Gemeenteraad
Sprang-Capelle»
Ir
in de hoogste en souveraine Overheid
van Uw Ed. Gr. Mogenden de Staten
van denzelven lande, met het Erfstad
houder- Gouverneur- Capitein- Admi
raalschap- Generaal, erfelijk in het
Doorluchtige Huis van Oranje, zoo
danig als hetzelve in Uw Ed. Gr. Mo
genden resolutiën van den jare 1747 is
opgedragen en bij den tegenwoordigen
Heer Erfstadhouder in het jaar 1766
aanvaard. Zoo waarlijk helpe mij God
Almachtig.
Gemeentebegrooting 1938.
De voorz. stelt aan de orde vastste
ling gemeentebegrooting 1938.
In een uitvoerig rapport deelt de
commissie van onderozek der begroo
ting o.m. het volgende mede.
De commissie vindt het beter dat zij
ook voortaan zal worden belast met
het nazien der rekening van hetzelfde
jaar als de begrooting is.-
B. en W. hebben hiertegen geen be
zwaar.
Wat betreft-de salariskwestie is een
minderheid der commissie van meening
dat de mindere draagkracht der belas
tingbetalers eischt dat het salarispeil
van de ambtenaren wordt verlaagd. De
commissie geeft het gemeentebestuur in
overweging bij Ged. Staten een salaris
verlaging van 5 voor te stellen.
De voorz. zegt dat B. en W. hiervan
geen resultaat verwachten en daarom
den raad adviseeren niet op dit ver
zoek in te gaan.
De heer Kraak vraagt op welke
ambtenaren dit verzoek betrekking kan
hebben.
De voorz. zegt dat het hier gaat over
de salarissen van Burgemeester, Secre
taris, Onfvanger en Veldwachters.
Daarover dus zullen Ged. Staten heb
ben te beslissen.
De heer Michael zegt dat de com
missie het in deze onderling niet goed
eens was. Na lang praten is men ech
ter tot gedeeltelijke overeenstemming
gekomen, want niettegenstaande een
algemeene tendenz voor salarisverhoo-
ging meent de commissie den raad in
overweging te moeten geven om B. en
W. te verzoeken zich tot Ged. Staten
te richten met het verzoek om algehee-
le salarisherziening. Het betreft hier
dan de salarissen van Burgemeester,
Secretaris en Ontvanger, omdat daar
ook van afhangt de salarissen van
Wethouders en politie. Sprang-Capelle
heeft nu nog 4950 inwoners, maar bij
5000 inwoners heeft er een salarisstij
ging van de ambtenaren plaats en de
belastingbetalers moeten maar voor het
geld zorgen of de wereld nu rond of
vierkant is. Spr. wenscht het de heeren
niet toe, maar meent dat er dat kleine
beetje toch wel afkan.
De heer Kerst meent, dat daar aan
Ged. Staten verzocht wordt de salaris
regeling eens onder de loupe te zien er
geen percentage had genoemd behoe
ven te worden.
De heer Verheijden kan met de com
missie accoord gaan om bij Ged. Staten
er op aan te dringen de salarissen met
5 te verlagen, hoewel deze verla
ging geen zoden aan den dijk zal bren
gen. Hoognoodig is eene algeheele sa
larisherziening, zooals dit oud-Burge
meester Zimmerman van Rotterdam te
Weenen voor de Oostenrijksche bevol
king naar genoegen tot stand bracht,
massa's overbodige ambtenaren naar
huis zond en de Oostenrijksche Finan
ciën gezond maakte. Of men hier te
lande van Rechts of Links wordt gere
geerd, de ambtenaren gooien elkaar de
ballen toe. Sijmen kan betalen. Is het
niet ongehoord, dat de salarissen van
Amsterdamsche putjesscheppers bijna
gelijk staan aan de salarissen van Leer
aren Middelbaar Onderwijs in Provin
ciesteden of Gereformeerde dominé's
ten platte lande.
De heer Vos kan zich niet met het
voorstel van de commissie vereenigen.
