Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ANNE „•OORD BRKBIIIID" DOET UW VOORDEEL EN KOOPT THANS UW WOLLEN DEKENS, U BESPAART 30 PROCENT. FEUILLETON Dit nummer bestaat uit Drie Bladen EERSTE BLAD Koninginnedag. REGEERINGSHULP. NUMMER 69. ZATERDAG 28 AUGUSTUS 1937. 60c JAARGANG. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever Abonnementsprijs, per 3 maanden 1.25. Franco per post door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO. Advertentiën moeten Woensdag el Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum 1.50. Reclames 40 cent per regel. Bij contract flink rabat. 1880 - 31 Augustus 1937 Zeker, 't is een vorm, een ge bruik. Als de Koningin verjaart, brengt »de krant« een speciaal artikeltje daarover. Dat hóórt zoo. De krant zou dit artikeltje waar schijnlijk óók brengen, wanneer geen andereoverweging haar redactie daartoe zou leiden dan die der traditie. Maar juist, omdat we over onze intentie ter zake de publicatie van gelegenheidsbijdragen zoo open hartig durven zijn, kan de lezer zich verzekerd achten, dat we in dit speciale geval de journalis tieke herdenking van den verjaar dag van H.M. de Koningin door meer worden gedreven dan enkel vorm of gebruikelijke beleefdheid. Koningin Wilhelmina heeftsteeds een bijzondere plaats in het hart des volks ingenomen Dat was zoo, toen ze kind was en we haar koesterden als misschien laatste pand, dat Oranje en vader land sedert eeuwen verbond. Dat was zoo, toen ze als jonge bruid de hope herwekte in de harten harer onderdanen, die zich bewust waren, dat de vreedzaamheid der Nederlandsche samenleving vrucht was van het even voorzichtig als waakzaam en beleidvol bestuur dei- telgen van een geslacht, dat liefde en trouw tot voornaamste karakter deugden had. Dat was voorts zoo, toen de Koningin als jonggehuwde met haar volk meermalen diep teleur werd gesteld in de blijde verwachting, welke ze als vrouwe voor zich en als vorstin ten aanzien van het vaderland koesterde. Dat was ook zoo, toen eindelijk de hope werd vervuld, welke het deel was van haar menschelijke liefde en zoovele jaren gevoed was door het verlangen van het volk. Dat was eveneens zoo, toen slag op slag Haar trof en de Heer in het leven van een moeder en in dat van een gemaal, nam, wat Hij Hare Majesteit én derzelve onder danen in het kind, in onze Kroon prinses Julinna, zoo heerlijk had geschonken. Het waren zware dagen voor onze Koningin, jaren van rouw en beproeving. Zij vond kracht en sterkte in haar vast geloof en be lijdend bidden»De Heer heeft gegeven, de Heer heeft genomen Zijn Naam zij gebenedijd De plaats, welke de Koninging in de harten des volks innam, werd grooter en ruimer, naarmate Ze er meer eenzaam kwam te wonen. Zóó groot was die plaats, dat ze eindelijk, zonder van haar ruimte te verliezen, kon worden gedeeld met den jeugdigen prins uit den vreemde, die onze Kroonprinses naar den autaar des huwelijks leidde. Het jonge prinselijke paar vraagt en verkrijgt wél zijn deel in de achting, aanhankelijkheid, liefdeen trouw van het volk, maar dat volk deelt zonder te verkleinen Alle geluk en vreugde, zoo weten we, welke de Kroonprinses en haar gemaal verwierven en verwerven, voor zich en het vaderland, is door Gods Zegen ontsproten aan wil en verlangen, aan lijden aan offeren, van Haar, die zoo bidden we op heden nog vele jaren in gezond heid en voorspoed moge worden gespaard voor hare kinderen, voor haar volk en zoo God wil voor hare