Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. m Sinterklaas blur maar kras VIRGINIA'S KEUZE „ROORDBRABAHD" FEUILLETON Dit nummer bestaat uit Vier Bladen EERSTE BLAD V Als martelaars vallen. Een wijs woord van een Chinees. De „Samenwerking" van klein en groot. NUMMER 95. ZATERDAG 27 NOVEMBER 1937. 60e JAARGANG. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever Abonnementsprijs, per 3 maanden 1.25. Franco per post door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO. Advertentiën moeten Woensdag el Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum 1.50. Reclames 40 cent per regel. Bij contract flink rabat. Het is een schokkend bericht, dat uit China komt over den geweldadigen dood van drie Nederlandsche R.K. mis sionarissen: den missiebisschop mgr. H. F. Schraven, pater G. Wouters en broeder Geerts. Uit alles blijkt, dat zij de slachtoffers zijn geworden van een blinden ert redeloozen haat, die daar telkens opsteekt tegen al wat Wester ling is; hoe blind inderdaad moet niet de hartstocht zijn, die zulke gruwelda- daden juist op deze menschen pleegt! Want hoeveel goed zoowel katholie ke als protestansche zendelingen doen, is zelfs nauwelijks te zeggen. Wij we ten allen dat ook deze kloostermissio narissen, nog afgezien van hun hoofd taak van het brengen van het even- gelie, zooveel verrichten voor gene zing, verpleging, vertroosting en zelfs voor materieele verzorging van onge- lukkigen, tot verzachting van ruwe ze den, in één woord in dienst der hu maniteit; het is een ontzaglijk zwaar leven dat het geheele en onvoorwaar delijke offer van de persoonlijkheid vraagt. Daarvoor past eerbied, en een bijzonder eere-saluut mogen wij, zoo schrijft het H.bld. aan deze landgenooten brengen, nu hun leven geëindigd is met het martelaarschap en zij als geloofshelden gevallen zijn. Zij zijn stil hun weg gegaan tot het einde toe. Van dit einde kunnen wij slechts met groote eerbied en met een stille bewondering voor hun offer vaardigheid spreken. Aldus schrijft het Lib. „Handels blad". Erger dan de Chineezen geslagen zijn in Sjanghai, zijn ze in Brussel geslagen. De klappen van de Japan ners waren tenslotle nog te verdra gen. omdat de Japanners hun vij anden zijn, maar in Bi ussel werden de arme Chineezen geslagen, ver kocht en verraden door hun vrien den, door z.g. strijders voor recht en vrede. Toen de Japanners China on rechtmatig binnendrongen voor de tweede maal in de geschiedenis van den laatsten tijd hebben de groote Enropeesche mogendheden in Genève gezegd: dat mogen de Japanners niet doen 1 We zullen ze leeren 1 We gaan over de zaak.... confereeren! Aluus kwam de negenmogendhe denconterentie te Brussel bijeen. De machtigsten der aarde: Engeland, Frankrijk, Ver. Staten, Rusland enz. En tesamen hebben ze daar hun vuisten gebald tegen Tokio. Ze hebben een boodschap gestuui d aan ae Japansche regeering: direct uit scheiden met vechten en anders zullen we onze »maatregelen« ne men 1 Heusch, het woord «>maatre- gelen« is in andere taal ge- bruiktl Tokio liet te Brussel weten, dat vreemden niets met Aziatische za ken hadden te maken en dat Japan zijn eigen boontjes zou doppen. Nu was men te Brussel dus aan de aangekondigde »maatregelenc< toe. Waaruit zullen deze nu bestaan? Wel, uit de aanvaarding van een door de Britsche, Amerikaansche en Fransche delegaties voorgestelde motie, waarin siddert nu, gij, lapanneezen 1 de conferentie asine dië« wordt verdaagd, d.i. zonder dat bepaald wordt, wanneer ze zal worden hervat. Natuurlijk was de Chineesche gedelegeerde Wellington Koo hevig teleurgesteld en in zijn teleurstelling sprak hij een waar en openhartig woord. Hij zeide, dat de wereldgebeur tenissen der laatste twee jaar aantoonen, dat aarzeling en wei gering van den kant der mogend heden, die wet en orde >n stand willen houden in de internationale betrekkingen, om een positieve bijdrage te levevren door geza menlijk optreden er eerder toe leiden, de krachten van geweld en wanorde aan te moedigen dan ze af te schrikken. Deze Chinees sprak een wijs woord. Wat heeft het voor zin om overweldigers met resoluties en moties te bestrijden? Het wekt hun lach ust slechts op en maakt ze driester Als men zoo noodig niet durft vechten voor het recht, moet men er ook maar niet over praten. De