Het gaat volgens spr. niet op om de
salarissen met 5 te gaan verlagen,
terwijl de kosten voor levensonderhoud
met 7 a 8 stijgen. Spr. zegt dat er
een algemeene tendenz tot salarisver-
hooging is, ook bij de regeering, maar
deze kan daar vanwege den financiee-
len toestand nog niet toe overgaan, an
ders zou zij het zeker doen. Spr. is er
van overtuigd dat wanneer de gemeen
te het verzoek mocht doen, ze een raar
figuur zal maken. Men moet den toe
stand maar laten zooals ie is, zegt spr.
De heer Michaël zegt dat in de aan
nemerswereld besloten is tot een loons-
verhooging van 2 cent per uur, al loo-
pen er nog genoeg die op den bond zijn
aangewezen. Zoo is het naar spr's mee
ning ook in andere bedrijven. Dit heeft
spr. in verband met het voorstel maar
naar voren willen brengen, alhoewel
het met het voorstel van de commissie
niets te maken heeft. Spr. zegt dat ze
de werkloosheidsuitkeering ook wel met
2 cent per uur hadden kunnen verhoo-
gen, als ze in Sept. '36 den gulden maar
niet hadden laten kelderen. Die mijn
heer daar achter Tilburg vandaan had
er daarom ook niet zoo hard op aan
moeten dingen, want 't heeft nog meer
armoede gebracht.
(Instemming van den raad).
Spr. vervolgt dan met te zeggen dat
iedereen zich aan den gewijzigden le
vensstandaard moet aanpassen. Het zal
wel niet veel geld in het laatje brengen,
maar z.i. moet men ook eens laten hoo-
ren dat men nog leeft.
De heer Kraak vindt het jammer dat
de loonen in sommige bedrijven dalen
de zijn. Dit moet men niet bevorderen
en men moet daarom niet gaan knab-
ayWJvan 4t» ambt*»
ren, waardoor er nog meer .paupers
in de wereld gebracht zullen worden.
Het voorstel van de commissie wordt
hierna in stemming gebracht en met 8
tegen 3 stemmen verworpen.
Tegen de heeren: Versteeg, J. Vos,
v. Willigenburg, Middelkoop, Kraak,
Kerst, Timmermans en G. Vos.
Vóór stemden de heeren Verheijden,
Michaël en v. d. Hoeven.
Voorts acht de commissie niet noo-
dig dat de toelage van den gemeente
bode van 10 op 35 wordt gebracht,
zulks wegens zijn werkzaamheden als
geldophaler voor de P.N.E.M., welke
zeer zijn uitgebreid door uitbreiding
van het electrische net.
De heer Michaël zegt dat de P.N.E.
M. dat dan zelf maar moet betalen. De
P.N.E.M. draagt ook de voordeelen
van uitbreiding.
De Voorzitter zegt dat de gemeente
voor iedere aansluiting een zeker be
drag van de P.N.E.M. ontvangt. In to
taal ontvangt de gemeente nu 600.—
en voor elke aansluiting meer, komt ook
in de gemeentekas een bedrag meer,
zoodat de gemeente er ook wel degelijk
profijt van heeft. Het geld ophalen dat
de bode steeds doet en dan in regen en
wind dikwijls, mag wel eenige vergoe
ding meer hebben, temeer door slijtage
van kleeding, schoeisel enz.
De heer Michaël kan zich daarmeqde
niet vereenigen.
Ook de heer Kraak is tegen het voor
stel van B. en W.
Het voorstel van de commissie wordt
dan in stemming gebracht en met 7 te
gen 4 stemmen verworpen.
Vóór stemden de heeren v. d. Hoe
ven, Michaël, Kraak en Kerst.
Tegen stemden de heeren Verheij
den, Versteeg, J. Vos, v. Willigenburg,
Middelkoop, Timmermans en G. Vos.
