel wat herinnert aan
goede dagen van weleer, hitter schrij
nend leed gedragen wordt.
Zeker, Kerstmis zal al dat leed niet
niet één slag komen wegnemen, dat
weten we maar al te goed. Maar toch
is het Hoogfeest van Kerstmis in deze
dagen een hijzonder feest, dat ons. de
kracht schenkt om geduldig te dragen
hetgeen ons is opgelegd en om volhar
dend te blijven streven naar een he
tere en lichtere toekomst.
Een sterke geest is het die we in
onzen tijd vooral noodig hebben om
sterk te staan. Kerstmis komt om de
zen geest in ons te versterken door
nieuwe hoop te geven, door ons nog
weer eens te komen herinneren waar
wij onze vertroosting moeten zoeken.
Kerstmis is de voorafbeelding van het
nieuwe leven, dat vast en zeker straks
komen zal.
Christus zal Zijne wereld, waarvoor
hij in den Kerstnacht mensch werd,
waarvoor Hij leed, niet vergeten. Hij
komt weer onder ons ook in dezen
Kerstnacht om vertroosting te bren
gen en ons door dieper levensbesef de
kracht te schenken om onze beproe
vingen te dragen. Dit is een vertroos
tende en hoopgevende gedachte, ook
voor hen, die het zwaarst te lijden
hebben.
„Vrede op aarde!".
De Kerstboodschap in dezen tijd, nu
de Vrede verder af schijnt dan ooit,
nu dreigingen op ons afstormen door
de tastbare mogelijkheid van het uit
breken van een nieuwen beschaving-
vernietigenden oorlog! Nu de macht
van „Blut und Eisen" weer het Recht
vertrapt.
In het licht der Kerstboodschap ver
schijnt ons de waanzin, waarin de vol
ken weer gegrepen zijn, in nog afzich
telijker vormen. Alle pogingen om een
waanzinnigen wedloop te stuiten, heb
ben tot nog toe hopeloos schipbreuk
geleden. Eindelooze diplomatieke be
sprekingen hebben er niet toe kunnen
leiden dat de groei van de verdelgings
machinerieën ook maar eenigszins be
lemmerd werd. Integendeel, de cene
uitbreiding heeft de andere te voor
schijn geroepen. De mogendheden tee-
ren op hun laatste krachten om „bij"
Er is wel geen oord ter wereld, dat
zoo lieflijke voorstellingen oproept,
dan het kleine stedeke in Judea:
Bethlehem. Maandoorlichte winter
nacht; zachtruischende Engelenzang;
moederweelde, die Verlosser toont;
teederheid en kinderlijke onschuld;
eerbied en liefde van de eenvoudigen
van hart. Vrede, diepe vrede aan allen
van goeden wil: dat is de Blijde Bood
schap van Bethlehem aan de mensch-
heid, die omkomt in zonde en leed.
Hoeveel duizenden pelgrims heb
ben in bijkans twintig eeuwen, al
biddend en mediteerend, de stoffige
haan afgelegd, die van de konings
stad Jeruzalem leidt naar „Davids
Poorte", niet de minste van Judea's
steden, omdat uit haar de Sterke zou
hem's velden voegde bij die der vele
moeders, welke de wreedheid van
Herodes van haar dierbaars'.en schat
beroofde. Ginder op de grauwe ber
gen in de verte lag de burcht van den
Wellusteling, die het Goddelijk Kind
naar het leven stond en Bethlehems
grond met onschuldig bloed bezoe
delde.
Als een beeld van blijden vrede ech
ter ligt de stad waar Jezus werd ge
boren, op de hellingen der heuvels,
wier zachlglooiende kammen rustig
aan den diep-blauwen hemel verloo-
pen. In de stralende vruchtbaarheid
van de welbebouwde velden, met de
witblinkende gevels in de felle mid
dagzon, glanst het U van allen kant
vriendelijk tegen: Welkom! Na de
opstaan, die het volk van Israël zou
verlossen. Vrome legenden begeleid
den hen op hun heenweg. Wezen ze
elkander niet den Mariaboom, in
wiens schaduw de Moeder had ver
toefd bij den opgang naar den Tem
pel, waar Zij volgens Mozes' Wet ha
ren eerstgeboren zoon den Heer zou
opdragen? Zij laafden zich aan de
„Put der Rust" de Bir-el-Quadis-
moe, waar in teeder vreezen Maria
en Jozef zich verpoosden aan het
eind gekomen van de lange reis, die
hen. om te voldoen aan iicl keizerlijk
bevel, uit het vertrouwde Nazareth
naar 't onbekende Bethlehem voerde,
het vreugdevolle uur der Geboorte
het bitter oogenhlik der Vlucht tege
moet. En vóór de pelgrims de stad
van David binnengingen, stonden ze
stil bij Rachels' graf, de treurende
stammoeder der Joden, die haar kla
gende stem, al warende over Bethlc*
van alle menschen van goeden wille,
die in dezen Kerstnacht bij de vredige
kribbe van Bethlehem wordt opgezon
den tot den Hemel.
Vandaar kan de eenige vertroosting
en uitkomst nog komen, nu wij zelf
weer onze volledige onmacht hebben
bewezen.
Van daar zal de uitkomst ook ko
men als de Christelijke wereld slechts
de boodschap van het Kerstkind wil
verstaan en er naar handelen.