internationale confe renties van den laatsten lijd heboen er slechts toe g» leid, dat de tegen stellingen scherper naar voren kwamen, alsmede de onmacht om zich tegen het onrecht te verzetten. Men had de Chineezen beter niet in de waan kunnen brengrn, dat ze op hulp tegen overweldiging konden rekenen. Ze hadden zich dan door dadelijke overgave veel bloed, tbans nutteloos gestort,kun nen besparen. Nu het toch over internationale po litiek te sprake kwam, willen we het ook eens zeggen, dat zeer velen ten onzent huiverig beginnen te worden voor verdere samenwerking met be paalde groote mogendheden in de in ternationale politiek. De strijd voor het internationale recht, waarvoor En- gelschen en Amerikanen (de laatsten alleen bij een zeer bijzondere gelegen heid) de kleine volkeren plegen op te roepen, is in diepste wezen niet méér voor de Engelschen (en Amerika nen) althans dan een strijd voor de bedreigde belangen in verre gewes ten. Als de samenwerking voor het in ternationale recht een fiasco wordt, zijn de Engelschen de eersten om weer met de rechtschenners aan te pappen en de kleine volken worden dupen van hun misbruikt idealisme. Zoo ondervonden Nederland en an dere kleine staten nog steeds de na deel ige gevolgen van de politiek dei- sancties tegen Italië, maar Londen doet eiken dag meer zijn best om door diplomatieke besprekingen de betrek kingen met Italië te verbeteren. En hoe ging het in de Spaansche kwestie? Engeland voerde vele volkeren aan in den strijd tegen vreemde inmenging in Spanje. Er was in Spanje een „wet tige" regeering en deswege kon men Franco niet anders dan als een rebel beschouwen. In de Londensche niet- inmengingscommissie werden herhaal de verzoeken om de regeering van Franco als oorlogvoerende partij te er kennen, op aandrang van de Engel- sche delegatie van de hand gewezen. De kleine landen, in de Londensche Het iS rijpe Ster Tabak j commissie vertegenwoordigd, volgden trouw de gegeven aanwijzingen, on- uanks ue beureigingeu van f ranco, dat liet Nauonaiisuscne bpanje zien ïaier zijn vrienuen en tegenstrevers uit moeilijke dagen zou weien te Herinne ren. Maar zie: geleidelijk veranderde er iets in Spanje, het begint er sierk naar te gelijken, dat Franco tensiotte de eindzege zal behalen. Wat doet Engeland nu? Het knoopt officieele betrekkingen aan met de Franco-re geering, maar noemt de consuls, welke over en weer worden benoemd, „agen ten". Om de schijn op te houden van een consequentie, welke in wezen valsch is. De Scandinavische landen krijgen er genoeg van 0111 zich te laten misbrui ken voor de intriges der Britsche di plomatie. Daarom namen hun verte genwoordigers te Brussel in tegen stelling met de Nederlandsche delega tie een zeer gereserveerde houding aan. Het wordt tijd, dat ook wij ons wat meer terughoudend tegenover inter nationale conferenties gaan stellen. van „De Echo van het Zuiden". Naar het Amerikaansch van TEMPLE BAILEY. 1) (Nadruk verboden). EEN OUDE TUIN IN EEN OUDE STAD. Er zaten behalve de chauffeur, drie menschen in de groote auto, die over den weg van Baltimore naar Annapo lis gleed, de groote brug over de Se vern kruiste en tenslotte de 011de hoofdstad binnenreed. Annapolis lag als ondergedompeld in 't rood-gouden licht van den stralenden Octoberdag. Twee van de drie inzittenden waren vrouwen. Waarom heb je ons nu hierheen gebracht Tony? vroeg de oudste van cie twee. Ik wilde ,u en Marty zien, moeder. Dat is niet je ware reden. Is het een meisje? vroeg de an dere vrouw. Hij glimlachte tegen haar. Wat een fijn poppetje was Marty in dien grij zen mantel met het zilvergrijze bont en den zilveren gesp van haar klein grijs vilthoedje tegen haar zilverblon de haar. Welke andere vrouw zou het gewaagd hebben, al dat grijs te dragen bij zulk een lichte haarkleur? Maar Marty durfde alles en met den bos viooltjes op haar bont, in prachtige harmonie met het viooltjes-blauw van haar oogen had zij een effect bereikt, dat haar smaak eer aandeed. Waarom vraag je dat, Marty? Och, wat kan het bij jou anders zijn dan een meisje? Ik ben niet zoo onverstandig. E11 waarom zou ik naar een ander ver langen als ik jou kan hebben! Marty wierp hem een uitdagenden blik toe. Wat een verbeelding! En dat, terwijl je me nog niet eens gevraagd hebt! Waarom zou ik een blauwtje