Gemeenteraad Drunen. De vuurtoren van Chivers Zaterdag 12 December 1936 No, 99 De Echo van het Zuiden Tweede Blad Verbod van uitponden voor niet-slagers van meer dan één beest per jaar. Sub sidie voor bet Oranje-Co mité. Critiek op samen stelling van dit comité. Discussie over de vakschool. Dinsdagavond kwam de raad der gemeente Drunen in openbare verga dering bijeen onder presidium van Bur gemeester Mr. R. J. Th. v. d. Heijden. Secretaris de heer M. Veltman. Weth. van Halder is afwezig. Na een kleine wijziging worden de notulen goedgekeurd. 1. Ingekomen stukken: a. besluiten van Ged. Staten d.d. 4 en 18 November 1936 houdende goed keuring van de raadsbesluiten d.d. 24 Aug. 1936 tot wijziging der gemeente- begrooting 1936; b. besluit van Ged. Staten d.d. 18 November 1936 houdende goedkeuring van de raadsbesluiten tot het aangaan van een rekening-courant-overeen komst met de N.V. Bank voor Nederl. Gemeenten voor 1937; c. mededeeling van Gedeputeerde Staten d.d. 25 November 1936 dat het raadsbesluit tot indeeling der gemeen te voor de heffing der personeele be lasting naar den eersten en tweeden grondslag in de achtste klasse is goed gekeurd. Al deze stukken worden voor kennis geving aangenomen. De Vakschool. d. rapport van de Commissie van Toezicht op de vakschool. In dit rapport wordt o.a. gewezen op: 1. de wijze van verkoop van afge werkte producten: 2. het aanbrengen van electrische verlichting: 3. den aan koop van grondstoffen: 4. de kwestie van het al of niet oprichten van een avondcursus. De Voorzitter deelt mede, dat de commissie ten aanzien van de punten 1 en 3 geen opmerkingen mag doen. Mogelijk is het te goeder trouw ge beurd, maar de exploitatie van de school behoort niet tot de compensatie van de commissie, maar tot die van B. en W. Wat betreft het aanbrengen van electrische verlichting heeft de inspec teur medegedeeld, dat dit niet noodza kelijk, duur en onpractisch moet wor den geacht. Wat punt 4 betreft, heeft de inspec teur verklaard, dat de eischen van de regeering van dien aard zijn, dat po gingen om een avondcursus op te rich ten niet het resultaat zullen hebben, dat men ervan verwacht. Zou de Mi nister gunstig op een verzoek beschik ken, dat vór 1 Maart 1937 moet zijn ingediend, dan zou de cursus niet vóór 1 Januari 1938 een aanvang kunnen nemen: in het gunstigste geval niet vóór 15 October 1937. Bovendien wordt als eisch gesteld, dat de cursus doorloopend door minstens 18 leerlin gen gevolgd wordt, zoodat minstens met 20 leerlingen zal moeten begonnen worden, die voorts geen leerlingen mo gen zijn van den dagcursus. B. en W. stellen daarom voor het rapport voor kennisgeving aan te ne men. Met het oprichten van een cur sus op particulier initiatief bemoeit de Minister zich niet. Het gaat de taak van B. en W. voorbij voor dergelijke cursussen verlof te vragen om de school van nijverheidsonderwijs te mo gen huren. De heer de Wijs verwondert zich over de verklaringen van den inspec teur, die in November een bezoek bracht aan de school en de jongens in den schemer zag werken, waarbij zij de kleur van het te bewerken leer haast niet onderscheiden konden. Spr. is er van overtuigd, dat vele schoenen ver knoeid worden, omdat de jongens in de wintermaanden tusschen 3 en 4 uur 's middags vrijwel in het donker moe ten werken. Dit is ook van groot na deel voor den verkoop van de afge werkte producten. De kosten voor het aanleggen van electrisch licht zullen ruimschoots vergoed worden door het feit, dat er dan minder schoenen ver knoeid worden en dus meer zullen op brengen. Spr. hoopt dat de commissie voortgaat in het belang van de school te werken. De Voorzitter merkt nogmaals op. dat de taak van de commissie enkel het toezicht op de school betreft. De ex ploitatie behoort