Moderne Katholieke leaMbeweKiaG. JVu stecAis is 'V&rtcLCLCjcl f 3De werking: is veimhvoydt GEMENGD NIEUWS. "Vóot de Morst" II. De verkenners. „Wanneer men als jongen de boeken van Karl May en andere schrijvers leest, komt men on willekeurig onder hun ne beko ring, voelt men de aantrek kingskracht, die van deze hoeken uit gaat en: men verlangt naar dit woud- loopersleven. Te zwerven door de hei en de bossclien, zich 's avonds neder- leggcnd met den grond als hoofdkus sen en den hemel als dak, dit huiten- leven, vol romantiek en kleur, staat iederen jongen aan". Met deze woorden begon onze ver kenner-verslaggever zijn uitgebreid verslag van het Zomerkamp lu3ü. En hij typeerde daarmee in enkele zin nen heel raak de sfeer van het verken nen en de aantrekkingskracht, die het heeft voor den jongen tusschen de 12 en de 17. Maar laten we ons niet vergissen. Het verkennen is geen Indiaantje-spe len door jongens, die Karl May heb ben verslonden in een spanning, die tot overspanning werd het verken nen, we herhalen het, is een spel, dat gelééfd wordt, en geleefd door nuch tere, gezonde kerels, maar die zin heb ben voor de romantiek en de hard heid en de ontbering van het leven in de natuur. Het verkennen is geen Indiaantje spelen. Het woudloopersideaal van den verkenner is grooter en mooier. „De mannen, die ik beschouw als de verkenners van onzen tijd", zegt Ba den Powell ervan, „zijn de pioniers in de meer onherbergzame streken. De woudloopers, de jagers, de ontdek kingsreizigers, de topografen, de Pool- vaarders, de missionarissen al deze menschen, die buiten in de wildernis leven, die gevaren en moeilijkheden trotseeren omdat het hun plicht is, die ontberingen lijden, voor zichzelf zorgen, den naam van ons ras hoog houden wat betreft moed, vriendelijk- reid en rechtvaardigheid dat zijn de hedendaagsche verkenners". Het beeld van deze menschen, ideëel gedacht, hun moed, bekwaamheid, wilskracht, harde plicht, eerlijkheid, kracht en rechtvaardigheid, vormt 't verkennersideaal. En uit deze idee, deze sfeer, volgt direct de karaktervorming in die rich ting, een vorming, die ligt besloten en uitgedrukt in de verkennersbelofte en de verkennerswet: de verkennersbelofte: Ik beloof met Gods genade ernstig te zullen trachten: 1. Mijn plicht te doen tegenover God, de Kerk en mijn land; 2. Iedereen te helpen, waar ik kan; 3. De verkennerswet te gehoorzamen, de verkennerswet: 1. Op de eer van een verkenner kan men vertrouwen. 2. Een verkenner is trouw. 3. Het is de plicht van een verken ner zich nuttig te maken en ande ren te helpen. 4. Een verkenner is een vriend voor allen en een broeder voor alle an dere verkenners. 5. Een verkenner is ridderlijk. 6. Een verkenner is een dierenvriend. 7. Een verkenner weet orders te ge hoorzamen zonder tegenspreken. 8. Een verkenner glimlacht en fluit in alle moeilijkheden. 9. Een verkenner is spaarzaam. 10. Een verkenner is rein in gedach ten, woord en daad. Uit deze idee, deze sfeer volgt ook een zware technische training, over drie klassen verdeeld, telkens met ver zwaring der eischen, terwijl, naar per soonlijken aanleg van den jongen, verschillende persoonlijke vaardig heidsinsignes kunnen worden behaald. En zoo leeft de jongen zijn fijne verkennersleven: in training in de wet en training in technische eischen in.de pret en de ernst en de vriend schap rond het kampvuur in de faire strijd van zijn patrouille tegen de anderen in de spanning en de behendigheid van een verren spoor- tocht door struiken en sloten en bos- schen en in de blijheid om al 't mooie in z'n jongensleven. En als het dan zomer gaat worden, en de boeken en de schriften van de school gaan voor een maand de kast in dan weet hij, dat het nu gaat komen: het doel van een