GESCHIEM OER HERV. KERK TE BESODEN
r~
AKKERTJES
Tweede Blad
Zaterdag 16 Januari 1937
DE ECHO VAN HET ZUIDEN
1610—1935.
Door
J. van der Hammen Nicz.
XLIX.
Het in November 1774 door liet
dorpsbestuur van Besoijen geformeer
de reglement op het gebruik van de
stoelen en zitbanken in de kerk en op
het trouwen en begraven, hetwelk op
sommige plaatsen niet op groote dui
delijkheid kan bogen, komt op de
volgende 17 punten of artikels neer:
1Eerstelijk dat dehoogebank
ten Zuiden van den predikstoel maar
alleen mag bezeten worden door den
schout, den secretaris en de
regeerende schepenen en
burgemeesters en ^e bene-
d e n, b a n k door de vrouwen dier
magistraatspersonen.
2. Voortaan zullen geen vaste ban
ken meer aan particuliere personen uit
gegeven worden, als om bijzondere re
denen en mits betaling aan de kerk van
een evengroote jaarlijksche recogni
tie, als particulieren, die reeds in het
bezit van vaste banken zijn, moeten be
talen.
3. Al de nu staande biezen
stoelen zullen door de bezitters of
eigenaars weggenomen worden, en in
plaats daarvan zullen op kosten van de
kerk nieuwe stoelen geleverd
worden, aan elkaar vastgehecht, welke
het eigendom der kerk zullen blijven.
4. Doch aan een ieder, die genoem
de plaatsen heeft bezeten, zal vergund
worden die nieuwe stoelen weer in be
zit te nemen, mits betalende in de twee
voorste rijen 8 stuivers en in de volgen
de rijen 6 stuivers per stoel jaarlijks.
Bovendien moeten, zoo dikwijls stoelen
of banken vacant komen, aan den
schoolmeester 2 stuivers betaald wor
den voor 't overboeken van iede-
ren stoel of iedere bank; welk overboe
ken moet geschieden in een aan den
schoolmeester gegeven register.
5. Een stoel, door overlijden van de
bezitters of op andere manier vacant
komende, moet weder aan de kerk ver
vallen, en zullen schout, schepenen en
kerkmeesters daarover naar welgeval
len disponeeren. Mocht echter bij over
lijden van vader en moeder een der
kinderen of nabestaanden dezelfde
plaats zijner ouders willen behouden,
zal hem dat vergund worden tegen een
bepaalde vergoeding en ook tegen een
jaarlijksche recognitie aan de kerk.
6. De bezitters der banken zullen
voor iedere plaats jaarlijks 8 stui
vers aan de kerk betalen en nog het
verboekrecht aan den school
meester. En wanneer die bezitters, als
mede die van de stoelen in artikel 5 ge
noemd, in gebreke blijven hun jaarlijk
sche recognitie op den verschijndag
aan de regeerende kerkmeesters te vol
doen, zullen zij van hunne zitplaatsen
vervallen verklaard worden en boven
dien dubbele recognitie moeten be
talen. Die op eigene kosten vaste
banken in de kerk hebben doen timme
ren, mogen hun leven lang daar
over disponeeren, zonder daarvoor
eenige recognitie te betalen. Mochten
die eigen gemaakte banken bij overlij
den der ouders door de kinderen we
der in bezit wenschen genomen te wor
den, mag dat geschieden bij consent
van de kerkmeesters en mits betalende
8 stuivers jaarlijks. Overigens zullen
alle banken en stoelen, bij overlijden
vacant geworden, weder aan de kerk
vervallen. En dat om te kunnen weten,
wie voor het tegenwoordige al of niet
gerechtigd is tot eenige stoelen of ban
ken, zoo zullen schout, schepenen en
kerkmeesters bij publicatie laten afkon
digen en waarschuwen, om daarvan
binnen zes weken na dato van de voor
schreven publicatie te komen doen be
hoorlijke opgave met exhibitie van hun
ne bewijzen, op poene dat andersints
bij gebreeke van dien na verloop van
denzelven tijd, daarvan ten behoeve
van de voorschreven kerk zal worden
gedisponeerd.
