i
c
tie per bedrijf weer zoo sterk mogelijk
opvoerde.
Het is intusschen een verblijdend ver
schijnsel, dat de nood de bedrijfsvoer
ders allengs meer doet inzien, dat het
voor deze industrie in haar geheel
noodzakelijk is door organisatie te ko
men tot een gezonde ordening van haar
bedrijfsleven. En gezien de voortvaren
de wijze, waarop de Federatie van Ne-
derlandsche Schoenfabrikanten een
aantal voor de schoenindustrie uiterst
doeltreffende maatregelen sterk bevor
dert, mag worden verwacht, dat de sa
neering van dezen voor onze Kamer zoo
belangrijken bedrijfstak weldra in de
juiste banen zal zijn geleid. Reeds werd
een collectieve arbeidsovereenkomst in
deze industrie verbindend verklaard;
een wet inzake de verdeeling van den
beschikbaren arbeid, regelende het ver
bod van het verrichten van arbeid door
vrouwen en meisjes (behalve voor stik-
kerij en ophalerij) en een juiste verhou
ding van te werk te stellen mannelijke
arbeidskrachten, is in vergevorderden
staat van voorbereiding; vertrouwd
wordt, dat op spoedige totstandkoming
van een Bedrijfsvergunningenwet met
onverwijlde toepassing op deze indus
trie mag worden gerekend; en tenslotte
bestaat de gegronde verwachting, dat
een uniforme regeling van leverings-,
betalings- en credietvoorwaarden wel
dra haar eindbeslag zal krijgen.
Naast de groote beteekenis voor de
saneering van deze industrie hebben
vele dezer maatregelen ook een bijzon
der gunstigen socialen inslag. Teneinde
het streven van genoemde Federatie te
steunen en den noodtoestand in de
schoenindustrie nog eens te accentuee-
ren, zond onze Kamer, tesamen met de
Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Tilburg e.o., onlangs een adres
aan de Ministers van Economische Za
ken en van Sociale Zaken.
Tenslotte kan ik tot mijn genoegen
nog wijzen op een lichtpunt, nl. op de
gunstige ontwikkeling van den export
en den verderen teruggang van den
import van schoenen in het afgeloopen
jaar. De door de devaluatie van onze
munt wederom mogelijk geworden uit
voer van schoenen is met succes aan
gegrepen en heeft zich, ondanks den
sterken teruggang der bedrijvigheid in
de laatste maanden, kunnen handhaven
en zelfs versterken. De import, behal
ve die van rubberschoeisel, liep' aan
merkelijk- terug.
o
>o in
O
vb vb
<N
1 os
1
oó
x>
g"o
ral
O o
O O
land nog gestimuleerd door de plaats
gehad hebbende devaluatie, gaf voor
1937 een hoopvol verschiet voor de le
derindustrie. De tijdelijk sterk opleven
de bedrijvigheid in de schoenindustrie
wekte aanvankelijk bij menigeen de
verwachting, dat de lang verbeide ver
betering van het economisch leven haar
intrede had gedaan. Dit en de vrees
voor verdere stijging van de leerprijzen
bevorderden, dat vele schoenfabrikan
ten en lederhandelaren grooten koop
lust vertoonden. De eerste helft van
1937 was voor de lederindustrie, voor
al zoolang de hausse op de huidenmarkt
aanhield, dan ook vrij gunstig. Toen
echter na eenige maanden,, de huiden-
prijzen wederom een neiging tot dalen
vertoonden, en de kooplust tengevolge
van teleurgestelde verwachtingen in de
algemeene opleving allengs begon te
luwen, trad voor de lederindustrie een
sterke reactie in. De tweede helft van
1937 was dan ook over de geheele lijn
slecht en voor vele bedrijven gingen de
in den aanvang van 1937 behaalde
voordeelen geheel verloren. De begin
1937 aan zeer hooge prijzen ingekochte
huiden leverden bij den verkoop als le
der groot verlies op. Ook in de latere
maanden van het jaar kwam het niet
tot een opleving op de huidenmarkt,
wat tot gevolg had, dat de koopers van
leder in hun afwachtende houding ble
ven volharden. In de maand December
trad een klein herstel in, maar de on
gunstige resultaten van 1937 konden
daardoor niet worden goedgemaakt.
