Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
komt
komt
ES11.192
ANNE
SmilESH. 192
„ROQRDBRABAI1D"
FEUILLETON
171
Dit nummer bestaat uit Drie Bladen
EERSTE BLAD
DE WARE VREDE.
~MËfvËRPASSimSPAKKET
NUMMER 91.
ZATERDAG 13 NOVEMBER 1937.
60c JAARGANG.
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG
Brieven, Ingezonden stukken, gelden,
enz. franco te zenden aan den Uitgever
Abonnementsprijs, per 3 maanden
1.25. Franco per post door 't geheele
rijk 1.40.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO.
Advertentiën moeten Woensdag e|
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zijn.
Prijs der Advertentiën:
20 cent per regel; minimum 1.50.-
Reclames 40 cent per regel.
Bij contract flink rabat.
Elke oorlog, hoe lang, wreed en
bloedig ook gevoerd, brengt ons in
zijn geforceerd einde verder van
den vrede af, dan we ooit waren.
Ja, als het einde van den strijd
ontstond uit den weerzin tegen den
oorlog, uit het dóórkomen van het
inzicht aan beide zijden van het
onmenschelijke van een broeder
moord op zoo groote schaal
als uit dien weerzin een spontaan
verlangen was gewekt om de wapens
neer te leggen en temidden dei-
loopgraven een hoogtij van liefde
en vergevingsgezindheid zon zijn
ingezet tusschen vriend en vijand,
dün zou dat vrede beteekenen.
Zóó echter plegen oorlogen niet
te eindigen en zóó ook is de strijd
van 1914 1918 niet afgeloopen. Er
was 11 November van het laatst
genoemde jaar een geslagen partij
en er was een partij van overwin
naars. Millioenen menschen ter
eene zijde hebben vier jaren goed
en bloed geofferd, den dood onder
de oogen gezien of hun zonen ver
minkt teruggekregen, zonder dat
het hen, hun volk, hun landen
heeft kunnen redden. I)e weerzin
tegen de slachting, welke ze mee
maakten, moge een oogenblik alles
hebben overheerscht, spoedig kwa
men de gevoelens boven ze moes.
te boven komen om den smaad
en hei verlorene te revancheeren.
In de partij ter andere zijde had
het vergoten bloed niet minder
rood en kolkend gestroomd en toen
de overwinning eindelijk was be
vochten, overheerschte d5ar van
zelfsprekend het verlangen om de
voordeelen zoo groot mogelijk te
bedingen, welke met al dat bloed
waren gekocht.
De zucht om terug te winnen,
wat verloren ging, en anderzijds
om te verdedigen wat veroverd
werd, deze neigingen spruiten
uit elk vredesverdrag voort en zijn
de vruchtbeginselen van den vol
genden oorlog. We kunnen ons
niet herinneren op het oogenblik,
van wie de woorden zijn »de Vrede
van Versailles is de voortzetting
van den oorlog in andere vormen«.
Deze typeering is helaas juist.
Eerst hebben we den strijd ge
kend van de overwonnenen om
zich geleidelijk te onttrekken aan
den druk, dien de overwinnaars
hun hadden opgelegd, thans zijn
de overwonnenen reeds in het of
fensief. Nog wordt dit gevoerd in
»de andere vormen« maar het
einde van het vredeslied van Ver
sailles zal de donder van het kanon
weer zijn, het spatteren van bom
men en granaten.
Het zijn sombere voorspellingen,
welke we op Volkenbonds- (of
Vredes-) dag meenen te moeten
doen, maar ze bevatten de conse
quenties van de realiteit van heden.
Wie een gevaar wil afwenden, moet
er zijn oogen wijd voor openen.
Overigens moeten we evenzeer
bedenken, dat we met jeremiades
alléén den vreJe niet dienen. We
moeten ook iets positiefs voor dit
kostelijke goed doen. Toen op 11
November 1918 de horenen schal
den over de slagvelden om aan te
kondigen, dat het vuren kon (moest)
naar
naar
worden gestaakt, heeft de mensch-
heid zich in haar afgrijzen en ont
zetting over den strijd en in haar
vreugde over den vrede, gezworen
nóóit meer oorlog! En om ons
dezen eed van jaar op jaar te doen
herinneren, déartoe dient Vredes-
dag.
Maar elk jaar wordt het leger
der eedsgetrouwen kleiner. Steeds
meerderen zoeken benenksels om
zich aan hun vredesplicht te ont
trekken en toe te geven aan de
instinctieve gevoelens, welke we in
den aanvang van dit artikel als
uitgroeisels van den oorlog schet
sten de revanchegedachte, de zucht
naar wraak en vergelding, het ver
langen om terug te winnen, en
daartegenower het besluit om »tot
eiken prijs« te beschermen, wat door
de overwinning verkregen werd.
Het leger van den vrede wordt
kleiner, zijn taak Moeilijker. Maar
VERZEKER U BIJ DE
van „De Echo van het Zuiden'
Naar het Engelsch bewerkt door
J. VAN DER SLUYS.
(Nadruk verboden).
