GESCHIEDENIS HEB HEKV. HERH TE BESOIIEN DANIEL DONKERS Zaterdag 7 November 1936. No. 90 De Echo van het Zuiden Tweede Blad 1610—1935. Door J. van der Hammen Nicz. XLVI. Na het overlijden van Ds. Ilcnricus Casteleyn op dato 9 November 1770 (begraven in de kerk 16 November) duurde het iets meer dan zes maan den, eer men te Besoijen, na eenige proponenten gehoord te hebben, een nieuwen predikant beriep, n.l. den 23 Mei 1771. De Besoijensche kerkeraad, bestaande uit de ouderlingen Zeger de Graaff en Jacobus Colthoff, en dc diakenen Cornells Hulst en Leendert Kuijsten, bijgestaan door de consulen ten Theodorus Hegmans en JC. Schoorn, predikanten te Capelle en Sprang, bracht toen een beroep uit op Ds. Petrus Willem Leemans, propo nent te Rijswijk in den lande van Al- tena. Den beroepingsbrief kan men hier achter vinden. De beroepene nam dat beroep aan en kort na 26 Juni, vermoedelijk in den loop van Juli of begin Augustus 1771 de juiste da tum wordt in de kerkeraadshandelin- gen niet vermeld deed Ds. Leemans zijne intrede alhier. Wijl deze Petrus Willem Leemans gedurende zijn verblijf te Besoijen (1771—1887 en 1795—1796) een be langrijke rol heeft gespeeld in de po litieke woelingen van uien tijd, kwam bet mij gewenscht voor een nader on derzoek in te stellen naar de afkomst zijner familie. Omstreeks bet jaar 1700 werden o.a. te Heusden geboren zekere drie broeders, n.l. Willem Leemans, in 1738 reeds predikant te Rijswijk, Pe trus Leemans, predikant op het eiland „Blankenburg" (Rozenburg, Z.-H.), den 30 October 1731 te Heusden ge huwd met de te Heusden geboren juf frouw Debora van Walraven, en Jo hannes Leemans, medicinae doctor te Heusden, den 15 Augustus 1734 al daar gehuwd met mejuffrouw Fran coise van Walraven, eveneens te Heus den geboren. De bovengenoemde Rijswijksche predikant Wilhelmus Leemans was den 25 April 1738 te Heusden in den echt getreden met mejuffrouw Josina Slingsbie, stammende uit een zeer be kende familie aldaar. Een oudere zuster van deze Josina, n.l. Hugberta Slingsbie, was getrouwd met den Baardwijkschen predikant Casparus van Veisen. Uit het huwelijk van Wilhelmus Leemans en Josina Slingsbie werden te Rijswijk de volgende vier kinderen geboren a. 22 Februari 1739: Conradus Leemans. b. 26 Maart 1741: Josina Lee mans. e. 22 September 1743: Petrus Wil lem Leemans. d. 9 Januari 1746: Francoise Jo sina Leemans. De onder c genoemde Petrus Wil lem Leemans (het derde kind dus), bij wiens doop o.a. tegenwoordig wa ren zijne tantes Mechelina Leemans en Francoise van Walraven, was onze Besoijensche predikant Leemans, die, toen hij in 1771 predikant te Besoijen werd, den ouderdom van bijna 28 ja ren had bereikt. Zijn oudste broeder Conradus Leemans, geboren in 1739, was o.a. in 1778 predikant te Jaars veld, provincie Utrecht, en van 1787 tot 1809 evangeliedienaar te Baard wijk, gehuwd met de in 1751 te 's Her togenbosch geboren juffrouw Dierske Wijgaers, dochter van Cornells Wij- gaers en Maria Elisabeth Timmer. Uit dit huwelijk werd o.a. in 1777 of 1778 te Jaarsveld geboren Cornelis Abrahamus Leemans, die eerst predi kant te Engelen werd en na den dood zijns vaders in 1809 evangeliedienaar te Baardwijk, waar hij den 25 April 1821 ongehuwd overleed. Zijne moe der Dierske Wijgaers vestigde zich den 13 December 1809 te Waalwijk en stierf aldaar den 9 Maart 1818. De heer W. F. Leemans, die o.a. in 1867 als ingenieur van den Water- staal in Noord-Brabant voorkomt en in evengenoemd jaar hij de werken van den Baardwijkschen Overlaat ver toefde, moet ongetwijfeld een nako meling van een der bovengenoemde Leemansen geweest zijn. Te oordeelen naar een brief van Ds Cornelis Abrahamus Leemans, in 1809 uil Engelen aan