kindskinderen. Leve de Koningin Md. Het ministerie van Economische Zaken blijkt de zaken krachtig aan te pakken. We hebben de vorige week het besluit van den minister gekregen inzake de slagers, n.l. een spertijd voor de vestiging van nieuwe bedrijven, waardoor het dus onmogelijk is zonder speciale ver gunning van den minister eene nieuwe slagerij te openen, wat dus in verband met de overvoering en den slechten toestand in dit bedrijf wel onmogelijk zal zijn en de hal veering van de crisislasten tot 5 °/0 F1GDPD BPABATif WAALWIJK® VERZEKER U BIJ DE Maatregelen die een beter perspec tief openen en door de slagers zeer zeker worden toegejuicht. En wanneer deze »spertijd«voor bij zal zijn, dan zullen voor dit middenstandsbedrijf de vestigings- eischen wel van kracht worden, zoodat de patroon, die een zaak overneemt of sticht, wel bewijzen zal moeten overleggen, van de noodige vakbekwaamheid, handels kennis en credietwaardigheid en daarmee zal het reeële slagersbedrijf voor een goed deel geholpen wor den en is er kans dat men ten slotte uit de huidige impasse zal raken Ook op ander terrein komt een nieuw geluid n.l. een bijzondere steunregeling voor de kleine boeren. De bedoeling van deze nieuwe regeling, die men uit het uitvoerige communiqué kan distilleeren is op de eerste plaats voorlichting voor het degelijk gebruik eener kleine boeren-onderneming en vervolgens het verleenen van steun om dat degelijk gebruik te kunnen door voeren. De noodlijdende kleine boer zal voor den arbeid op zijn eigen be drijf een bedrag ontvangen, dat rekening houdt met den steun, dien een werklooze in zijn gemeente ontvangt en met de opbrengst van een bedrijf als het zijne. Dat bedrag zal hem niet in geld worden uitgekeerd, maar in bedr ij fs middelen, dus b.v. zaai- en pootgoed, meststoffen enz. Geldt het een landarbeider, dus een kleine boer, die zijn kost ver diende hoofdzakelijk door bij een anderen boer te werken, dan moet de gemeente dezen steun betalen, met subsidie uit het werkloosheids- subsidiefonds. Voor de overigen zal het landbouwcrisisfonds den bij stand verleenen. Wat de uitvoering betreft, daar voor zullen plaatselijke commissies worden ingesteld, die met de amb. tenaren van den landbouwvoor- lichtingsdienst en van den rijkswerk- verschaffiingsdienst samenwerken. DE WERKLOOSHEID. Einde Juli 62800 minder werkloozen dan in 1936. Het Centraal Bureau voor de Statis tiek deelt de volgende cijfers mede be treffende het aantal geheel werkloozen bij alle organen der openbare arbeids bemiddeling als werkzoekenden inge schreven. Opgemerkt zij, dat niet alle werkloo zen in Nederland zich als werkzoeken de bij de openbare arbeidsbemiddeling laten inschrijven. Het aantal geheel werkloozen be droeg in gemeenten met 100.000 en meer inwoners op het einde van Juli 1937: 140.301', eind Juli 1936: 162.322, eind Juni 1937: 137.616. In gemeenten met 50.000100.000 inwoners op het einde van Juli 1937: 42.352, op het ein de van Juli 1936: 50.818, op het einde van Juni 1937: 41.349. In gemeenten met 20.00050.000 inwoners op het einde van Juli 1937: 41.198, op het ein de van Juli 1936: 46.670, op het einde van Juni 1937: 40.440. In gemeenten met minder dan 20.000 inwoners op het einde van Juli 1937: 89.056, op het ein de van Juli 1936: 115.864, op het einde van Juni 1937: 91.211. Totaal op het einde van Juli 1937: 312.907, op het einde van Juli 1936: 375.674, op het einde van Juni 1937: 310.616. Het totaal aantal geregistreerde