Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. P A S C H E N. BET HOOGSTE RECHT UIT DE PERS. FEUILLETON ,1100110 BBA0A1D" Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen. EERSTE BLAD. REGEERINGSFDLITIEK, DE INDUSTRIE VRAAGT HULP. VESTIGINGSEISCHEN. ■^NUMMER 30. ZATERDAG 11 APRIL 1936. 59e JAARGANG. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG Brieven. Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.25. Franco per post door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum 1.50. Reclames 40 cent per regel. Bij contract flink rabat. Uit den dood tot het Leven. In de laatste jaren beijveren sommi ge schrijvers zich om excuses te zoe ken en aan te wijzen voor het tekort of gemis aan geloof en vertrouwen, aan blijheid, door vele menschen te genwoordig zelfs met Paschen aan den dag gelegd. De crisis, zeggen ze, duurt nu al jaren achtereen en dan kost 't moeite, om zich eiken keer opnieuw maar weer te suggereeren, dat het le ven wordt herwekt en dat God uit de duisternis het Licht geboren laat wor den. Degenen, wien het nog goed gaat in het leven, dat z ij nog reden heb ben om een blijde Hallelujah te galmen, dat is te begrijpen, maar die arme crisisgeslagenen Zoo hoort men meermalen opperen. En tóch, als we ons de beteekenis van het Paaschfeest goed indenken, hebben dan niet juist de armsten en de meest zondigen onder ons, reden om zich geestelijk in te stellen op de her denking van Jezus' triomf op den dood? Als we den geest van Paschen goed in ons willen opnemen, laten we dan allereerst alle materieele overwegingen van ons afzetten. De Verlossing, welke Jezus door Zijn dood voor ons wrocht te en met de glorie van Zijn herrijze nis bezegelde, was immers geen ont trekken aan aardsche bekommernissen. Jezus heeft niet over den dood getriom feerd om te kunnen schitteren als Vorst over een aardsch rijk; geen enkelen wereldschen glans heeft Hij gezocht of van „De Echo van het Zuiden". Naar het Amerikaansch bewerkt door J. VAN DER SLUYS. begeerd. Ook dengenen, die Hem volg den en die Hij had uitgekozen om Zijn leer over de aarde te verbreiden, heeft Hij na Zijn herrijzenis niet van schat ten voorzien en met waardigheden om hangen, maar Hij heeft ze zorgen op de schouders gelegd, kommernis sen voorspeld en ze op één enkele uitzondering na hun gewelddadigen ondergang voorzegd. Zijn trouwste dienaren wilde Hij langs den weg van lijden, van het mar telaarschap, tot Zich nemen. Zouden wij dan klagen en zeggen, dat het voor ons geen Paschen kan zijn, omdat we misschien géén werk hebben en te weinig brood? Paschen is juist daarom zoo'n blij en troostvol feest, omdat het den aller armsten leert, hoe rijk ze zullen zijn, als ze -gelijk Jezus den weg van beproeving, kommer, verguizing en ellende zijn gegaan, om eindelijk door de genade van God te herrijzen in het Licht der eeuwige heerlijkheid. De zegepraal van Jezus werd pas geboren, nadat Hij den lijdenskelk tot den laatsten druppel had geledigd en in overgave aan Zijn hemelschen Va der verzuchten kon: ,,Het is volbracht! Het is met Paschen de troost der ar men en gefolterden onder de menschen, dat ze in het lijden den weg weten tot zegepraal en overwinning. Zeker, we mogen God bidden, dat Hij ons het kruis, waarmee we onzen lijdens- Nadruk verboden. 