den Baardwijk schen kerkeraad geschreven en ge- cacheteerd met zijn wapen in lak dat evenwel, wijl het nog al geplet is, aan duidelijkheid te wenschen over laat schijnt het familiewapen der Leemansen geweest te zijn: een zilve ren scheepsanker op een veld van JAN DE JONGE. IXX. Het meisje knikte: „Ja, ik was vroe ger erg klein, toen de grote jongens mij met sneeuwballen gooiden en mij uitscholden voor „colibri". Maar U kwam me altijd helpen en dan wilden de jongens wel lopen „Ik weet nog wal anders, Leentje", sprak hij, na even te hebben nage dacht, „ik heb je ook nog eens uit een sneeuwhoop gehaald, waar ze je in gesmeten hadden. Je zat er helemaal in, je gezichtje keek er nog iets uit". Hel meisje sloeg de ogen neer. Maar toch knikte ze heftig met haar blonde kopje. Frits had in lange tijd niet zo'n aangenaam gesprek gevoerd als met dit jonge meisje, dat zich met hem in jeugdherinneringen ging verdiepen. Plotseling trok Magdalena de zijden doek van hel kooitje, dat ze daaron der verborgen had, en... een goudvink werd zichtbaar, die een paar angstige piepgeluiden liet horen. „O,meneer Frits", riep het meisje, U is altijd goed voor me ge weest! Och, wees ook vandaag goed voor me en luister naar me. Dit is de vogel van Uw vader". „Van vader Ons goudvinkje riep hij en zijn ogen werden vochtig. „Pietje, in'n Pietje! Leef je nog?" Maar plotseling schoot hem iets an ders te binnen. Door deze vogel had zijn vader zich bijna de doodHij heet zich op de lippen: „Hoe kóm je aan die vogel!" riep hij heftig. Daar viel het bange meisje voor hem op de knieën: „Ik wou hem U weer terug brengen. Ik dacht, dat daardoor de goeie oude man weer be ter worden kon". „Terug brengen? Heb je 'm dan ook eerst weg gehaald? Weet je wel, dat m'n vader zich daardoor bijna de dood op de hals heeft gehaald?" Ze keek hem met vreemde, ver warde ogen aan. Eerst knikte ze met het hoofd. Toen schudde ze heftig van neen: „Hij is vandaag pas voor de dag gekomen", stame'de ze, „toen heb ik grootmoeder dadelijk gevraagd, of ik 'm weer terug mocht brengen. Hij heeft 'm op de schuurzolder verstopt gehouden". Ineens scheen het Frits zeer te doen, dathij het meisje zó toegesnauwd had. Ze keek hem aan met haar on schuldig gezichtje. „Kom!" zei hij, „je moet voor mij niet bang worden. Zó erg meen ik het niet. Maar wie heeft de vogel dan weg gehaald. Of heeft iemand hem buiten ergens opgevangen?" Ze schudde weer haar blonde hoofdje. „Nee", zei ze bedroefd, „m'n broer Jochem heeft hem voor het openstaande raam weg gehaald". „Zo-oh!" zei hij, „heeft die dat ge daan? Hij kijkt scheel, hè? Ja ik ken azuur, vergezeld van drie getakte ro zen. Om nu op onzen predikant Petrus Willem Leemans terug te komen, die nen wij eerst den op hem den 23 Mei 1771 uitgebrachlen beroepingsbrief mede te deelen. Deze luidt aldus: Mij ouderlingen en diaconen der christelycke gemeynte van Besoyen ge tuigen hiermede, nadien onse kerke is komen te vaceeren door het overlyden van Ds. H. Casteleyn, predikant alhier, dat wy mot advys en toestem ming van onze Overheid en alle die daar in te spreken hebben, als ook met de approbatie van de Ed: Classis van Zuid-Holland, in zijn' E: plaats verkoren en beroepen hebben, gelijk wy beroepen mits desen tot onzen pre dikant en herder onzer gemeente den eerzamen Ds. P i e t e r W i 1 1 e m Lee- m a n s, proponent te Rijswijk in 't land van Althena, den welken wy vriendelijk en gedienstig om Christus wille bidden, dit ons beroep in den naam des Heeren te willen aannemen en dienvolgende als een getrouw die naar onzes Heeren Jesu Christi zyne kudde, die onder ons is, te weyden met de suivere leere des Evangeliums en de bedieninge der Sacramenten, en