Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. .BOORD BRABABD" DE GOUDEN BRUG Nicuwjaarsgedachten. Dit numme- bestaat uit Twee Bladen EERSTE BLAD. FEU ILLETON NUMMER 1. VRIJDAG 1 JANUARI 1937 60e JAARGANG. Dit blad veschijnt WOENSDAG en ZATERDAG Brieven, Ingezonden jtukken, gelden, enz. franco te zenden an den Uitgever Abonnementsprijs, pr 3 maanden 1.25. Franco per pot door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 3S. Telegr.-adres: ECHO. Advertentiën moeten Woensdag e| Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. Prijü der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum 1.50. Reclames 40 cent per regel. Bij contract flink rabat. Ondoorgrondelijk is he mysterie van den tijd en vergeef: zoekt de mensch erin door te dringen met het zinnend verstand. Etn wereld komt nader, lijkt een nogeriblik onder het bereik van den iterveling, maar gaat dan weer viorbij en verdwijnt in het droomerland van de herinnering. De bladerei vallen in 's levens laat seizoen, d? mensch blijft alleen tegenover deoitzaglijke tragedie van de verguntelijkheid, zelf aan haar onderworpei, niet te vrijwaren voor den barsclen greep van den dood. En met den geest afgevend van Jit lot, geeft de mensch :ich over aan een begoocheling, de wisselt met de jaren, spint hij aan het sprookje van den tijd tot de ontknooping, blij of droev'galnaar hij geleefd heeft. De jeugd is de periode van het ongeduld. Overweldigend stormen de indrukken uit de wireld der volwassenen aan op het kind. Alles lijkt daar groot en maihtig en betooverend een heerlijkheid, die opengaat bij de vervulling Ier jaren. Alles wat het kind mist aan vrij heid en onafhankelijkhéd, aan macht en vermogens, ziet het door de ouderen verworven. Voor de ontvankelijke verbeelding nemen deze voorrechten buitensporige vormen aan en het onontwikkeld verstand is niet in staat de moeite en zorgen te voorzien, die nu nog van het kind weggehouden worden in zijn beschermd bestaan. Het is nog aan de ervaring niet toe van den prijs, dien het geluk van ons vraagtals het dien heeft betaald is meteen de jeugd voorbij.De jaren gaan voor zijn pril besef zoo traag voorbij en het dralen van den tijd zet het verlangen maar sterkeraan naar de schijnbaar zoo onzegbaar heerlijke periode der volwassenheid. De rust en 't evenwicht tegenover den tijd vindt de mensch nog het meest in zijn rijpe jaren. Zijn ROMAN VAN HANNO PLISSEN. (Nadruk verboden.) persoonlijkheid heeft zich gev<rmd zijn levensbaan heeft zich ifge- teekend. Het opnemen van keinis en kundigheden is voorbij, hij beschikt over zijn talenten en ver mogens in hun volle ontploofng. Wat hij ooit wezen zal is hij nuNu staat hij in zijn volledige krachtvan geest en wil tegenover het le-en, meer zal het hem niet brengen tan hij nu ontvangt. Nu de dagen hem zoo in besag nemen en hij het sterke centrums- van de kleine wereld, die hij zih wist op te bouwen, dringt ht nauwelijks tot hem door dat dt alles bestemd is voorbij te gaan ei te ontglippen aan zijn handen. Hj wéét hel, maar het speelt een zo geringe rol in zijn bewustzijn, gerich als hij thans van nature is op he succesvolle en dadenrijke heden Het is deze tijd, die het meest dt illusie geeft van een blijvend »nu« Want de mensch op het hoogtepunl van zijn levenskracht kan het zich niet voorstellen, dat al 't verworvene eenmaal uit zijn bereik zal geraken. Als het zoover komt is de herfst aangebroken. Dan is het den mensch op zekeren dag een verrassing te ervaren, dat