bij B. en W., die de verantwoordelijkheid dragen. Op een vraag van den heer v. Oers zegt de Voorzitter, dat B. en W. de exploitatie hebben overgedragen aan den directeur, terwijl de voorzitter van de commissie den aankoop van grond* stoficn controleert. De commissie koopt geen leer, doch de directeur in opdracht van B. en W. De beer van Drunen vraagt op wel ke wijze de afgewerkte producten ver kocht werden. De Voorzitter antwoordt, dat dit bij gelegenheid aan particulieren ge schiedt. Verkoop via den notaris is niet aanvaardbaar, omdat dit niet van be lang vcor de gemeente is. Aan publie- ken vei koop zijn teveel nadeelen ver benden. daar de opkoopers onderlinge afspraken maken en de schoenen aldus voor een krats krijgen. De heer de Wijs meent, dat particu liere verkoop een nadeel is voor de fabrikanten. Spr. voelt meer voor pu blieke verkoop, temeer waar de voor zitter van de commissie van toezicht heeft verklaard, dat de schade, welke eventueel uit publieken verkoop zal voortvloeien, door hem zelf zal wor den vergoed. De Voorzitter zal dit gaarne aan vaarden, indien de voorzitter van de commissie zich in dezen schriftelijk wil verbinden het verschil tusschen de op brengst van een publieken en die van een particulieren verkoop te zullen bij passen. De heer v. d. Wiel zegt, dat dit vroeger is geschied, doch er moest spoedig van worden afgezien, omdat de betrokkene teveel nadeel ervan onder vond. Spr. ziet niet in, dat de fabri kanten benadeeld worden door den verkoop van enkele schoenen van de vakschool. Spr. bepleit eveneens het aanleggen van electrische lampen bo ven de werktafels. De Voorzitter zegt het met den heer v. d. Wiel eens te zijn. dat de fabrikan ten weinig nadeel zullen ondervinden van den verkoop door de vakschool. Sor. zal den inspecteur vragen of de Minister bezwaar ertegen heeft alsnog electrisch licht in de vakschool te la ten aanleggen. Op verzoek van den heer de Wijs zegt de Voorzitter toe te zullen infor- meeren op welke wijze de verkoop te Waalwijk en Dongen geschiedt. 2. Besluit van Ged. Staten d.d. 18 Nov. 1936 tot vaststelling der gemeen te-rekening 1935 met voorstel van B. en W. om tegen een tweetal beslissin gen van Ged. Staten omtrent deze vast gestelde rekening overeenkomstig art. 264 Gemeentewet bij de Kroon voor ziening te vragen. De Voorzitter deelt mede, dat Ged. Staten een tweetal beslissingen hebben genomen, welke nadeel voor de ge meente opleveren. Op de post bijdrage uit het werkloosheidssubsidiefonds stond 534.97 verantwoord, terwijl Ged. Staten willen, dat 9.373.12 ver antwoord wordt. Doch dit verschil werd eerst na 1 Juli 1936 ontvangen en kon dus niet meer worden verantwoord. Voorts werd een uitgave van 4.775.14 voor werkverschaffing op den kapi- taaldienst gebracht. Ged. Staten zeg gen thans dat deze uitgave op den ge wonen dienst verantwoord had moeten zijn. Een en ander zou tot gevolg heb ben, dat de begrooting 1937 met een nadeelig slot van 4000 zou moeten begonnen worden en de gemeente dus een rijksbijdrage zou moeten ontvan gen en dus noodlijdend worden zou. Overeenkomstig het voorstel van B. en W. om tegen deze beslissingen van Ged. Staten voorziening bij de Kroon aan te vragen wordt besloten. Verdeeling schulden van v.m. Oudheusden. 3. Bespreking verweer inzake het door het gemeentebestuur van Heusden ingesteld beroep bij de Kroon tegen het besluit van Gedeputeerde Staten van Noordbrabant, houdende verdeeling van de schulden en bezittingen der voorm. gemeente Oudheusden. De Voorzitter deelt mede, dat in het bovengenoemd verweer door het ge meentebestuur van Heusden nieuwe voorstellen aan H. M. de Koningin worden gedaan, die behelzen, dat de gemeente Drunen ongeveer 20.000, dus vrijwel de geheele schuld van v.m. Oudheusden zou moeten betalen. Spr. doet voorlezing van een goed gedocu menteerde contra-memorie, welke door B. en W. werd vastgesteld. Voorge steld wordt dit adres, dat erop aan- drinat het besluit van Ged. Staten te handhaven, aan den Raad van State te zenden, waarmede de raad accoord gaat. In besloten vergadering zal de con tra-memorie door den Voorzitter nader verdedigd worden. 