Gemeenteraad Loonopzand. Tvrnfn f rn DE „GLADDEKKERS" TWEEDE BLAD. ECHO'S. ABONNEERT U OP DIT BLAD. jsjo. 16. Zaterdag 22 Febr. 36, 59e Jrg. in Kerkvervolging door spot. De geschiedenis van het eerste, in catacomben bekneld gehouden Christendom verhaalt van bloed dorstige en van geraffineeroe, spot. tende kerkvervolgers. De eersten kweekten martelaren, de laatsten trachtten met krenkend sarcasme en bijtenden hoon den steeds groeien- den nieuwen godsdienst uil te roeien Men behoeft er niet meer van te huiveren de houding van onzen Oostelijken nabuurstaat tegenover het Christendom als kerkvervolging in den waren zin des woords te brandmerken. Nu onlangs is weer door den Duitschen minister van Binnenland- sche Zaken de ontbinding gelast van een aantal katholieke jeugdbonden Baden. Een sprekend voorbeeld van spot lazen we in het verslag van een proces tegen een Jezuïeten pater, die met recht protesteerde tegen de moderne heidensche stroomingen die in het Derde rijk door olficieele partij-instanties worden bevorderd. De pater had slechts de w< orden aangehaald van een jeugdleider te Witten aan de Ruhr, waar 10.000 jonge menschen kampeerden. De man gebruikte, notabene als tafel gebed,'de volgende voor de christe nen zoo zielstriemende woorden »Onze zielen voor den duivel, ons hart voor de meisjes en ons leven voor Adolf Hitler. Amen." Het protest hiertegen kostte den pater anderhalf jaar gevangenisstraf. Een even hemeltergende uiting was van een nat. socialistische krant in Wtlrttemburg, welke het optr. den rechtvaardigde van nazi's, die wilden verhinderen dat aan een bekeerden Jood het H Doopsel werd toegediend Het blad schreef o.a. als volgt: „Is er in het huidige Duitschland nog iemand zoo naief om te gelooven dat een Jood door het Doopsel Christen wordt? Het doopwater heeft heelemaal niets te beteekenen. Evenmin als men van een haring, die men onder de kr >an van een waterleiding houdt, een forel maakt, evenmin wordt een gedoopte Jood een Christen/' Dat is een openlijk belachelijk maken van de diepste gevoelens, dit katholieke en protestanten bezielen. Het boven aangehaalde demon streert wel duidelijk de kerkvervol ging door spot. Uitkeering Werkloozen- kassen. Exploitatie Bouwterrein. De Rondvraag. De gemeenteraad van Loon-op-Zand kwam Woensdagavond in openbare vergadering bijeen, onder voorzitter schap van Burgemeester Mallens. Secretaris de heer M. C. v. d. Wee. Aanwezig alle leden. 1. Installatie van Üe nieuw be noemde leden van den gemeenteraad, de heeren B. Verhoeven en A. Snap haan. De nieuwe leden leggen in handen van den Voorzitter de vereischte eede:; af. waarna zij door den voorzitter in den raad worden verwelkomd. Voorts dankt de voorzitter de afge treden raadsleden voor alles wat ?ij in het belang der gemeente deden. 2. Vaststelling notulen vorige ver gadering. De notulen worden zonder opmer kingen vastgesteld. 3. Ingekomen stukken. Van Ged. Staten zijn enkele stukken ontvangen, houdende goedkeuring van verschillende raadsbesluiten, w.o. vast stelling van de begrooting 1936. Van den heer v. Woensel is bericht ontvangen, dat hij de benoeming tot lid der Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs aanneemt. Van den heer Vissenberg is een ver zoek ingekomen om ontheffing van de hondenbelasting, daar hij verafgelegen woont. Het schrijven werd naar B. en W. verwezen voor prae-advies. Door zeven raadsleden is een voor stel ingediend tot wijziging van het reglement van orde in dien zin, dat voortaan de rondvraag op de agenda zal geplaatst worden en dat het ontslag en de aanstelling van gemeentewerk lieden door den Raad zal geschieden. Wordt naar B. en W. verwezen. De heer v. d. Heuvel vraagt de ver zekering, dat voor de behandeling van dit voorstel in den raad, B. en W. geen cremeentewerklieden zullen ontslaan of