werkloozen bedroeg op het einde van Juli 1937: 62.767 minder dan een jaar geleden en 2291 meer dan einde Juni 1937. Bij de beschouwing van boven staande cijfers houde men in het oog, dat de bevolking van Nederland toe neemt (op 1 Juni 1937 in een jaar tijds met bijna 86.000 zielen) en dat daar mee dus gepaard gaat een nieuw aan bod van arbeidskrachten. van „De Echo van het Zuiden' Naar het Engelsch bewerkt door J. VAN DER SLUYS. (Wordt vervolgd). Waahvühstlie en Laugslraitscle Courant* nvjxrujpy va/1 vranwo rcooniT u#ui r?7ï -M' mi NEEM HET ZEKERE VOOR HET ONZEKERE EN CONCUR REERENDE TARIEVEN EN VOOR- DEELIGE VOORWAARDEN 47) (Nadruk verboden). Maandagmorgen gaf Mrs. Fossick Ya tes Anne den derden brief. Ze bekeek hem eerst eenige seconden en las toen den poststempel. Daarop zei zegetypt, met een stem als een officier van Justi tie, die de aandacht vestigt op een uiterst bezwarende getuigenis. Anne sprak geen woord, nam den brief aan en ging er mee weg; haar vingers tintelden. Wat dom van hem om nu weer te schrijven ontzettend dom. Toch moet ze zichzelf bekennen, dat ze het niet heelemaal onplezierig vond. Dezen keer schreef John Beste Anne, Ik hoop, xlat je onze afspraak van Donderdag niet vergeet. Ik kom maar om twee uur; want als ze om één uur lunchen, heb je toch tijd ge noeg om den boel op te ruimen. Je J. M. W. Een half uur later, toen Anne de eet tafel aan het wrijven was zeilde Mrs. Fos sick Yates de eetkamer binnen en pos teerde zich in een majestueuze houding voor den haard. Een oogenblikje, Anne. Anne kwam overeind. Ze had roode wangen gekregen van het wrijven. Ze droeg een blauw katoenen japon, waar van de aanschaffingskosten van haar loon zouden worden afgehouden. En Anne.... ging Mrs. Fossick Yates voort. Ja, mevrouw? - Ik ik ben overtuigd, dat je eh de noodzakelijkheid wel zult inzien om eh je niet verder in te laten met de connecties uit je vroegere min der gewenschte omgeving.... Anne zei niets. Ik verwacht, dat je geen correspon dentie met je vroegere kornuiten aan moedigt. Anne keek haar aan over de glimmen de tafel. Waarom was ze zoo vreeselijk? Waarom kon ze niet behoorlijk zijn? Haar eerste woede was over. Het leek haar alleen 1111 nog maar gek en jammer. Geef alsjeblieft antwoord, snauwde Mrs. Fossick Yates. Ik weet niet wat ik zeggen moet. Ik verlang een belofte van je, dat je zoolang je onder mijn dak woont geen correspondentie meer zult voeren met je oude kameraden. Ik weet, dat je dage lijks brieven ontvangt en je moet het als een vriendelijkheid van me beschouwen, dat ik je waarschuw. Meer zal ik er niet van zeggen. Maar juffrouw Brownling had heel wat meer in het midden te brengen. Wat voor kleur oogen heeft hij, kind? Dat moet je me heusch vertellen, dan zal ik je zeggen of hij een standvas tig karakter heeft. De eerste jongen waar mee ik verloofd was, had de mooiste lichtbruine oogen, die je je kunt voor stellen en hij maakte het af om met een meisje van adel te trouwen. Ik heb nooit iemand zoo razend van woede gezien, als mijn vader toen was. Hij had in die zelfde week aan de beurs zware verliezen geleden ik heb je toch al verteld, dal hij effecten-makelaar was, hé? Ik was bang, dat hij een moord zou begaan, maar je snapt ook wel, dat ik er niets voor voelde, dat mijn naam genoemd zou wor den in verband met een moordgeschie denis en dat heb ik hem dan ook ver leid. Toen kalmeerde hij een beetje.... XXV. SCHERMUTSELING. Dinsdag was er geen brief van John, Woensdag