7. Niemand mag voortaan een e i-
gen graf in de kerk hebben, tenzij
hem dat vergund is, en niet mogen
begraven waar hij wil; even
min op het kerkhof. En vermits er
slechts beperkte ruimte in de kerk is,
zoo is den schoolmeester, die als dood
graver is aangesteld, opgedragen de
behoorlijke plaatsen aan te wijzen, waar
begraven zal mogen worden. Hij zal
van een o u d 1 ij k (boven 12 jaren) 8
stuivers en van een jong 1 ij k (van
1 12 jaren) 4 stuivers genieten. En
wanneer op het kerkhof een graf moet
gemaakt worden, mag dat ook door de
buren van den overledene
geschieden, zonder daarvoor iets aan
den schoolmeester te betalen. De dood
graver zal geen graf mogen maken dan
of daar moeten 2 kisten op elkaar kun
nen geplaatst worden, zoo dat ten min-
SPITSBOEVEN.
Door Céhadé.
('tVolgende verhaal speelt in de grot
ten van Valkenburg.)
2.
Het avontuur in de grot.
Nu roept Tinus plotseling: „We
kunnen ze toch zeker wel zoolang in
de nis achteraan zetten?", waarop de
twee anderen instemmend antwoor
den. Even later wordt de kist opge
licht en de zijgang uitgedragen. Nu
komen ze in de hoofdgang en 't schijnt
de jongens toe dat de kist wel zwaar
moet zijn, want ze komen er maar
heel langzaam mee vooruit. Het trio
staat natuurlijk doodsangsten uit,
want ze komen, al is het dan ook lang
zaam, hoe langer hoe dichter bij. Ge
lukkig zitten ze achter een vooruit
stekend gedeelte, zodat ze niet gauw
opgemerkt zullen worden. Nu praten
de „schurken" over iemand anders,
n.l. over Tom, die ze verwachten.
„Nummer vier van het gezelschap
schijnt ook nog te komen", fluistert
Piet tegen de anderen.
„Nou, het zal er nog gaan spannen
Als wij van dit avontuur heelhuids
thuiskomen, ben ik een hoon", zegt
Rob pessimistisch.
„Och wat! We lopen er vannacht
uit".
„Ja zeg!", antwoordt Rob sarcas
tisch. „Zou je denken dat die kerels
de wacht niet houden? Nou, reken
maar, hoor!".
Nu zijn de drie mannen vlakbij.
Angstig hurken de drie dicht hij el
kaar neer, terwijl ze haast niet durven
te ademen, omdat ze hang zijn dat ze
gehoord zullen worden. Nog heel even
en dan zijn ze voorbij, en alle drie sla
ken ze een zucht van verlichting. Als
ze een twintigtal Meters van hen ver
wijderd zijn, zegt Jan: „Nou als de
weerlicht naar de uitgang, en zonder
lawaai te maken, hoor!".
En zacht schuifelend lopen ze zo
vlug mogelijk de kant van de uitgang
op. Maar wie beschrijft hun ontzel-
ting, als ze plotseling een donkere ge
stalte zien aankomen. Deze schijnt de
jongens ook gezien te hebben, want
hij knipt een electrische zakantaarn
aan en richt die op de jongens. Vlug
willen ze de man voorbijlopen, maar
deze is hun te vlug af. Hij houdt hen
tegen, en roept uit: „Wat duivel! wat
moeten jullie hier, rekels? Wil je wel
eens vlug stilstaan! En je hoeft niet
te proheren om weg te komen hoor!"
Dit zeggende houdt hij de jongens
de loop van een revolver onder de
neus. Dit schijnt indruk te maken,
want ze wagen het nu niet meer, nog
een voet te. verzetten. Daarna roept
de man„Hé, .Tinus, kom eens even
helpen. Ik heb hier een paar kwajon-
stc kan geschieden.
8. Voor het begraven i n d e k e r k
zal voor personen van bovende 12
jaren een kerkerecht van 6 g ul d e n
gevorderd worden en voor personen
vanl tot 12 jaren 3 gulden. Voor
het begraven van buitenlieden zal niets
meer gevorderd worden. Maar voor
Besoijensche inwoners, die op andere
plaatsen begraven worden, zal voor al
le lijken dubbel recht geheven
worden. Tevens mag een lijk niet naar
elders vervoerd worden of de schout
moet een briefje van consent
verschaffen en aan de kerkmeesters 't
dubbele récht betaald zijn, op een boete
van 50 gulden, te verbeuren 1/3 aan den
schout, 1/3 aan de kerk en 1/3 aan den
schoolmeester.
