Gemeenteraad Loonopzand Woensdag 2 December 1936 No 96 De Echo van het Zuiden Derde Blad B. en W. nemen enkele heffingen van precariorechten terug. f 500,- crediet toegestaan voor de a.s. feestviering bij het vorstelijk huwelijk. Het uitbreidingsplan. Dis cussies rond de benoeming van den gasfitter, die geschre ven heeft de benoeming niet te accepteeren. Vrijdagavond kwam de raad der ge meente Loon-op-Zand in openbare spoedeischende raadsvergadering bij een onder presidium van Burgemeester Mallens. Secretaris de heer M. v. d. Wee. Weth. van Lier is met kennisgeving afwezig. De Voorzitter deelt mede, dat in den gezondheidstoestand van den wethou der een verbetering is ingetreden. Spr. hoopt, dat weth. v. Lier weer spoedig in staat zal zijn de vergaderingen bij te wonen. 1. Vaststelling notulen vorige verga deringen. De notulen worden vastgesteld, aan gevuld met enkele zinnen, die de heer v. d. Heuvel gaarne genotuleerd had gezien. 2. Ingekomen stukken. Van Ged. Staten werd de goedkeu ring ontvangen van enkele vroeger ge nomen raadsbesluiten, alsmede de ver daging van het besluit tot wijziging der bouwverordening. De N.V. Brabantsche Buurtspoorwe gen deelen in een schrijven mede, dat zij 250 vergoeding wilden geven voor het door een tram beschadigde huis, on der voorwaarde, dat daarmede de zaak voor haar afgedaan zou zijn. De eige naar is daarmede echter niet accoord gegaan. Ingekomen is nog een schrijven van den Minister, betreffende den nationa- len feestdag op 7 Januari. Deze stukken worden voor kennis geving aangenomen. De nieuw benoemde gasfitter Rijksen heeft medegedeeld de benoeming niet te zullen aannemen. De Voorzitter zegt hierover straks nog iets te willen zeggen. 3'. Voorstel wijziging Werklieden reglement dezer gemeente. Op voorstel van den heer Verhoe ven, die zeide niet voldoende tijd ge had te hebben om dit punt te bestudee- ren, wordt besloten het voorstel in een volgende vergadering te behandelen. Het uitbreidingsplan. 4. Voorstel om bij H. M. de Konin gin in beroep te gaan tegen de be slissing van Heeren Gedeputeerde Staten d.d. 4 November 1.1. G. Nr. 209, waarbij goedkeuring is ont houden aan het raadsbesluit tot vaststelling van een uitbreidings plan voor Kaatsheuvel. Bij bovenvermelde beschikking, al dus het prae-advies, werd aan het door Uwen Raad voor het Oostelijk deel van Kaatsheuvel vastgestelde uitbrei dingsplan, de wettelijk voorgeschreven goedkeuring onthouden, gebaseerd op de volgende bezwaren: a. dat het plan veel te groot zou zij": b. dat de aanwijzing der parochie centra onjuist is; c. dat de richting der bouwblokken verkeerd is; d. dat de regeling van de bebou wing langs den Provincialen weg Til burgWaalwijk, in verband met ver- keerseischen en in het belang van het landschapsschoon, geheel onvoldoende is: e. dat geen rekening is gehouden met een doortrekking van den weg Dongen—Kaatsheuvel. Bovendien zijn enkele bezwaren ge rezen tegen de bebouwingsvoorschrif ten. Terwijl aan de sub d en e gerezen bezwaren wordt tegemoetgekomen in het 2e plan dat onlangs door Uwen Raad werd vastgesteld, ontgaat het ons ten eenenmale, dat de bedenkingen sub a, b en c aangegeven, aanleiding zouden kunnen geven om aan het uit breidingsplan goedkeuring te onthou den. Wij stellen U daarom voor, tegen de beschikking van Gedeputeerde Staten, tot niet-goedkeuring van het uitbrei dingsplan dezer gemeente in beroep te gaan. Nadat enkele vragen zijn gesteld door de heeren Snaphaan en Verhoe ven, stelt de Voorzitter voor den heer Geenen uit Eindhoven, den ontwerper van het bouwplan, die zoo bereidwillig was om een technische uiteenzetting te komen geven, de gestelde vragen te laten beantwoorden. De Voorzitter verwelkomt den heer Geenen en stelt de raadsleden aan hem voor. De heer Geenen wijst er op, dat het bouwplan vermoedelijk om technische redenen door Ged. Staten verworpen is. Spr. zet uitvoerig uiteen, dat door de stedebouwkundigen steeds rekening gehouden wordt met de