Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Verlost van hevig SPIT IN DEN RUG ANNE „ROORD BRABAIID" KL00STERBALSEM FEUILLETON. Dit nummer bestaat uit Drie Bladen EERSTE BLAD DE BELASTINGSGHROEF. ts> NUMMER 81. ZATERDAG 9 OCTOBER 1937. 60c JAARGANG. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever Abonnementsprijs, per 3 maanden 1.25. Franco per post door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO. Advertentiën moeten Woensdag d Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum 1.50. Reclames 40 cent per regel. Bij contract flink rabat. VOOR KLEEDING EN DEKKING. H. M. de Koningin en het prinselijk paar hebben weer een schoon voor beeld gesteld door resp. 2500 en 1500 ter beschikking te stellen van de Commissie voor dekking, schoeisel en kleeding, voor de armsten der werk- loozen, voor welk goed werk in den loop dezer maand in alle gemeenten des lands een inzameling zal worden ge houden. Prof. Mr. Romme, minister van Sociale Zaken, heeft voor het „goede doel" Dinsdagavond een zeer pathe tisch beroep gedaan op het Neder- landsche volk. Willen de armsten onzer aan het noodigste in den a.s. winter wor den geholpen, dan zoo eischt de re geering moet het volk in zijn geheel liefdadigheid betoonen. Welnu, die liefdadigheid zal worden betoond, het volk laat de armsten, welke deel van hetzelve zijn, niet verkommeren. Maar toch zal deze inzameling nim mer de algemeene sympathie verwer ven. Op de begrooting van dit jaar worden 26 millioen méér gevraagd dan het vorige jaar, voor de bewapening. Mét andere defensiekosten mee, wor den deze in totaal circa 47 millioen hooger dan in 1937. En die zijn noodig en moeten er dus komen, maar daar voor, voor al die millioenen, hoeft geen collecte te worden gehouden. Waarom moeten liefdegaven worden gevraagd, moet er bedeeling worden toegepast, als er een paar ton noodig zijn om de ernstigste crisisslachtoffers een paar hééle schoenen te verstrekken in den winter en een paar dekentjes op kin derbedjes? WIJZIGING DIENSTPLICHTWET. De regeering maakt haast met de wij ziging der Dienstplichtwet, welke o.m. het jaarlijksch contingent bedoelt te verhoogen van 18.500 op 32.000 man. De Tweede Kamer nam het ontwerp van de week ter onderzoek in de afdee- lingen. In Engeland is men nogal inge nomen met de voorgenomen uitbreiding onzer bewapening. De „Times" wijdde er dezer dagen een hoofdartikel aan. Het blad ziet in de voorgestelde maat regelen een bewijs van de toenemende vastbeslotenheid der regeering, het overzeesche rijk te beschermen, zooveel als dit in haar vermogen ligt, en naar het oordeel van het blad zullen deze maatregelen er toe bijdragen, de onge rustheid en het ongeduld in Neder- landsch Indië te verminderen. Gedurende langen tijd, zoo schrijft de „Times", heeft de schaduw van de ba sis te Singapore de bevolking van Java het gevoel gegeven, veilig te zijn voor een gevaar, dat naar haar oordeel de rijken in het Verre Oosten, zoowel van Engeland als Nederland bedreigt. Daarop kwam de verovering van Abessinië en de daaruit te trekken les sen, en, terwijl Engeland in toenemen de mate in beslag genomen werd door Europeesche vraagstukken, kwam de wensch naar bewapening tot uiting. Dit heeft de regeering in Den Haag aange spoord tot het maken van haast met het uitbreiden der defensie van het overzeesche rijk en haar vastbesloten wil, hiervoor de middelen te vinden, is niet minder