schreef hij weer, blijkbaar met het doel, Anne eraan te herinneren, dat het den volgenden dag Donderdag zou zijn. Hij voegde er aan toe, overtuigd te zijn dat zij wel om kwart voor twee klaar zou kunnen wezen en dat hij daarom al vast om half twee op den hoek zou wach ten. Het werd Donderdag. Een uur en een kwartier had hij op schildwacht gestaan voor Anne verscheen. Hy nam haar hand in de zijne en zei mee iets verwijtends in zijn toon: Je hebt je niet erg gehaast! Waarom zou ik? antwoordde Anne. Toen glimlachte ze tegen hem. Ik heb je immers duidelijk genoeg uitgelegd, dat 't bij drieën zou zijn, voor ik weg kon. Was je er werkelijk om half twee al? Natuurlijk. Het is een zalige middag en ik heb den wagen bij me. Ik had ge dacht een heerlijk tochtje naar buiten te maken. Anne had zich vast voorgenomen hem terughoudend te behandelen, maar zc kon niet helpen dal ze een kleur kreeg en haar oogen schitterden by het voor uitzicht, om behagelijk gezeten in een auto mijlen en mijlen voort te glijden door de geurende, zomersche lucht; om de zon te zien stralen over glooiende vlakten vol groen na de benauwend kleine flat, de koude bemoeizuchtige Mrs. Fossick Yates en de eeuwig kletsende stoethaspel van een juffrouw Brownling, was dat een weldaad. John legde even zijn hand op haar arm, toen ze in den open twoseater stapten, die om den hoek van Malmes- bury Terrace wachtte. Je hebt geen mantel bij je. Op zoo'n dag als vandaag heb ik geen mantel noodig. Weet je 't wel heel zeker? Ja, heel zeker! Ze reden weg; de straten, waardoor ze somber en gedrukt hadden geloopen, weken achter haar als grauwe, beklem mende droomen. John zat naast haar er. fronste de wenkbrauwen. Ze had een mantel moeten aanhebben. Ze moest haar eigen kleeren hebben. Die moeten toch ergens zijn zy had toch kleeren ge had. Hij zou juffrouw Jones nog eens gaan opzoeken en naar Anne's kleeren informeeren. Ze moest een mantel heb ben. Vandaag ging het nog, maar hij was niet van plan om het by dezen eenen tocht te laten en het zou niet altijd zulk mooi weer zijn als nu. Annes stem stremde den stroom van zyn gedachten. Vertel me eens wat van Jenny's kindje. Jenny's kindje? Je zei immers dat je op Waterdene bent geweest? Toen heb je de baby toch zeker wel gezien? Natuurlijk heb ik die gezien. Jenny is er geweldig trotsch op. Ze vertoont hem aan iedereen. Hoe ziet hij er uit? Op wie lijkt hij? drong Anne gretig aan. Op wie hij lijkt? Och, dat kan ik zoo niet zeggen. Lijkt hij op Jenny? Neen, dat geloof ik niet. Op Nicholas dan? Weet je het heusch niet? Ik ik heb hem niet ge zien. De lichte trilling in haar stem deed John's woede tegen Jenny en Nicholas Marr weer oplaaien. Daarvan klonk iels in zijn antwoord toen hij zei: Och, hy is nog zoo klein. Anne dachtIk heb hem geërgerd. Ze wilde zoo graag alles gewaar worden over de baby en Jenny en nu had ze hem boos gemaakt. Opeens voe! !c zich moe en zwak en ze had er spyt van dat ze was meegegaan. Ze sloot de oogle den over een paar brandende tranen. John keek haar van terzyde aan en verwenschte inwendig de Marrs weer. Waar kwam die plotselinge verandering in haar gezicht vandaan? Ze zag doods bleek en om haar mond lag een pathe tische trek van droefenis. Hij wist niet, dat hij van Anne hield, maar hij voelde een haast onweerstaanbaar verlangen om dien bedroefden trek weg te kussen. On verwacht viel hij geprikkeld uit

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1937 | | pagina 1