bestraling door de zon, terwijl de richting Noord-West Zuid-Oost voor Loon-op-Zand de meest economische was. Hierop werd de bouw gebaseerd. De Voorzitter zegt, dat B. en W. voorstellen tegen de beschikking van Ged. Staten in beroep te gaan, waar voor nog slechts een termijn van één maand bestaat. Daarom werd deze spoedeischende vergadering belegd. De h*-,er Verhoeven meent dat Ged. Staten over technische krachten zullen beschikken en de onthouding der goed keuring wel gemotiveerd zal zijn. De Voorzitter wijst er op dat het plan van kleineren omvang werd ge maakt, dan wettelijk geoorloofd is. De heer v. d. Heuvel vraagt het oor deel van den heer Geenen over de be zwaren van Ged. Staten. De heer Geenen merkt op, dat het niet duidelijk is, wat Ged. Staten tegen het plan hebben. Dat zal pas blijken nadat de raad in beroep is gegaan. De Voorzitter brengt namens den heelen raad den heer Geenen dank voor zijn toelichting en hoopt dat zijn werk bekroond moge worden met de goedkeuring, niet alleen in het belang van hem, maar ook in dat van de heele gemeente. De heer Geenen spreekt een dank woord, hoopt wederkeerig op succes en verlaat de raadszaal. De heer Dingemans betreurt, dat voor de zooveelste maal de goedkeu ring van Ged. Staten aan het uitbrei dingsplan werd onthouden. Spr. laakt echter de houding van vele betweters, die dit aan het beleid van B. en W. of aan der. raad toeschreven. Dezen heb ben echter steeds ten goede geijverd. Spr. zou den criticasters dan ook wil len zeggen: de beste stuurlui staan aan wal. De Voorzitter dankt den heer Din gemans voor de eer, welke hij terecht aan den raad toekende. Een troost zij echter, dat er gemeenten zijn, die 10 jaar en langer over een uitbreidings plan doen, vooraleer het goedgekeurd wordt. Loonopzand is pas 3 jaar aan den gang. In elk geval hoopt spr. op succes. B. en W. zullen alles in het werk stellen om aan de hand van het aanhangige plan verbetering te bren gen in den toestand, welke thans be staat. Het voorstel om in beroep te gaan wordt z.h.st. aangenomen, terwijl de raad zich er tevens accoord mede ver klaard. dat de heer Geenen de techni sche zaken zal verdedigen. 5. Voorstel tot vaststelling van een nieuwe schoolgeldverordening. Op voorstel van de heeren Snoeren en Verhoeven, wordt dit punt tot een volgende vergadering aangehouden. 6. Wijziging gemeente - begrooting voor het dienstjaar 1936. Aangenomen. 7. Voorstel tot opheffing van de ge meenschappelijke regeling van den Reinigings- en Ontsmettingsdienst indertijd getroffen met diverse ge meenten uit de omgeving van Til burg en met laatst genoemde ge meente als centrale gemeente. In het prae-advies wordt gezegd, dat de Minister van Sociale Zaken de vor ming van een zoodanigen dienst niet noodzakelijk acht, zoodat de regeling overbodig is. De raad gaat met de opheffing ac coord. 8. Mededeeling in zake verkoop van de voormalige onderwij zerswo- ning te Kaatsheuvel. De Voorzitter deelt mede, dat in de plaatselijke courant publicaties hierom trent worden gedaan. De onderhande lingen zijn nog gaande. Spoedig zullen B. en W. met nadere voorstellen ko men. 9. Voorstel tot onderhandsche ver huring, met ingang van 1 Decem ber a.s., van de woning, staande aan het Wilhelminaplein te Kaats heuvel, aan den nieuw benoemden gemeente-veldwachter. Deze verhuring zal geschieden onder dezelfde voorwaarden als bij de vorige. De benoeming van den gasfitter. Voor de.rondvraag wil de Voorzitter nog enkele mededeelingen doen betref fende den gang van zaken rondom de benoeming van den tweeden gasfitter, die tot sprekers verbazing bericht heeft dat hij de benoeming niet aanneemt. Nadat Rijksen benoemd was. het be wijs van geneeskundige goedkeuring V/as overgelegd, van den Burgemeester en den Directeur der gasfabriek zijn instructies had gekregen, kregen we de raadsvergadering, welke op verzoek van 9 leden werd gehouden en waarbij besloten werd de benoeming aan te houden. Na deze vergadering heeft Rijksen