Toegewijd een Hendel^ Industrie en Cemeentebelengen. HET HOOGSTE RECHT MK'"miOU5i EERSTE BLAD. FEUILLETON JDSRD BRHBSHD" Op van tHOESTEN DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN, I NUMMER 14. ZATERDAG 15 FEBRUARI 1936. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. tranco ie zeuden aan den Uitgever. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco p. post door 't geheele rijk 1-40. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERI.1 ANTOON TIELEN Telefoon No. 38. - - Telegr.-adres: ECHO. Advertentiën moeten Woensdag en Vrydag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. Pr\js der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum 1.50. Reclames 40 cent per regel Bij contract flink rabat. DE INTELLECTUEELE WERKLOOZEN. Het dezer dagen verschenen rapport van de commissie ter bestudeering van de toenemende bevolking van univer siteiten en hoogescholen en de werkge legenheid voor academisch gegradu eerden, geeft weer eens een schril beeld van de donkere toekomst, die een groot deel onzer studeerende jeugd wacht. In het algemeen blijkt de toe stand op de arbeidsmarkt der acade misch gevormden, zooals deze zich ver moedelijk in de eerstvolgende vijf jaren zal ontwikkelen, van dien aard, dat het aanbod van afgestudeerden bijna twee maal zoo groot is als de behoefte van de maatschappij aan universitair ge schoolde arbeidskrachten. Dit is wat wij tot dusverre omtrent den hoofdinhoud van het rapport, dat binnenkort bij Wolters in Groningen zal verschijnen, weten. Het is voldoen de om nog eens de aandacht te vesti gen op het beangstigende verschijnsel van den groei van het intellectueele proletariaat. Bij het spreken over „werkloozen" denkt men veelal te zeer aan één en kele categorie: de menschen die week in week uit met hun behoeftig gezin hun armzalig leventje leiden, de be hoeften ingekrompen naarmate het steunbedrag dit vergt. Zeker, zij zijn de groep, die het hardst schreeuwt tot ons gevoel, omdat schrijnende armoede ons medevoelen eerder pakt dan stil en verbeten ge dragen ontmoediging. Maar er is nog een andere categorie menschen, jonge menschen veelal, die geen kans zien zich in te schakelen in het groote geheel van onze economi sche gemeenschap. Talloozen van hen van „De Echo van het Zuiden". Naar het Amerikaansch bewerkt door J. VAN DER SLUYS. zijn na het afloopen der lagere school de straat opgesmeten, om daar hun da gen in verveeldheid door te brengen. Anderen zijn aan het studeeren gesla gen in afwachting van den „beteren tijd", die straks vast en zeker komen zou. Zij hebben hun studie voleind, komen rijp en bekwaam en met de hooge aanspraken van een academi- schen graad in het leven, dat echter hardnekkig blijft weigeren hen op te nemen. De „verbetering", die optimis tische crisis-economen zagen is uitge bleven en zal wie-weet-hoe-lang nog uitblijven. Deze jonge menschen moeten zich tevreden stellen met stompe kantoor baantjes, waarvoor zij zich feitelijk en met recht veel te goed voelen. Het simpele werk mits zij dit nog hebben moet hen dagelijks nieuwe desillusie brengen. Geestelijk moeten zij hun feitelijke overbodigheid en de overtolligheid van hun ontwikkeling sterker voelen als anderen, die niet het voorrecht hadden op de universiteits- banken te zitten. Geestelijk worden zij misschien ook het eerst ontredderd, waardoor ook hun brein wellicht straks zal openstaan voor waanzinnige fanta sieën. Reeds nu zien we daarvan over al rond ons de symptomen: hoevele uit hun evenwicht geslagen intellectueelen loopen niet reeds met extremistische ideeën rond? Een klaagzang aan te heffen zal ons intusschen weinig baten. Wat er in de afgeloopen jaren aan overtollig intel lect is gekweekt hoe zonderling is eigenlijk een wereld waarvan sprake kan zijn van teveel aan intellect? is niet meer weg te werken. We kunnen alleen voor de toekomst