69)
Hij heeft uw brieven te pakken,
mevrouw, hij steekt ze zoo in zijn
mondje.
Jenny lachte en kuste de rose grijp
hand j es.
Stil liggen, kleintje! O, hij heeft aan
den hoek van dezen brief gesabbeld.
Stout kindje. Ze nam de enveloppe op
en bleef toen naar het adres kijken. Zt
dacht: John Waveney! Waarom moet
hij mij schrijven! Ze nam er den briet
uit, dien ze in haar haast scheurde en
las wat John geschreven had:
„Anne en ik gaan trouwen."
De woorden schenen naar haar toe
te springen. Ze had het gevoel alsoi
ze haar striemden.
„Anne en ik gaan trouwen. Ik hoop
dat je blij zult zijn."
„Blij". Ze haalde haar adem in en
riep de nurse.
Nurse, neem de baby.
Ze stond op met den brief in de hand
en liep er mee naar het raam.
Tony gaf een doordringende kreet
van teleurstelling. Hij lag zoo behaag
lijk op Jenny's schoot; die was zacht,
niet krakerig van de stijfsel; en hij
vond het heerlijk zoo vertroeteld te
worden. Hij jammerde digp bedroefd.
Maar Jenny hoorde hem niet.
„Ik hoop dat je blij zult zijn." Dit
dit was nu waar ze altijd bang voor
geweest was. Ze was nu zóó bang dat
ze haast niet dorst doorgaan met lezen.
Ze had het gevoel alsof ze aan den
rand van een of andere afschuwelijke
nachtmerrie stond. Als ze den brief
las, zou ze over den rand heenvallen,
en er midden in zijn. Maar ze moest
wel verder lezen.
Ze keek naar de dansende letters
en dwong zich door te gaan. Annb
hier komen Anne bij haar logeeren
Nicko zou het nooit willen
En toen: Ik vind dat je Nicholas al
les beter kunt vertellen van die paai-
lengeschiedenis. De brief verdween
in den nevel, die de kamer scheen te
vullen. Jenny bleef naar de plek sta
ren, waar de brief geweest was. De
nevel werd dunner. Ze zag een lang
werpig vierkant met strepen erop
zwarte strepen, letters, woorden die
verschoven, en weer op hun plaats
kwamen.
Ze begon de woorden te lezen. Je
kunt het Nicholas ook beter dadelijk
vertellen, omdat ik morgen, in den na
middag kom.
Ze las door tot het eind. Ze zou het
Nicholas dadelijk vertellen Nicko
moeten zeggen dat ze een dievegge
was; dat zij de paarlen gestolen had
en er Anne de gevangenis voor had
het mag niet ontmoedigd raken.
We hebben het al lang verleerd
om te juichen op Vredesdag. De
11e November behoort voor de
vreuesvrienden een dag van rouw
en tranen te zijn, want 19 jaren
nadat de menschheid zwoer van
»Nooit meer oorlog«, ligt het vader
land der Abessiniërs gekleurd met
het versche bloed van het volk,
zijn een half millioen Chineezen
den dood ingejaagd door vreemde
indringers en verscheurt het Spaan
sche volk zich zelf, opgehitst door
Russische bolsjewisten en Italiaan
sche fascisten.
We hebben het verleerd om te
juichen op Vredesdag, maar we
mogen niet verzuimen om iets te
doen in onze droefenis over den
bedreigden vrede. Helaas, er rest
ons daartoe zoo weinig Den Vol
kenbond steunen We weten het
niet zeker meer, of dit instituut
nog wel een middel tot vrede is.
Leidt de Volkenbond den laatsten
tijd niet veelal tot openbaring van
tegenstellingen en toespitsing der-
zelve
Moeten we ijveren voorontwape-
ding? Als we in haar waarde voor
nen vrede konden gelooven
Piet wint het.
Hzt Ir rifpv St&r TaJoock.
Het zijn klemmende argumenten
waai mee wordt betoogd, de natio.
nale ontwapening het gevaar groot
maakt, dat het land wordt verkozen
tot volkenslagveld in den volgenden
oorlog. En internationale ontwape
ning? Waarschijnlijk slechts een
utopie. Bovendien, een ontwapende
wereld moet voor den geweldenaar
zoo aantrekkelijk zijn als luilekker
land voor den gulzigaard.
Als we individueel iets voor den
vrede willen doen, dan moeten we
dien helpen opbouwen door het
leggen van de fundamenten. Van
onderen af beginnen dus. Als eerste
HET GOEDKOOPE
ZELFWERKENDE
WASCHM1DDEL
yi
laten ingaan. Ze zou dit allemaal aan
Nicko moeten vertellen, nu dadelijk.