deselve voor te gaan met gemeene ge- beeden en eenen christelyken en god- saligen wandel, ook goede opzigt op deselve gemeente te nemen, en deselve met goede vermaningen, vertroostin gen der kranken en andere bedroefde en benauwde herten te stigten en te bouwen, en voorts alles te doen, wat eenen goeden en getrouwen herder en opziender van Christus gemeente toe staat. Belovende van onzentwegen den voornoemden onzen beroepen predi kant alle behoorlyke eerbieding, liefde en trouwe te bewyzen, ook onze ge meente daartoe te helpen vermanen, dat zy den selven haren herder en voorganger in den gelove en godsalig- heid sodanige gehoorzaamheid en on- dei danigheid, als eene goede gemeente naar den regel van Gods Woord haren getrouwen herder schuldig is, betoone, opdat hy zynen dienst sonder sugten onder ons moge bekleden, waartoe wy God Almagtig bidden Zynen segen te willen verleenen. Des t'oirkonde heb ben wy, ten verzoeken en overstaan van de bygezetene en ondergeschreven heeren predikanten, desen onzen be- roepbrief met onze eigene handen on derteekent op heden den 23 Mey 1771. (Geteekend: Z. de Graaf, ouderling, Jacobus Colthoff, ouderling, Cornelis Hulst, diaken, L. Kugsten, diaken). De verklaring van de heeren con- 'm wel". „O, astublieft, doe hem niets, me neer Frits!" en smekend hief ze haar handen naar hem op, „hij heeft z'n straf al. Grootmoeder heeft het aan z'n leraren verteldEn zeg ook niets aan juffrouw Rika! Vertel het geen mens!" Vol bewondering stond hij voor haar en keek op haar neer. Wat zij hel verschrikkelijk vond van haar broer „Leentje", zei hij en hij was hele maal in de war, „neem me niet kwa lijk Ik dank je wel en ik zal alles doen, wat je wilt. De vogel zal zeker m'n ouden vader weer gezond maken. Juffrouw Rika heeft me verteld, dat vader héél veel van U houdt. Toe, kom nog 'ns weer terug, ja?" Met een rood hoofd van blijdschap en verlegenheid stond ze voor hem. Zwijgend keek ze voor zich. Ook hij zweeg. Ze opende de mond', maar zei niets. „Wou je me nog wat zeggen?" vroeg hij. Maar ze schudde haar hoofd en zei alleen maar: „Wanneer Uw vader weer heter is, dan mag U 't hèm wel vertellen Toen ging ze. Hij had reeds de tuinpoort horen dichtslaan, toen hij de blauwe zijden doek op een kuipje zag liggen. Hij nam hem op en wi'de haar nog naroepen, maar legde hem dan weer neer. „Nee", zei hij en om zijn mond lag een glimlach, „die moet ze zelf weer komen halen!" Daar hoorde hij de vogel in dé kooi fladderen. „Kom, Pietje!" riep hij vrolijk, terwijl hij met het kooitje naar de achterdeur liep, ,,'t is toch mooi, dat jij nou ook weer thuis bent! En proheer 'ns, of jij kunt, wat ik en de dokter samen niet kunnen!" Reeds hing de vogel een dag op het dakkamertje. Rika had niet kunnen hegrijpen, waar het „verloren schaap" zo opeens vandaan gekomen was. Ze had Frits nieuwsgierig gevraagd, maar die had met een schelms glimlachje verzekerd, dat een goede engel hem gebracht had. Gefloten had hij nog niet en Daniël Donkers viel van de ene slaap in de andere. Frits had een paar boodschappen in de stad gedaan. Eerst was hij naar sulenten Hegmans en Schoorn, dat de beroeping van Ds. Leemans is ge schied „volgens kerkelijke ordre", en welke verklaring op den beroepings brief staat geschreven, is van denzelf den datum als het beroep zelf, n.l. 23 Mei 1771. Na deze verklaring volgen de ap probaties van de ambachtsvrouwe van Besoijen, d.d. 13 Juni 1771, en van de Classis van Dordrecht, d.d. 26 Juni 1771. Deze laatste is geteekend door de predikanten Simon van den Drink, praeses, Johannes La Vergen, assessor, en Ladonius Kluit, scriba. De approbatie van de ambachts vrouwe van Besoijen is van dezen in houd: Wy Maria