paal en perk stellen aan den toeloop naar de uni versiteiten. Een scherpere selectie van de studenten is noodzakelijk niet alleen om het teveel aan gegradueerden tegen te gaan, maar ook om de vorming van een groep van „halve intellectueelen te voorkomen. kantoorgeleerden. We treffen meerdere malen in de bladen advertenties van instituten, die adspirant-leerlingen een „degelijke kantooropleiding" garandeeren. We willen allerminst iets afdingen op het nut der aan deze inrichtingen gegeven lessen in boekhouden, ma- chineschrijven, correspondentie in de moderne talen enz. We gelooven zelfs gaarne dat het doceeren dezer vakken in goede handen is. Toch hebben wij een groot bezwaar tegen deze snelcursussen, waar jon gens en meisjes worden klaargestoomd voor het kantoorwerk. Dit bezwaar is n.l. dat de jongelui, die naar deze cur sussen gestuurd worden de zuiverste „kantoorgeleerden" worden en ge speend blijven van hetgeen wij willen samenvatten in den naam „algemeene ontwikkeling". We weten wel dat er heel dikwijls geklaagd wordt over de overbodigheid van zoo heel vele vakken, die op onze middelbare scholen geleerd worden. Die klachten zijn echter volkomen on gegrond, want voor iemand die het als EEN POLIS LEVENSVERZEKERING geestelijk arbeider in de wereld een eindje wil schoppen is een breed funda-i ment van kennis noodzakelijk. Hij of zij dient begrip te hebben van den historischen groei van verhoudingen in het vaderland en daarbuiten, van gesteldheid en productie-vermogen van de aardoppervlakte en speciaal natuur lijk weer van het eigen gebied, van de elementaire beginselen van de physi- sche en chemische wetenschappen. Hij of zij dient gevoel te hebben voor de schoonheid in geschreven of in beeld gebrachte kunst, dient een breede ken nis te hebben van zijn godsdienst. Dit alles schenkt de middelbare school, ook zij die meer speciaal op de handelsopleiding is ingesteld. Dit alles mist de jongeman of het jongemeisje, dat in speciaal—instituten pasklaar wordt gemaakt voor een kantoorkruk, om daar uitzonderingsgevallen daar gelaten ten eeuwigen dage gedoemd te zijn doode cijfers en formules te groepeeren. Neen, men denke vooral niet, dat „Instituut Zoo en Zoo" een degelijke H.B.S. of H.H.S. kan vervangen. Een grondige ontwikkeling, die levensbe grip en levensvreugde brengt, biedt alleen de middelbare school. EEN POLITIEK WATER EN VUURZAAKJE. Het schijnt, dat de stinkbommenac- tie uitgaat van de Dinaso's, die een groot-Nederlandsche, dus Vlaamsch- Nederlandsche, fascistische oriëntee ring hebben. We geven deze omschrij ving onder eenig voorbehoud, want zelfs een krantenmensch kan de nieuwe „bewegingen" doorvoeren. Naast de welke zich stuk voor stuk ten doel heb ber. gesteld om aan de verdeeldheid van ons volk in partijen een einde te ma ken en derhalve een verdeeldheid in „bewegingen doorvoeren. Naast de Dinaso's immers en naast Mussert, die de grootste beweging heeft, zijn we fascistische groepeeringen rijk van Zwarte Fronters onder mijnheer Adolf Meyer, van N.N.S.P.-ers onder ma- Hoest- Griep-Bronchitis -Asthma Nadruk verboden. 8. Zou hij geen schadeloosstelling moeten hebben? vroeg ze. Ja, als hij gewond is, is dat niet onmogelijk; maar als hij er een zaak van wil maken, dan heeft hij daar ook het recht toe en we kunnen en mo gen dat niet verhinderen. Virginia verborg haar gezicht m haar handen. O, wat een schande, snikte ze, hij zal zoo onverschillig worden, dat niets hem meer schelen kan. Kom kindje, trachtte de rech ter haar te troosten, we zullen zien wat we kunnen doen. Ze klampte zich aan hem vast. Me neer Kent, als geld helpen kan, hem kan helpen te vergeven, wilt U dan 't mijne gebruiken? Neemt U het dan van mijn deel! Ik heb mijn toelage niet opgebruikt en als dit niet vol doende is, dan is het kapitaal er toch nog. En Lloyd's kapitaal? Beste kind, het kapitaal moet jullie