Voorts stelt de commissie voor de
toelage van 25.— voor kastekorten
van de begrooting af te voeren. De
commissie is namelijk van oordeel dat
hij voldoende acuratesse geen kastekor
ten behoeven te ontstaan en dat de bo
de die dan, wanneer ze eventueel toch
mochten voorkomen, zelf maar aan
moet zuiveren.
De heer Verheijden kan in deze niet
met het voorstel van de commissie mee
gaan, om den gemeentebode 25.
jaarlijks te onthouden. Spr. zegt dat zij
die gewoon zijn dagelijks kleine bedra
gen over de toonbank uit te betalen,
weten dat zeer kleine kastekorten niet
te voorkomen zijn. Men moet maar re
gelmatig met publiek omgaan, zegt spr.,
om de mentaliteit te leeren kennen. Om
dezelfde redenen kon spr-. niet accoord
gaan om het bedrag van 35 voor
kleeding terug te brengen op 10.
De heer Kraak zegt dat er geen te
korten behoeven te ontstaan. Hij int
zelf ongeveer 500 kleine bedragen per
week en komt nooit tekort.
De Voorzitter brengt vervolgens het
voorstel van de commissie in stemming
dat met 7 tegen 4 stemmen wordt ver
worpen.
Vóór stemden de heeren Versteeg
Michaël, Kraak en Kerst.
Tegen stemden de heeren Verheij
den, J. Vos, v. Willigenburg, Middel
koop, Timmermans, G. Vos en van der
Hoeven.
Bij het hoofdstuk Volkshuisvesting
komt tegelijk aan de orde de regeling
van de financieele verhouding met de
woningbouwvereeniging te Capelle.
De commissie doet hier het voorstel
het woningbouwcomplex van de ver-
eeniging te Capelle te verkoopen en
daarbij te probeeren of het, rijk in de
verliezen wil bijdragen.
De Voorzitter zegt dat als gevolg
van huurderving gedurende een lange
reeks van jaren bij de Woningbouw
vereeniging te Capelle een groote ach
terstand is ontstaan in de betaling van
annuïteiten aan de gemeente. De schuld
bedraagt thans zelfs 13.500.Daar
in deze een oplossing gevonden moest
worden, hebben B. en W. deze aange
legenheid met de Bouwvereeniging be
sproken en daarbij getracht een oplos
sing te vinden.
B. en W. doen dan nu het voorstel:
a. Dat de gemeente aan de Wo-
ningbouwvereen. een hypotheek ver
strekt van 13500.—.
b. Door huurverlaging te trachten
het exploitatietekort te verminderen.
c. De 13500.- voor de hypotheek
benoodigd willen B. en W. dan bij
een geldgever leenen en deze op de
zelfde voorwaarden als de geldgever
van de gemeente eischt als hypotheek
geven aan de Bouwver. Bij gunstige ex„
ploitatie zal de Bouwver. dan tot af
lossing moeten overgaan.
B. en W. overwegen dan de huur
voor de woningen van 3.50 met
0.50 te verlagen en de woningen van
3.00 met 0.25.
Dit zou de gemeente 364.per
jaar kosten, doch men kan redelijk ver
wachten dat daardoor een grooter be
drag bij de Bouwver. binnenkomt van
ongeveer 900.
Dit zal dus een voordeel opleveren.
reid om met deze voorstellen zoo maar
voor den dag te komen. De Voorzitter
is daarom eerst persoonlijk naar den
minister geweest en heeft hem gevraagd
of, wanneer B. en W. accoord gaan met
de plannen, het Rijk in de verliezen zal
bijdragen. Hiertegen bleek geen be
zwaar te bestaan en de Voorzitter zegt
dat men er dan ook zeker van kan zijn
dat het Rijk van het verlies zal dra
gen.