aanstellen. De Voorzitter zegt, dat hierover de ambtenaren- en werkliedenorganisaties perst gehoord moeten worden. Eerder is er geen goedkeuring van Ged. Sta ten te verkrijgen. Daarom kan spr. de gevraagde verzekering niet geven, doch wel wil hij toezeggen de zaak zoo spoedig mogelijk te behandelen. Verbouwing Dokterswoning. Van Dr. Smals te Loon-op-Zand was een verzoek ingekomen om zijn wo ning te mogen verbouwen, daar deze te klein bleek. De Voorzitter zegt, dat B. en W. indertijd een verzoek tot verbouwing hebben afgewezen, waarom adressant zich nu tot den raad wendt. B. en W. stellen voor het verzoek aan te hou den opdat zij prae-advies kunnen uit brengen. De heer Snoeren vindt het niet noo- dig dat het voorstel aangehouden wordt daar B. en W. toch met den toestand op de hoogte zijn. De Voorzitter zegt. dat in dit schrij ven nieuwe voorstellen worden ge daan. Wat gevraagd wordt is totaal nieuw. Spr. stelt voor het schrijven naar B. en W. om prae-advies te ren- voijeeren. De heer v. d. Heuvel vraagt, wan neer de eerstvolgende raadsvergade ring zal zijn. De Voorzitter moet daarop het ant woord schuldig blijven en zegt, dat het niet goed is de zaak te bespoedigen. B. en W. zullen een voorstel formulee ren, dat bevrediging schenkt aan beide kanten. De heer v. d. Heuvel vraagt, hoe B. en W. tegenover hel voorstel st.-.an, ndien de gemeente hierdoor nier bena deeld weidt. De Voorzitter antwoordt, dat B. en W. er natuurlijk mede accojrd gaan. wanneer de gemeente niet geschaad en adressant ermede gebaat v/ordt. 4. Verslag der Commissie tot We ring van Schoolverzuim in deze ge meente over liet jaar 1935. Voor kennisgeving aengenomen. 5. Voorstel tot het aangaan eener geldleening, groot 74000.a 4J/£ c/c bij de N.V. Maatschappij voor Ge- meentecrediet te Amsterdam. Tengevolge van de gewijzigde geld markt kon in 1935 de voorgenomen conversie van een geldleening, waar van 74000.— resteerde, niet door gaan. Daar de leening echter tegen 1 Mei was opgezegd is het bedrag en kele maanden tegen hooge rente in rek.-crt. verantwoord. Voorgesteld wordt nu -bij de Bank v. Ned. Ge meenten een nieuwe leening te sluiten om daardoor het betalen van te hooge rente te voorkomen. De raad gaat met het voorstel ac- coord. Uitkeering Werk lozenkassen. 6. Verzoek van de besturen der R.K. Werkliedenvereeniging te Kaats heuvel en te Loon-op-Zand om een bij slag te verleenen op de uitkeeringen uit de werkloozenkassen, voor zoover deze minder bedragen dan de werkloo- zen zouden genieten indien zij als ge- organiseerden in de steunregeling wa ren opgenomen. Ten aanzien van het verzoek meenen B. en W., dat het billijk is dat daaraan wordt voldaan. Door hunne organisatie en de daar mede verband houdende assureering tegen de gevolgen van werkloosheid, geven de betrokkenen toch blijk van een passende mate van voorzorg, wel ke niet anders dan waardeering ver dient. Niet billijk is het zeker dat deze werkloozen in hun uitkeeringen wor den achtergesteld bij hen. die het lot van den arbeid aan willekeur overla ten. En toch is dit voor sommigen het geval nu, en dit speciaal voor de groot ste gezinnen, de uitkeeringen uit de werkloozenkassen lager zijn, dan deze werkloozen zouden genieten, indien zij in de steunregeling waren opgenomen. Gaarna willen B. en W. er het hun ne toe bijdragen om deze lacune te ver beteren, door het voorstel te doen om op de uitkeeringen uit de werkloozen kassen in de daartoe leidende gevallen, een suppletie te verleenen tot het ver schil, waartoe ook de brandstoffenbij- slag behoort, dat de werkloozen bij toe passing van de steunregeling zouden genieten. Er zijn momenteel slechts 3 kastrekkers die voor deze suppletie in aanmerking kunnen komen. Deze zou den op een toeslag van f 2.per week recht krijgen. Aannemende dat deze uitkeering het geheele jaar zou voortduren, dan zou de toeslag in totaal over ruim 300.