9. Niemand zal een bruidegom
en bruid, beide onder de jurisdictie
van Besoijen wonende, buiten die
jurisdictie mogen laten trouwen, 't zij
in een andere kerk of voor een ander
gerecht, op eene boete van 12 guldens,
twee derden ten behoeve van de kerk
en een derde ten behoeve van den of
ficier schout).
10. Bij begravingen van lijken (klein-
kraamkinderen uitgezonderd), 't zij op
het kerkhof of in de kerk, zal een ieder
gehouden zijn de kerke-doods-
k 1 e e d e n te gebruiken en daarvoor
betalen aan de kerk voor 't beste
doodskleed eenen guld en en voor
het mindere 10 stuivers; en bij
aldien door de begrafenisse het voor-
senreven Kleed verzocht wordt, om over
de Kist te leggen, zai daarenooven nog
zes stuivers betaald worüen. hn
wanneer eenige schade aan deze doods-
Kleeden wordt toegebracht, zal die
scnade door de erfgenamen moeten g e-
D e t e r d worden, ter taxatie van
schout en gerechten.
11. En zal de schoolmeester het
kerKekleed wel moeten bewaren, en na
dat het lijk gezonken is, iederen
keer hetzelve visiteeren of er geen
schade of nadeel aan is geschied, en
zulks bevindende, ten eersten aan den
kerkmeester daarvan kennis geven.
12. En zai ook voortaan niemand
eenig uitwendig teeken van linten
strikken, kruisen of anders op
de kisten, doodskleeden of
graven mogen stellen of brengen, op
eene boete (ais bij artikel 13) ten laste
van die het bewind over het sterfhuis
heeft gehad of die erfgenaam is; alleen
zal tot teeken van een jonk 1 ij k,
v r ij e r of vrijster, gepermitteerd
wezen, dat de dragers groene takken
in de hand hebben met een zwart
en wit lint.
13. (Jok zal niemand op Z o n d a g
mogen begraven als om dringende re
denen en met voorkennis en consent
van den schout, en alsdan moeten ma
gens te pakken die in de grot zaten"
Even later komen Tinus, Jan en
Dorus aangelopen en pakken elk een
jongen vast.
„Waar zaten die?" informeert Ti
nus belangstellend.
„Weet ik het", zegt Tom, want deze
is de nieuw aangekomene, „ze wilden
naar buiten toe, maar ik kon ze nog
juist tegenhouden".
De jongens worden nu weggebracht
en daarna stevig aan handen en voe
len vastgebonden.
„Ziezo, dat is ook weer in orde",
zegt Tinus, en even daarna vraagt hij
aan Tom: „En Tom? Heb jij ook iets
meegebracht?" Deze antwoordt dat hij
een sommetje van ongeveer 5000.
op de kop heeft weten te tikken.
„En wat zullen we nu met die jon
gens doen?"
„Wel, die zullen we meenemen en
dan later tegen een flink losgeld uit
leveren nogal logisch, dunkt me".
„Ja maar", zegt Do^us, „als de
politie
„Och wat", valt Tinus hem in de
rede, „jij droomt nog van de politie!
En verder zullen we vannacht om
beurten waken. Ik waak van 10 tot 11,
dan Dorus van 11 tot 12, vervolgens
Tom van 12 tot 1 en dan komt Tom
om 1 uur Jan en mij wakker maken.
Jan waakt van 1 tot 2, en ik ga de
auto halen, want ik vond het beter om
maar niet met de trein te gaan".
De drie vrienden krijgen een paar
dekens toegegooid en wat brood.
„Ziezo", roept de aanvoerder hen
toe, „nu heb je wat te eten, en als je
slaap krijgt, ga je maar slapen. Van
nacht om 2 uur mag je met ons mee.
Fijn hc". laat hij er sarcastisch op
volgen. Dolf kijkt eens op z'n pols
horloge en fluistert- Piet en Rob toe dat
het pas half 6 is.
ken, dat het lijk in de kerk is voor-
dathetderde geluiophoudt,
op eene boete van 12 gulden, te appli-
cceren als bij artikel 8.