B. en W. durven daarom thans voor
te stellen dat de raad aan deze huurver
laging zal meewerken en ook tot de
geldleening voor het verleenen van de
hypotheek zal overgaan. Dat zal dus
zijn 13500.— a V/2 provisie
Weth. v. Willigenburg is in prin
cipe tegen regelmatige huurverlaging,
omdat particulieren daardoor met de
stroppen blijven zitten. Maar aangezien
het hier een rekensommetje wordt, wil
spr. er toe overgaan. Het gaat hier om
8 woningen van 3.50 die regelmatig
leeg staan en die misschien door huur
verlaging weder bevolkt worden. Spr.
vindt het evenwel onrechtvaardig dit
alleen te doen voor Capelle en niet
voor Sprang. Hij kan er daarom alleen
mee accoord gaan, wanneer voor
Sprang een huurverlaging van 0.25
wordt toegepast.
De heer Michaël zou de woningen
willen verkoopen. Spr. zegt dat wan
neer men de Bouwver. eerst weer
13500 cadeau geeft, zij weer voor
rente en aflossing zal komen te staan.
Dit drukt dan weer de exploitatiekos
ten en de gemeente bereikt er niets an
ders mee, dan dat weer groote onkosten
gemaakt worden. Spr. wil echter alleen
maar naar voren brengen dat het een
ontzettende concurrentie is en daarbij
een vuile concurrentie van de gemeente
ten opzichte van particulieren, die ook
woningen verhuren en maar moeten
zien hoe zij hun eigen stroppen dekken.
Spr. zegt dat de Bouwver. door huur
verlaging de exploitatiekosten tracht te
verminderen, maar spr. wil garandee
ren dat ondanks huurverlaging de wo
ningen toch leeg blijven. Dat is dan
nog een strop meer voor de gemeente
en de belastingbetalers en men begaat
er een schromelijke achterstelling mee
van de particuliere woningverhuurders.
Spr. handhaaft daarom het voorstel om
de woningen te verkoopen en te trach
ten zooveel mogelijk van het rijk terug
te krijgen.
De heer Kraak vraagt zich met ver
wondering af, wie de commissie is die
met dergelijke voorstellen durft te ko
men. Wat betreft de opmerkingen van
den heer Michael over particuliere wo
ningverhuurders, zegt spr. dat in den
tijd dat de gemeente de woningen
bouwde, van particuliere zijde nog wei
nig gebouwd werd, daar de kosten te
hoog waren. Het kostte daardoor de ge
meente meer geld dan de particulieren
die later goedkooper bouwden. Spr.
blijft daarom op zijn standpunt dat de
woningen alleen tegen lagere huur gun_
stig te exploiteeren zijn.
De heer Kerst wil de zaak zuiver be
schouwen als een gemeentebelang. Spr.
zegt dan dat de betrokken woningen
gebouwd werden in een tijd van hoog
conjunctuur en dat men nu in een tijd
van crisis zit. Feit is, zegt spr., dat de
eerste jaren geen enkele onderverhu
ring voorkwam tot 1933 toe.
Tot 1932 had men een huurderving
van slechts 35 en in de laatste 5 ja
ren zelfs 5500.Wat de heer Mi
chaël opmerkte hoe die schuld van
13500 is ontstaan, kan spr. meedee-
len dat dit is geschied voornamelijk
door huurderving, maar ook door al
lerlei onkosten. Bovendien wordt de
Bouwvereen. hier niets cadeau gege
ven, want het rijk met tusschenkomst
van de gemeente exploiteert feitelijk de
woningen, want wat kan de Bouwver.
zelf doen met een kapitaal van enkele
aandeeltjes van 10.-. Spr. vindt de
Woningbouwver. zuiver een sociale in
stelling, wanneer hier een cadeau ge
geven wordt, geeft de gemeente het aan
zichzelf.
Wanneer de huurverlaging doorgaat
behoeven nog niet alle woningen ver
huurd te worden. Maar een woning
brengt reeds een bedrag van 150 op.
Desnoods kunnen er dus nog eenige
leeg blijven zonder direct verder na
deel.
Deze huurverlaging zal naar het be
stuur vermoedt de woningen weer be
volken en tegenhouden dat de wonin
gen worden ontvolkt. Dat is een voor
deel dat men niet mag onderschatten.