— loopen, waarin door het Rijk uit het Werkloosheidssubsidiefonds 75 wordt bijgedragen. De georganiseerden kunnen gedu rende 10 weken in het jaar aanspraak maken op uitkeering uit de werkloozen- kas. De heer v. d. Heuvel vindt het voor stel acceptabel, doch zou het ook graag toegepast te zien op de christelijk geor ganiseerden. De Voorzitter zegt, dat dit niet ge vraagd is en dus niet kan worden toe gestaan. Overigens is het vanzelfspre kend dat het niet de bedoeling van den raad is, de toeslag eenzijdig toe te pas sen. Wanneer zulks door de christelijk georganiseerden verlangd wordt, zal de raad het inwilligen. De raad gaat met het voorstel ac- coord. 7. Voorstel wijziging gemeentebe- grooting voor het dienstjaar 1935. De raad gaat hiermede accoord. 8. Benoeming lid bedrijvencommis- sie. In de nog bestaande vacature wordt gekozen de heer A. Snaphaan. Vergoeding Bijz. scholen. 9. Voorstel vaststelling vergoeding over 1934, te verleenen aan de bestu ren der bijzondere lagere scholen in de ze gemeente, overeenkomstig art. 101 der Lager Onderwijswet 1920. B. en W. stellen voor deze vergoe ding voor de respectievelijke bijzonde re scholen te bepalen op: Bijz. School voor N.H. te Loonschen- dijk 871.23. Bijz. Meisjesschool te Loonopzand 1553.56J/£. Bijz. Jongensschool te Loonopzand 1607.53J4 Bijz. Jongensschool te Berkdijk 851.95^. Bijz. Meisjesschool te Berkdijk 923.27. Bijz. Meisjesschool H. Maria, Kaats heuvel 1528.51. Bijz. Meisjesschool H. Theresia, Kaatsheuvel 2314.93. Bijz. Jongensschool St. Jan, Kaats heuvel 2316.853^. Bijz. Jongensschool St. Bernardus, Kaatsheuvel 2343.84. Deze vergoeding is gebaseerd op de kosten van het openbaar lager onder wijs, welke 7.71 hebben bedragen. Echter is overeengekomen en hebben de schoolbesturen voor het jaar 1934 genoegen genomen met een vergoeding op basis van 7.50 per jaar voor het eerste halfjaar en 6.30 per jaar voor het tweede halfjaar en gemiddeld 6.90 per leerling, op welk bedrag de verrekening over 1934 plaats vindt. Het voorstel wordt door den raad aangenomen. 10. Voorstel tot toekenning van een voorschot op de gemeentelijke vergoe ding voor het jaar 1936, ingevolge ar tikel 101 der Lager Onderwijswet 1920 Volgens overeenkomst met de be sturen der bijzondere lagere scholen kan de vergoeding in de exploitatie kosten voor 1936 bepaald worden op een bedrag van 6.30 per leerling. Op deze vergoeding kan 80 voorschot gegeven worden. De raad gaat met het voorstel ac coord. Exploitatie Bouwterrein. 11. Voorstel vaststelling verorde ning op de exploitatie van bouwterrei nen en het wijzigen van de bouwver ordening. Aan het prae-advies van B. en W. ontleenen wij het volgende: De in het uitbreidingsplan betrok ken gronden komen te eeniger tijd in aanmerking om als bouwterrein in ex ploitatie te worden genomen. Dit kan evenwel niet geschieden al vorens de gronden voor bebouwing zijn geschikt gemaakt. Dit bouwrijp maken is echter aan tal van regelen gebonden, welke eensdeels zijn neergelegd in de Bouwverordening, anderdeels in de bebouwingsvoorschrif ten en andere ter uitvoering van het uitbreidingsplan gegeven regelen. Bij de hierbedoelde openlegging der gronden voor bebouwing is het nood zakelijk dat, wil het algemeen belang niet uit het oog worden verloren, het gemeentebestuur regelend optreedt. Het is de taak van het gemeentebe stuur om zich te beijveren alle maatre- i gelen te treffen, die er het beste toe zullen leiden, dat 's raads beslissingen en wenschen, zooals die in het uitbrei dingsplan zijn neergelegd, in de toe komst in vervulling gaan. Hierbij dient er vooral op te worden gelet, dat door de gemeenschap als ge heel zoo min mogelijk offers worden gebracht waarvan de voordeelen aan enkelen ten goede komen, zonder ech ter in het tegenovergestelde