4. Schrijven van Ged. Staten d.d. 30 Noxvember 1936, waarin zij den Raad verzoeken zijn besluit d.d. 30 Oc tober j.l., inzake voorschriften ter voor koming van branden in bosschen enz., in te trekken. In dit schrijven wijzen Ged. Staten er op, dat het besluit in strijd is met de wet. De Voorzitter deelt mede, dat B. en W. voorstellen het besluit in te trek ken. De heer van Drunen zegt, dat als de Voorzitter er in de vorige vergadering op gewezen had, dat het besluit in strijd met de wet is, de raad een derr gelijk besluit niet genomen zou heb ben. Spr. wil daarom het besluit hand haven. De Voorzitter merkt op, dat de heer van Drunen in de notulen zal kunnen lezen, dat spr. er herhaalde malen op gewezen heeft, dat de voorschriften in zake rookverbod niet door den raad. doch enkel door B. en W. mogen uitge vaardigd worden. De raad was dus wel degelijk er van op de hoogte, dat hij een besluit in strijd met de wet nam. De heer van Drunen zegt, dat de Voorzitter hem toch vroeg of hij zijn voorstel in omvraag gebracht wensch- te te zien. Dat had de Voorzitter dan ook moeten laten. De Voorzitter wijst er op, dat hij den heer van Drunen het volle recht had gegeven, dat hem toekwam om een voorstel te doen, ook al was dit in strijd met de wet. De heer van Drunen wil er ditmaal maar overheen stappen. Het besluit van 30 October wordt conform het voorstel van B. en W. z.h.st. ingetrokken. Het uitponden. 5. Adres van de slagers, houdende verzoek het z.g.n. uitponden anders dan in noodgevallen, te verbieden. De Voorzitter zegt, dat B. en W. in beginsel erkennen, dat er mogelijk eenige reden tot klagen kan zijn, doch hen lijkt de klacht niet zoo gegrond, als men doet voorkomen. Afgezien van de vraag, of de raad een dergelijk be sluit kan nemen, hetgeen spr. betwij felt, aangezien de particuliere vrijheid aan banden zou worden gelegd, waar toe naar sprekers meening alleen de landswetgever bevoegd is, is het zeer de vraag, of het gewenscht is het be sluit te nemen, daar den boeren, die het grootste gedeelte van de bevolking van Drunen uitmaken, de vrijheid wordt ontnomen. Voorts bestaat het gevaar, dat de gemeente de rente en aflossing voor 't noodslachthuis niet meer zal kunnen betalen. Het nadeel, dat het uitponden door de boeren meebrengt voor slagers, is niet zoo groot als in het adres wordt Vertaald uit 't Engels door Céhadé. II. Even later haastten ze zich door de straten naar het park en John was alles vergeten omtrent het eiland en de vuurtoren. Weldra waren ze ver diept in de wedstrijden. Men kon de baai vanuit het park niet zien en ze waren zó opgewonden, dat ze niet op merkten hoe sterk de wind was toe genomen. Om vier uur waren de wedstrijden afgelopen en Oscar stelde een uit stapje naar een restaurant voor om daarmee de plezierige dag te laten eindigen. Johan, die tot de ontdekking was gekomen, dat de wind veel ster ker was geworden, vond het beter om zich naar huis te haasten, maar de andere jongens verzekerden hem, dat hij tijd genoeg had en tenslotte ging John met hen mee, zodat het al over vijven was, toen Oscar en John naar de werf gingen. „Maar John, je kunt vanavond niet naar huis toegaan," riep Oscar uit toen ze in 't gezicht van de haai kwa men. „Wel, ik had er geen idee van dat het zo hard waaide, 't Is een echte orkaan". John keek hem verslagen aan. Wiid en zijd was de haai een uitgestrektheid van ruwe golven, en in