Betreffende de huurverlaging van de
woningen in Sprang is spr. het niet met
den heer v. Willigenburg eens. Het is
hier z.i. geen kwestie van weldoen voor
een bepaalde groep, maar het gaat hier
over commercieele oogpunten, te meer
daar de woningen in Capelle minder
waard zijn dan die in Sprang.
Spreker kan zich geheel met het
voorstel van B. en W. vereenigen.
De heer Verheijden zegt dat toen die
woningen gebouwd moesten worden, hij
er een groote tegenstander van was,
dat men ze bij elkaar zette.
Dit was z.i. ook de reden dat hij toen
bij de eerstvolgende verkiezingen bui
ten den raad werd gezet. Spr. had toen
voorgesteld om in de Heistraat, de
Nieuwe Vaart, in Capelle en in de Mo-
lensteeg een dubbele woning te zetten
en wanneer dat gebeurd was, zegt spr.,
had men nooit die groote stroppen ge-
loopen. Spr. zegt dat die zaak toen ge-
Vrijhoeve en in Capelle.
Spr. heeft dit ook gezegd toen tegen
den burgemeester en den wethouder,
maar zij waren daar niet van gediend,
want de plannen waren in Sprang en
ook in Capelle een heel complex te bou
wen. De groote invloed van burge
meester Meijer op den raad van Sprang
is toen de aanleiding geweest dat de
acht woningen bij elkaar gezet zijn.
Met het voorstel van den heer van
Willigenburg om ook in Sprang de
huur te verlagen, kan spr. zich niet ver
eenigen, omdat z.i. de woningen in
Sprang veel gunstiger gelegen zijn.
Wat de heer Michaël opmerkt is al
lemaal mooi en wel, zegt spr., maar de
een belegt zijn geld in effecten, de an
dere in landerijen en een derde weer in
huizen. Men heeft nu gezien, zegt spr.,
dat men van woningen een kolosale
rente heeft gekregen en ook behouden,
terwijl daarentegen de rente van
Staatsleeningen daalde van 6 op 3
Kapitaal is er genoeg, maar het
brengt geen rente meer op. Spr. kan
zich vereenigen met het voorstel van
B. en W., alhoewel hij er noodgedwon
gen mee accoord gaat, want hij heeft
er een broertje aan dood om hypotheek
te geven. Spr. vindt het evenwel nog
gelukkig dat de gemeente hier als geld-
verstrekker optreedt en geen particu
lieren, want dezen zou men bij een
eventueele executie de kaart van deze
in-treurige geschiedenis in handen spe
len. Spr. meent dat het D. B. gemak
kelijk geld op deze woningen zal kun
nen leenen, omdat deze woningen niet
op erfpachtsgronden gebouwd zijn. Hij
is grooten tegenstander van publieken
verkoop, zooals een minderheidslid uit
de commissie wenschte.
Tot slot geeft spr. B. en W. in over
weging om bij eventueele geldleening
alsnog te trachten ab te dingen.
Weth. van Willigenburg zegt dat de
Woningbouw-vereeniging regelmatig
om huurverlaging gevraagd heeft. Z.i.
het hier een gevoelsargument. De
een krijgt wat, de ander moet ook wat
hebben.
De heer Michaël kan aan het betoog
van den heer Kerst geen touw vast-
knoopen. Spr. vraagt wanneer er in
1932 een huurderving was van maar
35. hoe er in 1937 een schuld kan
zijn van 13500. Spr. zegt dat wan
neer het rijk en de gemeente moeten
bijpassen, alles weer ten laste van den
belastingbetaler komt. Wanneer men
nu, zegt spr., de huur verlaagt tot
2.75 wordt het een arme menschen
woning.
De heer J. Vos kan zich met huur
verlaging vereenigen.
De heer Kerst zegt betreffende de
opmerking van dhr. Michael slechts
enkele cijfers genoemd te hebben en
spr. heeft daarbij geen winst- en ver
liesrekening naar voren gebracht.