te verval len en de billijkheid en rechtvaardig heid uit het oog te verliezen. Voorop moet derhalve worden ge steld dat kosten, die ten behoeve van het in bouwexploitatie brengen van gronden worden gemaakt ook gedra gen moeten worden door de belang hebbenden, n.l. de eigenaren. Volgens art. 7 der bouwverordening mag door particulieren geen weg wor den aangelegd zonder toestemming van den gemeenteraad en dan slechts onder de verschillende in dat artikel opgesomde voorwaarden. Als eerste conditie geldt, dat de grond, waarop de weg komt te rusten „om niet'' aan de gemeente moet wor den overgedragen. Verder eischt het genoemde artikel voorschriften omtrent de afmeting, hoogte, richting, verharding, rioleering. verlichting, beplanting en het onder houd. De vraag rijst thans hoe te handelen bij het daarstellen der wegen. Voorop dient te worden gesteld, dat het in bouwexploitatie brengen van gronden nagenoeg geheel afhangt van de betrokken eigenaren. Zijn deze niet door JAN DE JONGE. 3) Had men hen vroeger om hun wijsheid weggeroepen naar een ver land, dan zou men hen nu wel om hun domheid thuis laten Daarom dacht hij, dat het enige middel was, om in de toekomst met rust gelaten te worden, dat ze allemaal, zonder één uitzondering, vrouwen en kinderen, jongen en ouden, de gekste en dolste dingen moesten uit halen, die maar te bedenken waren. Ja, wanneer iemand iets geks te binnen schoot, dan moest hij dat doen. Daarvoor had men juist de verstandigsten en bekwaamsten nodig, want het was helemaal geen geringe kunst, het beroep van een nar goed uitte oefenen. Wanneer het namelijk iemand niet gelukte, de ju'ste kunstgrepen uit te voeren en het hem op die manier mislukte, zich als een dwaas aan te stellen, dan zou hij werkelijk tot een dwaas worden, z'n gehele leven lang. Want de koekoek houdt zijn gezang, de klok haar klank en de kreeft zijn gang. Dit voorstel werd door de Glad dekkers met de grootste ernst over wogen. Nog lang werd erover be raadslaagd, want het was inderdaad een moeilijke en zeer belangrijke zaak. Ten slotte besloten ze, dat ieder voor zich de zaak nog eens goed zou overdenken, alle punten terdege onder de ogen zou zien en danaan het werk gaan Hierop ging de vergadering uiteen met de afspraak, dat ieder voor zich zou overleggen, waar het hem het beste leek, de kwast van de narren kap aan te vatten. Het spreekt van. zelf, dat een ieder bijna spijt had, dat thans de rollen zo waren om gekeerd en dat ze nu in het vervolg alle dagen een dwaas moesten wezen, nadat ze zo vele jaren vol wijsheid waren geweest. Maar, omdat ze allen het grote nut ervan inzagen, waren ze wel bereid van hun wijsheid afstand te doenEn hiermede is het eind gekomen van de geschiedenis over de wijsheid der Gladdekkers. Nu zou dan voortaan 'n ander leven beginnen voor de Gladdekkers. Het eerste begin moest reeds goed zijn, besloten ze. Daarvoor dachten ze het nodig met 't bouwen van een Raadhuis te beginnen. Al de in woners van Gladda zouden gezamen lijk hicivan ue kosten dragen. Het moest natuurlijk een goed raadhuis woiden, waarin ruimte was om hun dwaze streken uit te halen en dat in staat was deze dwaasheden te verdragen. Nu was het zaak, voor zichtig te werk te gaan, want ze konden nog maar niet zo zonder meer afstand doen van hun wijs heid; het zou anders licht in de gaten lopen, dat hun dwaasheid maar aangenomen was en lang niet echt leek. Daarom besloten ze, kalm en bedaard te werk te gaan. Maar een nieuw Raadhuis was toch zeker nodig. Nadat zegoed hadden afgesproken, wat er voor zo'n gewichtig werk allemaal noodig is, kwamen ze tot de ontdekking, dat er nog één ding aan mankeerde. En dat was een fluitspeler of een violist, die met z'n lieflijke muziek, hout en stenen bij elkaar kon toveren, en deze in de juiste volgorde op elkaar stapelde. Maar