jaar lang training, tien dagen het echte woud- loopersleven: het zomerkamp. Wat zal ik u vertellen van het zo merkamp? Van alle pret, van alle ernst en van oogenblikken en indruk ken, die je nog bijblijven heel lang daarna? Ik heb na het kamp een der ver kenners gevraagd een uitvoerig ver slag te schrijven voor de Kerkklok ken. Ik zal hem nog eens aan het woord laten om er van te vertellen. Ik pak hier en daar maar een stuk. „Hoe blij waren wij, verkenners, toen we in het voorjaar hoorden, dat er plannen bestonden om den komen den zomer echt te gaan kampeeren, en hoe stéég onze vreugde, toen we vernamen, dat het zou zijn in de schit terende omgeving van het dorpje Sterksel. Reeds dagen tevoren werden de noodige voorbereidingen getroffen. Onze lieve moeders zorgden met ons voor de tamelijk groote uitrusting. Dank zij deze hulp waren wij eindelijk op 10 Juli den dag van ons vertrek zóóver, dat we van startklaar kon den spreken „Een luid hoera ging op. Onmid dellijk werd begonnen met het afla den van den wagen, terwijl de leiders de plaatsen gingen uitzoeken, waar de verschillende tenten zouden komen. Ons kamp lag aan den rand van een dennenbosch, op de scheiding tusschen dennenbosch en heideveld. Aan den Westkant liep zeer schilderachtig een zandweggetje en daarnaast een snel- stroomend beekje. Achter ons dus het dennenbosch, vóór ons het groote on effen heideveld. Ten Oosten gedeelte lijk bosschen en heide: ons zomer kamp kon beginnen „Er werd al eens geinformeerd bij een der vaandrigs of er niet wat te eten viel. Eindelijk werden we geroe pen. Dezen eersten avond, zoo maar uit het vuistje, allen bij elkaar, voor aan bij de leiderstent. Of 't smaakte De heidelucht en de reis hadden ieder hongerig gemaakt: we aten als wol ven. Onze kampleider zat als 'n echte huismoeder tusschen haar kroost en smeerde de boterhammen. Nogal een werkje voor 25 man. Nadat we gege ten en gebeden hadden, konden we „van tafel" gaan om de bagage verder uit te pakken en alles in orde te brengen voor den nacht. Tegen halt 11 waren we hiermee gereed. Het Rozen hoedje werd gezamenlijk gebeden en daarna klonk het „wel te rusten" over de donkere heide. Ieder begaf zich naar zijn tent om, nadat nog de drie Weesgegroeten waren gebeden, uit te rusten van de vermoeienissen van den dag. Fluitsignaal: absolute stilte. Alhoewel we erg vermoeid waren, zullen de meestcn toch nog wel even aan huis gedacht hebben, alvorens in te slapen. De leiders kwamen alles nog inspecteeren: of er niet gespro ken werd, niemand iets mankeerde, de tenten ontspannen waren, in één woord of alles in orde was. Nog even tjes bleven zij op, om daarna ook in de tenten te verdwijnen. De eerste nacht was over het kamp gevallen". „Over het algemeen waren zij over het eten goed te spreken, alleen was een enkele maal de pap zóó dik, dat de lepel er rechtop bleef instaan en het vleesch pikzwart, doordat de vlam in de pan geslagen was. Na het ontbijt moest er hard ge werkt worden voor de inspectie van 10 uur. Pannen schuren, borden en mokken omwasschen, keuken oprui men, dekens buitenhangen, tentzeil oprollen, grondzeil uit de tent halen, tent spannen, enz., enz. Klokslag 10 uur stonden we, allen in volledig uniform, iedere patrouille voor haar tent, in formatie. Twee lei ders hielden de inspectie, gewoonlijk kampleider en de hopman, de laatste dagen met den aalmoezenier. Eén voor één werden de verschil lende patrouilles aan den tand gevoeld: wijzelf zoowel als de keukens en de tenten werden grondig gecontroleerd". „De avond viel intusschenDe zon zonk als een roode bol weg tus schen de uitgestrekte bosschenDe dauw kwam langzaam opzetten De vogeltjes, die ons den geheelen dag gezelschap hadden gehouden, wa ren verdwenenSlechts