groot dan de vastbesloten heid van Koningin Wilhelmina's onder danen in de Oost, de integriteit hunner bezettingen te verdedigen, indien hier toe ooit een beroep op hen mocht wor den gedaan. Door de voorgenomen uitbreiding van het leger is er gebrek aan kader ontstaan en krijgen vele dienstplichtige sergeants een kans om zich een positie te verzekeren. De minister heeft aan de regiments commandanten per circulaire medege deeld, dat dienstplichtige onderofficie ren van de lichting 1934, 1935 en 1936 en geboren op of na 1 Januari 1914 en die daartoe alsnog genegen zijn, voor den tijd van zes maanden op de voor capitulanten geldende bepalingen in werkelijken dienst kunnen komen. Na drie maanden kunnen deze onderoffi cieren dan worden voorgedragen voor onderofficier-capitulant. Het laat zich aanzien, dat onderoffi cieren, welke geschikt worden bevon den, definitief als sergeant-capitulant zouden worden benoemd. VERZEKER U BIJ DE Van jaar op jaar wordt de be- lastingschroel we*.r eecige siagen aangedraaid. Wéér is aizoo net einüe? Het heelt er alles van, dat ue liscus reeds den weg neiredea heelt, welke naar liet maalscnappe- lijk hankioet leidt. Door het Centraal Bureau voor de Statistiek zijn wederom gegevens op belastinggebied verzameld en uitgegevenze betrellen het |aar 193/ 1938. Van belang is vooral de inleiding, welke aangeeft, welke wijzigingen in de periode 1933 tot en met 1937 aangeven. Daaruitput- ten we o.m.: In de genoemde periode daalde het aantal gemeenten zonder op centen op tie gem. fondsbelasting van 113 tot 19; bet aantal gemeen ten met het hoogst mogelijke aantal opcenten steeg van 272 tot 7U0I Vele gemeenten werden in een hoogere klasse der peisoneele be lasting gebracht, waardoor talrijke personen méér voor het betalen dezer belasting in aanmerking kwa men. Het aantal gemeenten der le klasse werd 09 kleiner, der 2e klasse 116 kleiner, maar der 3e klasse 165 hooger. Een algeheele opschuiving dus naar omhoog 1 Geen opcenten op de vermogens belasting werden in '33 nog in 265 gemeenten geheven in '37 nog maar in 69. Hoogste aantal opcenten werd in '33 in 739 gemeenten geheven laatstelijk in 938. Het aantal gemeenten met straat belasting steeg van 242 op 358; met baatbelasting van 81 op 116; met vermakelijkheidsbelasting van 456 op 565; het aantal gemeenten met 200 opcenten en méér op de personeele belasting van 543 op 618. Slechts de zakelijke belasting op DANK ZIJ KL00STERBALSEM „Ziezoo, dat is achter den rug, van miin SPIT ben ik fijn af! was de verzuchting, die ik slaakte, toen ik na het gebuik van 2 potjes Kloosterbalsem finaal van mijn spit af was. Niet staan, niet zitten, niet liggen te kunnen en toch vooruit te moeten om de boterham te verdienen. Door de vreeselijke spit, die in mijn stuit begon en door mijn geheele rug trok, was ik hulpeloos als een klein kind. Vanaf het oogenblik, dat ik den geneeshrachtigen kloosterbalsem aan wendde, begon mijn genezing. En nu heb ik in geen 8 maanden meer een aanval gehad." j Zw ,0 A AKKER'S ORIGINEEL TER INZAOI „Geen goud zoo goed" Onovertroffen bfj brand-en snfj wonden Ook ongeëvenaard als wri.jïmiddol bij Rheumatiek, spit en pijnlijke spieren Schroefdoos 35 ct. Potten: 62'/2 ct. en f 1.04 het bedrijf is een fiscale uitvinding gebleken, welke niet goed houdbaar is. Het aantal gemeenten, waarin ze werd geheven, daalde van 86 op 72. Denken we overigens bij dit alles nog eens aan al de nieuwe belas tingen, welke in de crisisjaren wer den uitgedacht. En aan de »helfin. gen« en »accijnzen«, welke nieuw werden gevorderd of verhoogd.. En nóg mogen we eigenlijk niet mopperen. Onze Nederlandsche staat is duur om te bewonen, maar nóg worden zijn bewoners benijd. Er schijnen érger kwalen te bestaan dan be lastingen. van „De Echo van het Zuiden". Naar het Engelsch bewerkt door J. VAN DER SLUYS. (Nadruk verboden). 