Intusschen heeft in het afgeloopen
jaar ook de gunstige ontwikkeling in
de verhouding tusschen den invoer en
den uitvoer van leder geen verderen
voortgang gehad. Kon ik nl. vorig jaar
tegenover 1935 wijzen op een terug
gang van den invoer naar het gewicht
met 166 ton of 9 het gewicht van
den invoer in 1937 vertoont tegenover
1936 wederom een stijging, en wel van
niet minder dan 213 ton of 13 Ging
het in 1936 door teruggang van den in
voer behaalde voordeel alzoo weer ge
heel verloren, de uitvoer van leder nam
in 1937 gelukkig óók niet onbelangrijk
toe, zoodat de verhouding tot den in
voer althans niet ongunstiger werd.
Naar het gewicht steeg de uitvoer in
1937 met 158 ton of 8.35 in 1936
was in den uitvoer (gerekend naar het
gewicht) tegenover 1935 vrijwel geen
wijziging gekomen. De uitvoer van le
der (alle soorten tesamen) bedroeg in
1937 nl. 2050 ton met een waarde van
9.703.000.— tegeri resp. 1892 ton en
6.707.000.ia 1936; de invoer was
in 1937 1847 ton met een waarde van
6.811.000, in 1936 1634 ton met een
waarde van 4.807.000.—. Het uit-
voersaldo zoowel naar 't gewicht als
naar de waarde bleef in 1937 gehand
haafd en beliep resp. 203 ton en
2.892.000. Opvallend is de enor
me stijging naar de waarde, zoowel bij
den invoer als bij den uitvoer; nl. naar
de waarde steeg de invoer met ruim
41 en de uitvoer met ruim 44 Ge
zien de betrekkelijk geringe stijging van
in- en uitvoer naar het gewicht is de
stijging naar de waarde grootendeels
het gevolg van de stijging van de prij
ken van het leder. Deze prijsstijging
van het leder is weer voornamelijk het
gevolg van de devaluatie. Een bereke
ning van de prijsstijging, afgescheiden
van den invloed van de devaluatie, is
intusschen niet gemakkelijk, eensdeels
omdat de invloed van de devaluatie
zich reeds in het laatste kwartaal van
1936 eenigszins deed gelden, zoodat
een vergelijking met de cijfers van 1936
niet zonder meer juist is, en anderdeels
omdat het percentage van de devalua
tie en de invloed daarvan op den kost-
Gewicht Waarde
1)
2)
3)
4)
in ton
x 1000
Java en Rundbox
post 667)
1927
666
4.900
1931
674
3.228
1935
133
321
1936
127
405
1937
170
717
Zoolleder
(post 665 en
666)
1927
1.542
2.730
1931
1.388
1.597
1935
655
396
1936
692
447
1937
739
590
Ander chroomgelooid
ovcrleder (post 668)
1927
802
10.020
1931
924
8.414
1935
725
4.131
1936
678
4.775
1937
710
6.684
Drijfriemen- en
ander
technisch leder
(post 673)
1927
551
1.690
1931
189
555
1935
131
251
1936
132
262
1937
159
371
tred te houden, zelfs niet wanneer geen
winst in de calculatie werd opgenomen.
Daarbij komt nog, dat Duitschland voor
het algewerkte product zijn grenzen ge
sloten houdt, althans geen vergunnin
gen verstrekt. Waar in Duitschland de
prijzen circa óO hooger zijn dan hier,
is het begrijpelijk, dat tegen een derge
lijke concurrentie op den duur geen
weerstand kan worden geboden. De
vooruitzichten voor 1938 in deze in
dustrie zijn dan ook donker.
Scheepsbouw-Industrie.
Door de economische opleving, be
gonnen tegen het einde van 1936 en vrij
Krachtig doorgezet in de eerste maan
den van 193/, nam het goederenver
voer over de geheele wereld aanmerke
lijk toe en ging de vrachtenmarkt in 't
voorjaar sterk omhoog, waardoor voor
zeeschepen vraag ontstond. Vooral als
gevolg der drukke bezetting der Engel-
sche werven werden meerdere op
drachten in ons land uitgevoerd, waar
ook het district der Kamer zijn aandeel
in heeft gehad. Door de overstelpende
drukte op de grootere werven en de
enorme vraag naar allerlei oorlogsma
teriaal ontstond al spoedig gebrek aan
grondstoffen, waardoor de prijzen der
mate stegen, dat de finantieele resul
taten nog zeer ongunstig waren.