den Burgemeester gevraagd, of hij ook werkelijk benoemd was, want hij kreeg van den heer B. Verhoeven, die onder teekende als raadslid en secretaris der raadsfractie een brief, waarin hem were voorgesteld zijn benoeming niet aan te nemen, vermits getracht werd 't raads- Desluit tot de benoeming in te trekken. Spr. heeft nooit vernomen van het gestaan van een raadsfractie, waarvan de heer Verhoeven secretaris is. Spr. vraagt den heer v. d. Heuvel, of deze misschien voorzitter is van deze fractie, daar zijn naam het eerste en de naam van Verhoeven het tweede staat op de ijst van raadsleden die 13 Nov. om een spoedeischende vergadering ver zochten. De heer v. d. Heuvel meent, dat deze vraag niets met de kwestie te maken heeft. De Voorzitter zegt het op prijs te stellen, wanneer de heer v. d. Heuvel zou antwoorden. De heer v. d. Heuvel wenscht geen antwoord te geven. De Voorzitter zegt dit te vragen, om dat de raad in deze katholieke gemeen te uit katholieke raadsleden bestaat. Bij de verkiezingen waren er vijf fracties, waarvan B. en W. gaarne het werk en beginselprogram zouden hebben hebben ontvangen, daar aan B. en W. hiervan toch kennis behoort gegeven te worden. Thans blijkt dat er een frac tie uit 9 raadsleden is gevormd met een onbekenden voorzitter en een secreta ris, die Christelijk-Historisch is en met wiens beginselen, hoezeer ze ook moe ten gerespecteerd worden, geen katho liek accoord kan gaan. Rijksen heeft nog medegedeeld, dat de directeur zich zeer eigenaardig te genover hem heeft uitgelaten. Hoe komt de directeur ertoe den nieuw benoem de bang te maken. Spr. is van meening, dat de directeur zijn positie niet naar behooren weet te bepalen. Hij dient zich te onderwerpen aan de overheid. Spr. had gaarne geweten, wat de di recteur tegen Rijksen had gezegd, maar Rijksen was zoo fair dit niet aan spre ker mede te deelen. Hij verklaarde nog de benoeming niet te durven aanvaar den, daar een deel van den raad een tweeden gasfitter noodig. een ander deel onnoodig achtte. Daarmede be schouwde Rijksen de zaak als afge daan. De heer Verhoeven komt nog eens terug op den gang van zaken in de voorlaatste vergadering. De raadsleden zijn volgens spr. toen op een dwaal spoor gebracht, daar door den Voor zitter niet het voorstel in omvraag werd gebracht om de benoeming aan te houden. De Voorzitter wijst erop, dat het voorstel tot aanhouden van de benoe ming door niemand gesteund werd, waaruit spr. concludeerde, dat nie mand ermee accoord ging. Bovendien weet ieder raadslid, dat alleen voor benoemingen stembriefjes worden ge geven. De heer Verhoeven houdt vol, dat de Raad een onbewuste daad deed. De Voorzitter noemt dit onhoud baar. Zoo al niet bij de eerste stem ming, bij de tweede bleek duidelijk, dat de leden wisten wat ze deden. Spr. is van meening, dat zij overdonderd werden door één voorstel. Op schan dalige wijze is thans bet belang dei- gemeente gekraakt. Wanneer men niet tot benoeming had willen overgaan dan bad men geen stembriefjes moe ten inleveren. Spr. brengt nog het volgende on der de aandacht van den raad. Op 2 April 1926 kwam het voorstel om een tweeden fitter te benoemen. De raad meende het punt te moeten aanhou den. Op 12 Juni van hetzelfde jaar kwam het voorstel opnieuw in behan deling. De directeur van de gasfabriek verscheen in de raadszaal en betoog de noodzakelijkheid van het aanstel len van een tweeden fitter, terwijl hij den raadsleden gebrek aan belangstel ling voor zijn bedrijf verweet. Dat was 10 jaar geleden, toen het leidingsnet 17.899 M. groot was en thans 27.306 M., terwijl het aantal me ters met 219 toenam. Hoe is hel dan mogelijk, dat de directeur thans ver klaart het zonder tweeden fitter te kunnen stellen. Tien jaren geleden is de benoeming doorgegaan; de heeren Snaphaan en Vrinten verleenden er hun medewerking aan. Op advies van de gascommissie, waarvan de heeren Snaphaan en v. d. Heuvel deel uit maakten, werd Akkermans benoemd. Zijn proeftijd