zo iemand was er niet te i vinden en daarom zat er voor hen niets anders op, dan samen dit werk aan te pakken, zodat de een de ander hielp ze kwamen overeen, zo lang door te werken, totdat het ganse bouwwerk voltooid was. Hier uit kunnen we heel goed zien, dat de Gladdekkers, nog lang niet hun wijsheid hadden verloren ze wisten nog veel te goed, dal ze eerst bouw materialen en andere dingen nodig hadden, voordat ze met de bouw konden beginnen toch zou lang zamerhand het licht van hun wijs heid als een nachtkaars uitgaan. Maar wanneer het echte narren waren geweest, dan waren ze be ginnen te bouwen zonder hout, stenen en kalk. Samen trokken ze dus de bossen in, waarvoor ze eerst over een berg naar 'n dal aan de andere zijde moesten klimmen, en begonnen daar onder leiding van hun bouwmeester de bomen te vellen. Onder hun bijlslagen bezweken de woudreuzen de een na den ander; ze werden van hun tanken ontdaan en lagen daar eindelijk kant en klaar te wachten totdat ze vervoerd zouden worden. Nu wensten de Gladekkers maar één dingdat ze al deze bomen één voor één op een boog konden laden, om ze zodoende op een gemakkelijke manier naar huis te schieten. Wanneer ze dat middel konden toepassen, dachten ze heel wat zwaar werk uit te kunnen sparen. Maar dat ging niet, zo verstandig waren ze thans nog wel. Er zat dan ook niet anders op dan het inspannende werk zeil te verrichten. Onder veel zuchten en steunen sleepten ze de zware bomen tegen de berg op en aan de andere kant weer naar beneden; de laatste boom was wijzer dan alle Glad dekkers tezamen. Met veel moeite hadden ze alle bomen tegen de berg opgesleept en met grote voorzichtig heid aan de andere helling naar beneden laten zakken. Vooral dat laatste kostte heu veel in panning, want de zware stukken hout wilden hen ook met alle kracht meeslepen. Ook de laatste boom bonden ze vast aan de touwen, schoven en trokken hem tegen de berg op en lieten hem aan de andere zijde zakken tot op de helft van de berg helling. Hoe het gebeurde begrepen ze zelf niet; of ze het touw niet goed hadden vastgebonden, of dat het touw brrkniemand kon het met stelligheid zeggen. Kort en goed, de boom ontglimpte hen en begon uit zichzelf de berg af te rollen, al harder en harder, tot hij bij de andere bomen kwam en daar stokstijf bleef liggen. Vol verwondering hadden de Gladdekkers deze boom nagekeken Ze verbaasden er zich ten zeerste over, dat zo'n stijf stuk hout zo'n groot verstand had. Eindelijk begon één van hen te spreken Wat zijn we toch allemaal groote dwazen, dat wezoveel moeite hebben gegeven, om die bomen langs de helling naar beneden te brengen En nu moet dit stomme stuk hout ons leren, dat ze het nog veel beter zonder ons hadden gekund I" (Wordt vervolgd Oplossingen raadsels vorige week. 1. Gelijk. 2. De look. 3. De paddestoel. 4. Zijn laatste rustplaats. 5. Niets. b Den brompot. 7. Een ijspin. (Kegel) Raadsels. 1. Welke vogel lijkt het meest op een grasmus. 2.Zoekt me en ge zult me vinden, maar als ge me gevonden hebt besta ik niet meer. 3. Ik ken een juffrouw met een voet Waarop ze stevig staat De heele lieve lange dag Ze heelt één voet, en maar één kous Die hangt aldoor in 't nat En vreemd haar voet blijft altijd (droog Wel vriend begrijpt ge dat. Die juffrouw eet geen kruimpje (brood Maar drinkj zooveel te meer Niet uit een glas of uit een kom Maar uit een holle peer. En is de laatste droppel op Wat doet ze dan de guit Dan stuurt ze ons allemaal naar (bed En zij gaat zachtjes uit. 4. Welke ziekte heerst in geen enkel land. 5. Zes heeren speelden den gansche avond met elkander, en toch hadden ze alle zes gewonnen. Hoe kon dat? 6. Wat krijgt men als men de natuur in twee gelijke deelen verdeeld. 7. Welke appel is het kleinst. W'j, v.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1936 | | pagina 5