Voor de reparatiewerven was in het
algemeen voldoende werkgelegenheid
en ook de verwachtingen voor 1938
zijn voor deze werven niet ongunstig.
Chemische Industrie.
De afbrokkeling der prijzen, de moei
te om den bestaanden omzet te hand
haven door de groote concurrentie, niet
het minst door buitenlandsche firma's,
die door exportpremies gesteund wor
den, hebben ook in 1937 een behoor
lijke winstmarge onmogelijk gemaakt.
De malaise in de schoenindustrie, waar
van de chemische industrie in het dis
trict grootendeels afhankelijk is, opent
een weinig gunstig perspectief voor het
ingetreden jaar.'
Papier-Industrie.
De gang van zaken in deze industrie
is in 1937 in het algemeen niet ongun-
stig geweest. Tengevolge der devalua
tie en door de aanzienlijke stijging van
de prijzen der grondstoffen, welke ein
de 1936 was ingetreden, moesten de
papierprijzen aanmerkelijk worden ver
hoogd. Dit had tot gevolg, dat groote
afnemers belangrijke hoeveelheden in
kochten, waardoor hunne voorraden in
den loop van 1937 zeer toenamen. In
de tweede helft van het jaar ontstond
dan ook een zoodanige stagnatie in de
aankoopen, dat op het einde van het
jaar aanzienlijk beneden de normale
capaciteit kon worden gewerkt. Door
de devaluatie werden de exportmoge
lijkheden in den aanvang verruimd. In
den loop van het jaar kwam echter een
Looiextract-Industrie.
Ofschoon de bedrijvigheid in de le
derindustrie niet altijd gunstig was, kon
de binnenlandsche afzet op peil worden
gehouden. De export wees zelfs stijging
aan. De personeelsbezetting kon dan
ook worden gehandhaafd en de resul
taten gaven reden tot voldoening.
Hooi- en Stroohandel.
De begin 1937 ingezette economische
verbetering had wel eenigen invloed
ten goede op den hooihandel. Na den
nieuwen oogst ontstond het vooruit
zicht op grootere invoeren in Duitsch
land, zoodat de toestand zich beter liet
aanzien. De goede verwachtingen zijn
echter niet in vervulling gegaan. Ten
gevolge van het mond- en klauwzeer
sloot Duitschland zijn grenzen, terwijl
voor België de vraag zeer gering was.
Wel konden de prijzen zich op hetzelf
de niveau handhaven, doch de omzet
ten waren van dien aard, dat de perse-
rijen slechts met beperkt personeel kon
den werken. De resultaten voor den
hooihandel zijn dan ook niet goed ge
weest.
Voor het artikel stroo is nog steeds
vraag voor België. De oogst was zeer
klein, zoodat de prijzen op peil konden
worden gehouden. Doordat het stroo
door koopers meestal rechtstreeks bij
den boer wordt afgehaald is de handel
in dit artikel zoo goed als uitgescha
keld.
Graan-, meel- en veevoederbedrijven
Voor deze bedrijven was het eerste
half jaar als gevolg van de steeds stij
gende marktprijzen niet ongunstig. In
verband echter met de door de Regee-
ring getroffen maatregelen nam de
graanverbouw in 1937 aanmerkelijk in
omvang toe. De prijzen van den inland-
schen oogst waren laag, zoodat de land
bouwers hun eigen voorraden opwerk
ten en er voor de handelaren en mole
naars in de tweede helft van het jaar
weinig emplooi meer was. Door den
geringen afzet, mede veroorzaakt door
de beperking van den veestapel, bleef
een verscherpte concurrentie niet uit.
De bedrijfsresultaten waren dan ook
onbevredigend. Voor het jaar 1938
worden goede verwachtingen gekoes
terd vanwege de reeds ingevoerde or
dening in het broodbakkersbedrijf.