mocht 2 jaren duren. De negen raadsleden hebben thans zeer funest voor de fabriek gehandeld. Men had moeten luisteren naar B. en W., die het advies van den directeur onverantwoordelijk achten. De heer v. d. Heuvel zegt, dat de Voorzitter evenmin notie heeft van zaken, die de fabriek aanbelangen, als een der raadsleden, die zonder tech- insche voorlichting ook niets vermo gen. Spr. stelt den Voorzitter de vraag of het verkeerde verloop der zaken niet aan hem te wijten is. Spr. acht den directeur tot oordeelen compe tent. Waarom had deze thans weder om niet gehoord kunnen worden tij dens een raadsvergadering. Dan zou den de raadsleden, deskundig voor gelicht, ook tot oordeelen in staat zijn. Dat de zaak onregelmatig verliep is geKomen, omdat de Voorzuter mei net voorstel deed de benoeming aan ie houden, hetgeen zijn pnent was. Voorzuter: Dat moet U aan mij overlaten, om te oordeelen wat mijn plicht is. De heer v. d. Heuvel zegt, dat de raad misleid werd. Wat betreft de raadsfractie, wil spr. opmerken, dat men het woord iiactie meerdere beteekenissen kan geven. De raadsleden zijn allen Ka tholiek, behalve de heer Verhoeven, doch dat neemt niet weg, dat wij prach tig met hem kunnen samenwerken en nog verder konden gaan dan Baron van Wijnbergen voorstelde; wij namen zelfs een andersdenkende in onze fractie op. De Voorzitter moge ervan overtuigd zijn, dat de fractie, gevormd door de negen raadsleden, alleen ten doel heeft de gemeentebelangen te be hartigen. Zij treedt echter niet op als slippendrager van den Voorzitter en eischt haar rechten op. De Voorzitter noemt het vreemd, dat de heer v. d. Heuvel zooveel waar de hecht aan de meening van den di recteur der gasfabriek. Indertijd heeft de heer v. d. Heuvel den directeur te gengewerkt. Spr. herhaalt, dat 't ad vies van den directeur ditmaal onver antwoordelijk was. Bovendien hebben andere technici spreker op den nood zaak van een tweeden gasfitter voor een bedrijf als in Kaatsheuvel gewe zen. Spr. wil geen aanmerkingen ma ken op den heer Verhoeven, maar zou er toch op willen wijzen, dat de Chr.- Historischen krachtens hun beginse len niet met de katholieken kunnen meegaan, en omgekeerd. Men raad plege hierover maar eens de brochu res over de beginselen der politieke partijen in Nederland. De heer Snoeren zegt reeds 12 jaar lid te zijn van de gascommissie. Steeds heeft de directeur om werkvolk ge vraagd. Men zegt, dat de directeur zijn zoon in het bedrijf opgenomen wenscht te zien. In ieder geval is spr. er van overtuigd, dat een tweede fitter nood zakelijk is. De heer Roestenberg geneert zich voor den raad dat de zaak een dusda nig verloop heeft gehad. Spr. heeft ook steeds als lid van de gascommis sie gehoord, dat de directeur meer werkkrachten noodig had. Spr. is dooi de houding van den directeur zeer te leurgesteld. Het is begrijpelijk, dat hij zijn zoon wilde bevorderen, maar de wijze waarop hij dit bewerken wilde, is tactisch onjuist geweest. Zijn zoon was bovendien te jong. B. en W. hebben gelijk gehad het advies van den directeur onverant woordelijk te noemen. Spr. meent, dat de raad ertegen opgekomen zou zijn, wanneer B. en W. den zoon van den di'recteur hadden voorgesteld te be noemen. Er wordt gesproken over: de raadsleden werden misleid bij de be noeming. Spr. wil echter uitdrukkelijk gestipuleerd zieneen deel van den raad werd misleid. Nogmaals laakt spr. de handelwijze van sommige raadsleden, welke tot machtsformatie leiden kan. De heer v. d. Heuvel zegt, dat de leden van den raad geen advies van den directeur kregen, waarop zij naar sprekers meening recht hadden. De Voorzitter antwoordt, dat het advies voor B. en W. bestemd was en niet aan den raad gegeven mocht wor den. Het komt spr. twijfelachtig voor of de directeur den raadsleden van advies mag dienen krachtens 't regle ment. Spr. heeft steeds respect gehad voor de technische bekwaamheid van den directeur, doch houdt over diens persoon een andere meening erop na. Of