riskeeren? Zij wist dat hij niet eens zijn ja woord zou riskeeren. Marty van Duy- ne was er trouwens zelf ook niet zeker van of zij Tony zou nemen, als hij haar ten huwelijk vroeg. Ze wist zelfs niet eens of ze van hem hield. Hij amuseerde en interesseerde haar. Zij hield van zijn knap gezicht, zijn lange krachtige gestalte. Zij hield ook van zijn humeur, dat hem als het ware op een nooit wegebbenden vloed door het leven droeg. Hij lachte nu en hield plotseling zijn iiand voor de oogen van zijn moe der. Niet kijken voer ik het je zeg, Midget, riep hij. Zijn moeder, een kittig vrouwtje in meisjes-achtige kleeren, die haar een jeugdig .uiterlijk gaven, mompelde: Doe niet zoo dwaas. Maar toen hij zijn hand weer voor haar oogen wegtrok, uitte zij een kreet van verrassing. O Tony, wat heerlijk! De auto stopte voor een ouder- wetsch, rood baksteenen huis, met prachtige gebeeldhouwde deuren en ramen. De voorgevel kwam uit op een smal le straat maar de achterdeur gaf toe gang tot een grooten tuin, omgeven door een heg en voor de poort in die heg stond de auto stil. Boven de poort hing een aanplak biljet, waarop met groote, zwarte let ters te lezen stond Huize KentFarquhar. Verkoop bij opbod van den geheelen inboedel. Antieke meubels, kunst voorwerpen en zilver. Aanvang 10 uur. Is dat reden genoeg om je hier heen te hebben gebracht, Midget? Reden te over. Er lag een verheerlijkte uitdruk king op het gezicht van mrs. Bleécker. Er waren in haar leven maar twee dingen, die haar interesseerdenhaar zoon en haar collectie antiquiteiten. En'zij had al veel van den huize Kent Farquhar en zijn waardevollen doch, tot nu toe onbereikbaren inhoud gehoord. Waarom verkoopen zij? vroeg zij belangstellend. De oude heer is ziek. Hij is voor zijn gezondheid naar Colorado ge stuurd en zijn vrouw is met hem meegegaan. Ze moeten geld hebben voor die reis en ik heb gehoord dat het huis zwaar belast is; er zat dus niets anders op dan den inboedel te verkoopen. Je bent een schat, Tony. Mrs. Bleecker legde haar hand licht op de gouden tressen van zijn mouw. Ik zou het voor niets ter wereld hebben willen missen. Het liep al vol in den tuin. Er wa ren van allerlei menschen: op koopjes beluste verzamelaars; antiquairs, die wisten, dat hier onbetaalbare schat ten te halen waren; nieuwsgierigen, die bleven om anderen te zien koopen; huren en inwoners van de oude stad, verontwaardigd over het feit, dat e» zooiets ging gebeuren. Deze laatste menschen hadden, het de familie Far quhar uiterst kwalijk genomen, dat zij zich uit het gezelschapsleven van de stad had teruggetrokken, maar zij waren toch trouw gebleven aan den eerbied voor het oude geslacht. De venduho.uder was er ook al. Vev schillende meubelstukken waren naar huiten gebracht en in den tuin neer gezet, andere en kleinere voorwerpen bevonden zich nog in het huis. Het nieuw aangekomen gezelschap wekte veel belangstelling; de lange blonde jongeman in zijn uniform van luitenant-ter-zee, de kleine dame in haar eleganten mantel en het hoedje met de orchideeën, het meisje in het zilvergrijs, wier haar schitterde in de morgenzon. Daar heb je Michael McMillan, zei Marty plotseling. Ik had het wel kunnen weten, dat hij hier zou zijn. Bij het hooren van zijn naam draai de hij zich 0111 en sprong op den grond. Marty, kind, waar kom jij van daan? Uit Baltimore, met mrs. Bleec ker. Ken je Jane Bleecker? Kom mee, dan zal ik jullie aan elkaar voorstel len. Toen Marty hem had voorgesteld, voegde zij eraan toe: Hij is fel op antiek, Jane. Vóór dat de veiling afgeloopen is, zullen jullie wel doodsvijanden zijn. O, maar ik hen ervan overtuigd dat u aan een dame haar kans niet zult ontnemen, mr. MacMillan! Zij liep op een tafeltje toe, waarop een lange donkere man zat. Mrs. Bleecker keek hem smeekend aan. Zij was een ongevoelig, zelfbe wust persoontje., maar als het in haar kraam te pas kwam, kon zij zich heel zacht en lief voordoen. (Wordt vervolgd). De Echo van het Zuiden, Waalwüfeselie en Langstraatsclie Courant, Zich verzekeren bl] goede maatschappij Is een wijze voorzorgsmaatregel WIST U DAT ESN HALF MILLIOEN PERSONEN BIJ DE VERZEKERD ZIJN? De „NOORD-BRABAND" betaalde in 1936 circa f 1.500 000 uit aan hare verzekerden

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1937 | | pagina 1