14. Iemand bij avond willende be
graven, zal dat met lantaarns mo
gen doen, mits het lijk vóór 9 uren
indekerk of op het kerkhof is,
op een boete van 12 gulden wanneer
het na negen uur komt, te appli-
ceeren alsvoor.
15. En op andere dagen begraven
de, zal men met de lijken om 1 2 u r e n
in de kerk moeten zijn en ook
niet voor 11 uur komen, op poene
alsvoor.
16. Niemand zal mogen begraven
in de ke r k of op het kerkhof tenzij
hij daartoe een briefje van consent van
den officier (schout) heeft bekomen en
blijkt dat 's lands recht is voldaan.
17. Voor 't luiden zal voldaan
worden als van ouds, van ieder uur 6
stuivers, op het begraven zooveel
als voor een heel uur, en zal niemand
meer dan drie uren mogen luien
's daags.
Behalve dat Ds. Pieter Willem Lee
mans gedurende zijn 16-jarig verblijf
te Besoijen de vroeger reeds medege
deelde lidmatenlijsten heeft samenge
steld, legde hij ook een doop- cp trouw
boek aan en hield tevens nauwkeurig
boek van de vele kerkeraadsvergade-
ringen. Hij doopte van 1771 tot 1787
meer dan 100 kinderen in de kerk, het
laatste den 14 October 1787, en ver
bond 36 of 37 huwelijksparen in den
echt, waaronder 17 Hervormde en 19
Roomsch-Katholieke paren. Eenige
van die echtverbintenissen wil ik
hier opnoemen:
a. 27 April 1770: Jan Gij ze Is, ge
boren te Waalwijk, met Maria van
den Beiselaar, geboren te Besoijen.
b. 28 Mei 1771: De heer Jan Fre-
derik van der Pol, weduwnaar van
Anna Maria La Lau, kapitein van de
Infanterie en luitenant van de Hol-
landsche guardes te voet, met me
juffrouw Laurina Massingnongebo
ren te Besoijen.
c. 8 October 1772: Philippus Du-
quesnoij, geboren te Besoijen, met Ca-
tharina van Balkom, geboren te Be
soijen.
d. 22 April 1774: Peter van Hal
der, geboren te Onzenoord, met Johan
na van den Berselaar, geboren te Be
soijen.
e. 11 Mei 1775: I)e heer Hendrik
Gerard van der Puit, wonende te Den
Haag, met Catharina Moraquijn, wo
nende te Besoijen.
f. 3 November 1775 Adriaan
Goedhart, geboren te Sprang, met
Maria Kuijsten, geboren te Besoijen.
ORANJEFEEST.
7 Jan en heel mooi weer.
Velen hebben van hun slaapstee
naar buiten gekeken.
Want 0 Jan. was 't heusch niet zoo
pluis.
Moe en mat
een kou gevat?
Als een gevoel van onbehaaglijk
heid U overvalt met koude rillingen
en zoo'n doffe hoofdpijn, ga dan
naar huis en neem een 'AKKERTJE
Die beginnende verkoudheid zult Ge
dan in den aanvang verjagen en mor
gen zult Ge "AKKERTJES" prijzen.
'deriandsch Ongeëvenaard bij gevatte kou
Product Griep( rheumatiscne pijnen,
Zenuwpijnen, Hoofdpijn, ent.
Per 12 st. 52 cl. Zakdoosje20ci.
AKKER.CACHETS
g. 8 April 1776; Johannes Alber
ta s van Dijck, geboren te Den Haag,
met Cornelia Colthof f. geboren te Be
soijen.
h. 12 April 1776: Antonie Kuijsten,
geboren te Baardwijk, met Jenneken
van Helvoirt, geboren te Vlijmen.
13 Juni 1777: De heer Hendrik
Lodewijk Brunet de Roehebrunc, ge
boren te Zwolle, met mejuffrouw Hen-
riette Jacoba van der Puft, geboren
te Besoijen.
k. Februari 1778: Hendrikus Ver
meer, geboren te Besoijen, met Elisa
beth Noten, geboren te Besoijen.
1. 28 Maart 1779: Peter van der
lloeven, geboren te Capelle, met Maria
van Heijst, geboren te Besoijen.
m. 7 Mei 1784: Antonie Duques-
nog, geboren te Besoijen, met Catha
rina Trommels, geboren te Loon-op-
Zand.