de verte op 't eiland doemde door een nevel van fijne druppels te vuurtoren op. Te laat wenste hij, dat hij z'n vader had gehoorzaamd. „Ik moet naar huis toe!" riep hij wanhopig uit. j „Zeg, Oscar, vader en moeder zijn weg en er is niemand om 't licht te be dienen." Oscar keek ernstig. „Ik weet niet hoe je er kunt komen, John. Je kunt 't niet in je eigen boot doen. De boot zou in een ogenblik naar den kelder gaan. Wat moeten we doen? „Ik zal een van de mensen hier vra gen om me in een groie boot over te zetten," zei John. „Er is geen tijd te verliezen." Maar het viel erg tegen. John kon niemand vinden die een po ging durfde te wagen om met zo'n storm Chivers te bereiken. Iedereen schuddde van „neen" en ofschoon ze heel ernstig keken als John de stand van zaken uilsgde, toch bleven ze hardnekkig ontkennen dat het onmo gelijk was om met zulk een weer Chivers te bereiken. „Er is geen een boot in Southport, die je vanavond nog naar Chivers brengen zal," zei dé oude Sam Buxton, die de baai kende als de beste. „Je zult vannacht hier moeten blijven." „Maar de vuurtoren!" hijgde John. „Er is niemand op de vuurtoren". „Ja," zei Sam, „er is niets aan te doen; dan had je maar niet weg moe ten gaan". De arme John was .helemaal van streek. Oscar verzocht hem om met hem naar huis te gaan, want hij kon er toch niet door met dit weer. Maar John weigerde de werf te verlaten; ofschoon hij heel goed wist dat de storm vannacht waarschijnlijk niet zou verminderen. Had hij maar aan vader gehoorzaamd! Als er nu eens, met die storm en duisternis een schip binnenkwam, zonder 't licht van de vuurtoren om 't tot gids te dienen? Wanneer er levens verloren zouden gaan, zou hij, John Haslit, een moor denaar zyn, De jongens hadden 't koud en wa ren nat van de regen, maar John was vastbesloten om op de werf te blijven en Oscar bleef ook want hij voelde zich verantwoordelijk voor de sland van zaken, omdat hij meegeholpen had John op te houden. Langzaam viel de avond. Plotseling sprong Oscar van verrassing op en riep uit: „John, kijk! Daar is 't licht van de vuurtoren, 't Is in orde, oude jongen!" John, die inet z'n handen voor z'n gezicht had gezeten, sprong omhoog en liet zich van blijdschap tegen z'n vriend aanvallen, terwijl bij een „God dank" niet kon onderdrukken. Voor hem helder en schitterend scheen 't licht van de vuurtoren in de storm achtige nacht over de haven. „Hè, hè, mompelde John, dus dan is vader nog juist op tijd thuisgekomen." Het verschijnen van het licht was een grote opluchting voor veel ande ren langs de kust, want de mensen waren erg ongerust geworden. John stemde toe om met Oscar naar huis te gaan, maar hij sl'ep die nacht niet veel en als hij sliep, droom de hij nog over de drukte van de laatste uren. In de namiddag van de volgende dag was de wind zodanig gekalmeerd, dat John naar huis kon gaan. Toen de boot dicht bij Chivers was, kwam een jongen uit de vuurtoren gelopen cn toen John op de wal sprong zag hij, dat het z'n neef Alec was uit St. Eleanor's. „Waar is vader? Is hij niet hier?" vroeg hij toen ze elkaar 'n hand gaven. „Nee." Waar ergens ter wereld heb jij uitgehangen? Oom William en Tante May kwa men gisteren bij ons en zeiden dat ze de hele nacht weg zouden zijn en dal jij hier alleen thuis was en daarom ben ik hier naar toe gekomen, om je wat gezelschap te houden. „Ik ben naar de wedstrijden in Southport geweest" zei John be schaamd. „Ik mocht niet, maar ik ben toch gegaan omdat ik dacht, dat ik wel op tijd thuis zou komen. Toen kwam de storm op en ik kon niet meer naar huis. Je kunt niet geloven hoe blij ik was, toen ik 't licht zag schijnen. Heb jij daarvoor gezorgd?" „Ja, ik was op jouw aan 't wachten, totdat 't te laat werd om naar huis te gaan. Toen 't donker werd besloot