24. Maar Jackson kon geen referenties geven. Toen had de directeur er ver der geen belangstelling meer voor en 'I onderhoud was geëindigd. Jackson liep de treden van de bank af, met 't gevoel dat hij wel zou wik Ier», wegkruipen en zich verbergen. Hij was nu langzamerhand het punt gena derd, waarop hij zijn zelfrespect en vertrouwen begon te verliezen en dit was haast het ergste wat gebeuren kon. Hij sloot een oogenblik zijn oogen, van louter wanhoop. Een botsing! Jackson ging een stap achteruit, hield zijn hand hoven de oogen en keek rond. Een jongeman was bezig zijn hoed uit een goot te visschen, wat hem na een oogenblik gelukte, waarna hij zich tot Jackson wendde. Neemt U mij niet kwalijk, ik hoop, dat ik U geen pijn heb gedaan, 'n stommiteit was 't van me. Wel, verduiveld, mijn kop eraf als dat Jack niet is! Jackson staarde den jongeman aan, en voelde toen weer hoop in zijn hart. Hallo Evans, hoe gaat 't er mee? Ik was heelemaal vergeten, dat je hier woont. De jongeman lachte een vroolijken luchthartigen lach. Eenig, om jou te ontmoeten! En 't was me een ontmoeting, hé? Waar- ging je heen? Jackson aarzelde. Evans was twee dejaars geweest, toen Jackson aan kwam en hoewel ze niet bepaald in tiem waren, kende hij hem genoeg, cm sympathie voor hem te hebben. Maar wat kon hij vertellen van wat er thuis was voorgevallen? Evans was, jong en luchthartig en onweerstaanbaar, van zijn bruin gol vende haren, en aantrekkelijk lachend, jong gezicht, tot zijn keurige schoe nen. Jackson besloot hem in ieder ge val niet veel te vertellen. Eindelijk, begon hij, ik hen bezig een baantje te zoeken. Jij. Ja. Maar was is er gebeurd? Waar om ben je niet in Harrisville? Daar hoor je toch thuis, is 't niet? Dak is een lange geschiedenis, Bob. en ik kan je niet alles vertellen. Maar 't is nu eenmaal zoo, dat ik hier, in je mooie stadje, werk moet zoeken en platzak ben. Bob Evans begon te grinneken. Hou op met je flauwiteiten; zeg me eens, wat je hier uitvoert! Je wou dus zeggenIs 't geen inop? Bob's gezicht vertoonde even een vluchtige komische belang stelling en stopte de hand in zijn zak om er een leeren portefeuille uit te halen. Hier, hoeveel heb je noodig? Jackson glimlachte. Neen, ik vertel geen grappen, en ik wil geen geld van je: ouwe jongen, ik moet werk heb- weg gaan, wat zal verlichten en ons dus in onze aardsche zorgen zal tege moet komen, maar tenslotte moeten we in vertrouwen aan Hem overlaten te bepalen, wat goed voor ons is en ter onzer zaligheid kan strekken. Boven alles uit moeten we zoeken, deel te krijgen in de g e e s t e 1 ij k e waarden van het Verlossingswerk, dat met Jezus' triomf op den dood werd voltooid. We moeten zien vrij te ko men uit de zonde, om te kunnen opgaan in het Licht van de Waarheid en van het eeuwige Leven. De weg daarheen is de weg, dien Christus ging: den weg van smarten, den weg des lichamelijken doods Paschen is het feest der vertroosting omdat het ons doet herinneren aan het „waarom" van zooveel, dat ons on verklaarbaar en in strijd met Gods MGDPD BPABAPiD WMLWUft sr. hip EEN POLIS LEVENS VERZAK RING ben. Daar zou je me misschien bij kun nen helpen. Bob schudde meewarig het hoofd. Arm en trotsch, hé, zei hij op zoo'n grappigen toon, dat Jackson voor 'l eerst sinds dien nacht op het bal har telijk lachte. Bob pakte hem bij den arm. De aan voerder van ons beste voetbal-elttal, nu platzak en zonder werk? Dat is te bar, 't is een beleediging. Heb je daar al geprobeerd? Bob wees naar de bank. Ja, daar kom ik juist vandaan. Er is een betrekking vrij, maar ze moeten een aanbeveling hebben, en die kon ik, om bepaalde reden niet geven. 