Binnenscheepvaart.
prijs van het Nederlandsche product beteekenende terugslaq, hoofdzakelijk
Uit vorenstaand overzicht blijkt, dat
de export van lederen schoeisel (post
675 der statistiek) met niet minder dan
145 is toegenomen. Dat deze export
zich nog handhaaft en niet dateert uit
den eersten tijd na de devaluatie, blijkt
uit onderstaande vergelijking van den
export van lederen schoeisel in het laat
ste kwartaal 1936, le kwartaal 1937 en
laatste kwartaal 1937:
Geheel of voor 't grootste deel van
leder (post 675), export in 4e kwartaal
1936 14.123 paren, in le kwartaal 1937
12.732 paren, in 4e kwartaal 1937
27.796 paren.
De totale import van schoenen in de
drie bovengenoemde soorten liep in
1937 terug met 104.149 paren of 7,8
de export steeg met 84.680 paren of
137 Intusschen mag wel de noodige
aandacht worden geschonken aan de
pogingen, welke door verschillende lan
den, o.a. België, worden aangewend om
door verhooging van de toch reeds zeer
hooge invoerrechten de opkomende ex
port te bemoeilijken. Het is te hopen,
dat onze regeering tegen dergelijke be
lemmeringen van onzen export tijdig
maatregelen zal weten te nemen.
Lederindustrie.
De einde 1936 ingezette hausse van
huiden op de wereldmarkt, voor ons
met in een vast cijfer is uit te drukken.
Bij benadering echter is de waardever
meerdering van den invoer van 1937
tegenover 1936, ontdaan van den deva
luatiefactor, vast te stellen op 761.000,
de waardevermeerdering van den uit
voer op 1.557.000.-. Dit beteekent
in percenten uitgedrukt, een waarde
vermeerdering van den invoer met
16.7 en van den uitvoer met ruim
24 rfBij opgemelde berekeningen is
uitgegaan van een devaluatie van den
fenfactoTbif dfwiT" T 9r0nd£'°f; I a"«re landen een hinderpaal
fenfactor b.j de leerbere.d.ng van 77^ behoorlijke exportgelegenheid.
Tot slot nog enkele cijfers, die de be- I Haarwasscherijen.
teekenis van den export van de voor
naamste ledersoorten weergeven. Deze
cijfers geven voor den uitvoer èn naar
het gewicht èn naar de waarde een be
vredigende stijging aan. Hierbij dient
te worden opgemerkt, dat de cijfers
voor 1937 van post 667 en van post
668 niet zonder meer met de cijfers van
de vorige jaren zijn te vergelijken. Im
mers het Centraal Bureau voor de Sta
tistiek vermeldt in 1937 onder post 667
niet alleen Java en rundbox, doch ook
mast- en wildbox, terwijl van post 668 I vTu '"""DT "J5L y™ote moei
de omschrijving „ander chroomgelooid in j kamPcn' PfzeL moeilijkhe-
cverleder" werd gewijzigd in Boxcalf %onden voornameluk hun oorzaak
in verband met het conflict in het verre
oosten.
Tankfabricage.
De economische verbetering eind '36
en begin 37 heeft een gunstigen invloed
gehad op deze industrie. Het aantal op
drachten uif het binnenland gaf reden
tot tevredenheid. Ofschoon de export
iets levendiger was dan 1936, blijven
de internationale economische toestand,
exportpremies en valutavoordeelen van
andere landen een hinderpaal voor een
Tot einde Juni kon van een behoor
lijken gang van zaken worden gespro
ken. Daarna trad een hevige terugslag
in; de verkoopen in de tweede helft van
1937 stonden vrijwel stil, zoodat einde
1 937 groote voorraden waren opgesta
peld.
Vleeschlijm-Industrie.
Ofschoon de resultaten in dit bedrijf
niet geheel onbevredigend waren, had
deze industrie toch met groote moei
en peau de suède".
voornamelijk hun oorzaak
in de omstandigheid, dat de grondstof
(lijmvleesch) hier te lande door
Duitschland werd opgekocht tegen prij
zen dermate abnormaal, dat het uitge
sloten was met die noteering gelijken
Door tusschenkomst van de Be-
vrachtingscommissie K, gevestigd te
's-Hertogenbosch, werden in 1937 af
gesloten 800 bevrachtingsovereenkom
sten tegen 714 in 1936. Deze hadden
betrekking op respectievelijk 92.486 ton
in 1937 en 85.407 ton in 1936. Het ver
voer in 1937 nam dus, vergeleken met
het voorafgaande jaar, met 10 toe.