Huurverlaging in deze is een finan
cieel gemeentebelang en daarbij ook
van sociale beteekenis.
De heer Timmermans kan zich alleen
om redenen van gemeentebelang ver
eenigen met de huurverlaging der wo
ningen in Capelle,
De Voorzitter wil den heer Michaël
opmerken dat men hier zit in het be
lang van de gemeente en niet in het
belang van een zekere categorie van
personen. Spr. zegt dat er jaarlijks een
groot tekort is door onverhuurde wo
ningen, maar bij huurverlaging zullen
z.i. alle woningen wel weer verhuurd
worden, hetgeen voor de gemeente wel
weer voordeel op zal brengen.
Spr. vraagt zich af waar het met de
belastingbetalers heen moet wanneer
de strop voor de gemeente nog groo
ter wordt. Spr. zegt te zullen trachten
de leening zoo voordeelig mogelijk te
plaatsen.
Verder deelt spr. mede dat de Wo
ningbouwver. ook een adres aan den
minister gericht heeft, waarin op huur
verlaging van deze woningen wordt
aangedrongen.
Weth. van Willigenburg doet dan 't
voorstel om ook in Sprang de huur te
verlagen en wel met 0.25.
De heer Timmermans zegt dat wan
neer dergelijke voorstellen gedaan kun
nen worden, de bouwvereeniging niets
meer te zeggen heeft.
De Voorzitter vindt dit ook wel een
eigenaardige toestand.
De heer v. Willigenburg zegt dat een
dergelijke huurverlaging de Bouwver.
geen geld zal kosten, daar men dan
veel zekerder is van de huurders.
De heer J. Vos achtte het beter om
het voorstel van Weth. v. Willigen
burg aan te houden.
Weth. v. Willigenburg komt daar
niet van in. Spr. zegt dat de Voorzitter
van de Bouwvereeniging het recht
heeft hem ter verantwoording te roe
pen.
De heer Michaël wil de zaak nog
wat ingewikkelder maken, en hij zou
namens een 30-tal huurders aan den
minister willen vragen, om iederen
huurder 0.25 bij te geven.
Daar het voorstel van Weth. van
Willigenburg gesteund wordt door de
heeren G. Vos en Versteeg, wordt het
in omvraag gebracht en met 6 tegen 5
stemmen aangenomen.
Vóór de heeren v. d. Hoeven, Ver
steeg, J. Vos, v. Willigenburg, Kraak
en G. Vos.
Tegen de heeren Verheijden, Mi
chaël, Middelkoop, Kerst, Timmer
mans. .if 3
Hierna wordt ook het voorstel van
B. en W. in stemming gebracht en
aangenomen, met alleen de heer Mi
chaël tegen.
Door de commissie wordt voorts ge
vraagd, waarom de uitkeering aan de
gemeente van de Motorrijtuigenbelas
ting telkenjare zoo verschillend is.
De Voorzitter zegt dat dit van ve
lerlei factoren afhangt, o.a. de lengte
en toestand van het gemeentelijk we
gennet.
Een minderheid van de commissie
doet het voorstel dat de raad er bij de
regeering op aan zal dringen om tot
wetswijziging over te gaan, zoodat geen
uitkeering uit de gemeentekas behoeft
te worden gegeven voor personen die
elders een school bezoeken.
De Voorzitter zegt dat B. en W. van
een dergelijk verzoek geen resultaat
verwachten, omdat een dergelijke wij
ziging voor eene groep van gemeente
voordeel en voor een andere groep na
deel zou beteekenen.
De heer Michael dringt er op aan
om het antwoord van B. en W. op het
rapport van de commissie voortaan te
verstrekken voor de vergadering ge
houden wordt, zoodat men zich beter
kan prepareeren.
De Voorzitter zegt dat dit komt om
dat de raad nu eerder bijeengeroepen
is. Had de raadsvergadering zooals ge
woonlijk op Vrijdag kunnen plaats heb
ben, dan zou het antwoord klaar ge
weest zijn.