't Idee! En mijn brave respec tabele en, tusschen ons gezegd, dik wijls onhandelbare vader, is daar de baas. Kom mee! En hij nam Jackson mee naar de bank. Eenmaal binnen ging hij hem voor, liet een serie bevelen weerklin ken, gaf een oolijk knipoogje tegen een der enkele employés en trad triom fantelijk het privékantoor van den directeur binnen, gevolgd door een schoorvoetenden Jackson. Bob had iels luchthartigs en blijmoedigs, zoo dal hij iedereen met wien hij in aan raking kwam, voor zich won, en waar door hij zijn overwerkten, maar goed- hartigen vader om den vinger wond. Nu stoof hij zijn vader's deftig kantoor binnen en klopte hem hartelijk op den rug. Deze draaide zich, boos kijkend in zijn stoel om. Wat duivel! Hallo Bob! Hallo vader! Ik ben gekomen om U te vertellen, dat het met de bank niet goed afloopt. Dank je, antwoordde zijn vader droog. Wat is er gaande? Ben je weer goedheid voorkomt. Uit de aarde, welke dood leek, zien we het nieuwe leven ontspruiten. Met God's genade zal ons leven van zonde zuivererfd ophotten en nieuwe, ran kende twijgen zullen pogen te ankeren in de eeuwigheid, vastgehouden door God s liefde. Tegenover de anti-rev. „Rotterdam mer", welk blad polemiseert tegen het „klagend kankerkoor" in de R.K. Staatspartij, wijst de TIJD er op, dat dit „klagend kankerkoor van criticas ters" de werkloozen naar het half milli- oen ziet loopen, fabrieken als thans te Leerdam ziet sluiten of interen, wijl niet op rendabiliteitsbasis kan gepro duceerd worden. Het blad besluit, dat het aanpassen en afwachten van een omkeer in het buitenland niet de meest werkzame, positieve politiek is, waar het land op wacht. In de „Maasbode" heeft de voorzit ter van de R.K. Werkgeversvereeni- ging, ir. F. H. Guljé, een pleidooi ge publiceerd voor compensatierechten in verband met den onhoudbaren toe stand voor onze industrie. Ir. Guljé vraagt zich af, waar toch de handels politiek onzer Regeering blijft, terwijl zij geen keuze schijnt te kunnen doen tusschen contingenteeringen en invoer rechten. Minister Gelissen heeft on langs verklaard, dat er verschillende voorstellen tot tariefsverhooging op stapel stonden, maar men heeft verder niets meer vernomen. Inmiddels over- stroomen vooral Duitschland en België ons land met hun artikelen, daartoe in staat gesteld resp. door exportpremies en de devaluatie. Niet alleen dat hun over je Heelemaal niet het idee! Maar meneer. Hier kneep Jackson zijn vriend hard in den arm. Maar mijn vriend hie, heeft de bank de eer aan gedaan, U zijn diensten aan te bieden en U hebt hem weggestuurd. Neen, maar! Meneer Evans keerde zich om en keek Jackson op lettend aan. Zijn uiterlijk scheen hem te bevallen en hij glimlachte. Hoe kan dat dan? Hij wilde natuurlijk' geen refe renties geven. Het idee om den aan voerder van ons beste voetbal-elftal om referenties te vragen! Jackson vond, dat het nu tijd werd om zich in het gesprek te mengen. Ik zoek werk, meneer Evans, maar ongelukkiger wijze kan ik U geen referenties geven. Ik gebruik op liet oogenblik zelfs mijn eigen naam niet, Bob kent mijn naam, maar ik moet hem zelfs vragen, dien geheim te houden. Ik kan U alleen mijn woord geven, dat ik