In hoofdzaak werden verscheept, gra
nen, kunstmest, hout, stroo, zand en
grint. Het vervoer uit het gedeelte van
het district der Kamer, dat tot het ge
bied dezer commissie behoort, beperkte
zich voornamelijk tot enkele ladingen
lederafval en oud ijzer.
In het district der Bevrachtingscom
missie L bedroeg het aantal bevrachtin
gen 1206 tegen 1514 in 1936 en de hoe
veelheid bevrachte goederen 118.901
ton tegen 154.590 ton in 1936. Het aan
tal bevrachtingen dezer Commissie uit
plaatsen, gelegen in het district der
Kamer bedroeg 227 tegen 282 in 1936,
de hoeveelheid goederen 17.321 ton te
gen 22.770 ton in 1936.
Bovendien werden uit 't district der
Kamer bevracht 46.675 bossen riet en
28.000 bossen hout tegen resp. 36.605
en 18.500 bossen in het«voorafgaande
jaar.
Middenstand.
Ook voor den middenstand in ons
district was 1937 een groote teleurstel
ling. Immers de verwachting, welke
men bij den aanvang van het afgesloten
jaar koesterde, nl. dat de in 1936 inge
zette economische opleving zich in 1937
voldoende zou verbreeden om ook den
middenstand te kunnen omvatten, ging
niet in vervulling. Gold dit voor het ge
heele land, wel zeer bijzonder was
zulks het geval met ons district. De on
gekend sterke teruggang van de bedrij
vigheid in de schoenindustrie weerhield
voor het overgroote deel van het dis
trict onzer Kamer niet alleen het her
stel, maar was zelfs oorzaak van ver
deren teruggang van de koopkracht
der bevolking met den onvermijdelijken
terugslag daarvan op den omzet in mid
denstandszaken. Daarnaast leverden
voor den middenstand in een landelijk
district als dat van onze Kamer de trek
naar de stad met zijn warenhuizen en
markten en de filiaalbedrijven onver
minderd een somtijds moordende con
currentiestrijd. Ook de onderlinge con
currentie van kleinere middenstandsza
ken is ten plattelande vaak zoo hevig,
dat velen daardoor alleen reeds het be
staan onmogelijk wordt gemaakt. Deze
felle onderlinge concurrentie is voor
namelijk het gevolg van overbezetting
in een aantal branches. Zoo is bijv. in
het district onzer Kamer in een gemeen
te van nog geen 5000 inwoners (agraT
nsch-industrieele bevolking) het aan-^
'a/ slagerijen 11 en het aantal bakke-
rijen 14. Ongetwijfeld zal de vesttoinqs-
wet Kleinbedrijf, ondanks de geringe
waardeering welke zij hier en daar on-
i-i\in t. op dit gebied saneerend werk
kunnen verrichten. Ook het op initiatief
van onze Kamer in 1937 gëstichte Mid-
denstandsborgstelhngsfonds voor de
Langstraat heeft op dit terrein een
mooie taak te vervullen. In de korte
periode, gedurende welke dit fonds in
1937 reeds werkzaam was, is gebleken,
dat door de stichting ervan in een drin
gende behoefte is voorzien. En zulks
niet alleen om het crisisverschijnsel, dat
vele kleine zaken buiten hun schuld hun
credietwaardigheid zagen slinken, ja
soms verdwijnen, maar ook en vooral
om het bij den middenstand vaak ont
breken van ieder begrip van gezonde
bedrijfsvoering. Het is daarom te be
treuren, dat nog verschillende gemeen
ten in ons district weigerden met dit
fonds samen te werken.
Intusschen mag met voldoening wor
den gewezen op de vele maatregelen,
welke in het belang van den midden
stand reeds werden genomen, al kan
niet worden ontkend, dat deze maat-
ïegelen niet onmiddellijk den midden
stand uit zijn moeilijke positie bevrij
den en slechts zeer langzaam zijn ge
zondmaking kunnen bewerkstelligen.