59) De boom, waartegen ze leunde, scheen te bewegen, want ze voelde de ruwe schors schuren tegen haar hand palmen. John zag haar wankelen ze was op het punt te vallen. Voor ze het bewustzijn geheel ver loor was ze zich nog vaag bewust van stevige armen beschermende om haar heen. XXXI. ANNE BELINDA IS BOOS! Anne kwam tot zichzelf door den klank van haar eigen naam. Anne Anne Anne Anne. Het was als het geluid van het breken van golven. Het was haar eigen naam maar die klonk haar vreemd in de ooren. Ze opende de oogen. John's gezicht was zoo dichtbij dat zij ze onmiddellijk weer sloot. Haar linkerhand rustte op iets droogs en hards. Beukenbladeren. Ze zat op den grond op een bed van beukenbdaderen. John's arm was om haar heengeslagen, haar hoofd lag te gen zijn schouder, zijn gezicht beroer de het hare. hij zei haar naam. Zij antwoordde: Ik ben weer in or de, en duwde met haar rechterhand tegen zijn arm. Het was geen flinke duw. Ik ben weer in orde, John. In plaats dat hij haar losliet, voelde zij zijn arm steviger om zich heen. Laat me los, sprak Anne met vreemde, bewogen stem. Voel je je niet op je gemak? Is het beter zoo? Laat me alsjeblieft los. Je kunt veel beter rustig blijven zitten. Je hebt me afschuwelijk aan 'l schrikken gemaakt. Ik geloof vast, dat dat verschrikkelijke mensch je niet genoeg te eten heeft gegeven. Luister eens, ik heb wat melk in den a.uto. Zou je even tegen een boom kunnen leu nen, terwijl ik de melk ga halen? Hij liet haar tegen een boom leunen en ging heen. Anne keek hem door haar oogharen na. Ze moest er eigen lijk over nadenken, wat ze tegen hem zeggen zou. Wat wist hij? Hoeveel wist hij? Als iemand zegt dat hij alles weet, hoe moest men dan zien uit te vinden of hel inderdaad alles was, wat men zelf wist? Ze moest het te weten zien te komen ze moest iets zeggen. Het kwam er ontzettend veel op aan, wat ze zei. John kwam terug, in de beste stem. ming, een thermosflesch en twee kroe zen in de hand. Het is geen melk, hefc is koffie. Koffie smaakt wel uit een thermosflesch, maar thee is afschuwe lijk. Er zijn eiersandwiches in dit pak je. Hij wierp het in haar schoot, schonk koffie in en gaf haar een kroes vol. De koffie rook heerlijk en Anne werd zich bewust, dat een warme dronk juist hetgene was, waaraan ze werkelijk behoefte had. Als je een volgende keer weer flauw valt van den honger, zou ik graag willen, dat je me waarschuwde. Voor jou is het niet zoo erg, maar ik schrik me een ongeluk als ik je zoo zonder waarschuwing moet opvangen. Het woord Pollard schoot door An ne's geest als een slang, die door het gras schiet. John praatte en deed als of er heelemaal niets gebeurd was. Moest zij het daarbij laten? Of moest ze nu zeggen ja, nu, tusschen de zen slok koffie en den volgenden Wat heeft Pollard jou verteld? Ze zette haar kroes neer. Er volgde een moment van ernstig pogen. Toen nam ze den kroes weer op en dronk. Nu niet. Waarom zou ze spreken? Ze kon niet spreken ze kón hel