niets oneerlijks gedaan heb, dat ik eerlijk ben en plichtsge voel heb. Meneer Evans keek hem nieuws gierig aan. Dat is tenminste openhar^ tig, merkte hij op, maar 't zou niet zoo moeilijk voor me zijn om uit te vin den, wie de aanvoerder van dat be roemde elftal was, is 't niet? Neen, zeker niet, maar ik zou 't prettiger vinden, als U dat niet deed. Maar mijn brave jongen, je ver wacht toch niet, dat ik je na zoo'n ge heimzinnig gesprek in 't bankbedrijf gebruiken kan? Wij moeten toch eenigszins weten, wie wij bij onze sta ven goud loslaten. Ik Jackson keerde zich nu af. Hij had ook eigenlijk niets van dit onderhoud verwacht, maar hij had den stroo- invoeren in hoeveelheid stegen, maar bovendien geschiedden deze tegen niet te beconcurreeren prijzen. Tegen deze concurrentie vraagt ir. Guljé maatregelen in den vorm van compensatierechten te heffen aan de grens. Hij is zich bewust, dat hiermede onze deflatiepolitiek doorkruist kan worden met een prijsverhoogend ele ment, maar hij merkt tevens op dat het doel van de deflatiepolitiek toch niet alleen een laag prijspeil mag zijn, maar voor alles een rendabel bedrijfsleven moet wezen. En tenslotte zou 't verloop van zaken, zooals het zich nu aftee- kent, niet anders dan vermeerdering van werkloosheid brengen, wat even zeer de deflatiepolitiek verijdelen moet. Naar aanleiding van het wetsont werp omtrent de vestigingseischen voor den middenstand, merkt de Lim burger Koerier op, dat deze wet er iets toe kan bijdragen om de toestanden in de middenstandsbedrijven te ver beteren. Men zal er op den duur ech ter niet aan ontkomen, meent het blad, om, naast de in dit ontwerp voorge stelde vestigingseischen, ook rekening te houden met den behoeftefactor, m.a.w. dat er niet meer bedrijven in een bepaalden bedrijfstak gevestigd worden dan voor een gezonde concur rentie en overeenkomstig den aard en de hoegrootheid der bevolk ine noodig is. (Zooals ook ons blad betoogde!). halm, dien Bob hem aanbood, gegre pen. Doch deze jonge man was nog lang niet uitgepraat. Maar vader, riep hij. U wilt toch niet zeggen, dat U hem geen betrek king kunt geven? Ik kan voor hem instaan. Wat weet jij van hem? Ik? Alles! Werkelijk? Ik vertrouw hem, zooals ik U vertrouw. Op dit oogenblik kwam een bedien de zeggen dat de drie heeren, die den directeur wilden spreken, op het punt stonden te vertrekken. De bankdirecteur keerde zich naar zijn zoon. Verdwijn uit mijn oogen. Hoe kun je verwachten, dat ik geld kan verdienen, om jouw rekeningen te betalen, als je zoo op mijn tijd be- slag legt, hé? Bob lachte gelukig. Wij moeten dit eerst afhandelen, antwoordde hij. Wat gebeurd er nu met mijn vriend? Meneer Evans aarzelde even. Breng hem naar Hemming en zeg hem, dat hij hier een betrekking kan krijgen. Ga nu weg. Laat de heeren, binnen, Franklin Bob en Jackson gingen haastig weg, maar buiten het kantoor pakte Bob zijn vriend bij den arm. Kom nu, sprak hij, we maken het meteen in orde. De oude heer heeft geen ruimen blik, weet je. Hij realiseert heelemaal niet, wat voor kracht hij er bij krijgt, dus zul je wat door de vingers moeten zien, net als ik! Wordt vervolgd. De Echo van het Zuiden, Waahvöksclie en Langstraatscbe ('ouranl, VO VTQrtUB NCOPhfTllVir. GESLOTEN BIJ DE GEEFT Z KE«HEID VOOR DE TOE KOMST VAN U EN DE UWEN.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1936 | | pagina 1