PhilipinaJacoba geboren baronesse Pieck douarièreLeLeude Wilhem, als vrouwe der heerlijkheid Besoyen vernomen hebbende, dat door het overlyden van Ds. H. Casteleyn, in leven predikant in de gemeente van onze voorschreven heerlijkheid Be soyen, die plaats was komen te vacee ren, en door ouderlingen en diaconen, uitmakende den kerkeraad aldaar, schriftelijk verzoek aan ons zijnde ge daan om handopening te verleenen tot het treeden van een nieuw beroep van een predikant in onze voorschreven heerlijkheid, in dato 18 April 1771, volgens het regt ons competeerende, welke handopening door ons den 6 Mey daar aan volgende ook gunstig is ver leend; als mede gezien de acte van be- roepinge in dato den 23 dito, waarby ons is gebleken, dat de voornoemde kerkenraad in plaats van den voor noemden overleden Ds. H. Caste leyn tot predikant in de voorschre ven gemeente van Besoyen heeft be roepen den E: Pieter Willem Leemans, proponent tot Rijswijk in den lande van Althena, aan ons door gemelden kerkenraad ter appro batie gepresenteert en overgegeven, volgens het regt aan ons ook compe teerende. By welke acte van beroe- pinge ons is gebleken uit de daar on derstaande verklaringen van de E: heeren Theodorus Heymans en J. C. Schoorn, predikanten te 's-Grevelduyn-Capelle en te Sprang, consulenten in de voorschreven kerke van Besoyen, dat de voorschreven be- roepinge ten dage als voren in hare tegenwoordigheid naar ordre der ker ke is gedaan, en geinformeert zijnde van de bequaamheid, geleerdheid en byzondere goede hoedanigheden, mits gaders groote academische getuignissen van den voornoemden proponent P. W. Leemans, en dat de selve in den burgemeester geweest, die be kend stond als een streng stadsbe stuurder, maar ook steeds gereed stond om alle flinke inwoners met raad en daad terzijde te staan. Daar na was hij naar zijn patroon gegaan, hij wicn hij het laatst gewerkt had. Vol hoop en goede verwachtingen keerde hij naar huis terug. Bij huis hoorde hij reeds op straat de onge woon heldere slag van de goudvink. Het klonk net, alsof de vogel pas tot bewustzijn was gekomen, alsof hij nu pas ontdekt had, dat hij thuis en bij zijn vrienden was. Frits schrok ervan; de vogel zou door zijn harde fluiten den kranken man kunnen storen. Vlug liep hij de trap op. Uit de keukendeur kwam het hoofd van Rika te voor schijn: Hij slaapt!" zei ze zacht en wees naar boven. Maar Frits knikte slechts even en klom snel naar boven, om de vogel tot zwijgen te brengen. Toen hij echter de deur geopend had, zag hij zijn vader rechtop in bed zitten, leunend op zijn armen, alsof hij aandachtig luisterde. Op het inge vallen gelaat lag een uitdrukking van zalig genieten. De vogel had zich niet laten storen, zijn lustig geschal galm de door de kamer. Behoedzaam trad Frits naar het voeteneinde van het bed. Daar draaide de oude Donkers het hoofd om, en met schrik zag de zoon, hoe zijn ogen strak werden, alsof de ziekte met nog groter hevigheid terugkeerde. Maar de vrees bleek ongegrond. Een ogen blik maar, toen was het over. Een zwakke glimlach krulde de bleke lip pen en de ogen van den ouden man werden vochtig. „Frits! Mijn Frits! Jongen!" kwam het bevend van zijn lippen; hij strekte zijn armen uit naar zijn zoon en druk te hem even later vast aan zijn borst. I)an weer duwde hij hem van zich al en hekeek het mannelijk geworden gelaat van den jongen man. Met be vende handen betastte hij het dappere snorretje. Daarna keek hij weer naar het onafgebroken fluitend vogeltje. Maar zijn zwakke krachten raakten uitgeput. Opeens scheen hij er met zijn gedachten niet meer bij te kun nen. De vogel zong, zijn zoon lag in zijn armen, maar....? „Frits, m'n jon gen?" zei hij zachtjes, „waar