Haar rechterarm hield een brief
vast. Haar linkerhand werd samenge-
kneld, de gepunte rose nagels drukten
zich in haar palm. Ze begon sneller
adem te halen. John, ze moest John
spreken. Ze moest hem zien voor hij
bij Nicko kwam. En ze moest hem aan
het verstand trachten te brengen, dat
ze zoo iets ongerijmds niet kon doen.
Hij kon haar niet vragen dat te doen.
Mevrouw. Het was de Nurse
niet Tony, die weer tot rust gekomen
was, in de armen.
Wat is er, vroeg Jenny scherp.
Mevrouw, James was aan de deur
met een boodschap van Sir Nicholas;
en hij vraagt of u beneden wilt komen,
omdat Sir John Waveney u spreken
wil.
Jenny ontving de slag zonder een
uiterlijk teeken; hij kwam zoo hard
neer, dat het haar gevoel geheel ver
doofde. Ze verfrommelde den brief en
stopte die in de zak van haar witte
jumper. Ze had haar hoedje afgezet
toen ze in de kinderkamer kwam. Ze
hief de hand op, die den brief vastge
houden had en streek haar haren glad.
De andere hand hing slap naast haar
neer.
Ze ging de deur uit en liep de trap
pen af met een angst, die tot een pa-
nischen schrik werd. Nu kwam het;
ze kon het niet meer tegenhouden.
John was beneden bij Nicko. De vree-
selijkste van al haar vreeselijkste
droomen werd bewaarheid. Nu was er
geen Anne om haar te redden.
Halverwege de trap begon ze te hol
len. Toen, met de hand op de deur van
de studeerkamer, bleef ze staan en
leunde ademloos en trillend tegen het
deurpaneel. Ze hoorde John spreken
en de gedachte flitste door haar heen
Nu vertelt hij het Nicko. Ze duwde
de deur open en rende de kamer bin
nen.
XXXVIII.
OOG IN OOG.
Toen de bediende weggegaan was
om Jenny te halen, bleef John Nicho
las een oogenblik aanstaren. Daarna
liep hij naar het venster en keek naar
buiten. De wolken waren loodzwart
aan den anderen kant van de rivier.
Het water stroomde als dof kwikzil
ver door de natte groene weiden.
John keek een poos naar de fijne
motregen en besloot wat hij zou doen.
Als Jenny kwam zou hij haar vragen
of ze zijn brief gekregen had, dan zou
hij het aan haar overlaten om het Ni
colas te vertellen. Hij zou zoo lang een
wandeling gaan maken en dan terug
komen. Hij had medelijden met Nicho
las Marr.
Het spijt mij dat Jenny vanmorgen
niet ontvangen heeft. Ik wist niet dat
ze weg was. Zijn jullie nu net terug
gekomen?
Vijf minuten voor jij verscheen.
Zoo.
Misschien was het beter als hij hun
meer tijd gaf, als hij heelemaal weg
ging en morgen terugkwam.
Jenny zal met je willen praten,
zei hij. Ik wil alleen maar weten of ze
mijn brief ontvangen heeft. Dan ga ik
weg. Ik kan morgen terugkomen. Ni
cholas tikte de asch van zijn sigaret
en liet die op het karpet vallen.
Kan je dat? vroeg hij. Gelijker
tijd werd de deur opengeduwd en
kwam Jenny binnen.
John keerde zich om en kreeg een
schok. Voor de eerste maal zag hij de
gelijkenis met Anne. En die gelijkenis
was ontstaan door verdriet. Jenny's
gezicht, doodsbleek met starende
oogen, leek ontstellend veel op dat van
Anne, zooals hij haar stom van smart,
in de oprijlaan van Waterdene had ge
zien.
Jenny keek, niet naar hem, maar
naar Nicholas. Ze rende de kamer
binnen, bleef bij de schrijftafel stil
staan, hield zich aan den rug van een
grooten stoel vast en staarde Nicholas
aan.
Nicko! wat heeft hij gezegd?
stuur hem weg! Het is niet waar! Je
zult je zult hem toch niet gelooven
als ik zeg dat het niet waar is! Nicko!
Nicholas Marr stond langzaam op.
Hij mikte het stompje sigaret in den
haard. Toen liep hij naar Jenny toe en
legde zijn hand op haar schouder.
Jenny! het woord klonk scherp.
De hand op haar schouder was ste
vig. Jenny klemde zich aan hem vast.
Nicko stuur hem weg! Wat
heeft hij gezegd?
(Wordt vervolgd)
De Echo van het Zuiden,
Waalwpsclie ni Langslraatstlie ('onranl,
Al TUD (JLTLH AlTlJO 60E0K0QPER
ALTIJD BETCR ALTIJD f.OEDKOOPER
NEEM HET ZEKERE VOOR HET ONZEKERE EN
CONCURREERENDE
TARIEVEN EN VOOR-
DEELIQE VOORWAARDEN
(Het pakket bevat een dezer aardige geschenken)
Slechts
per pak
PROBEER H.Z. ZELFWERKEND WASCHMIDDEL BESLIST OP UW EERSTVOLGENDEN WASCHDAG
HZ.44-0212