Toegewijd aan Handel, en Gemeentebelangen. ÜOORD fiRABMD" VIRGINIA'S KEUZE. BINNENLAND* FEUILLETON Dit nummer bestaat uit Drie Bladen EERSTE BLAD DE ECONOMISCHE CRISIS, VERDUISTERINGSPROEVEN. NUMMER 9. ZATERDAG 29 JANUARI 1938. 61e JAARGANG. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever Abonnementsprijs, per 3 maanden 1.25. Franco per post door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO. Advertentiën moeten Woensdag el Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum 1.50. Reclames 40 cent per regel. Bij contract flink rabat. In den strijd tegen de crisis moeten we ons wapenen met alles wat wij grij pen kunnen en tot afweer kan dienen. Maar afdoende middelen om radicaal uit de crisis te geraken, inderdaad: die zijn er niet. Het is aldus met de ziekte der maat schappij: ze kan door bepaalde metho den even beteren, maar er volgt nood zakelijk een reactie, wanneer de beter schap niet is ontstaan uit het verdwij nen van de oorzaken der ziekte. De oorzaak der ziekte is de wanverhou ding tusschen de hoeveelheid, welke men met aanwending van alle beschik bare arbeidskrachten èn van de moder ne techniek, kan produceeren en de hoeveelheid, welke voor de werkelijke consumptie is benoodigd. „De" oplossing is dus heel eenvou dig: we moeten productie en consump tie met elkaar in overeenstemming bren gen, hetzij door opvoering der con sumptie, hetzij door inkrimping van de productie door beperking van den ar beidstijd. Ons economisch bestel (in Neder land) is geenszins iets zelfstandigs; ten onzent valt dus niets te genezen. Als heel ons lichaam ziek is, kunnen wij 'n vinger niet tot een gezond lid maken. Wat we kunnen doen is: plaatselijk verdooven of plaatselijk de pijn ver zachten. Dat beoogt zoowel 't eene plan als 't andere. Ze zijn geen geneesmidde len, maar zalfjes, zooals er zoovele zijn. En of ze inderdaad werkzaam zullen blijken, valt vooraf moeilijk te voor spellen. Er zijn knappe economen en technici, die deze plannen bevorderen en voorstaan; er zijn éven knappe men- schen, die er een tijdelijke verbetering van verwachten met een scherpe reac tie na de toepassing. Er is geen intel lectueel voorstander dezer plannen, die er het einde van de crisis van ver wacht, zelfs niet een tijdelijke opheffing van de werkloosheid ten onzent. Men meene niet, dat er ook door on ze regeering niet wordt gezalfd. Naast de beide groote plannen zijn er méér samenstelsels van overheidsmaatrege len, ter bestrijding van de gevolgen der economische wereldcrisis. De werkver schaffing en steunregeling, zooals die thans gelden, tesamen met de land bouwcrisiswetgeving, zijn zulk een sa menstel. Hetwelk heel wat pijn heeft veroorzaakt en misschien ook geheeld. Tenslotte is ook de „aanpassingspo litiek" zulk ean zalf, welke jarenlang door Colijn-Oud werd en thans door Colijn-de Wilde wordt gesmeerd. Van dat zalfje hebben we tot nog toe echter nog niet zooveel goeds gezien, slechts degenen, die smeren, schijnen onwrikbaar in de heilzaamheid van het middel te gelooven. Het heeft velen een beetje veront rust en ontstemd, dat de heeren Colijn en de Wilde ook bij de jongste debat ten in de Eerste Kamer het werkwoord aanpassen weer aan het vervoegen zijn geweest. We hebben er nog niets van ervaren. Steeds verder zakten we in de crisis", toen in alle andere landen al lang „opleving" was. Nauwelijks is el ders de opleving ten einde, of ook wij zakten weer terug, toen eindelijk! de opleving ten onzent nauwelijks was begonnen. Nogmaals: er zijn voor het oogen- blik (d.i. zoolang het maatschappelijk bestel voor heel de wereld niet radicaal