ik om voor 't licht te zorgen. Ik had 'l Oom William dikwijls zien doen. Toen ben ik de hele nacht opgeble ven, daar ik bang was, dat er iets ge beuren zou, en het enigste gezelschap had ik aan de poes! Bovendien was ik bang, dat jij verdronken zou zijn". „Ik heb 't beter getroflen, dan ik had verdiend," zei John nederig. Ik doe 't nooit meer en ik ben je dank baar, meer dan ik zeggen kan, Alec. John's vader kwam de volgende d g thuis. John probeerde niet om de gebeurtenis geheim te houden, maar bekende alles eerlijk. Has'.it gaf hem niet veel standjes, omdat hij wist, dat de straf die de jongen gehad had, al streng genoeg was. Het enigste wat hij zei, was: „Je ziet, jongen, wat je ongehoorzaam heid jouw en ons had kunnen kosten. Laat dit een les voor je zijn". Dat zal 't inderdaad, vader," zei John ernstig. EINDE. DE KINDER-PUZZLE. In ons nummer van 1.1. Zaterdag hebben we over de Kinder-St. Nico- laas-wedstrijd een en ander gezegd en beloofd, dat we eens enkele versjes zouden afdrukken. Maar op de eerste plaats wil de re dactie even zeggen, dat ze het zeer op prijs heeft gesteld, dat verschillende jongelui persoonlijk of per brief hun dank zijn wezen zeggen voor hun geschenk. Dat is aardig. Uit Sprang schreef ons Pieter Dal- maijer. dat in de loop der jaren z'n zusje en drie broertjes allen een prijs hadden gekregen. Of men daar ook trouw de Echo leest en napluist en hoe men puzzelt. We geven nu een paar aardige ver zen of rijmen, die de oplossingen ver gezelden. Op de eerste plaats van Theo Polei, Kerkstraat 110. Als de Echo wordt gebracht, Wat zou dan de oorzaak wezen, Dat aan spel niet wordt gedacht, Maar eerst de Echo wordt gelezen Dat is het Kinderhoekje, fijn, Met zijn raadsels en verhalen. Dat alieen kan het maar zijn, Dat we nu met spelen dralen. Maar toen ik Zaterdag voor 'n week, Weer in „ons Raadselhoekje" keek Toen las ik van de Jeugdwedstrijd, Met prijzen voor St. Nicolaastijd. Ik ging aan 't puzzlen en zoowaar, Ik kwam nog voor de datum klaar. 'k Bezorg de oplossing nu met spoed, En k'hoop, het resultaat is goed. Dan verder van Arnold van Enge len, Stationsstraat, die werkelijk een „aartje naar z'n vpartje" begint te krijgen. Lees maar eens: Kruiswoord-Puzzle. Kruiswoord-Puzzle nummer een Hield mij dagen achtereen. Bezig, om in elk hokje Van dit kind haar wijde rokje, De letter die er in behoort Te plaatsen voor het juiste woord, 'k Heb toen, na lang wikken en wegen Het bijgaand resultaat gekregen. Slang-Puzzle. 1-7 is Vogezen, 't doel van menige reis. 2-6 De Alpen, bedekt met sneeuw en ijs. 3-5 is 't woordje Nee, 'n kort doch krachtig woord, 4-12 Definitie dat 'k nooit haast ^heb gehoord! 5-11 Etalage met wat de jeugd begeert, 7-9 is Neo, dat staat met nieuw gelijk, 8-16 Olbernhau. 'n plaats in het Derde Rijk, 9-15 dat is Overste ,een heele hooge Piet, 10-14 is de Deugd, die hebben allen niet, 11-13 is het woordje Een, dat was vlug gevonden, 12-20 is Ecliptica, dat heeft meer tijd verslonden. 13-19 Natrium, wat Philips fabriceert 14-18 is de Draad, waar moe m'n broek mee repareert, 15-17 is Eng, waarvoor men ook zegt nauw, 17-23 zijn Gevaren van 't verkeer voor man en vrouw. 18-22 is Dante, de poeet der middeleeuwen. 17-21 Mak als Sarasani's leeuwen. En hiermee kwam ik aan de Spreuk „Van den nood een deugd maken". Maar 'k heb, al vond ik het wel leuk. Veel letters moeten kraken. Maar och, misschien krijg ik present Voor al die woorden zoeken, Is de Redactie over me content, Eén der vijftien mooie boeken. Al was de Puzzle dan wat zwaar, De spreuk heb 'k toch gekregen En leef ik heel de week nu maar Wachtend „Op hoop van Zegen! Een volgend maal nog een paar aar dige versjes van andere deelnemers.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1936 | | pagina 5