hij met de gedachten meer toeft in het verleden, dan in de toekomst en zelfs in het heden. Dan merkt hij hoe langzaamaan en als ongemerkt zijn belangstellingen zich hebben verlegd en 't zwaarte punt van zijn leven zich verplaatste. Wat hem zoo volkomen vervulde in de dadenkracht van zijn beste jaren is hem niet meer het al- overheerschende in zijn aardsch bestaan. Het werk, de menschen, lief en leed van het leven, ze zijn verder van hem weg komen te staan, hij neemt er niet zoo vurig meer aan deel, hij is meer alleen nu, op zichzelf En naar matede jaren vorderen glijdt hij dieper weg in die laatste illusie, de begoocheling van den ouderdom een leven zonder toekomst, een heden, dat vreemd en on eigen geworden is en een bonte schat aan herinneringen. Als een droom zijn ze voorbijgegleden en onbegrijpelijk kort lijkt het menschelijk leven nu, te kort voor al die inspanning waarmee het vervuld is geweest. Vlietend, ongewis, in eeuwige be weging was het en het wordt nu in zoo menig opzicht ijdel bevonden. Alleen het licht des geloofs is in staat 't geheim der vergankelijkheid in zijn drukkend duister op te klaren, alleen de waarheid neemt alle begoocheling van ons weg. Het is het christendom dat beantwoordt aan de leer, dat de ziel in God haar eindbestemming vindt in alle eeuwigheid. Dit is dan ook de tijd die ons gegeven wordt: het proefveld waar de ziel wordt gevormd voor dat eeuwig doel. Kort of lang, voor spoedig of van zorgen vol, het is daartegenover om het even. Dit is de tijd die ons gegeven wordt om ermee te handelen tot God's eer en ons eigen heil. Is dit ook niet de zin van het «Zalig Nieuwjaar« dat wij elkander telkenmale toewenschen Een jaar voor onszelf, voor onze dierbaren, voor onzen arbeid, voor onze idealen voor ons geluk, voor ons welzijn, ja, maar in dat alies een jaar voor God. Zoowel in geestelijken als in materieelen zin maken we allemaal een moeilijken tijd door. Doordat - De eerste termijn verstreed zonder dat zich ook maar in het must iets veranderde in het leven, dat Sjlvester Vonberg op kosten van MargotSellcrt |l leidde. Deze laatste, wie er ales aan gelegen was te voorkomen, dit haar eigendom, tengevolge van een liet tij- - dig voldoen der verschuldigde rente, - publiek zou worden verkocht virlang- de het pandbriefje. Tevergeefs -chter. Steeds weer had Sylvester tieitallen uitvluchten bij dé hand en teislottc beweerde hij zelfs de zaak reds te hebben geregeld. Of dit wellicht niet overtuigeid ge noeg had geklonken of dat eei toe vallige ontmoeting met den mai, die haar het sieraad geschonkei had haar daaraan herinnerde, bleef voor alsnog duister, maar hoe het zj, dit maal geloofde ze hem niet. Zonder hem iets te zeggen begaf zij zich naar de bank van leening. Daar vernam ze, dat Sylvester het sieraad voor het hoogst mogelijke bedrag, n.l. 3000 mark, had beleendZij be taalde de verschuldigde rente en keerde schier bovennatuurlijk kalm naar huis terug Twee uur later kwam het tot een beslissende breuk tusschen Margot Sellert en Sylvester Vonberg. De on verwachte erkenning van zijn lage handelwijze had met één slag elk ge voel van liefde in de zwaar beproerde vrouw gedood. Totaal ontnuchterd, zag zij plotseling zoo duidelijk, dat het haar physieke pijn bereidde.... echter viel alle zwakheid van haar af en de oude energie ontwaakte op nieuw. Dat gaf haar de kracht zonder een oogenblik te aarzelen een streep te zetten onder het hoofdstuk, dat zij, in den waren zin van het woord, zoo auur had