De kerkeraadshandelingen (notulen),
door/Xs. Leemans van December 1771
tol 1 April 1787 opgeteekend, zijn 27
in getal en zeer belangrijk, Aan de
hand dier notulen wil ik beproeven in
een volgend opstel eenige nadere bij
zonderheden mede te deelen aangaan
de sommige Besoijensche ingezetenen
en de verhouding te schetsen tusschen
den predikant met den kerkeraad aan
de eene en de Hervormde lidmaten
aan de andere zijde.
Alvorens echter mijn opstel voor he-
I)e regen stroomde met beken.
Maar gauw aan den arbeid, die staat
al te wachten,
Want straks verschijnen we in
allerlei kleederdrachten.
Als de arbeid gedaan is, komt 'n
oud vrouwtje me halen.
Men zou zeggen: ze is 'n 60, zonder
te dralen,
Maar in waarheid is ze de 20 juist
gepasseerd.
„Kleeren maken den Man" heeft men
mij eens geleerd.
Ik zocht ook mijn spulletjes gauw
bij elkander,
Bruine Japon, hij stond me heel
schrander.
Een wit kapje op het hoofd misstond
me ook niet,
Een bril zonder glazen, waardoor
men alles ziet.
De spoormand aan den arm,
klompen aan de been,
Zoo gingen we saam naar den
boerenwagen heen.
De optocht opgesteld en daar gingen
we, hoor,
Hoogevaari, Capelschen Dijk en zoo
Capelle door
Vaartkant, N'ieuwevaart en terug tot
het spoor,
't Was in de Vaartkant waar ik m'n
handschoen verloor.
Toen verder Heistraat, Vrijhoeve èn
Sprang.
Trok onze optocht, 60 nummers lang.
Boerenwagen, Oranjewagen en
Schoenmakerswagen.
Ge hoeft heelemaal niet te vragen:
„Wie zouden dat toch zijn?"
Want „Achteruit" stond met
„Vooruit" op één lijn,
We waren het leelijkst niet bepaald
Al hebben we geen prijs behaald.
Al is Rechtvaart en Zandschel klein,
De 3 wagens mochten er toch wel zijn.
We hebben elk ons best gedaan,
En ons beste beentje voor laten staan.
Vergunning voor karnen hadden we
niet,
We dachten maar zoo „De politie ziet
het niet".
Boer Joost/bakte spek en zette
Van Nelle's thee.
Die stelde onze boertjes wel tevree.
En toen de reis was afgedaan,
Zijn we weerom naar huis gegaan,
En zongen toen, eerst zacht, dan hard
Leve Juliana, Leve Bernhard.
Want:
Al is „Achteruit" maar klein gezind,
We feesten voor het „Koningskind".
PIETJE KONINGS,
Rechtvaart 29, Kaatsheuvel.
OPLOSSINGEN VAN I)E VORIGE
WEEK.
1.
Hoogmoed komt voor den val.
Korenmolen, vervlogen, hoed, oog
en oor, moeder, nat.
2.
Spreken is zilver, zwijgen is goud.
Zeker, spijkers, zeilvereeniging, re
kening, luidspreker, gewoon.
3.
Een goed stuurman houdt steeds hel
roer in handen.
Hinderen, restaurant, ouderdom,
stoomtram, neus, heden, traagheid.
4.
Sint Nikolaasfeest.
Staf, sintels, inkt, koloniën, staal.
NIEUWE RAADSELS.
1.
Het geheel is een spreekwoord van
6 woorden.
1, 2, 3, 13, 4, 11. 24, 25, 5, 22, 6
rookverdrijver
15, 4, 6, 9, 16, 11 adelijk heer.
10, 5, 11, 21, 18, 9 vertrouwbaar.
15, 19, 17, 23, 21, 10, 6 juichen.
9, 8, 17, 5, 21, 15, 8, 14, 20 zeevis.
12, 8, 7, 16, 11 timmermans
gereedschap.
2.
Het geheel vormt een spreekwoord
4 woorden.
4, 10, 12 ligt tussen de bergen.
13, 6, 17, 11 stekelig dier.
1, 3, 15, 8, 12 hemelse geest.
11, 2, 5, 18 wordt gezongen.
9, 16, 7, 14 dient om iets in te pakken.
Nederlandscti
-j-, 1r
Volgens recept van Apotheker Dumont