hier en daar fladderde een vleermuis Steeds vager teekenden de omtrekken der boomen zich af, om daarna in den donkeren nacht geheel te verdwijnen... stilte hing om ons kampZwart en geheimzinnig lag daar de donkere hei voor ons. Spookachtig glimden de enkele klei ne lichtjes uit het kamp ons tegen... Zwijgend, op zijn hoogst zacht spre kend, zaten de verschillende patrouil les bijeenHet was alsof men vreesde deze stilte te verbreken Eenieder was er onder den indruk vanWerkelijk, geen instructies of orders waren noodig om ons stil te De vanouds beroemde AKKER's ABDIJSIROOP is een naluur-genees- middel, daar de werking in hoofdzaak berust op de geneeskracht van extracten uit reeds in oude lijden bekende „genees-kruyden". AKKER's ABDIJSIROOP, bereid volgens oud recept, is dus een aan de natuur ontleend geneesmiddelDit verklaart de gunstige werking De genezende, hoeslslillende, slijmoplossende en kalmeerende werking van de kruiden-extracten, welke AKKER'S ABDIJSIROOP zoo beroemd gemaakt hebben, is door 'n nieuwe toevoeging van den bekenden Apotheker Dumont nog sterker, nog sneller, nog krachtiger en nog doeltreffender geworden! Een lepel AKKER'S ABDIJSIROOP werkt thans 2 x zoo snel als voorheen Een ongeëvenaarde werking legenhoesl, bronchitis, kinkhoest, verwaarloosde ver koudheid, griep, influenza, keelpijn, asthma, enz. enz. De verlaagde prijzen zijn thans 75 ci. 3 dagen gebruik F 1.25 6 dagen gebruik F 2.00 12 dagen gebruik F 3.50 24 dagen gebruik De grootere flacons zijn bij voortgezet gebruik voordeeliger houden". Dit zijn maar enkele citaten. Ik nam ze willekeurig, hier en daar wat, maar eenigen indruk van het verkenners kamp hoop ik dat ze u gegeven heb ben. Tot slot geef ik u het eind van het verslag, woorden die gezegd kun nen worden van heel het mooie spel van verkennen: „Nooit in mijn leven heb ik zoo goed kennis gemaakt met het buiten leven en de natuur, als de tien dagen, doorgebracht in de heerlijke omgeving van Sterksel. Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat en van 's avonds laat tot 's morgens vroeg, waren we in de hei en in de bosschen. We kwa men met de zon op en we zagen "haar in den laten zomeravond wegzakken en verdwijnen. Soms onder een hemel bezaaid met duizenden sterren en 't bleeke licht der maan, dan weer on der een lucht van dreigende, zwarte, jagende wolken, waardoor de hei en de bosschen een nog angstiger aan zien kregen, hielden we onze kamp vuren en avondoefeningen. Steeds ontdekten we iets nieuws! Nu was het een vogelnestje, zoo diep verborgen, zoo goed verstopt, dat men het eerst zou kunnen vinden, als men de hei meter voor meter afzocht. Was 't het instinct van de jongen, dat ze zich stil hielden bij naderend gevaar? Dan was het een kleine hagedis, haast niet te zien door haar schuts- kleur, gelijk aan die der heigrond, bliksemsnel wegschietend tusscnen 't groen en de struiken of een eekhoorn tje, dat verscholen achter een tak in den top van een boom nieuwsgierig ons doen en laten zat op te nemen. We kregen oog voor de vele kleur- schakeeringen: donker groen dennen hout, goudgele brem, het mooi ge vlamde berkenhout, de donkerbruine hei met het wazige paarsblauwe van de op komst zijnde bloei. We roken het dennenhout, dat voor al bij warm weer en na een regenbui zoo heerlijk ruikt. We rokendat de thee en het brood een heel anderen reuk had dan onze kop thee en onze boterham thuis". En na een dankwoord aan de ver kennersleiding „die ons het verken ners- en kampleven hebben leeren kennen", vervolgt hij: „Zonder dezen zouden wij van dit alles niets weten en met onzen vrijen tijd geen raad weten. Ik denk op de tweede plaats aan den grondeigenaar en de boeren, van wien wij in verschillenden vorm hulp hebben gehad