moeten betalen. Op dat beslissende moment van hun scheiding leek zij Sylvester Vonberg begeerenswaardiger dan ooiï. Maar hij vond geen woord van verweer. Hij wist, dat hij het verspeeld had' Eerst het verlies toonde hem de ge- MGDPD BPABAflL) ^WMLWIJK® EEN POLIS LEVE N S VE R ZEKERIN G volgen van zijn lichtzinnigheid En "taeinig eervol was de wijze, waar op hij uil haar leven scheidde Terwijl hij steeds dieper weg zonk om tenshlotte bij Emma Koch te be landen, legde Margot Sellert er zich geheel op toe orde op haar zaken te stellen. Zij herzag zichzelf, haar om geving en haar aangelegenheden.... Zij putte hieruit nieuwe kracht en slaagde er zoodoende in van alle vrouwen, die Sylvester Vonberg reeds op zijn geweten had, het snelst over ueze wreede ontgocheling heen te ko men. Een zekere mate van hardvoch tigheid en menschenverachting bleef als bezinksel van deze tragische bele venis in haar achter Met veerkrachtige stappen bereikt ze nu het plateau van de Lanser Hoog ten, waar zij met een kort knikje van de aanwezigheid van den man, die. bleek van innerlijke opwinding, tegen den stain van een hooge spar leunt, kennis neemt. Haar koele onverschilligheid laat eenigen twijfel omtrent de vraag, of zij z'n schuchter „Goeden middag" inderdaad of opzettelijk niet heeft ge hoord. In ieder geval bewijst ze, dat ze zich niet met breedvoerige begroe- de strijd om het bestaan zwaar is en de resultaten ervan pover zijn, daardoor raken ook de geesten verward en het goede spoor vaak bijster. Zóó was het nu al zes crisisjaren achtereen. Het komende jaar zal eveneens weer moeilijk zijn, maar toch zijn er hoopvoller perspectieven dan den laatsten tijd konden worden waargenomen. Eindelijk is de economische opleving onmisken. baar, ook in ons land. Handel en scheepvaart herstellen zich; ook op het platteland rijst hier en daar nieuwe hoop. Deze perspectieven zullen ons volk oude krachten hergeven en de geesten tot vroegere, rustige bezinning stemmen. Bij dat alles mogen we niet vergelen te bidden, dal God ons den vreeselijken geesel van den oorlog moge onthouden. Immers, het is niet zonder huivering, dat we de weidaad van méér arbeid aan ons volk zien toevallen. Het heelt er veel van weg, dat de wereld op het moment niet produceert voor de directe consumptie, maar om voor raden te stapelen voo den tijd van de gruwelijkste menschelijke be zoeking, voor den oorlogstijd. Voor ons volk echter staan de kansen van den vrede weer niet slecht, nu we het Nieuwe Jaar ingaan met een zoo blij gebeuren in den engen kring van ons Vorstenhuis in het verschiet. De verbintenis van volk en vaderland met Oranje is door de tijden heen, door den zegen van den Allerhoogste gekenmerkt als een waarborg voor den vrede in Nederland. De kalme, maar vast beraden voorzichtigheid en onpar tijdigheid van onze Landsvrouwe, hebben inde jaren 1914—1918 naast eerbied ook ontzag gewekt onder alle strijdende partijen. Deze hebben ons vaderland leeren waardeeren als een vredes oase, tot welke men in diplomatieken nood soms vluchtte en waar de onschuldigste slacht offers van den menschenstrijd een veilig verblijf vonden. We gaan 1937 in onder de hoop volle verwachting, dat het bestuur der Oranjes nog tot in lengte van dagen het deel van ons volk zal mogen zijn. De zon van vrede gaat niet onder aan Nederland's kust. Véél krijgen we dus mee in dit tingsceremoniën wenscht op te hou den, doch onmiddellijk het doel van deze samenkomst onder het oog wil zien. Wat Sylvester