te wijzigen is) geen geneesmiddelen voor de crisis te bedenken, geen plan nen te ontwerpen voor waarlijke beter schap. Wel zijn er goede medicamenten, welke de pijn verzachten en de levens kracht bevorderen. Er zijn ook minder goede van zulke medicamenten, en an dere, welke nog niet practisch werden beproefd. Maar de zwarte armoe-zalf der aan- passerij heeft ondanks een langdurige toepassing nog nooit eenig behoorlijk resultaat te zien gegeven! De ergste oorlogsgruwel, welke men zich denken kan, is de gas- en bacte- riënoorlog. Ik blijf het echter minder waarschijnlijk rekenen al moeten we op de mogelijkheid voorbereid blijven dat men in de oorlogspractijk naar deze wapens grijpt. Deze wapens won den naar weerskanten. Spreidt men be smettelijke ziekten, dan houden deze niet halt aan een loopgravenlinie. Bo vendien: van gas en bacteriën kan elke partij zich bedienen, ongeacht de leger- sterkte; gebruik van deze „wapenen" Zou dus het begin van het einde voor beide partijen, zelfs van een halve of heele wereld beteekenen. De oorlogen in Abessinië, Spanje en China hebben dan ook niet het gebruik van gas of bacteriën laten zien; slechts ten aan zien van Abessinië maak ik eenig voor behoud; daar volgens sommigen de Ita lianen er incidenteel van gas gebruik zouden hebben gemaakt. Maar die kon den dan ook weten, dat hun zwarte te genstanders nog niet zóóver in de „be schaving" waren gevorderd, dat zij op dezelfde wijze van repliek vermochten te dienen! EEN POLIS LEVENSVERZEKERING Een belangrijk voordeel van de nieuwe Mijnhardt-cachets (Mijn- hardijes) is, dat zij veel vlugger piji.en stillen en kou en griep verdrijven. Hier door verkoiten zij belangiijk den dunr van elke pijn en ongesteldheid. Practisch is de bomaanval uit vlieg tuigen op steden en dorpen de ergste oorlogsgruwel, omdat zooveel niet- strijdenden er slachtoffers van worden. Eiken dag kunnen we in de kranten van de vreeselijke uitwerkingen van de bomaanvallen in Spanje en China le zen. Tegen deze luchtaanvallen vóóral dienen we ons dan ook te beschermen. Ter perfectioneering dezer bescher mingsmaatregelen dienen in ons land de verduisteringsproeven. Het is merk waardig, dat betrekkelijk velen onwil lig blijken aan deze proeven mee te werken. Ze zien er blijkbaar een mili tair spelletje in. Vergeten we toch niet, dat dit „spel", al wordt het dan door militairen gespeeld, tot doel heeft om de burgerij te beschermen. Het is bo vendien een zuiver „spel" van afweer, dus niet van aanval. Dit „spel" is noodzakelijk. Het dient om de fouten in het systeem te open baren, opdat ze wanneer het alles droeve werkelijkheid mocht worden niet meer gemaakt zullen worden. Daarom verzaken we een plicht te genover ons zelve, ons gezin en de sa menleving van stad en dorp, wanneer we aan verduisteringsproeven niet ten volle onze medewerking verleenen. Dat het hooge ernst is met dit „spel" daarvan heeft de justitie in enkele ge vallen al laten blijken. Een oud-leeraar van het Gymnasium te Assen, tevens nog wel reserve-luitenant, hoorde een maand gevangenisstraf tegen zich eischen, omdat hij tijdens een verduis teringsproef de lezing van een boek niet had willen onderbreken en dus het licht in zijn kamer had aangelaten. Zoo iemand moest zich schamen over zooveel gemis aan gemeenschapszin. Laten we allen toonen onze verant woordelijkheid ten aanzien van leven en goed der onzen bewust te zijn. TOESTAND DER PRINSES: VOLKOMEN GOED. Ten paleize Soestdijk verneemt de Tel. het volgende: Er is geen enkele reden voor eenige ongerustheid over het feit, dat de Blijde Gebeurtenis niet heeft plaats