en die geheel belan geloos een stuk hei, water, hout en wat al niet meer, aan ons afstonden. Menschen, die we nooit eerder ont moet hebben, die nooit iets aan ons verdiend of pleizier van ons gehad hebben, en die toch alles in het werk stelden, om het ons zoo prettig en ge makkelijk mogelijk te maken". Dan nog een algemeen dankwoord en de slotzin: „We danken aan hen allen dit heer lijk geslaagde zomerkamp". Den volgenden keer kom ik nog evei op het spel van verkennen terug tei bespreking van een bepaalde kwestii daarna ga ik u vertellen van dt Jo-Wa. Kap. ANT. VAN L1EROP AMOK MET ZES DOODEN. Te Patjitan in Madioen heeft een Madoerees amok gemaakt. Hij dooade met zijn piso blatti (scherp hakmes), zijn aanstaanden schoonvzder, ver volgens viel hü de toegesnelde inwo ners van de kampong aan, van wie twee werden gedood en zes zwaar gewond. De veldpolitie, welke nawaar schuwing aankwam, trof den amokma ker aan in een nauwe steeg, waar h'i na gesommeerd te zijn den posthuiscommandant aanviel, die zwaar gewond werd. Een agent van de veld pjlitie dooade den amokmaker met zijn klewang. De zwaargewonden werden naar het ziekenhuis te Solo overgebracht, waar drie van hen, na operatief ingrijpen, zijn overleden. De posthuiscommandant zal vermoedelijk herstellen. Men neemt aan dat de amokmaker ruzie had met zijn a s. schoonouders. DOODELIJK ONGELUK TE ARNHEM. Op den oprit van de Rijnbrug (Zuid zijde) te Arnhem heeft Woensdagavond een ernstig ongeluk plaats gehad. Om ongeveer acht uur reed een motorrijder, de ongeveer 30 jarige A. G. uit Nijme gen, tegen een stilstaande drie-assige vrachtauto. Aan de achterzijde van de auto was juist de bestuurder het achterlicht aan het repareeren. Hij werd door den motor aangereden en bekwam een hersenschudding en eenige lichte kwetsuren. De motorrijder werd ernstig gewond. Hij kreeg zware inwendige kneuzingen. In den loop van den avond is hij in het gemeente ziekenhuis overleden. GEWEER GING PLOTSELING AF. In het grensdorp Millingen waren Donderdag twee jongens van 12 jaar met elkaar aan het stoeien. Ze namen een geladen geweer in de hand He wapen ging plotseling af en de 12 jarigi T. D. kreeg etn kogel in het hoofd Ofschoon spoedig geneeskundige hulj aanwezig was, is de jongen na e>.nie oogenblikken overleden. OVERREDEN EN GEDOOD. Het driejarig zoontje van de far v. d. Meulen liep op de Lanen te Ha lingen tegen een auto Het kind vic en werd door het linker achterwif overreden. In zorgwekkenden toestand werd d kleine naar het algemeen ziekenhu vervoerd, waar het is overleden. VANDALEN-WERK. In het Belgische plaatsje Mauras (gelegen in de provincie Henegouwe: is een laffe vandalenstreek gepleegd. De bewoners constateerden tot hi verontwaardiging, dat het monumen hetwelk zij ter nagedachtenis aa wijlen Koningin Astrid hadden opgt richt, ernstig beschadigd was. De di ders zijn onbekend. ONGELUK MET EEN REVOLVER In het grensplaatsje Breyd.bii Verl heeft de 13-jarige zoon van de famili R., die met een revolver speelde, li wapen tegen zijn hoofd gezet. H wapen was geladen, zoodat het sch afging. In zorgwekkenden toestand de knaap naar het ziekenhuis gebracl waar hij kort na aankomst is overlede DOODELIJKE AANRIJDING TE DEN HAAG. Op den hoek van de Elandstraat de Helmersstraat te Den Haag is ef aanrijding gebeurd tusschen een pe sonenauto, bestuurd door H. W. B., 22 jaar, wonende Nunspeetlaan een rijwiel, bestuurd door V-, oi 40 jaar, wonende in de Helmerstra doordat laatstgenoemde vermcedeli onoplettend reed. De wielrijder bekws een schedelbasisfractuur en werd na het R.K. ziekenhuis op het Westeim vervoerd, alwaar hij eenige uren la! is overleden. cen akkersQMüsin

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1936 | | pagina 8