Vonberg haar aan contanten heeft gekost, wil ze als leer- en rouwgeld beschouwen. Dat meent ze aan haar domheid verplicht te zijn. Maar de brilliantrivière zal hij voor haar moeten inlossen en dat wel binnen drie dagen. De wijze, waarop zij haar eisch formuleert, laat geen twijfel over de vraag of het haar ernst is. Daar hij niet direct antwoordt, voegt ze er nog aan toe: Goed begrepen dus, 3000 mark als geleend bedrag en 300 mark rente maken tezamen 3.300 mark. Ik stel me ermee tevreden, als je deze som overmorgen aan m'n adres te Mun- chen overmaakt. Dat kan ik niet, brengt hij er met moeite uit. Waarom niet? Omdat ik geen geld heb Ach kom Of je het gelooft of niet: ik hen totaal zonder middelen, ik bezit niets., zelfs geen cent Arme Sylvester.... dat jou dat nieuwe jaar, dat ons goeds belooft. Arbeid nl., zij het dan nog grooten- deeis in het verschiet; arbeid, vrede en Oranje liefde en trouw. En bidden zullen we om God s onmisbaren Zegen. In alles trouw jegens degenen, die over ons zijn gesteld, maar trouw vooral jegens elkaar onderling bemoedigende, helpende en steunende zóó zullen we met ernst de moeilijkheden tegemoet gaan, welke naast veel goeds ook tüans weer ons deel zullen zijn. Die moeilijkheden zullen we beschouwen als ons in den weg gelegd om ons sterker te maken. En zoo gaat ons blad dan zijn 60*ltn juaryang in, geschraagd door den steun van zeer velen, zoowel medewerkers, als abonné's en ad verteerders. Ook voor 1937 hopen wij ons devies gestand te doen n.l te werken voor haudel, industi ie en gemeente belangen niet alleen, maar voor de gidsdicnstige, cullureele, sociale— belangen van plaats en streek, voor welke belangen net jaar 1937 van zoo groote heteekeuis is. Wij hopen dit te kunnen bereiken in samenwerking met allen, waar. voor ook de omstandigheden in het aigeloopen jaar een gunstige wen ding namen en spreken het ver trouwen uit dat alle Waalwijkers eendrachtig zullen arbeiden aan 't groote belang, onze plaats op elk gebied hierboven met namen ge noemd, vooruit te helpen. De Waalwijkers zullen toonen één te zijn in feestvreugde voor ons dierbaar Vorstenhuis, één in de behartiging van de belangen van handel en industrie, één in den strijd voor de groote geestelijke nooden van onzen lijd. Dan zal 1937 zeer zeker een gelukkig en gezegendjaar zijn voor onze gemeente, haar in woners, haar handel industrie, haar geestelijk leven en streven, wal wij van harte wenschen. ZALIG NIEUWJAAR! toch altijd weer moet overkomen Hoon en bespot me zooveel als je wilt, maar schenk me tenminste De rente, wou je zeggen? Nee vriender valt ditmaal niet te marchandeeren. Die 3.300 mark zijn geen onbillijke eisch en eerst niet, als je in aanmerking neeint Ach Margot, daar gaat het im mers niet omIe wilt me niet be grijpenHét doet je plezier me zoo te kunnen kwellendat zijn de wraakzuchtige gevoelens van een vrouw, die Spaar me je eeuwige phrasen, alsjeblieftDie ken ik langza merhand van buiten. Ik heb je mijn eisch nauwkeurig genoemd: 3.300 mark, betaalbaar binnen drie dagen. En nu verlang ik nog slechts een dui delijk antwoord: Wil je betalen of niet? 't Is hier geen kwestie van wil len, maar van kunnen en ik zei je im mers al, dat ik het niet kan. Waar moet ik het geld vandaan halen? (Wordt vervolgd.) en Langstraalscbe Courant, o;>. •wnowvr VAh VTtVlKIOilC OO Hl T HVlh mi v'Y* nu GESLOTEN BIJ DE GEEFT ZEKERHEID VOOR DE TOE KOMST VAN U EN DE UWEN.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1937 | | pagina 1