gehad bin nen den door dr. De Groot genoemden tijd. De gezondheidstoestand van de Prinses is volkomen goed en de Blijde Gebeurtenis is elk oogenblik te ver wachten. Dr. J. de Groot heeft het niet noodig geoordeeld de hulp van eenig anderen specialist in te roepen. Er heeft zich tot dusverre geen enkele complicatie voorgedaan en men kan met het grootste vertrouwen de toe komst tegemoet zien. In verband daar mede zal er geen officieel communiqué over den gezondheidstoestand van H. K. H. verschijnen. MINISTER SLOTEMAKER EERE-DOCTOR TE PRAAG. In het collegium van de rechtsfacul teit van de Praagsche Karis-universi- teit heeft de plechtige promotie plaats gehad van den minister van Onderwijs, prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine tot eere-doctor der evangelisch-theologi- sche Hus-faculteit. De plechtige promotie werd bijge woond door een aantal hooge autoritei ten uit kerkelijke en onderwijskringen, o.a. den Cechoslovaakschen minister van Onderwijs dr. Franke, den Cecho slovaakschen minister van Buitenland- sche Zaken dr. Krofta, den Holland- schen gezant te Praag mr. dr. L. Car- sten, den Hollandschen consul-gene raal A. M. Doorn, den vertegenwoor diger van den Cechoslovaakschen pre mier dr. Hodza, ministerialrat dr. Caha, enz. CONVERSIE VOLKOMEN GESLAAGD. In officieele kringen te 's-Gravenha- ge is men zeer verheugd over het groo te succes van de conversie-operatie. Omtrent het resultaat van deze 3 3]/2 Conversieleening Nederland 1938 vernemen wij nader, dat buiten van „De Echo van het Zuiden". Naar het Amerikaansch van TEMPLE BAILEY. (Nadruk verboden). 19) Rickey ging weg om de boodschap pen te doen en Virginia liet Tony al leen om de kisten te sluiten, terwijl zij bloemen ging plukken voor de tafel. In den tuin was het haar, of iedere plant, iedere bloem, haar „Michael! Michael!" toeriep. Wat was het een wonderlijke nacht geweest.... Zij wist zelf niet, hoe ze er naar verlangd had hem terug te zien en nuAis hij was zooals zijn brief, wilde ze hem niet meer eens terugzien. Toen Virginia een bos chrysanten geplukt had, was haar trots haar te hulp gekomen. Zij wilde niet meer aan hem denken, hem uit haar gedachten bannen en het plezier van het oogen. blik accepteeren. Het plezier van het oogenblik was Tony. Hij wilde zoo graag met haar flirten, waarom zou ze niet meedoen? Hij was niet in ernst en zij was niet in ernst, wat gaf het dus? Ze zouden het allebei weer even gauw vergeten zijn. Zij bracht haar bloemen naar bin nen en Tony hielp haar met dekken. Toen de croquetjes lagen te warmen, trok hij zijn jasje weer aan. Zij deed haar werkschort uit en nam tegenover hem plaats. Ik heb een ongelooflijk huiselijk gevoel, zei Anthony. Zoo? dan zal ik u straks de bor den laten wasschen! Dat doe ik niet, dat is Rickeys' werk. Rickey is een gentleman uit het Zuiden, die wasschen nooit borden. Tony amuseerde zich kostelijk. En mij zoudt u 't wel laten doen? Uw afkomst is er niet tegen. Ik wou dat Jane u dat kon hoo ien zeggen. Virginia wierp hem een snellen blik toe. Wat zou zij zeggen, als zij ,u hier zag zitten? Zij zou kunnen zeggen, wat zij wilde. In ben nog nooit in beter gezel schap geweest. Rickey keek van den een naar den ander. Wie is Jane? Tony's moeder, jongenlief. Een erg lieve dame. Dat zul je wel ondervinden, als jij en je zuster bij ons op Derekdale komen Rickey, zei Anthony. Derekdale? Dat is ons buitenverblijf aan de Hudson. Jullie zijn allebei geïnviteerd op het Kerstbal. Je zuster weet het nog niet, dat ze er heen gaat, maar het is een feit. Rickey was een en al belangstel ling. Zeg is miss van Dune