bij je meerderjarigheid onaan getast worden ter hand gesteld. De rechter zag Virginia's wan- hoopsgezicht en herinnerde zich plot seling, dat hij nog wat opzij had ge legd voor een uitstapje in het najaar naar Washington. Maar ik beloof je ditals ge hem ervan kan terughouden, een vervol ging in te stellen, ik dat deel van de toelage, dat je gespaard hebt, gebrui ken zal en als er meer noodig is, zal ik dat wel ergens vinden, maar ik kan niet aan 't geld komen, dat ik jullie la ter in zijn geheel moet overhandigen. Dat begrijp je toch? Ja, ik geloof van wel, antwoord de Virginia, maar wat gebeurt er als hij daar niet mee tevreden is? Moet Lloyd dan Ze brak af, niet in staat dat vreese- lijke woord uit te spreken. De Fairfaxen waren een zeer oude familie, waarvan Lloyd de eenige mannelijke nakomeling was. Er wa ren militairen, rechter en eenvoudige landeigenaars onder geweest; goede ruiters en goede drinkers soms, maar nooit had een man den naam, die hij droeg, geschandvlekt. En familietrots en traditie leefden in dit meisje even sterk als in de meeste Zuideiijke families. Kindlief, hernam de rechter, als hij er staat, een aanklacht in te dienen, dan moet hij dat doen, en Lloyd moet zich verdedigen, als ieder ander. Als hij tegen de wet gezondigd heeft, moet hij de consequenties aan vaarden. De wet is onomkoopbaar, meiske! voegde hij er aan toe. Al gold het mijn eigen zoon dan zou dat nog geen verschil maken. Dat weet je toch, is 't niet? Virginia richtte zich hoog op Ja, zei ze dat weet ik. Toen legde ze haar handen op zijn heide schouders en keek hem aan. Maar U doet Uw best voor hem, niet waar? pleitte ze. Ja, beloofde hij, ik zal doen wat ik kan.... Hij legde den arm om Virginia'» schouder en samen liepen ze naar de deur, maar op dat moment vloog de deur open en een woest met de oogen rollende negerin, stormde, de kamer binnen. Ze aarzelde even toen zij de rechter zag, daarna liep ze op Virgi nia toe en greep haar hand. Juffrouw Ginia, riep ze. Ze zijn om mijnheer Lloyd gekomen. Ze heb- ben hem meegenomen. De hemel be hoede ons Ze barstte in tranen uit, zonder Vir ginia's hand los te laten. Virginia stond stil, keek bleek van angst, den rechter aan, die somber voor zich uit staarde tot de schreiende negerin opnieuw uitbarstte. Mijnheer Lloyd riep tegen me... Ga hel juffrouw Ginia vertellen, en toen ben ik hier naar toe geloopen, om het U te zeggen. Maar ze hebben hem te pakken en zullen hem nooit meer loslaten! Dank je Sarah, slaagde Virginia er ten slotte in te zeggen. Ga nu maar gauw naar huis en maak je niet zoo ongerust. Rechter Kent weet er alles van, hij zal ons helpen. Ga nu maar! Ja, juffrouw Ginia, klonk het onderworpen. Maar dat tuig van Marshall heeft een klacht legen hem ingediend, en we zullen hem nooit terug zien. Toen stond ze op en verliet snik kend de kamer. Je moest nu maar naar huis gaan, zei de rechter plotseling, dan ga ik met de Marshall's praten, om te onderzoeken wat er gedaan kan wor den. Als hun eerste woede wat be koeld is, zullen zij de zaak misschien anders beschouwen. Maar dit zei hij alleen om het meisje te bemoedigen, want als Marshall ernstig gewond was.... Virginia bedankte hem na een oogenblik van stilte en ging langzaam huiswaarts. De rechter, die tegen ziin taak opzag, gaf Jonathan order, zijn paard voor te brengen en reed naar Verlaagde Marshall's huisje dat even buiten de stad gelegen was. Hij trof de familie thuis: Jud Mars hall's vrouw, mager met ingevallen gezicht; zijn suffig uitziende negen tienjarige zoon en Jud zelf, die nu bleek en grimmig in zijn ruwe bedste- zat, lag met een norsche uitdrukking op zijn gezicht. Zij verwachtten niet anders dan overdonderd te worden, toen zij hoorden, wie hij was, want iedereen kende den rechter en wist dat Lloyd zijn pupil was tot zijn meer^ derjarigheid en ze hadden zich voor genomen om