de directeur de benoeming van z'n zoon bevorderen wilde, daarvan is spr. niets bekeud. Spimag zich daar over dan ook niet uitlaten. Daar we toch met goed-willende raadsleden te doen hebben, vreest spr. niet voor „machtsformatia". Tenslotte hoopt spr., dat men uit deze minder aangename historie het noodige heeft geloard. Spr. betreurt den afloop dezer geschiedenis, waar door met de tegen de horst stuitende gesteldheid van den directeur kennis werd gemaakt. In ieder geval zal het bedrijf daarvan geen groote vruchten plukken. Strenge, intensief uitgevoer de controle zal in de toekomst nood zakelijk zijn. Rondvraag. Van de rondvraag maken de hee ren v. d. Heuvel, v. Nieuwstadt en v. Elshout gebruik. De Voorzitter antwoordt den heer v. d. Heuvel, dat het feit, dat de af voerbuis van de gemeentewoning van H. van Noyen aan de Kerkstraat op straat uitloopt, onder de aandacht van den gemeente-opzichter zal wor den gebracht. Spr. meende goed ge daan te hebben de vergadering on middellijk na de ontvangst van het verzoekschrift der negen raadsleden op 13 November te beleggen. De ver gadering kon niet Woensdag belegd worden, daar het verzoekschrift spre ker eerst Vrijdagvoormiddag om half 12 bereikte. Geenszins was het sprekers bedoe ling met een niet-voltalligen raad te vergaderen, daar spr. terecht mocht veronderstellen, dat tenminste reeds de negen raadsleden aanwezig zouden zijn. Dat de zoon van den directeur der gasfabriek ongevraagd 15. in plaats van 5.ontving, was als blijk van waardeering voor zijn werk lust, hetgeen spr. zeer goed vereenig- baar acht met het van den anderen kant laken der houding van den di recteur. Spr. zal voortgaan mededee lingen in de openbare raadsvergade ringen te doen over ambtenaren, die hun plichten nie tnaar behooren ver vullen. Elke ambtenaar moet zijn plicht doen en het publiek heeft als belas tingbetaler recht van eventueele te kortkomingen op de hoogte te wor den gesteld. Aan den heer v. Nieuwstadt ant woordt spr. de conversie van geldlee- ningen in overweging te zullen nemen. Den heer v. Elshout zegt spr. dat de weg aan den Hil, welke zoo slecht is, dat de karren op het rijwielpad rijden, nog niet in eigendom van de uemeente is. Zoo gauw dit het geval is, zal één voorstel tot algelieele ver betering worden gedaan. Hierna wordt de vergadering ge sloten. Reeds in een gedeelte van onze vorige oplaag opgenomen. De raad dezer gemeente kwam Vrijdagavond in voltallige zitting bij een onder voorzitterschap van den Edelachtbaren Heer Burgemeester Moonen. Secretaris de heer J. van Mierlo. De notulen der vorige vergade ring worden ongewijzigd vastge steld. Aan de orde: 1. Ingekomen stukken. a. Van de Gedeputeerde Staten: 1. Goedgekeurde -verordening tot wijziging der bouwverorde ning, vastgesteld bij raadsbesluit van 30 October 1936. 2. Nota van aanmerkingen op de bij raadsbesluit van 2 Octo ber 1936 vastgestelde verorde ning op de heffing van slacht huisrechten. b. Van den Minister van Binnen- landsche Zaken: Antwoord op schrijven betref fende de herclassificatie der ge meente Waalwijk voor de Per- soneelë belasting. De Voorzitter zegt dat de minister het verzoek, dat B. en W. op aan. dringen van den raad verzonden hebben, zonder meer heeft afge wezen. De heer v. d. Waerden had gaarne gezien dat B. en W. in hun schrijven wat meer en wat nieuwe argu menten naar voren hadden gebracht in plaats van dezelfde, hoewel ook steekhoudende argumenten die vroeger al eens door B. en W. zijn aangevoerd. Zij hadden er o.a. op kunnen wijzen dat deze gemeente niet nood lijdend is en dat er een categorie ingezetenen, die vroeger buiten de belasting viel, thans wel door deze belasting getroffen wordt. Mogelijk vonden B en W. de classificatie zooals door den minister was voor gesteld niet zoo erg. De voorzitter merkt op dat de door den heer v. d. Waerden aan gehaalde argumenten toch zeker Gemeenteraad Waalwijk.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1936 | | pagina 9