er dan ook? Marty? O ja, die is er altijd! Waarom? O, ik wil haar in een boek laten voorkomen. Ik heb nog nooit iemand gezien, die zoo was als zijzij heeft iets bovennatuurlijks, iets van een nymph of een fee. Rickey, kom terug op de aarde, waarschuwde Virginia. Hij bloosde. Ik kan het niet helpen, dat ik een dichter ben. Anthony lachte. Goed zoo, Farquhar, schrijf maar verzen op haar wenkbrauwen. Zij zal het prachtig vinden, ook al snapt ze er niets van. Waarom zou ze het niet begrij pen? stoof Rickey op. Anthony haalde zijn schouders op. O, dat zul je zelf wel merken. Ze heeft geen tijd om veel te denken. Ze heeft het te druk met het leven. Den heelen dag flirtte Virginia met Anthony en toen ze in zijn boot de ri vier afdreven naar de baai, zeide hij plotseling Denk eens aan al de jaren, die we verloren hebben, de jaren, de ja ren, dat we elkaar niet kenden. In de zachte kussens van zijn mo torboot geleund, antwoordde Virginia twijfelend Ik weet niet zoo zeker of het wel goed voor mij is, dat ik u ken. Waarom niet? Wel, er is iets verleidelijks... Waarin? vroeg hij gretig. In gouden tressen en koperen knoopen. Hij was teleurgesteld. Wacht maar, tot u mij zonder uniform ziet! Bent u even charmant zonder als met? O, nog veel charmanter. Is het mogelijk? Hij keek haar recht in de oogen. Hoeveel meent u van de dingen die u zegt? Ik weet het niet. Maar ik meende het wel, toen ik zeide dat ik niet zeker was of uw vriendschap wel goed voor mij is. U bent verschrikkelijk rijk en ik ben verschrikkelijk arm, ik heb al tijd een gevoel alsof u overdrijft, als u mij zoo met heerlijkheden overlaadt, zooals die bloemen gisteren en de boe ken vanmorgen en al de bonbons. Bevielen ze u? Buitengewon. Maar u moest hel niet doen. Dat moet ik wèl en ik zal het doen ook Bij jou behooren mooie din gen. Virginia. Het was de eerste maal, dat hij haar hij haar naam noemde. Zij bloosde. Doet u dat alstublieft niet. Waarom niet, we zijn toch vrien den? O ja, maar ik ben ouderwetsch. Ik ken u nog maar zoo kort. Ik heb een gevoel, alsof ik ,u al duizend jaar ken. Zij ging rechtop zitten en zei beslist: -t— Ja maar dat is nu eenmaal niet zoo. En wordt het niet tijd om terug te gaan? Hij lachte. En alp ik u nu eens niet meer terugbracht, maar de wijde verte met u invoer, tot aan 't einde der wereld? Doe niet zoo dwaas. Dwaas of niet, maar er zijn din gen, die u niet weet jongedame. Wat voor dingen? O, zijn blauwe oogen klaarden op, dingen die ik u wel zal leeren. De boot had de aanlegplaats bereikt. Hij sprong eruit en reikte haar zijn hand. Toen zij naast hem stond, liet hij haar niet los. Dit is de eerste les, z,ei hij, bracht haar hand aan zijn lippen en kuste die. Toen zij eindelijk van hem bevrijd was, zeide zij tegen zichzelf, dat het haar verdiende loon was. Zij had An thony er zelf toe gebracht, door met hem mee te doen. Maar zij had het ge daan om de schrijnende gedachte aan Michael kwijt te raken. Den volgenden dag bood Tony haar in een briefje zijn excuus aan: Ik had niet moeten doen wat ik op den pier gedaan heb maar u bent zoo'n lieve leerling, de verleiding was te groot voor mij. Maar toen ik zag, hoe bleek u werd en toen u naar me opkeek met uw kleine meisjes-oogen wist ik dat ik te ver was gegaan. Je bent zoo'n onschuldige schat, Virgi nia. Vind je het erg, als ik je op pa pier zoo noem? Zoo ja, dan vraag ik je ook daarvoor nederig vergiffenis. (Wordt vervolgd). Waalwijbscbe en Laagstraatsrke Couranti GESLOTEN BIJ DE GEEFT ZEKERHEID VOOR DE TOE KOMST VAN U EN DE UWEN.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1938 | | pagina 1