niet. Ik was van plan over Lith Hill te rijden en in Dorking thee te drin ken, maar het zal te ver zijn. Wij moesten ons maar niet haasten. Wat vindt jij? Anne vond niets. Ten slotte voer den ze hun oorspronkelijk plan uit en John verdreef den tijd met opgewekte conversatie zonder met een woord over Pollard te reppen. Toen ze naar de stad terug reden, vroeg hij Anne plotseling wat voor soort verlovingsring ze wenschte. Daar heb ik nooit over nagedacht. Denkt men wel daarover als men niet verloofd is? Ik weet het niet; dat komt er ook niet op aan. Wat voor een zou jij graag willen hebben? John, ik ben niet met jouw ver loofd. O, neen? Natuurlijk niet. O, dat maakt het gecompliceerd, omdat ik wel met jouw verloofd ben, dus er zit ook niets anders op, dan dat jij met mij verloofd bent. Ik ben niet met jou verloofd. Ik geloof van wel. Ik zie ook geen uitweg voor je. Zou je een ring met saffieren en diamanten willen hebben of alleen diamanten? Of een groote saffier met kleine diamantjes er om heen? John, ik ben niet. Ik weet het. Je hebt het al eerder gezegd. Ik wou, dat je het niet tel kens herhaalde; het maakt het zoo vreeselijk moeilijk om een besluit te nemen. Zie je, ik kan je niet gewoon komen opzoeken en dan over ringen praten. Wij moeten het nu afspreken, anders zou ik je moeten opbellen. En dan luistert dat verschrikkelijke mensch ons telefoongesprek misschien af. Dus je ziet, dat het absoluut noo dig is om alles nu af te spreken. Zie je het ook in? Anne gaf geen antwoord. Ik voor mij houd veel van blauwe steenen. Ik zou je dolgraag een groote saffier willen geven. We moesten er samen, maar een gaan uitzoeken, een die precies bij je oogen past. John praatte door over ringen, tot zij bij den hoek van Malmesbury Ter race waren. Anne bleef zwijgen. Ze luisterde naar zijn verhaal over kostbare stee nen en annecdotes over verlovingen en verlovingsringen. Soms had ze be hoefte om te lachen, dan weer om te huilen, maar ze slaagde erin om geen woord te zeggen. John stopte bij den hoek en liep met haar de Ossington Road in. Het was een donkere avond. Er stonden niet veel lantaarns; midden in den weg was er een en de volgende brandde zoo goed als niet. Terwijl ze door een donker gedeelte van den weg liepen, voelde Anne John's arm om zich heen. Zijn stem, zacht en dringend, klonk aan haar oor: Ben je nog boos? Anne was heelemaal niet boos, maar ze zei ja. Omdat ik je in Wisley gekust heb? Ja. Maar waarom? Anne, je liet me mijn gang gaan dat weet je wel! O? Het was een zachte kreet van protest. Anne je liet het toe! Ik zou je nooit gekust hebben, als je het niet goed gevonden had. Dat weet je toch wel O! klonk het weer. John bracht zijn hand heel zacht naar haar kin, duwde hpar gezicht omhoog en kuste haar zooals hij eer der gedaan had twee kussen op haar oogen en een op haar mond. O! zei Anne weer. Toen stootte ze hem met alle macht van zich af en rende weg. Nadat hij haar het verlichte gedeel te van den weg had zien oversteken en door een poort van het blok huizen verdwijnen, keerde hij zich om en wandelde naar den auto terug. Toen hij bij Malmesbury Terrace kwam, neuriede hij een vroolijk deun tje. (Wordt vervolgd). De Echo van het Zuiden, Waalwybstlie en Langstraatsche Courant* MAM NEEM HET ZEKERE VOOR HET ONZEKERE EN CONCURREEREN DE TARIEVEN EN VOOR- DEELIOE VOORWAARDEN

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1937 | | pagina 1