De uitzonderlijke positie van den mid
denstander, als kleine zelfstandige,
maakt het echter uiterst moeilijk, zoo
niet onmogelijk, om zooals voor de
arbeidende bevolking voor hem
maatregelen van directen geldelijken
steun in t leven te roepen.
Landbouw, tuinbouw en veeteelt.
De oogstresultaten in den landbouw
waren in 1937 niet ongunstig. Voor een
groot aantal gewassen bleef echter nog
een of andere steunregeling bestaan,
afhankelijk van de marktprijzen der
producten. Het oploopen van de prijzen
op de vrije markt maakte echter het
steunen van meerdere producten over
bodig.
In den tuinbouw waren de aanvoeren
aanzienlijk en de prijzen aanvankelijk
niet slecht- c!» steunmaatregelen, welke
ook hier nog r-leven bestaan, konden
beduidend worden ingekrompen. Over
het algemeen was er zeer veel fruit. De
eerste helft van '937 waren de prijzen
over het geheel vrij goed, de tweede
helft, vooral wat betreft he' huit, stel
de echter teleur. De totale omzet van de
Veilingvereniging „De Langstraat" te
Drunen beliep f 381.388.86, wat ver
geleken met 936 een toename betee
kent van 92894.20 of ruim 32 De
ze toename is hoofdzakelijk gevolg van
grooteren aanvoer.
Het veeteeltbedrijf bleet tengevolge
van betere veeprnzen gun- .iger dan de
laatste jaren, terwijl ook de uivelprij-
zen iets beter waren. Intusschen is voor
de meeste veebedrijven het eindresul
taat over 1937 -och teleurstellend ten
gevolge van de „mond- en klauwzeer"
epidemie, welke zoowel voor het vee
als voor de melkproductie.ernstige vaak
fatale gevolgen had.
Handelsregister.
Ter inschrijving in het Handelsregis
ter werden aangeboden 719 formulieren
tegen 499 in 1936. Het aantal dossiers
steeg van 2646 tot 283!. Afgegeven
werden 272 afschriften uit net handels
register tegen 262 in 1936. Het aantal
inzagen van het handelsregister was
712 tegen 813 in het voorafgaande jaar.
Geregistreerd werden 13 faillisse
menten tegen 37 in 1936.
Het aantal verstrekte certificaten van
oorsprong en legalisaties steeg van 431
in 1936 tot 539 in 1937.
Er werden behandeld 11 aanvragen
voor vergunning tot uitverkoop en 8
voor opruimingen in het winkelbedrijf.
Van ieder der groepen werden 2 aan
vragen geweigerd.
Afgegeven werden 14 vergunningen
voor kleinverkoop op afbetaling en 16
colportage-vergunningen.
Aan de Arrondissmentsrechtbank
werden uitgebracht 3 adviezen inzake
aanvragen tot toelating voor beëediging
als makelaar.
Het aantal verstrekte handelsinlich
tingen bedroeg 1876. Hieronder zijn
niet begrepen de inlichtingen betreffen
de de contingenteeringen en de zeer tal
rijke betreffende de Vestigingswet
Kleinbedrijf. Afgegeven werden 3174
consenten voor den invoer van diversq^j
goederen, waarvoor aan consentgelch^
werd ontvangen 9.039.75. Deze cij-'
fers waren voor 1936 resp. 3359 en
8.536.69. De kleine teruggang van 't
N, •-
On ft
T
<N
O
CO
f'
o
I co
1
|vo
3 co
on ra
Q.
in
in
<N
NO
O
NO
CO
O
co
O
tri
NO
T
on m
ON
oo -vr
ON
m
oo
I NO
CN NO
O
cq
oo V
oo
vo
CN CN
CN OO
<N CO
NO
vo
in co
03-
<L>
w co
O IA N
Os ono
.NO O
o O u
O
W "Tl w *T! *->
in
oo
T
oo
co
CN
NT
CO
NO
CN
N-
CO
ra
ra
+->
o
1 XT v f juui. i\ w Cl 111 tVlIlCl CC11
niet m een uacf j_. i i I i_ i