zwijgend te luisteren naar wat hij te zeggpn had. De Marshall's waren van de ber gen in Kentucky naar Harrisville ge komen en zooals bij dat soort men schen gewoonlijk het geval was, had den zij meer gemeen niet de wilde die ven uit hun bergen, wat hun hou ding ten opzichte van ltven cn gevaar betrefi dan misschien een;g and^r volk ter wereld. De rechter kende zijn papenheimers en bereidde hen een groote verrassing. Terwijl Jud's vrouw en zoon in zijn nabijheid stonden, gereed om hem eventueel te hulp te komen, vroeg de rechter allereerst naar zijn toestand en wel op zoo'n vriendelijke manier, dat Jud tenslotte zijn norsche stilzwij gendheid moest opgeven. Hij ant woordde vrij barsch dat hij wel dacht in 't leven te zullen blijven, niettegen staande die vlegel hem leelijk tegen den grond gesmakt had. Ik weet 't, antwoordde de rech ter, er is ook hoegenaamd geen ver ontschuldiging voor, maar ik heb nog geen bijzonderheden gehoord, en als 't U niet te veel vermoeit, zou ik die graag van U zelf willen vernemen. Lloyd Fairfax is al gearresteerd, als ik me niet vergis; wat hij, zoover ik kan nagaan, ook verdient. Ja, hernam de man grimmig. joor Kruyt enz. Van de week kreger we De Uitweg toegestuurd, hetwell nr. 1 van den eersten jaargang der li beraal-socialistische beweging bleek t< zijn, onder redactie van den heer C Verwey, een ons onbekende persoon lijkheid uit Santpoort, die vermoedelijl ook wel de Leider van deze allernieuw ste beweging zal zijn. We hebben nie den moed gevonden om den inhoud t bestudeeren, daar we vermoeden, da de Uitweg al weer spoorloos zal zijn vóór nummer 2 van het maandblad ge legenheid krijgt om te verschijnen. In tusschen, wie vertrouwen heeft in d combinatie „liberaal" (water) met so cialistisch (vuur), weet thans, tot wie hij zich in het belang van het Neder landsche volk heeft te wenden. Lem hier en Jonas Lang van verdei op, hebben daarvoor gezorgd. O, kunt u mij nu vertellen wa er precies gebeurd is? De man aarzelde een oogenblik ging wat overeind zitten en deed ee omstandig verhaal van hetgeen er de; vorigen avond gebeurd was. Nu zou Marshall er om hebben wi1 len liegen als 't in zijn kraam te pa kwam, maar in dit geval was hij i zijn recht cn wist dat het beter voo hem was later niet op een leugen bt trapt te worden, daar hij ook rekt ning had te houden met de getuigt nis van Fairfax. Het verhaal wat d rechter al zoo van den norschen ma te bed hoorde, was een vrijwel nauv keurige beschrijving van de gebeurtt nis en Lloyd kennende, viel het de rechter niet moeilijk het voorgevallc ne te reconstrueeren. Toen de man geëindigd had, zat d rechter een oogenblik na te denkci daarna keek hij Marshall weer aai Er was geen verontschuld'gin voor hem, verklaarde hij. Wellict was het een beetje roekeloos van l om de teugels van een verschril paard te grijpen, maar U zei dat Llov sloeg en als het ware dwong, U on ver te loopen. Is dat juist? Ik geloof van wel, antwoordt Marshall droogjes. Neen, ik zie geen verontschuld ging voor hem, herhaalde de rechte Hij zal er voor moeten boeten. Kan i! niet in het belang van Lloyd, ma: als vriend, ook iets voor u doen? Ik geloof het niet, meneer. (Wordt vervolgd.) e Echo van het Zniden, WaaUyksrkr en Lanptraatsche Courant, GESLOTEN BIJ DE GEEFT ZEKERHEID VOOR DE TOE KOMST VAN U EN DE UWEN. Stop vlug dien akeligen hoest, neem Akker's Abdijsiroop Op slag zult Gij ondervinden, dat Gij hier een hulp hebt om den meest weerspannigen hoest te verdrijven. Vanaf den eersten lepel openbaart zich haar kalmeerend®, verzachtende, slijmoplossende wer king. De vastzittende slijm komt los en Gij zult weer gemakkelijk kunnen ademhalen. Abdijsiroop verschaft U reeds vannacht een rustigen slaap en binnen 24 uurzijt Gijdan dien benauw;- den hoest finaal vergeten. Neem bi|

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1936 | | pagina 1