zijn we eigenlijk?" (Wordt vervolgd). zyne gedane predikatie aan de gemeen te van Besoyen veel genoegen heeft gegeven en met eenparigheid van stem men door den kerkenraad aldaar is beroepen tot volkomen genoegen van de gemeynte aldaar: Soo verklaren wy het selve beroep volkomen te ap- probeeren en ratificeeren, gelijk wy 't selve approbeeren en ratificeeren by deze. Belastende en bevelende een iege lijk, die het selve zoude mogen aan gaan, hun hier na te -reguleeren; ten oirconde by ons onderteekent in 's-Gra- venhmge den 13 Juny 1771. (Geteekend: M. P. J. Pieck douarière Le Leu de Wilhem). Wellicht zal iemand der lezers op de gedachte komen te vragen of aan die predikantsberoeping en die ver klaringen en approbaties ook finan- cieele onkosten verbonden waren. En dan moet ik daarop bevestigend ant woorden. De consulenten Hegmans en Schoorn ontvingen voor hunne moeite, bestaande in het bijwonen en presideeren der kerkeraadsvergaderin- gen en het schrijven van den beroe pingsbrief, ieder 10 gulden, dus te sa men 20 gulden. De koster Johannes Colthoff declareerde voor zijne vaca ties gedurende de predikantsvacature, soo in 't omgaen van den ring als na burige plaatsen op ordre van den kerkenraad, de somme van 21 gulden 18 stuivers. Zeger de Graaff, als ouder ling, en Cornelis Hulst, als diaken, die 19 dagen hadden gevaceerd om naar Dordrecht en Den Haag te reizen, waar zij den beroepen predikant Leemans hadden moeten presenteeren aan de Classis en aan de ambachtsvrouw van Besoijen, rekenden ieder voor die 19 dagen 19 maal 2*/2 gulden, te samen 95 gulden. De gezamenlijke beroe- pingskosten bedroegen dus voor zoo ver mij bekend, want van de ap- probatiekosten van de Classis wordt nergens gerept het aanzienlijke be drag van 186' gulden 18 stuivers. Als een kenmerkende bijzonderheid in de verhouding tusschen de burgerlijke en kerkelijke gemeente (Staat en Kerk waren vóór 1795 één, onscheidbaar) moet hierbij nog in herinnering ge bracht worden, dat al die kosten niet door de kerk werden betaald, maar door het dorp, wat blijkt uit de dorps rekening van de Besoijensche burge meesters Adriaan de Rooij en Corne lis Dekkers over 1771. De overkomst- kosten van Ds. Leemans van Rijswijk naar Besoijen worden in die rekening niet verantwoord, zoodat het vrij ze ker is, dat hij die kosten zelf heeft moeten betalen. Oplossingen van vorige week 1. Gramofoon, waarderen, hinderen, waterwegen, regering, tante, Donder dag, dito, eten. Wat de ene hand geeft, moet de andere niet weten. 2. Eindelijk; wederhelft; West; nim mer; angstig; breekwaar; vinger. Wie langs den weg timmert heeft veel bekijks. NIEUWE RAADSELS. 1. Het geheel is 5 woorden of 22 let ters. 13, 19, 7, 21, 14, 6, 20, 8, 22, ooftwinkel. 10, 8. 17, 3, 2, 5, 4, 17, lastig maken. 17, 11, 9, 14, vogelwoning. 15, 20, 1, 3, 12, 7 windrichting. 3, 16, 18, waterkering. 2. Het geheel heeft 7 woorden of 25 letters. 23, 12, 21, 7, 5, gewoonte van het volk. 3, 7, 18, 22. 20, 1, 19, 17. allemaal. 20, 16, 24, 15, mooie bloem. 14, 11, 5, 8, 19, 2, koud jaargetijde. 4, 25, 22, 7, 13, 14, winterkleed. 14, 6, 10, 9, 8, voordeel. 3. Het geheel bestaat uit 6 woorden of 26 letters. 17, 22, 6, 20, 12, 4, is dwang. 11, 25, 13, 7, 23, interest. 14, 2, 19, 16, 11, 3, 26, 13, 25, 11 fietser. 1,15, 24, 16, 23, 17, jongensnaam. 8, 10, 21, 3, 13. 5, 9, 11, tuinman. 18, 9, 17, familielid. 4. Het geheel bestaat uit 4 woorden of 20 letters. 16, 18, 3, 10, 15, 12, 10, 20, hoofd v. d. Staat. 7, 17, 9, 0, 3, top van een berg. 4 19, 2, 11, om iets in te pakken. 6, 18, 5, 8, deel van een schip. 12, 5, 20, 14, 1, 13, 15, hersteld. DOOR

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1936 | | pagina 5