Voorts geeft de commissie B. en W.
in overweging in den raad er op aan te
dringen dat pogingen in het werk kun
nen worden gesteld dat de verplegings-
kosten, voor behoeftige zieken, die ten
laste komen van het Armbestuur ver
laagd kunnen worden.
B. en W. zijn van meening dat dit
moeilijk zal gaan daar de doktoren de
al of niet noodzakelijkheid van verple
ging onderzoeken.
De Voorzitter zegt dat hij persoon
lijk daarover reeds bij een der doktoren
heeft aangedrongen. Spreker zegt dat
in Capelle de kosten voor ziekenhuis-
verpleging gering zijn, maar z.i. zijn
deze voor Sprang veel te hoog. Bij den
betrokken geneesheer heeft spreker er
op aangiedrongen de kosten voor
Sprang meer in overeenstemming te
brengen met die van Capelle, maar ten
slotte staat men toch machteloos zegt
spreker.
De Voorzitter wil vanaf deze plaats
de verwachting uitspreken dat de be
trokken arts in de toekomst met de ge
dane verzoeken wil rekening houden in
het belang van de gemeente.
Wethouder v. Willigenburg zegt dat
ook van de zijde van het Armbestuur
herhaaldelijk getracht is in deze wat te
doen.
De Voorzitter wil nogmaals pogin
gen in het werk stellen de verplegings-
kosten te verminderen.
Daar de commissie zich overigens
met de begrooting kan vereenigen stelt
zij voor deze voorloopig vast te stellen.
Z.h.st. wordt dit goedgekeurd.
Z.h.st. wordt het voorstel van B. en
W. om toe te treden tot de steunrege
ling voor kleine boeren goedgekeurd.
De Voorzitter deelt dan mede dat de
collecte voor het Kleeding, Dekking en
Schoeiselfonds 237.heeft opge
bracht.
De heer Kraak zegt dat wanneer de
meeste ingezetenen geweten hadden
dat de opbrengst niet aan de spaarders
üi deze gemeente ten goede zou komen
ae opbrengst zoo groot niet geweest
was.
De Voorzitter zegt dat slecht 25%
de gemeente ten goede komt en de ove
rige 75% naar Den Haag gaan, van
waar uit een gelijkelijke verdeeling
over het geheele land volgt.
Voorts deelt de Voorzitter nog mede
dat vandaag in werkverschaffing met
de verbetering van den Eikendijk be
gonnen is.
Nog is ingekomen een verzoek van
het Kerkbestuur in Capelle om aldaar
'n aan te leggen begraafplaats in werk
verschaffing te doen uitvoeren.
De raad gaat hiermee accoord, al
hoewel de heer Verheijden het jammer
vindt dat de begraafplaats van zoo'n
beperkten omvang is.
Rondvraag.
De heer Verheijden vraagt wanneer
de huurverlaging, waartoe straks beslo
ten was zal ingaan.
De Voorzitter zegt dat dit kan ge
beuren als het raadsbesluit door den
minister is goedgekeurd.
De heer Kraak vestigt er de aandacht
op dat de weg in de Zandschel die in
dertijd door de gemeente vernieuwd is
over een afstand van 4050 Meter
onder water staat bij slecht weer. Spr.
zegt dat er niets meer aan gedaan
wordt en vraagt of de gemeente-wer
ker niet een paar watergeulen in den
berm kan graven.
De Voorzitter zegt dat de gemeente
hier niet aan kan beginnen daar deze
weg van den polder is, zoodat de ge
meente, wanneer ze eenmaal iets aan
dien weg gedaan heeft, genoodzaakt
kan worden hem voortaan steeds bij te
houden.
Daar verder niemand meer het woord
verlangt sluit de voorzitter om elf uur
deze lijvige vergadering.
Wie prijs stelt op een uitgebreid,
M'.-
onpartijdig RAADSVERSLAG op
uitvoerige berichten zijner geemente,
abonneert zich op DIT blad.
I 1
1
I I
1
I
Kc>-
is